Miniles hoofdstuk 6 bouw van de wervels PDF

Title Miniles hoofdstuk 6 bouw van de wervels
Author Sarah Declercq
Course Anatomie 2
Institution Hogeschool Vives
Pages 4
File Size 237.8 KB
File Type PDF
Total Downloads 51
Total Views 138

Summary

Miniles...


Description

Miniles: bouw van de wervels

Beste student, Deze miniles behoort tot hoofdstuk 6 betreffende het beenderstelsel en bespreken we de bouw van de wervels. We beginnen deze les met de bespreking van de bouw van een lumbale wervel. We gebruiken de lumbale wervel als een soort standaardwervel. En van daaruit bespreken we dan verder: - De bouw van een thoracale wervel - De bouw van een cervicale wervel In het handboek staat een handig figuur die een overzicht beschrijft van de verschillende wervels. Elke mens heeft: - 7 cervicale wervels - 12 thoracale wervels - 5 lumbale wervels De onderste lumbale wervel steunt bovendien op het sacrum of heiligbeen en onder dat sacrum vinden we nog het staartenbeentje of os coccygis. Wij bespreken de cervicale, thoracale en lumbale wervels en een wervel heet een vertebra.

Op de volgende figuur vind je een lumbale wervel van de bovenzijde bekeken. Grof gezien bestaat een wervel uit een wervellichaam of corpus en een arcus of wervelboog. De arcus is alles van de wervel met uitzondering van het corpus. De corpus en het arcus bakenen een wervelgat af namelijk het foramen vertebrale. In het foramen vertebrale lopen het ruggenmerg, de cauda equina en het filum therminale. Meer informatie hierover vindt u in het hoofdstuk van het zenuwstelsel.

De basis van het arcus of de wervelboog is het pediculus. Het pediculus is rond en stevig en loopt over in een platter, een soort bladstructuur namelijk de lamina. Op het arcus staan ook nog drie uitsteeksels: - Vooreerst de processus transversus - Vervolgens het processus articularis. Zo’n processus articularis vinden we aan de bovenzijde en aan de onderzijde en omdat we hier met een bovenaanzicht zitten heet dat hier processus articularis superior. - Tot slot een processus spinosus

Diezelfde lumbale wervel kunnen we ook bekijken van de zijkant: - Het corpus vertebrae - De processus transversus - De processus articularis superior - De processus articularis inferior - De processus spinosus Ook van de zijkant kunnen we twee opeenvolgende wervels bekijken. Hier kun je merken dat het processus articularis inferior van de overliggende wervel, contact maakt met de processus articularis superior van de onderliggende wervel. Het gewrichtje gevormd door die contactname heet het facetgewricht. En zo hebben we dus een linker en een rechter facetgewricht. De beide wervellichamen of corpi hebben geen direct contact met elkaar maar ze zijn met elkaar verbonden via een tussenwervelschijf of een discus intervertebralis. Zo’n discus intervertebralis bestaat uit twee stukken, dat bekijken we even van boven: - Een anulus fibrosus of een fibreuze ring, hier aangeduid in het groen. - Nucleus pulposus, hier op de tweede kleine figuur ook aangeduid in het groen. Wat ons nog opvalt op de zijwaardse grote figuur is dat we hier in het midden nog een wervelgat hebben, één links en één rechts en ook dit gat heeft een naam. Namelijk het foramen intervertebrale.

Om de bouw van een thoracale wervel te bespreken moeten we eerst en vooral vaststellen dat een thoracale wervel heel erg lijkt op een lumbale wervel. Het enige dat we dus zullen doen is het verschil tussen een thoracale wervel en een lumbale wervel bespreken. Er zijn 12 thoracale wervels en elke wervel heeft links en rechts één rib dus hebben we 24 ribben. Elke rib hecht op twee plaatsen aan aan een wervel en dat is hier aan het processus transversus en ook hier ter hoogte van het corpus. Het gewrichtsoppervlak op een wervel die er is om gewricht te maken met een rib heet een fovea costalis. We kunnen het dus samenvatten en stellen dat we per thoracale wervel vier keer een fovea costalis hebben. Wanneer we een lijn trekken tussen de twee keer fovea costalis aan één zijde van een wervel dan is dit de as waarrond de rib beweegt bij het in-en uitademen. Die beweging heet de emmer hengselbeweging en meer informatie hierover vind je in het hoofdstuk van het ademhalingstelsel.

De bouw van een cervicale wervel doen we ook aan de hand van de lumbale wervels die we al besproken hebben. We bekijken de verschillen met de lumbale wervels dat zijn er nogal wat. Het zijn er vier. - De eerste cervicale wervel heeft een speciale naam en heet atlas. De atlas heeft een speciale vorm en ik wil nog eens speciaal aanduiden dat de atlas geen processus spinosus heeft en bovendien een hele rare vorm wat betreft het wervellichaam. De atlas is de wervel waarop de schedel steunt. - Ook de tweede cervicale wervel heeft een speciale naam en heet axis. De axis ziet er al een beetje meer uit als een gewone wervel maar heeft boven op zijn corpus een soort tand staan en die tand heet de dens.

 De eerste en de tweede wervel, dus de atlas en de axis samen zorgen voor de rotatie of toch een heel groot stuk van de rotatie van het hoofd. Omdat de atlas draait rond die tand of dens van de axis.

-

De laatste twee verschillen van een cervicale wervel met een lumbale wervel zijn de gesplitste processi spinosi en het voorkomen van een opening in het processus transversus en dat heet het foramen transversarium.

We zijn aangekomen aan het einde van deze miniles. Ik dank je voor jouw aandacht en wijs jou er nog eens op dat je met jouw vragen terecht kan op de discussieruimte. Bedankt....


Similar Free PDFs