Hoofdstuk 9 craniale zenuwen PDF

Title Hoofdstuk 9 craniale zenuwen
Course Bouw en functie II : orofaciaal systeem
Institution Universiteit Gent
Pages 6
File Size 85.9 KB
File Type PDF
Total Downloads 111
Total Views 134

Summary

craniale zenuwen - zezi...


Description

Hoofdstuk 9: De craniale zenuwen 9.1 Basisprincipes -

Afferente neuronen (visceraal en somatisch) × Cellichamen in het perifeer sensibel ganglion × Pseudo-unipolaire cellichamen × Deze cellichamen zijn van de eerste orde: dus geen synaps in een sensibel ganglion × Nervus vagus en glossopharyngeus  Twee ganglia  Bovenste: algemeen somatisch afferent  Onderste: algemeen en speciaal visceraal afferent × Tractus en nucleus solitarius  Alle zenuwen die algemeen en speciaal viscerale afferente informatie vervoert gaan naar de nucleus solitarius  N. intermediofacialis, glossopharyngeus en vagus × Nuclei van de trigeminus  Ontvangen alle algemeen somatische sensibele informatie van het aangezicht  N. trigeminus, intermediofacialis, glossopharyngeus en vagus × ASA-vezel  pseudo-unipolair neuron met zijn cellichaam in het perifeer sensibel ganglion (geen synaps en indien glossoph of vagus dan bovenste ganglion) en de centrale schakeling gebeurt in de nuclei nervi trigemini × SVA of AVA-vezel  Pseudo-unipolair neuron  Perifeer sensible ganglion (geen synaps)  Centrale schakeling in de nucleus solitarius  Glossoph en vagus: onderste ganglion × Uitzonderingen  Mesencephale trigeminuskern: proprioceptieve indormatie van het aangezicht wordt vervoerd door neuroen waarvan het sensibel ganglion niet perifeer maar centraal ligt  Reukzenuw, oogzenuw en gehoorszenuw (met neuronen afkomstig van embryonale placoden) hebben geen pseudo-unipolaire neuronen o Eerste orde neuronen van de reukzenuw: bipolaire neuronen (synaps met tweede orde neuronen in bulbus olfactorius) + geen ganglion betrokken in de reukverwerking o Neuronen van de oogzenuw: bipolair + geen ganglion maar wel sprake van ganglionaire cellen o Neuronen van de gehoors- en evenwichtszenuw: bipolair + wel perifere sensibele ganglia

-

Efferente neuronen × Somatische neuronen

 Geen ganglion  2 neuronenbaan: upper-motorneuron en lower-motorneuron × Viscerale neuronen  Perifeer ganglion waarin synaps wordt genomen  Cellichamen van de PS pre-ganglionaire neuronen in een van de nuclei van de algemeen visceraal efferenten  Cellichamen van de post-ganglionaire neuronen liggen in het perifeer autonoom ganglion  Multipolaire cellichamen × AVE-vezel  Schakeling in het perifeer autonoom ganglion × SVE-vezel 9.2 N. olfactorius -

SPECIAAL VISCERAAL AFFERENT Gespecialiseerde chemoreceptoren in de nasale mucosa thv bovenste derde van het neusseptum en de concha nasalis superior Axonen vormen fila olfactoria Doorheen lamina cribrosa van het os ethmoidale naar de bulbus olfactorius Derivaat van het telencephalon Geen ganglion Bipolaire neuronen

9.3 N. opticus -

SPECIAAL SOMATISCH AFFERENT Fotoreceptoren van de retina projecteren via bipolaire neuronen naar de ganglioncellen 3 synapsen in de retina Retina= onderdeel van het CZS (ontstaan uit het procencephalon) Axonen van de ganglioncellen convergeren naar de blinde vlek of de papilla, dit bouwt de n. opticus op Nervus loopt in canalis opticus de schedel binnen Chiasma opticum (ventraal van de fossa hypophysialis): kruisende vezels Tractus opticus Schakeling in het corpus geniculatum laterale Radiatio optica naar de primaire visuele cortex Connectie tussen tractus opticus en het mesencephalon: rol in pupilreflex

9.4 N. oculomotorius -

ALGEMEEN SOMATISCH EFFERENT ALGEMEEN VISCERAAL EFFERENT: parasympatisch preganglionaire vezels van de PS-kern van Edinger-Westphal Motorische kern ligt in het mesencephalon thv de colliculus superior Fissura orbitalis superior Nervus oculomotorius splitst zich:

-

-

-

-

-

× Ramus inferior  Hierin lopen de parasympatisch preganglionaire vezels van de PS-kern van Edinger-Westphal  Functie: innervatie van 2 van de 3 intrinsieke oogspieren nl. m. ciliaris (accommodatiereflex) en de m. sfincter pupillae (pupilreflex)  (3de intrinsieke oogspier: m. dilatator pupillae wordt OS bezenuwd)  Trekken naar het ganglion ciliare en van daaruit nn.ciliares breces naar die twee spieren × Ramus superior Functie: × Innervatie van alle uitwendige oogspieren behalve de m. rectus lateralis en de m. obliquus superior × Innervatie m. levator palpebrae superioris (elevatie bovenste ooglid) Volledige uitval n. oculomotorius × Ptosis ( partiële ptosis: verlamming m. tarsalis (OS bezenuwd)) × Gedilateerde (mydriase) niet op licht reagerende pupil × Paralyse van alle oogspieren behalve de m. obliquus superior en de m. rectus lateralis: oog naar onderen en buiten gekeerd × M. ciliaris-verlamming: geen accommodatie voor het dichtbij zien Accommodatiemechanisme × Lens, de zonulavezels (ophangmechanisme), het corpus ciliare en de choriodea × Dichtbij zien: contractie m. ciliaris  ontspanning van de zonulavezels  lens wordt boller + tegelijkertijd: contractie m. sfincter pupillae voor de pupilreflex Pupilreflex × Omtrek pupil varieert met factor 6  Ach vrijstelling  contractie van de sfincter + presynaptische inhibitie van norepinefrine- vrijstelling (waardoor blokkade van de dilatator contractie)  Sfincter contraheert dan relaxeert de dilatator en omgekeerd Ganglion ciliare × Ontvangt PS preganglionaire vezels × Ontvangt postganglionaire OS vezels afkomstig uit het ganglion cervicale superius en verlopend in de plexus caroticus uit C8-T2: deze sympatische vezels sturen de m. dilatator pupillae aan × Ontvangt sensibele vezels uit de nervus nasociliaris (van n. opthalmicus): gevoeligheid van het oog en rol in blinkingreflex (beide ogen sluiten bij aanraken 1 oog) × Nervi ciliares breves: sensibele en OS vezels die doorheen het ganglion lopen maar niet schakelen

9.5 N. trochlearis -

ALGEMEEN SOMATISCH EFFERENT Kern gelegen op de bodem van het mesencephalon voor het aqueductus thv de colliculi inferiores Verlaat het mesencephalon aan de dorsale zijde en kruist hierbij onmiddellijk naar de contralaterale zijde Doorheen fissura orbitalis superior na passage doorheen de sinus cavernosus

-

Functie: innervatie m. Obliquus superior (intorter en depressor) Aantasting nervus of nucleus trochlearis × Diplopie bij het omlaag kijken en tegelijkertijd naar nasaal door afwijkende stand aangetaste oog × Afwijkende oogstand (elevatie en extorsie) wordt gecorrigeerd door hoofd naar voor te buigen en te tilten naar de gezond kant × Patiënt vindt het moeilijk om de trap af te gaan

9.6 N. abducens -

-

-

ALGEMEEN SOMATISCH EFFERENT Functie: innervatie m. rectus lateralis Kern gelegen in de pons op de bodem van het vierde ventrikel Fissura orbitalis superior Aantasting van de nucleus of nervus × Geen abductie mogelijk van het oog × Horizontale diplopie bij het kijken naar de beschadigde kant × Compensatie: hoofd wegdraaien van de gezonde zijde Interneuronen vanuit de motorische abducenskern stijgen op in de contralaterale fasciculus longitudinalis medialis × M. rectus medialis wordt hierdoor bereikt × Hierdoor met beide ogen geconjugeerd opzij kijken (ene oog abductie en andere oog doet een adductie) As van de spieren = van de arcus tendineus rond canalis opticus naar de oogbol: loopt schuin Inserties van m. recti liggen anterieur van het evenaarsvlak van de oogbol Inserties van de 2 m. obliqui liggen posterieur van het evenaarsvlak van de oogbol

9.7 N. trigeminus -

Zenuw van de eerste kieuwboog ALGEMEEN SOMATISCH AFFERENT: afferente vezels schakelen in 2 kernen × Spinale trigeminuskern  Ontvangt de info van pijn, T en grove tast via axonen van pseudounipolaire neuronen, waarvan cellichaam is gelegen in het semi-lunaire ganglion  Kern gelegen in medulla oblongata en deel van medulla spinalis (overlapping met de dorsolaterale fasciculus van lissauer  Uitzondering: pijn en T van aangezicht door facialis, glossoph en vagus dus hun cellichamen zitten niet in het semilunair ganglion maar ze schakelen wel in de spinale trigeminuskern × Hoofdsensorische trigeminuskern  Ontvangt info van druk en tast van het aangezicht  Cellichamen in het ganglion semilunare  Bilateraal opstijgen × Mesencephale trigeminuskern (soms derde kern)



-

Ontvangt proprioceptieve info van de kauwspieren en de extra-oculaire spieren  Geen synaps in deze kern maar de axonen van deze kern nemen synaps in de hoofd sensorische kern van de trigeminus × Stijgende vezels van deze twee sensibele trigeminuskernen sluiten zich aan bij de lemniscus medialis en synapteren in de nucleus ventralis posteromedialis van de thalamus  Kruisen de middellijn SPECIAAL VISCERAAL EFFERENT: efferente vezels uit de motorische trigeminuskern × Kern gelegen in de pins en mediaal van de hoofdsensorische kern ban de trigeminus × Bij het verlaten van de hersenstam voert deze zenuw geen viscerale motorische neuronen mee maar later wel door uitwisseling met de n. vagus en glossopharyngeus × Functie:  Innervatie kauwspieren  Innervatie: o Voorste spierbuik m. digastricus o M. mylohyoideus o M. tensor tympani o M. tensor veli palatini × N. opthalmicus: sensibiliteit voorhoofd, ogen en neus  N. frontalis: sensibiliteit voorhoofd o N. supra-orbitalis (ramus medialis en lateralis) o N. supratrochealis: huid van de mediale ooghoek en neusrug  N. nasociliaris: neusholte en oogbol o Ramus communicans cum ganglio ciliary (geen synaps in ganglion ciliare en langs nn. Ciliares breves naar oogbol) o Nervi ciliares longi: cornea sensibel o N. ethmoidalis posterior: achterste ethmoidale cellen en sfenoïdale sinus (sensibel) o N. ethmoidalis anterior: door de lamina cribrosa naar neusslijmvlies (sensibel) en geeft de rami nasali interni o N. infratrochlearis: sensibel huid thv de mediale ooghoek  N. lacrimalis: traanklier en de huid van de laterale ooghoek (secretorische vezels worden aangevoerd door verbinding met de n. zygomaticus) × N. maxillaris: bovenkaak, slijmvlies van bovenlip, wangen, verhemelte en sinus maxillaris  N. infraorbitalis: huid van de wang o Ramus alveolaris superior anterior: bovenste premolaren o Ramus alveolarissuperior medius: bovenste hoektanden en snijtanden  N. zygomaticus o Ramus zygomaticofacialis: huid over os zygomaticum o Ramus zygomaticotemporalis: huid over voorste temporaalstreek

-

-

-

o Verbinding met n. lacrimalis: parasympatische vezels vanuit het ganglion pterygopalatinum  Nervi pterygopalatini of rami ganglionares: vanuit het ganglion pterygopalatinum vertrekken: o N. palatinus maior en nervi palatini minores: verhemelte  Rami nasales posteriores inferiores: neusslijmvlies o Rami nasales posteriores superiores: neusslijmvlies o N. nasopalatinus: ventrale zijde van het hard verhemelte o N. pharyngeus: sensible sinus sphenoidalis o Postganglionaire vezels: kliertjes voor het neusslijmvlies (glandulae nasales), kleine speekselklieren in hetverhemelte en de traanklier  Nervi alveolares superiores: rami alveolaris superiores posteriores: voor alveolen van bovenste molaren × N. mandibularis: tong, onderkaak en onderlip, een deel van de wang en het uitwendig oor  N. auriculotemporalis: sensibel voor buitenste gehoorgang en voorste oorschelp, regio temporalis, kaakgewricht; parotisklier  N. lingualis: sensibel voorste 2/3 van de tong en ontvangt ook smaakvezels en secretorische vezels van chorda tympani dus verzorgt ook de smaakprikkels van dit deel van de tong + innervatie glandula submandibularis en sublingualis  N. alveolaris inferior: alle tanden van de onderkaak + m. mylohyoideus (zijtak n. mylohyoideus)  Musculaire taken voor de vier kauwspieren: n. massetericus, nn. Temporalis profundi, n. pterygoideus medialis en n. pterygoideus lateralis + motorische innervatie van de m. tensor veli palatini en m. tensor tympani  N. buccalis: sensibel huid en slijmvlies van de wang Aantasting nervus trigeminus volledig: belemmering kauwen en spreken × Corneareflex: prikkeling van de cornea geeft contractie m. orbicularis oculi en sluiting van de ogen doordat de impulsen de motorische trigeminuskern bilateraal bereiken Beschadiging van de n. opthalmicus × Ipsilaterale uitval aanrakings-en pijnsensibiliteit in de cornea × Efferente deel van de reflexboog van de corneareflex is nog intact dus de ogen sluiten beiden bij prikkeling van de contralaterale cornea Stoornissen van de n. facialis × Corneareflex gestoord maar het corneagevoel blijft bewaard

9.8 N. intermediofacialis -...


Similar Free PDFs