Hstuk III ZC PDF

Title Hstuk III ZC
Course Kijken naar kinderen C
Institution Arteveldehogeschool
Pages 10
File Size 721.4 KB
File Type PDF
Total Downloads 31
Total Views 128

Summary

Samenvatting Hstuk III...


Description

Zorgcontinuüm 1. Het zorgcontinuüm Wat is het zorgcontinuüm? - = een opeenvolging van fasen in de organisatie van de onderwijsomgeving gaande van brede basiszorg, verhoogde zorg tot uitbreiding van de zorg. - Een continuüm is een vloeiende doorlopende lijn. Je kunt dus waar nodig naadloos overgaan naar een hoger zorgniveau. - Het zorgcontinuüm is ingebed in een zorgvisie. Werken aan een zorgvisie is een opdracht van het hele schoolteam.

1) Fase 0: Brede basiszorg •

• • •

= preventief werken Hoe beter de basiszorg, hoe minder leerlingen nood hebben aan verhoogde zorg. = kwaliteitsvol lesgeven anno 2019 Voor wie is de brede basiszorg? • Brede basiszorg voor ALLE leerlingen --> diversiteit als meerwaarde Wie biedt de brede basiszorg aan? De leerkracht (met zijn persoonlijkheid en vaardigheden) is spilfiguur! De leerkracht is eerstelijnshulp.

-

Wat houdt brede basiszorg in volgens het M-decreet? Krachtige leeromgeving aanbieden aan alle leerlingen

  

Leerlingen systematisch opvolgen Bij het opvolgen rekening houden met verschillen in onderwijsbehoeften van leerlingen De leerkracht gaat evalueren en rapporteren. Informatie bijhouden in het leerlingendossier. Breed observeren = Je verlegt het accent van observeren van tekorten, naar het opmerken van talenten (geloof in groei)  Stimuleren van de ontwikkeling van alle leerlingen. Leerkracht denkt na hoe hij alle leerlingen kan motiveren en stimuleren om verder te ontwikkelen.  Essentieel is differentiëren (= inspelen op de verschillen tussen leerlingen)

    

Actief werken aan het verminderen van risicofactoren + versterken van beschermende factoren. Door betrokkenheid van de ouders te verhogen Door overleg met en over de leerlingen Leerkracht wordt gesteund en gecoacht door het zorgteam. Samen school maken ~ cfr. Principes van Handelingsgericht werken (samenwerking, afstemming en wisselwerking). Voorbeelden van verminderen van risicofactoren en versterken van beschermende factoren

2) Fase 1: Verhoogde zorg •





Voor wie is de verhoogde zorg? Ondanks brede basiszorg (fase 0) vlot de ontwikkeling van een bepaalde leerling niet. Hij heeft nood aan verhoogde zorg. Wie biedt de verhoogde zorg aan? De leerkracht samen met de zorgleerkracht. De zorgleerkracht ondersteunt de leerkracht en de leerling. Er komt een zorgoverleg (incl. zorgleerkracht) o Wat is het probleem? o Wat heb je reeds gedaan? o Wat zijn de positieve kanten? o Wat is de onderwijsbehoefte? o Waar willen we stapsgewijs naar toe? Wat houdt verhoogde zorg in? = de school voorziet extra zorg onder de vorm van REDICODI maatregelen afgestemd op de onderwijsbehoeften van bepaalde leerlingen. •

Remediërende maatregelen



Differentiërende maatregelen



Compenserende maatregelen



Dispenserende maatregelen

Zodat de leerlingen het gemeenschappelijk curriculum kan blijven volgen.

-

Afstemmen op de behoefte van leerlingen:

o

Observeren en analyseren van onderwijsbehoeften Wat zijn de noden?

    

Een instructie die… Opdrachten, activiteiten en materialen die… Leeromgeving en werkvorm die… Klasgenoten die… Leerkracht die…

 Ouders die… o

De leerkracht handelt, na overleg met het zorgteam Welke aanpak is geschikt?

 Noden vertalen in doelen  Vergelijkbare onderwijsbehoeften clusteren o

Differentiatie + REDICODI maatregelen toepassen

 Gerichter en intensiever verder zetten van fase 0  Extra REDICO (zonder te denken aan bep. stoornis)  Ondersteuning zorgteam -

Samen school maken



Overleg met en over leerlingen via zorgoverleg o Analyse onderwijsbehoeften o Bepalen acties (REDICODI) o Evalueren acties o Voorbereiden oudergesprek



Professionele leergemeenschap

3) Fase 2: Uitbreiding van zorg •

Voor wie is de uitbreiding van zorg?



Voor de leerlingen voor wie de genomen maatregelen in de verhoogde zorg onvoldoende blijken..



Wie biedt de uitbreiding van de zorg aan? Het CLB krijgt nu een actieve rol. Zij zorgen voor een gemotiveerd verslag. Leerkracht en zorgleerkracht krijgen nu externe ondersteuning van bijvoorbeeld het ondersteuningsnetwerk of ondersteuning uit het buitengewoon onderwijs.



Wat houdt de uitbreiding van de zorg in? = De ondersteuningsinitiatieven vanuit de school uit fase 0 en 1 lopen door. = Het CLB krijgt een actieve rol en onderzoekt wat de leerling, de leraren en de ouders kunnen doen en wat zij nodig hebben (= proces van handelingsgerichte diagnostiek).

= Het CLB stelt nadien eventueel een gemotiveerd verslag op, waarin het de nood aan uitbreiding van zorg motiveert. Dan kan de school volgende ondersteuning inschakelen • het ondersteuningsnetwerk of • een school voor buitengewoon onderwijs

o o

o o o o

o o  -

-

Afstemmen op behoefte van leerlingen Verder bouwen op acties en observaties uit fase 1:  Signaleren, hulpvraag verder analyseren,… Het is niet noodzakelijk om te weten wat de leerling heeft, maar wel wat hij nodig heeft.  Wat is geschikt voor deze leerling?  Hoe kun je differentiatiemaatregelen aanpassen voor deze leerling? Door REDICODI-maatregelen kan het kind het getuigschrift BaO halen. Samen school maken Overleg met en over de leerlingen Multi-Disciplinair Overleg (MDO)  Individueel HandelingsPlan (IHP) Aanpak en afstemming tussen lkr, zorgteam, CLB, PB + evt. externen: via IHP  Wat weten we over de lln?  Wat heeft de lln nodig?  Wat willen en kunnen we met die lln bereiken?  Welke ondersteuningsbehoeften hebben de lkr/ouders? Professionele leergemeenschap: BuO, CLB, Pedagogisch begeleiders, begeleider van ondersteuningsnetwerk Doorstroming en oriëntering

Centrum voor leerlingenbegeleiding (CLB) Is een teamlid van het MDO Belang van multidisciplinariteit in de leerlingenbegeleiding in fase 2 ‘uitbreiding van zorg’ Vier begeleidingsdomeinen: o Leren en studeren o Onderwijsloopbaan o Psychisch en sociaal functioneren o Preventieve gezondheidszorg Een goede CLB-werking heeft… Een goede…

o o o o o o o

communicatie en samenwerking met ouders en leerlingen samenwerking tussen scholen, CLB’s en pedagogische begeleidingsdiensten samenwerking met buitenschoolse hulpverlening: draaischijffunctie verhouding vraag en aanbod verhouding preventieve en curatieve werking heeft aandacht voor specifieke doelgroepen deontologie en privacy

4) Fase 3: Individueel aangepast curriculum (IAC) •



Fase 0-2: gemeenschappelijk curriculum (GC) Fase 3: IAC Voor wie wordt er een individueel aangepast curriculum opgesteld? Als de fases 0 tot en met 2 zijn doorlopen en als het volgen van het gemeenschappelijk curriculum met redelijke aanpassingen niet haalbaar blijkt, kan het CLB een verslag opstellen voor toegang tot buitengewoon onderwijs of voor een individueel aangepast curriculum in het gewoon onderwijs. Wie biedt het individueel aangepast curriculum aan? Het CLB stelt een verslag op voor toegang tot buitengewoon onderwijs of voor een IAC in gewoon onderwijs. De fase van het IAC kan zowel in het gewoon als in het buitengewoon onderwijs vorm krijgen. Een leerling met een verslag kan een IAC volgen in een school voor gewoon onderwijs of kan zich inschrijven in een school voor buitengewoon onderwijs. Dat is afhankelijk van de keuze van de ouders en de leerling en de redelijke aanpassingen die mogelijk zijn in een gewone school.



Wat houdt een individueel aangepast curriculum in? = leerdoelen op maat van de leerling = de leerling hoeft de doelen van het gemeenschappelijk curriculum niet te halen.

= wel groei en ontwikkeling van de lln stimuleren én lln blijft betrokken in het dagelijkse klasgebeuren. = Lln. krijgt een getuigschrift basisonderwijs als de leerdoelen van het IAC als gelijkwaardig worden beschouwd met die van het gewoon lager onderwijs. Geen getuigschrift? Motivering + vermelding soort en gevolgde schooljaren  1B van het secundair onderwijs Geen 'getuigschrift van bereikte doelen'. • •



 -

-

Het CLB onderzoekt de mogelijkheden, samen met de ouders, de leerling en de school. Als de leerling een IAC in een school voor gewoon onderwijs volgt, kan de school ondersteuning inschakelen vanuit het ondersteuningsnetwerk of vanuit een school voor buitengewoon onderwijs. De geboden ondersteuning kan, naargelang de ondersteuningsvraag: • leerkracht, • team of • leerlinggericht zijn.

Het belang van de klassenraad Bepaalt in hoeverre het curriculum kan of mag aangepast worden Beslist over doorstroom Beslist over uitstroom: toekenning getuigschrift o Getuigschrift basisonderwijs  A-stroom SO o Geen getuigschrift basisonderwijs  B-stroom SO  Belang van BaSO-fiche (CLB) met o.a. CODI-maatregelen  In de B-stroom kunnen ze eventueel nog getuigenschrift basisonderwijs halen. De Baso-fiche is een gegevensdocument dat kan helpen om de overgang naar het secundair onderwijs vlotter te laten verlopen. Op deze fiche vind je allerlei informatie zoals gegevens van de leerling, de school en contactpersonen. De leerling, leerkrachten en ouders vullen een blad in met info over de leerling: sterke punten, schoolse resultaten, schoolloopbaan, externe zorg, gewenste studierichting,...

2. De beslissingsboom bij het zorgcontinuüm (NK) 3. Het zorgcontinuüm in de praktijk   

In welke fase situeren we de ondersteuning van de zorgleerkracht? In welke fase situeren we de ondersteuning van een ondersteuningsnetwerk? Wat is hun taak precies in het zorgcontinuüm?  Gastcollege

4. Toepassingen bij het zorgcontinuüm Casus op Canvas met vragen

5. De brede school Een Brede School is een a. samenwerkingsverband tussen verschillende sectoren die samen werken b. aan een brede leer- en leefomgeving in de vrije tijd én op school, c. met als doel maximale ontwikkelingskansen d. voor alle kinderen en jongeren.

1) 3 invalshoeken van de brede school Werken aan een brede leer- en leefomgeving betekent aandacht hebben voor alle drie de invalshoeken: a. verbreden, b. versterken én c. breed leren.  3 manieren om een brede leer- en leefomgeving te stimuleren a. Verbreden: Verbreden betekent kinderen & jongeren meer kansen bieden om een brede waaier aan ervaringen op te doen en zich veelzijdig te ontwikkelen. Soms lijkt er in de omgeving weinig te beleven (al of niet in de ogen van kinderen en jongeren), sluit het bestaande aanbod onvoldoende aan bij hun interesses, is dat aanbod niet toegankelijk genoeg voor hen, … Dan is het ‘verbreden van de leer- en leefomgevingen aan de orde. Het accent ligt op het aanbieden van nieuwe contexten, het verbreden en verrijken van de waaier aan omgevingen waarin kinderen en jongeren zich bewegen. Dit gebeurt in de praktijk van veel Brede Scholen voornamelijk in de vrije tijd en is veelal gericht op het verhogen van de participatie van kinderen en jongeren. Verbreden van de leer- en leefomgeving gaat dus om het verruimen van het aanbod en het toegankelijker maken. b. Versterken Versterken van de leer- en leefomgeving gaat om het wegwerken van hindernissen die het voor kinderen en jongeren moeilijk maken om ervaringen op te doen, en het ondersteunen van (anderen in) de omgeving van de kinderen en jongeren. (=werken aan randvoorwaarden: preventief, drempels weg, steun)

De stap naar deelname aan activiteiten is soms nogal groot. Moeilijke levensomstandigheden, een slechte gezondheid, onveiligheid op straat, … zorgen voor hindernissen die het voor kinderen en jongeren moeilijk maken om ervaringen op te doen. Door samenwerking vanuit verschillende organisaties kan een Brede School inspelen op deze vaak complexe barrières. Het werken aan randvoorwaarden staan hier op de voorgrond: preventief werk, maar ook het wegwerken van drempels en bieden van steun. In de praktijk van veel Brede Scholen gebeurt dit vaak via het versterken en ondersteunen van ouders, buurtbewoners en partners van de Brede School. c. Breed leren Breed leren stimuleren binnen diverse leer- en leefomgevingen; kinderen en jongeren competenties laten verwerven in onderlinge samenhang en binnen een concrete maatschappelijke context. Dit biedt kansen tot het verbinden van binnen- en buitenschools leren. Breed leren betekent het leren van competenties in onderlinge samenhang en binnen een concrete maatschappelijke context (Van Oenen e.a., 2004 ). Kinderen en jongeren kunnen zo competenties oefenen in een min of meer levensechte context, ontmoeten er andere mensen, invalshoeken, activiteiten, beroepen, … Breed leren gebeurt in de vrije tijd, maar ook vaak tijdens de schooluren: het curriculum van de school wordt zo verbonden aan een levensechte context buiten de school. d. En-En-En ... Brede School is een én-én-én verhaal. Werken aan een brede leer- en leefomgeving betekent aandacht hebben voor alle drie de invalshoeken: verbreden, versterken én breed leren. De intersectorale samenwerking binnen Brede School maakt het mogelijk om op verschillende terreinen tegelijk te werken. Deze samenwerking en afstemming verhogen de kansen op succes want de activiteiten versterken elkaar immers. Figuur vat dit samen.

2) Praktijkvoorbeelden Voorbeeld Brede school in Kuurne

a. Met ‘Brede Scholen Plus’ zetten ze in op het aanbieden van een breed aanbod aan kansen waarbij kinderen kunnen kennismaken met een rijkdom aan activiteiten. b. Op die manier kunnen ze hun talenten ontdekken en ontwikkelen. De school is een leeromgeving maar ook na 16 u kunnen de kinderen er ‘leren en ontwikkelen’. c. Zowat 10 procent van de kinderen in Kuurne leeft in een kansarm gezin, wat een rem op hun ontwikkeling en leren kan betekenen. d. Bram Deloof, OCMW-voorzitter: “Om de ontwikkeling en het leren van deze kinderen te vergroten, willen we acties ondernemen om de betrokkenheid van de ouders op het schoolgebeuren te vergroten. We maken ook werk van een betere kennis van het Nederlands, een bepalende factor voor succes in de verdere schoolloopbaan. Hiervoor organiseren het gemeentebestuur, het Sociaal Huis en andere organisaties drempelverlagende activiteiten om ouders vlotter te bereiken en een vertrouwensrelatie op te bouwen.” e. Johan Bossuyt, schepen van onderwijs: “Met ‘Proeven van vrijetijd’ voorzien we een breed en rijk aanbod aan activiteiten waarbij kinderen hun talenten kunnen ontdekken en ontwikkelen. Dit gebeurt naschools in de vertrouwde schoolomgeving van de kinderen. In samenwerking met verschillende partners zullen de kinderen kunnen kennismaken met kinderen jeugdboeken, met muziek, sport, techniek, met wetenschap, dans … ‘Proeven van vrije tijd’ moet hen uitdagen om zichzelf nog meer te ontdekken en te ontplooien. Succeservaringen helpen hen open te bloeien. Een concreet voorbeeld hiervan is de samenwerking met de bib. In elke school zullen voorleesmomenten worden georganiseerd gedurende een zekere periode.” f. PARTNERS: Gemeente Kuurne – Sociaal Huis Kuurne, GO! De Boomgaard – VBS St.-Michiel - VBS St.-Pieter – Vrije Kleuterschool, Gemeentelijke Centrumschool – Gemeenteschool Pienter – Gemeenteschool Wijzer, VCLB Groeninge, CLB Mandel en Leie, Logo Leieland, Vzw BIK...


Similar Free PDFs