Oefeningen gezinsbijslag en jaarlijkse vakantie PDF

Title Oefeningen gezinsbijslag en jaarlijkse vakantie
Course Sociale zekerheidsrecht
Institution Hogeschool Vives
Pages 8
File Size 138 KB
File Type PDF
Total Downloads 83
Total Views 127

Summary

oefeningen gezinsbijslag en jaarlijkse vakantie...


Description

Paula Tulin 2 Ba Sw

Oefeningen gezinsbijslag Oefening 1 Een vader en moeder zijn gescheiden en hebben 3 kinderen. Er is geen co-ouderschap ( exclusief ouderlijk gezag t.v.v. de moeder ). De kinderen wonen bij de alleenstaande moeder. Wie is rechthebbende en wie is bijslagtrekkende? De moeder is zowel rechthebbende als bijslagtrekkende want het is geen traditioneel gezin en de moeder voedt de kinderen op. Dezelfde situatie maar de vader is invalide en de moeder heeft een inkomen van € 2100 per maand. De moeder is normaal rechthebbende en bijslagtrekkende maar in dit geval maak je beter de vader rechthebbende omdat hij recht geeft op een hogere verhoogde kinderbijslag. De moeder blijft bijslagtrekkende. Dezelfde situatie als b maar de moeder woont bij haar nieuwe vriend? De moeder blijft rechthebbende en bijslagtrekkende aangezien de toeslag door de invaliditeit van de vader vervalt doordat de moeder samenwoont met nieuwe partner.

Oefening 2 Een gezin met 4 kinderen: 1 kind van 16 jaar dat nog naar school gaat maar dat in de maanden januari, februari, maart 290 uren gewerkt heeft, 1 kind van 19 jaar dat nog naar school gaat maar in de maanden januari, februari, maart ook 290 uren gewerkt heeft, 1 kind van 20 jaar dat nog studeert en dat in de maanden januari, februari, maart 180 uren gewerkt heeft en 1 kind van 26 jaar dat nog studeert en niet werkt. Welke kinderen geven recht op kinderbijslag? 1. 2. 3. 4.

Het kind van 16 jaar wel want tot 31/8 van het jaar waarin je 18 wordt, altijd Het kind van 19 jaar niet(voor het 1e kwartaal) want in het 1e kwartaal meer dan 240 u. gewerkt Het kind van 20 jaar wel want voltijds student en in het 1e kwartaal minder dan 240 u. gewerkt Het kind van 26 jaar niet want vanaf 25 jaar gedaan.

Oefening 3 Een gezin met 4 kinderen: 1 kind van 17 jaar dat zijn 6e middelbaar gedaan heeft en niet verder zal studeren maar in de maanden juli en augustus 280 u. gewerkt heeft; 1 kind van 19 jaar dat in haar 2 e jaar sociaal werk zit en nu naar haar 3e jaar zal gaan en in de maanden juli, augustus, september 280 u. gewerkt heeft; 1 kind van 20 jaar dat in juni afgestudeerd is en werk zoekt en in de maanden juli, augustus, september 280 u. gewerkt heeft en 1 kind van 21 jaar dat in juni klaar is met haar 3e jaar sociaal werk maar

Paula Tulin 2 Ba Sw volgend jaar nog een extra jaar doet voor de afwerking van haar bachelorproef en in de maanden juli, augustus en september 280 u. gewerkt heeft. Welke kinderen geven recht op kinderbijslag? 1. Kind van 17 jaar wel want tot 31/8 van het jaar waarin je 18 jaar wordt, altijd 2. Kind van 19 jaar wel want het zal verder studeren dus mag je in het 3e kwartaal onbeperkt werken 3. Kind van 20 jaar niet want het zal niet verder studeren dus mag je in het 3 e kwartaal maar max. 240 u. werken 4. Kind van 21 jaar wel want het zal een extra jaar doen voor haar bachelorproef (= verder studeren) dus mag je in het 3e kwartaal onbeperkt werken

Oefening 4

1.Een gezin met drie kinderen: 1 van 5 jaar, 1 van 16 jaar en 1 van 20 jaar.

2.Dat kind van 20 jaar begint te werken en verliest zijn kinderbijslag.

Op hoeveel kinderbijslag geven die kinderen recht?

Op hoeveel kinderbijslag geven de resterende kinderen nu nog recht?

Kind van 20: 93,93+28,72=122,65

Als het kind van 20 jaar wegvalt:

Kind van 16: 173,80+49,86=223,66

Kind van 16: 93,93+24,92=118,85

Kind van 5: 259,49

Kind van 5: 173,80

Totaal: € 605,80

Totaal: €292,65

Oefening 5 Extra oefening op berekening Een vader en moeder zijn gescheiden en hebben 3 kinderen: 4 jaar, 13 jaar en 18 jaar. Ze geven alle drie nog recht op kinderbijslag. Hoeveel kinderbijslag krijgt de bijslagtrekkende voor haar 3 kinderen? (bijslagtrekkende is éénouder en verdient €2 400 per maand ) Kind 18 jaar:93,93+47,81+63,40=205,14 let op! 63,40 want bij verhoging oudste kind bij andere Kind 13 jaar:173,80+29,64+49,86=253,30 Kind 4 jaar:259,49+23,90=283,39 Totaal: €741,83 b) Stel dat de rechthebbende mindervalide zo zijn, wat zou dan het verschil zijn met de kinderbijslag? Het verschil met vraag a) zit bij de kinderbijslag van het oudste kind:

Paula Tulin 2 Ba Sw 93,93 + 102,88 +63,40=260,21  Totaal: € 796,90 De rest blijft hetzelfde.

Oefening 6 Een gezin waarvan de moeder meer dan 6 maand werkloos is en dat samen € 2500 per maand verdient ( € 30 000 per jaar ) heeft nu 2 kinderen: 5 en 7 jaar en zal vanaf februari een nieuw kindje krijgen. Hoeveel kinderbijslag zullen die ouders ontvangen voor hun 3 kinderen vanaf 2019? Kinderbijslag 7 jaar: 93,93 + 47,81 +32,63 =174,37 5 jaar: 173,80 +29,64 =203,44 Nieuw kind: 163,20+ 81,60 =244,80 Welke andere bedragen gezinsbijslag zullen ze nog ontvangen voor hun 3 kinderen in 2019? Overige gezinsbijslagen Startbedrag nieuw kind: € 1222. Schoolbonus ( augustus ): 20 + 35+35 = € 90 Eventuele schooltoeslag vanaf september 2019 voor de kinderen van 5 en 7 jaar. ( Misschien ook nog kinderopvangtoeslag voor nieuw kind )

Paula Tulin 2 Ba Sw

Oefeningen Jaarlijkse vakantie Vakantieduur bij arbeiders oefeningen 1. Arbeider 216 dagen gewerkt vorig jaar, vijf dagen per week, halftijds ( in een 38-urenweek ) Formule:

A*5/B*Q/S

Berekening:

216 x 5 / 5 x 19 / 38 = 108

Dus zie tabel:

9 dagen vakantie

2. Arbeider 120 dagen gewerkt vorig jaar, vier dagen op vijf, 27 uur ( in een 38-urenweek) Formule:

Ax5/BxQ/S

Berekening:

120 x 5 /4 x 27 / 38 = 107

Dus zie tabel:

9 dagen vakantie

3. Arbeider 130 dagen gewerkt vorig jaar, vijf dagen per week, voltijds ( in een 38-urenweek) Formule:

Ax5/BxQ/S

Berekening:

130 x 5 /5 x 38 /38

Dus zie tabel:

10 dagen

Legende: A= gewerkte/ gelijkgestelde dagen B= aantal werkdagen/week Q= aantal werkuren/week S= aantal werkuren per week voor voltijds werk

Paula Tulin 2 Ba Sw

Vakantiegeld bij bedienden oefeningen Oefening 1 Gegeven: Bediende vorig jaar 8 maanden gewerkt, bruto maandloon van € 2 422, 16 dagen vakantie 14 ) aantal gewerkte Formule: / 12 x 92% van BRUTO- maandloon maanden in vakantiedienstjaar

Berekening: Enkel 

loon voor die 16 dagen

Dubbel 

8 / 12 x 92 % van 2422 =8 / 12 x (2422 x 92/100) =0,6666 x 2228,24 =1485,49 EUR

Oefening 2 Gegeven: Bediende vorig jaar 3 maanden gewerkt, bruto maandloon van € 1 932 Hoeveel vakantiedagen heeft zij? Hoeveel enkel en dubbel vakantiegeld krijgt zij? Formule:

aantal gewerkte maanden in vakantiedienstjaar

/12

x 92% van BRUTO- maandloon

Berekening: Vakantiedagen

3 maanden gewerkt→ 6 dagen vakantie ( 5 )

Enkel 

loon dat doorbetaald wordt

Dubbel 

3 / 12 x 92% van 1932,00 =3/12 x (1932,00 x 92 / 100) = 0.25 x (1777,44) = 444,36 EUR

Paula Tulin 2 Ba Sw

Vakantiegeld arbeiders oefeningen Oefening 1 Gegeven: Arbeider heeft vorig jaar 10 maanden gewerkt ( 202 dagen, voltijds, 5 dagen in vijfdagenweek ) en verdiende € 25 000 bruto voor die maanden

Arbeider heeft recht op 17 dagen vakantie Vakantiegeld: Formule: 15,38 van 108% x verdiende brutoloon Stap 1: 15,38% van 108% ? 15,38/100= 0.1538 =0.1538 x 108 / 100 = 0.166104 =0.166104 x 25000 = 4152,60 (=15,38 % van 108 % van 25 000 = 4 152,60)

Aanvullende vakantie bediende oefeningen Oefening 1 Gegeven: Bediende werkt vanaf 1/1/2018, maandloon van € 2 250 Geen recht op gewone vakantie wel 24 dagen ( 20 ) aanvullende vakantie → gewoon maandloon: € 2 250 betaald door WG

Volgend jaar recht op 24 dagen gewone vakantie(20 ) →enkel: gewoon maandloon →dubbel: 92 % van 2250= 2070 Die € 2070 wordt niet uitbetaald, zelfs nog € 180 tekort die in 2020 afgaat van bedrag dubbel vakantiegeld.

Jeugdvakantie Oefening 1 Een studente maatschappelijk werk van 23 jaar is vorig jaar ( 2017 ) afgestudeerd en heeft vorig jaar 3 maanden gewerkt als bediende ( in 5dagenweek ). Zij verdient een maandloon van € 1 920.

Paula Tulin 2 Ba Sw Op hoeveel vakantiedagen heeft ze recht in 2018 en hoeveel verdient ze gedurende die vakantie en door wie wordt ze betaald?

Zelfde oefening maar nu is de studente niet in 2017 afgestudeerd maar wel in 2016. Ze heeft normaal recht op 20 dagen jeugdvakantie maar ze heeft ook recht op 5 dagen gewone vakantie dus 20-5= 15 dagen jeugdvakantie. Voor die gewone vakantie krijgt ze enkel en dubbel vakantiegeld betaald door de werkgever Enkel: het loon gedurende die 5 dagen

Dubbel: 3/12 x 92 % van 1 920 =441,60

Voor die 15 dagen jeugdvakantie krijgt ze 65 % van haar loon door de RVA Oefening 2 Iemand begint op 1 februari 2018 te werken als bediende. Hij heeft nog niet gewerkt in 2017. Op hoeveel vakantie heeft die persoon recht in 2018 en op hoeveel vakantie in 2019? Werk deze oefening zowel uit voor de mogelijkheid van aanvullende vakantie maar ook voor de mogelijkheid van jeugdvakantie. Die persoon is nu 24 jaar en is in januari 2018 afgestudeerd. De persoon heeft vanaf 24/4 recht op 6 dagen aanvullende vakantie ( 5 ), daarna krijgt hij per maand in 2018 nog 2 dagen extra, in totaal krijgt hij dus in 2018 22 dagen aanvullende vakantie, in een vijfdagenweek zijn dat er 19. Hij heeft in 2018 geen recht op gewone vakantie omdat hij niet gewerkt heeft in 2017. Voor die aanvullende vakantie krijgt die persoon zijn gewoon loon uitbetaald, betaald door de WG. In 2019 heeft die persoon recht op 22 dagen gewone vakantie ( of 19 dagen in een 5-dagenweek ). Hij werkt dat jaar 12 maanden dus bouwt hij dat jaar 24 dagen aanvullende vakantiedagen ( of 20 dagen in een 5-dagenweek ) op. 22 ( 19 )daarvan worden ingenomen door de gewone vakantie dus heeft hij dat jaar nog 2 ( 1 ) extra aanvullende vakantiedagen. Voor die gewone vakantie krijgt hij enkel en dubbel vakantiegeld betaald door de werkgever. Enkel: zijn loon dat wordt doorbetaald. Dubbel: 11/12 x 92 % van zijn brutomaandloon Van dit dubbel vakantiegeld wordt wel zijn aanvullend vakantiegeld van vorig jaar afgetrokken. Voor het aanvullend vakantiegeld in 2019 krijgt hij opnieuw gewoon zijn loon doorbetaald ( dat wordt dan afgetrokken van het dubbel vakantiegeld in 2020 ). Stel dat die persoon nu jeugdvakantie zou nemen ( hij moet kiezen tussen jeugd- of aanvullende vakantie, als hij kiest voor aanvullende vakantie heeft hij geen recht meer op jeugdvakantie ) In 2018 heeft die persoon geen recht op jeugdvakantie want geen maand gewerkt in 2017. Als de voorwaarden vervuld zijn heeft hij in 2019 recht op jeugdvakantie ( minder dan 25 jaar in 2018, afgestudeerd in 2018 ) In 2019 recht op 22 ( 19 ) dagen gewone vakantie + 2 ( 1 ) dagen jeugdvakantie ( betaald aan 65 % door de RVA) Voor zijn gewone vakantie krijgt hij enkel en dubbel vakantiegeld betaald door de werkgever.

Paula Tulin 2 Ba Sw...


Similar Free PDFs