Klad bijvoeglijk naamwoord en oplossingen oefeningen PDF

Preview

Summary

Samenvatting...

Description

Een bijvoeglijk naamwoord is een woordsoort dat iets zegt over de eigenschap, het kenmerk of de toestand van een zelfstandig naamwoord. Het voegt met andere woorden extra informatie toe aan het zelfstandig naamwoord. Bijvoorbeeld: de gele bal, het gebroken been, de mooie vis, de koude sneeuw, de giftige slang LET OP! : het bijvoeglijk naamwoord staat niet altijd voor zelfstandig naamwoord. Bijvoorbeeld: De bril is stuk

Het bijvoeglijk naamwoord (bn) Predicatief

Attributief

Je herkent dit bijvoeglijk naamwoord doordat het NA het zelfstandig naamwoord wordt geplaatst.

Je herkent dit bijvoeglijk naamwoord doordat het VOOR het zelfstandig naamwoord wordt geplaatst.

Algemene regel: deze wordt niet verbogen.

Algemene regel: het BN + e

bv.: Mijn vader is heel intelligent. De auto van Amber is lelijk. Dit meisje is mooi. Mijn huis is groot.

bv.: Ik heb een intelligente vader. Amber heeft een lelijke auto. Heb je dit leuke meisje al gezien? Koop je het witte T-shirt of de groene jurk?

Tweede regel: Er komt GEEN “-e” wanneer:

-

het BN “geen”, “een”, “elk”, “ieder” is. bv.: Ieder groot huis heeft een tuin.

-

het zelfstandig naamwoord “een” als lidwoord heeft én het een “het”-woord is. bv.: het mooie huis -> een mooi huis.

Uitzonderingen 1.

2.

Het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord wordt verbogen bv.: een gouden ring, die houten tafel, zijn katoenen sjaal, een betonnen muur

met

“Het”-woorden in versteende uitdrukkingen worden NIET bv.: het bijvoeglijk naamwoord, het dagelijks leven, het Europees Parlement, onderwijs, het vrouwelijk geslacht, het mondeling examen, het Centraal Station,…

3. Soms komen beide vormen voor. Dan is er een bv.: - een groot politicus: een belangrijk iemand. - MAAR een grote politicus: iemand die groot is (lengte). bv.: - een oud-burgemeester: iemand die vroeger burgemeester is geweest. - MAAR een oude burgemeester: iemand die oud is (leeftijd).

verschil

in

“-en”.

verbogen. het lager betekenis

de – woord: het – woord: Het bn met of zonder -e?

meervoud: de – woord: een het – woord:

de – woord: het – woord: Het bn met of zonder -e?

meervoud: de –

woord: een het – woord:

Er is een speciale soort van het bijvoeglijk naamwoord, namelijk : “het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord”. Het geeft aan van welk materiaal iets gemaakt is. Bijvoorbeeld: het houten hek

De trappen van vergelijking worden gebruikt om twee of meerdere zelfstandige naamwoorden met elkaar te vergelijken. De drie trappen zijn: -

De stellende trap (positief) mooi, lief, blond. De vergrotende trap (comparatief): mooier, liever, blonder. De overtreffende trap (superlatief): mooist, liefst, blondst.

Enkele onregelmatige trappen van vergelijking: -

goed – beter – best graag – liever – liefst veel – meer – meest weinig – minder – minst kwaad (erg) – erger – ergst kwaad (boos) – kwader – kwaadst

Als de overtreffende trap moeilijk uitspreekbaar zou zijn, wordt het woord “meest” voor het bijvoeglijk naamwoord geplaatst. -

Logisch – logischer – meest logisch Enthousiast – enthousiaster – meest enthousiast

https://onzetaal.nl/taaladvies/trappen-van-vergelijking NOG WEL WAT AANVULLEN

Verbetering oefening Nieuw : De …………………………………. bril.

(de bril: de-woord: + e)

2. Het lege glas.

(het glas: het-woord: + e)

3. De nieuwe kleren.

(de kleren: meervoud: + e)

4. Een oude stoel.

(de stoel: een met de-woord: + e)

5. Een rood T-shirt. + /)

(het T-shirt: een met het-woord:

bruin stokoud zacht diepe eng vies slecht dun Hans & Grietje En uit de bruine voordeur kwam een stokoude vrouw tevoorschijn. "Kom maar binnen," zei ze," dan krijgen jullie melk en pannenkoeken." Hans en Grietje aten en dronken zoveel ze konden. Daarna werden ze in een zacht bed gelegd. Ze vielen meteen in een diepe slaap. Maar de enge vrouw was een heks. Ze stopte Hans nog voor hij wakker werd in een vies hok met een traliedeur ervoor. Ze deed de deur op slot. Daarna maakte ze Grietje wakker. Grietje moest heel hard werken voor de heks en kreeg haast niets te eten. Hans kreeg juist wel veel. De heks wilde hem vetmesten en braden. Ze had slechte ogen en daarom zei ze elke dag tegen Hans: "Steek eens een vinger door de tralies. Dan kan ik voelen hoe vet je al bent." Maar dan stak Hans een dun stokje door de tralies....