Title | Hoofdstuk 7 - Arbeidsrecht H7 UCLL Leuven, aantekeningen van de les |
---|---|
Course | Arbeidsrecht |
Institution | Katholieke Universiteit Leuven |
Pages | 40 |
File Size | 1.1 MB |
File Type | |
Total Downloads | 1 |
Total Views | 141 |
Arbeidsrecht H7 UCLL Leuven, aantekeningen van de les...
Hoofdstuk 7: Schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst weblectures Probleemstelling en overzicht van schorsingsgevallen Begrip schorsing
-
Uitvoering AO tijdelijk geschorst omwille van bepaalde gebeurtenissen of schorsingsgronden AO zelf blijf bestaan Hoofverplichting partijen geschorst, maar soms wel loonwaarborg of ander inkomen Bijkomende plichten blijven bestaan (bv plicht tot eerbied en achting) tijdens schorsing Vaak gelijkgesteld met arbeid voor toepassing sociale zekerheid Oorzaak v schorsing wegvalt worden contractuele relaties automatisch hervat In bepaalde gevallen loonwaarborg of bescherming tegen ontslag
Overzicht schorsingsgevallen Wettelijk geregelde schorsingsgevallen (art. 26 t.e.m. 31 W.A.O. en specifieke wetgeving) 1. Overmacht 2. Gewaarborgd dagloon 3. Jaarlijkse vakantie 4. Raadsheren of rechters in sociale zaken 5. Voorlopige hechtenis
Niet geregelde schorsingsgevallen
1. Staking – lock-out 2. Conventionele schorsingen: verlof zonder wedde ...
39
6. Kort verzuim 7. Verlof om dwingende (familiale) redenen 8. Ziekte of ongeval 9. Sociale promotie – Educatief verlof 10. Politiek verlof 11. Zwangerschap en bevalling 12. Borstvoedingsverlof en borstvoedingspauze 13. Geboorteverlof 14. Adoptieverlof 15. Pleegzorgverlof en pleegouderverlof 16. Politiek verlof 17. Sociale promotie en educatief verlof 18. Tijdskrediet & thematische verloven 19. Schorsingsgronden voor arbeiders: technische stoornis, slecht weer, economische werkloosheid * * sinds 2012 bestaat er ook een stelsel van economische werkloosheid voor bedienden
Overmacht (art. 26 en 32 WAO) Overmacht: verschillende elementen tegelijk aanwezig om overmacht te zijn
-
Plotse onvoorziene gebeurtenis, Buiten de wil van de betrokkene, Die de uitvoering van de overeenkomst onmogelijk maakt Met uitzondering van: faillissement, kennelijk onvermogen, sluiten wegens inbreuk milieuwetgeving
Bewijslast ligt op partij die overmacht inroept Gevolgen v overmacht
-
-
Tijdelijke schorsing v uitvoering AO zonder loonwaarborg: oorzaak overmacht is van tijdelijke aard o WN moet niet werken o WG moet niet betalen o Wel recht op WLH-uitkeringen Definitief: als gevolgen van overmacht definitief zijn beëindigt overmacht de AO zonder dat WG opzeggingstermijn of opzeggingsvergoeding verschuldigd is Faillissement, kennelijk onvermogen, tijdelijke/definitieve sluiting als gevolg van maatregelen bij toepassing van wetgeving op reglementering leefmilieu zijn op zichzelf geen gevallen v overmacht die een einde maken aan de verplichtingen v/d WG (art. 26 2 e lid WAO)
Gewaarborgd dagloon: onvolledige / onderbroken arbeidsdag Gewaarborgd dagloon in speelt 3 gevallen (art. 27 WAO)
-
WN komt te laat of niet op het werk aan WN kan niet aan het werk beginnen of kan een begonnen werk niet verderzetten 40
-
WN moet stemmen op een werkdag
Gewaarborgd dagloon
-
Recht op loon bij onvolledige of onderbroken arbeidsdag alsof WN gewerkt zou hebben Beperkt tot één dag WN moet zich opnieuw aanmelden, tenzij WG verwittigt dat WN niet moet komen (= overmacht)
Voorwaarden voor gewaarborgd dagloon:
-
-
-
De werknemer komt te laat of niet op het werk (art. 27, 1°) o WN moet arbeidsgeschikt zijn op het ogenblik dat hij zich naar het werk begeef o WN moet zich normaal naar zijn werk begeven o De oorzaak van de vertraging of het niet aankomen moet buiten de wil van de WN liggen. o De oorzaak van de vertraging of het niet aankomen moet zich voordoen op weg naar het werk De werknemer kan niet aan het werk beginnen of kan een begonnen werk niet voortzetten (art. 27, 2°). WN moet arbeidsgeschikt zijn op het ogenblik dat hij zich naar het werk begeef o WN moet zich normaal naar zijn werk begeven o de verhindering moet buiten de wil van de WN liggen o de verhindering mag niet het gevolg zijn van een staking WN moet stemmen op een werkdag (art. 27, 3°) o Indien WN niet bij volmacht kan stemmen dan mag hij afwezig zijn gedurende de tijd nodig om te stemmen, met behoud van loon o In praktijk overbodige bepaling vermits iedereen volmacht kan krijgen
Jaarlijkse vakantie Art. 28,1°WAO:
-
‘De uitvoering van de overeenkomst wordt geschorst tijdens de dagen waarop de onderneming wegens jaarlijkse vakantie is gesloten en tijdens de dagen waarop de werknemer buiten die periode jaarlijkse vakantie neemt’
Jaarlijkse vakantie:
-
Duur vakantie in het vakantiejaar (VJ) wordt bepaald op basis van tewerkstelling tijdens het vorige jaar (vakantiedienstjaar - VDJ) Wie voltijds werkte in VDJ, krijgt 4 weken betaalde vakantie (20 dagen in 5-dagenweek) in het VJ Pro – rata als je niet voltijds werkt Geen recht op loon, wel enkel en dubbel vakantiegeld Voor arbeiders betaald door vakantiekas Voor bedienden betaald door de werkgever Bijzondere stelsels: o Jeugdvakantie – seniorenvakantie o Aanvullende vakantie
41
Raadsheren of rechters in sociale zaken (art. 28 3° WAO) Schorsing gedurende de tijd dat WN als raadsheer of rechter in sociale zaken moet zetelen
Voorlopige hechtenis (art. 28 5° WAO) Schorsing gedurende tijd dat werknemer in voorlopige hechtenis zit, WG betaald geen loon
Klein verlet / kort verzuim (art. 30 §1 WAO) Recht om afwezig te zijn omwille van:
-
bepaalde familiegebeurtenissen staatsburgerlijke verplichtingen burgerlijke opdrachten bepaalde verschijningen voor het gerecht
Mét behoud van loon Mogelijk om gunstigere regelingen te voorzien in sectorale of ondernemings-cao en in de individuele arbeidsovereenkomst Voorwaarden:
-
Gebeurtenis moet recht geven op klein verlet WN moet vooraf verwittigen (indien onmogelijk, zo spoedig mogelijk) Verlof gebruiken waarvoor het is toegestaan Enkel voor dagen waarop de WN normaal gewerkt zou hebben
Overzicht Motief voor het klein verlet
Duur van de afwezigh eid
Huwelijk van de werknemer (WN)
2 dagen door WN te kiezen tijdens de week waarin degebeurtenis plaatsheef of tijdens dedaaropvolgend e week
Huwelijk van een kind van de werknemer, van zijn echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner, van een broer, zuster, van een schoonbroer,schoonzuster, vader, moeder, schoonvader, schoonmoeder, van de tweede echtgenoot van de moeder, van de tweede vrouw van de vader, vaneen kleinkind van de WN
De dag van het huwelijk
Priesterwijding of intrede in het klooster van een kind van de werknemer, van zijn echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner, van een broer, zuster, schoonbroer of schoonzuster van een WN
De dag van de plechtighei d
42
Geboorte van een kind van de werknemer, van wie de afstamming langs vaderszijde vaststaat
10 dagen door WN te kiezen tijdens de 4 maanden die volgen op de dag van de bevalling
Overlijden van de echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner, van een kind van de WN, zijn echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner, van de vader, de moeder, de schoonvader, de schoonmoeder, de tweede echtgenoot van de moeder of de tweede vrouw van de vader van de WN
3 dagen door WN te kiezen in de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt met de dag van de begrafenis
Overlijden van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de (over)grootvader, de (over)grootmoeder, van een (achter)kleinkind, van een schoonzoon of schoondochter die bij de werknemer inwoont
2 dagen door WN te kiezen in de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt met de dag van de begrafenis
Overlijden van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de (over)grootvader, de (over)grootmoeder, van een (achter)kleinkind, van een schoonzoon of schoondochter die niet bij de werknemer inwoont
De dag van de begrafenis
Plechtige communie van een kind van de werknemer, van zijn echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner
De dag van de plechtighei d
Deelneming van een kind van de werknemer, van zijn echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner aan het feest van de vrijzinnige jeugd, daar waardit feest georganiseerd wordt
De dag van het feest
Verblijf van een dienstplichtige werknemer in een rekruterings- en selectiecentrum of in een militair ziekenhuis ingevolge zijn verblijf in een rekruterings- en selectiecentrum
De nodige tijd, met een maximum van 3 dagen
Verblijf van de werknemer gewetensbezwaarde in de administratieve gezondheidsdienst of in één van de verplegingsinrichtingen die,overeenkomstig de wetgeving houdende het statuut van de gewetensbezwaarden, door de Koning aangewezen zijn
De nodige tijd, met een maximum van 3 dagen
Bijwonen van een bijeenkomst van een familieraad bijeengeroepen
De nodige tijd,
door de vrederechter
met een maximum van één dag
Deelneming aan een jury, oproeping als getuige voor de rechtbanken of
De nodige tijd, met
43
persoonlijke verschijning op aanmaning van de arbeidsrechtbank
een maximum van 5 dagen
Uitoefening van het ambt van bijzitter in een hoofdstembureau of in een enig stembureau bij parlements-, provincieraads- engemeenteraadsverkiezingen
De nodige tijd
Uitoefening van het ambt van bijzitter in één der hoofdbureaus bij de verkiezing van het Europees Parlement
De nodige tijd, met een maximum van 5 dagen
Uitoefening van het ambt van bijzitter van een hoofdbureau voor de stemopneming bij de parlements-, provincieraads- engemeenteraadsverkiezingen
De nodige tijd, met een maximum van 5 dagen
Verlof om dwingende reden Art. 30bis WAO, CAO 45 en KB 11.01.1991 Recht om max. 10 dagen per jaar onbetaald afwezig te zijn om dwingende reden. Dwingende reden:
-
-
-
Elke niet te voorziene, los van het werk staande gebeurtenis die de dringende en noodzakelijke tussenkomst van de werknemer vereist en dit voor zover de uitvoering van de arbeidsovereenkomst deze tussenkomst onmogelijk maakt CAO en KB geven enkele voorbeelden: o Ziekte, ongeval of hospitalisatie van een persoon die met de werknemer onder hetzelfde dak woont, o ernstige materiële schade van de bezittingen van de werknemer o het bevel tot persoonlijke verschijning in een rechtszitting Mag enkel afwezig zijn gedurende de tijd nodig om hoofd te bieden aan de problemen Onbetaald, tenzij conventionele bepalingen dit anders bepalen
Arbeidsongeschiktheid gemeen recht (art. 31 WAO) Begrip Arbeidsongeschiktheid omwille van ziekte of ongeval andere dan arbeidsongeval/beroepsziekte (“van gemeen recht”) Arbeidsongeschiktheid beoordeeld in functie van overeengekomen arbeid
Plichten WN Verwittigen
-
Wanneer: onmiddellijk (vaak bepaling in Arbeidsreglement) Hoe niet bepaald: tel, mail… (vaak bepaling in Arbeidsreglement) Niet verwittigen: verlies recht op loon voor dagen tss arbeidsongeschiktheid en verwittigen
Geneeskundig getuigschrif: bewijs
44
-
Als AR of CAO dit voorzien of op verzoek WG Wanneer: binnen 2 werkdagen tenzij andere termijn in AR of cao (za = werkdag) en behoudens overmacht Niet tijdig indienen: verlies van loonwaarborg voor dagen v. arbeidsongeschiktheid die aan dag van afgife of verzending zijn voorafgegaan
Controlerecht WG - WG mag arbeidsongeschiktheid laten controleren door arts - Arts 5 jaar ervaring als huisarts of gelijkgestelde – verklaring onafhankelijkheid - WN moet controle mogelijk maken - Mogelijkheid om bij CAO of in AR te voorzien dat WN zich 4 aaneensluitende uren per -
-
-
dag thuis ter beschikking moet houden van controlearts (tussen 7 u en 20 u) Controlearts gaat na of WN arbeidsongeschikt is en voor hoe lang – beroepsgeheim ! Overhandigt bevindingen aan WN Geschillen o Sectorale regeling o anvullende wettelijke regeling: scheidsrechtelijke procedure µ Sanctie: geen gewaarborgd loon als (art.31 §3/1): o WN zijn WG niet onmiddellijk op de hoogte brengt van arbeidsongeschiktheid (behoudens overmacht) o WN te laat het geneeskundig getuigschrif bezorgt aan WG o WN zich onttrekt aan de controle (behoudens wettige reden) Zwaar verzet vakbonden
Gewaarborgd loon: gemeenschappelijke bepalingen (art. 52) - Er is gewaarborgd loon verschuldigd per periode van arbeidsongeschiktheid. (zie Art. 52, 54,
-
70 en 71 van de wet betreffende de arbeidsovereenkomsten). Dit heef tot gevolg dat er voor één ononderbroken periode van arbeidsongeschiktheid slechts 1 x gewaarborgd loon verschuldigd is, zelfs al is de arbeidsongeschiktheid te wijten aan verschillende oorzaken. Voorbeeld o Een bediende is 2 maanden arbeidsongeschikt ten gevolge van een arbeidsongeval, en is onmiddellijk aaneensluitend arbeidsongeschikt ten gevolge van een ziekte. o Indien de 2de arbeidsongeschiktheid onmiddellijk aansluit op de eerste, is er slechts één periode van arbeidsongeschiktheid en is er niet opnieuw gewaarborgd loon verschuldigd.
Geen gewaarborgd loon bij
-
Zware fout WN “Sportongeval” Als WN arbeidsongeschikt wordt op werk:
-
gewaarborgd dagloon periode gewaarborgd loon vangt aan kalenderdag nadien
Gewaarborgd loon arbeiders In geval van arbeidsongeschiktheid wegens ziekte of ongeval heef werkman ten laste van zijn WG recht op normaal werk 45
Art. 5WAO en cao 12bis - Min. 1 maand anciënniteit !
Nietgemeenschappelijke voorwaarden en regels 1°-7° dag 8°-14° dag
-
-
100% t.l.v. werkgever 60% t.l.v. werkgever tot ZIV-grens + supplement t.l.v. werkgever: 25,88% tot ZIVgrens / 85,88% boven ZIV-grens Loongrens: (142,5279 per dag of 3705,73 euro/ maand op 1.1.19)
15°-30° dag
- 60%
na 30 dagen
-
-
-
t.l.v. mutualiteit tot ZIV-grens + supplement t.l.v. werkgever: (25,88% tot ZIVgrens - 85,88% boven ZIV-grens)
60% t.l.v. mutualiteit tot ZIV-grens Op 1.1.2020 bedraagt de loongrens: €144,0957/ dag of 3746,49 / maand Als de werknemer zijn dienstanciënniteit bereikt in de loop van de periode van arbeidsongeschiktheid, dan betaalt de werkgever het gewaarborgd loon voor de rest van de periode. o Bvb. Arbeider in dienst sinds 1 maart 2016. Vanaf 15 maart ziek tot 15 april. De werkgever zal gewaarborgd loon betalen voor de periode 1 april tot 15 april 25,88% is komt overeen met brutoloon belastbaar loon (= brutoloon – RSZ). Voor de arbeider wordt de RSZ berekend op 108 % van het brutoloon. De inhouding zelf bedraagt 13,07 %:. o Dat geef : o 13,07% RSZ berekend op loon aan 108 % = 14,1156 . o Loon aan 100 % - 14,1156 = 85,8844 of afgerond 85,88 % o Op de uitkering van het ziekenfonds wordt 11,11 % bedrijfsvoorheffing ingehouden Supplement werkgever (23 d): 25,88% / 85,88 %
100 % werkgever
1d
60 % werkgever geplafonn eer d 7d
60 % ziekenfonds
60 % ziekenfonds
geplafonneerd
geplafonneerd
14d
30d
Arbeider 53 jaar, in dienst sinds 1.1.1993 - loon 3900 euro bruto per maand. Ziek van maandag 2 maart tot en met dinsdag 31 maart 2020 (30 dagen). Loongrens: 3745 euro per maand (afgerond).
-
-
1-7 dag: 100 % WG (normaal loon) 8-14 dag: 85,88 % WG o 60 % tot loongrens (3745 bruto per maand) o Supplement WG 25,88 % tot loongrens (3745) + 85,88% boven loongrens (3900-3745 = 155) 15-30 dag:
85,88 % van totaal loon
46
60% tot loongrens (3745) door ziekenfonds Supplement WG 25,88 % tot loongrens (3745) + 85,88% boven loongrens (3800-3745 = 155) Na 30 ° dag: 60 % tot loongrens door ziekenfonds o o
-
85,88 % van totaal loon
Opmerkingen
-
Dagen = kalenderdagen tellen, werkdagen betalen (activiteitsdagen)! Dus 7 dagen = 5 werkdagen!!! Feestdagen: geen gewaarborgd loon, wel gewoon loon (100%)
Anciënniteitsvoorwaarde
-
Arbeider moet ten minste één maand in dienst zijn Wie nog geen anciënniteit heef kan meestal uitkering v/d mutualiteit ontvangen: 60% v/h brutoloon
Hervallen -
a. Beginsel o gewaarborgd loon is niet opnieuw verschuldigd wanneer de arbeider nadat hij het werk had hervat, opnieuw arbeidsongeschikt wordt binnen eerste 14 dagen die volgen op het einde van de periode van arbeidsongeschiktheid die aanleiding gegeven heef tot de betaling van het gewaarborgd veertiendaags loon. o Het gewaarborgd loon is wel verschuldigd: voor het nog te lopen gedeelte van de periode van gewaarborgd loon indien de eerste periode van arbeidsongeschiktheid geen aanleiding gegeven heef tot de uitbetaling van het gewaarborgd loon gedurende een periode van 14 dagen; wanneer de arbeider door middel van een geneeskundig getuigschrif bewijst dat deze nieuwe periode van arbeidsongeschiktheid te wijten is aan een andere ziekte of aan een ander ongeval (tenzij er geen werkhervatting is geweest). Wanneer de eerste periode van arbeidsongeschiktheid evenwel helemaal geen aanleiding gaf tot de betaling van gewaarborgd loon omdat de arbeider gedurende de gehele eerste periode van arbeidsongeschiktheid niet aan de anciënniteitsvoorwaarde van één maand voldeed, moet de eerste periode van arbeidsongeschiktheid volledig buiten beschouwing worden gelaten, en moet voor de tweede periode van arbeidsongeschiktheid gewaarborgd loon worden betaald alsof de eerste arbeidsongeschiktheid zich niet had voorgedaan. o De FOD WASO en het RIZIV zijn op basis van art. 52 § 2 van de arbeidsovereenkomstenwet immers van oordeel dat de eerste periode van arbeidsongeschiktheid niet mag aangerekend worden wanneer zij geen aanleiding gaf tot de uitbetaling van gewaarborgd loon. o e. Mislukte poging tot werkhervatting Een arbeider is arbeidsongeschikt, hervat het werk, maar wordt in de loop van die eerste dag terug arbeidsongeschikt. Dan hebben we niet te maken met herval, maar loopt de arbeidsongeschiktheid gewoon door (omzendbrief RIZIV V.I. nr. 87/239, par. 12). Wanneer het werk niet
47
gedurende minstens één dag hervat werd, is er een vermoeden dat de arbeidsongeschiktheid niet ten einde was. Voor de dag waarop men het werk tevergeefs trachtte te hervatten, moet gewoon gewaarborgd loon betaald worden. Geen gewaarborgd dagloon, want hiervoor is een werkgeschiktheid nodig. De mislukte werkhervatting wijst juist op een doorlopende ongeschiktheid. Wanneer er reeds een periode van uitbetaling van ziekte-uitkeringen is ingegaan blijf deze uiteraard ook gewoon doorlopen. Tussen twee periodes van Recht op loon / vergoeding ongeschiktheid liggen 1 – 13 kalenderdagen Zelfde oorzaak: a. rechten uitgeput tijdens periode die recht geef op gewaarborgd loon (14 d.): geen gewaarborgd loon (of supplement) b. rechten niet uitgeput tijdens periode die recht geef op gewaarborgd loon (14 d.): recht op gewaarborgd loon voor de rest van de periode
14 kalenderdagen of meer
Andere oorzaak: opnieuw gewaarborgd loon Nieuw recht op gewaarborgd loon
Afkortingen
-
L: gewaarborgd dagloon W: werk GW1: gewaarborgd loon 1° week = 100% ten laste van de werkgever GW2: gewaarborgd loon 2° week = 60% + supplement ten laste van de werkgever Z+: gewaarborgd loon 3° en 4° week = 60% ten laste van het ziekenfonds + supplement ten laste van de werkgever Z: vergoeding ten laste van het ziekenfonds. Opmerking: tenzij anders aangegeven werken de arbeiders in de 5-dagenweek
Voorbeelden
-
...