Oef Rubrieken vd JR PDF

Preview

Summary

Oefening rubrieken van de jaarrekening...

Description

Oef: Rubrieken van de Jaarrekening

Waar in de JR vind je volgende elementen terug? Vermeld eerst: A(ctief), P(assief) of RR (resultatenrekening) en vervolgens de juiste rubriek en eventueel subrubriek(en), vertrekkend van het volledige schema!

a) Elektriciteit: Resultatenrekening  Bedrijfskosten  Diensten en diverse goederen b) Loonkost arbeider: Resultatenrekening  Bedrijfskosten  Bezoldigingen, sociale lasten, pensioen c) Bestelwagen: Actief  Materiële vaste activa  Meubilair en rollend materieel

d) Intrest op investeringslening: Resultatenrekening  Financiële kosten  Recurrente financiële kosten  Kosten van schulden e) Tegoeden op klanten: Actief  Vlottende activa  Vorderingen op meer op ten hoogste één jaar  Handelsvorderingen f) Verkeersbelasting: Resultatenrekening  bedrijfskosten  andere bedrijfskosten g) Slijtagekosten bestelwagen: Resultatenrekening  Bedrijfskosten  Afschrijvingen op materiële vaste activa h) Schuld aan de BTW administratie: Passief  Schulden  schulden op ten hoogste één jaar  schulden mbt tot belastingen, bezoldigingen en sociale lasten  belastingen i) Brandschade aan voorraad: Resultatenrekening  Bedrijfskosten  Nietrecurrente bedrijfskosten j) Kantoormeubilair: Actief  Vaste activa  Meubilair en rollend materieel k) Betaalde huurwaarborg winkelpand: Actief  Vaste activa  financiële vaste activa  andere financiële vaste activa  Vorderingen en borgtochten in contanten l) Intrest op spaarboekje: Resultatenrekening  Financiële opbrengsten  Recurrente financiële opbrengsten  opbrengsten uit vlottende activa

m) Betaalde huur: Resultatenrekening  bedrijfskosten  Diensten en diverse goederen n) Vordering op de BTW-administratie: Actief  Vlottende activa  vorderingen op ten hoogste één jaar  overige vorderingen o) Betaalde Goodwill bij overname: Actief  Vaste activa  Immaterieel vaste activa p) Nog te betalen loon aan werknemer: Passief  schulden  schulden op ten hoogste 1 jaar  schulden met betrekking op belastingen, bezoldigingen, sociale lasten  Bezoldigingen en sociale lasten q) Winkelinrichting: Actief  Vaste activa  materiële vaste activa  installaties, machines en uitrusting of overige materiële vaste activa r) Bankrekening met DS (dus: positief saldo): Actief  Vlottende activa  liquide middelen s) Bankrekening met CS (dus: met negatief saldo): Passief  Schulden  schulden op ten hoogste 1 jaar  Financiële schulden  Kredietinstellingen t) Overgedragen winst: Passief  Eigen vermogen  overgedragen winst (verlies) u) Reclame: Resultatenrekening  Bedrijfskosten  Diensten en diverse goederen v) Spaarboekje: Actief  Vlottende activa  Geldbeleggingen  overige beleggingen w) Personenwagen in leasing: Actief  Vaste activa  Materiële vaste activa Leasing en soortgelijke rechten x) Lening bij de bank op 5 jaar: Passief  Schulden  schulden op meer dan één jaar  Kredietinstellingen y) Winst bij de verkoop van stuk grond: Resultatenrekening  Bedrijfsopbrengsten  Niet-recurrente Bedrijfsopbrengsten z) Financiële korting ontvangen van leverancier: Resultatenrekening  Financiële opbrengsten  ander financiële opbrengsten aa)Leasingschuld: Passief  Schulden  Schulden op meer dan één jaar  financiële schulden  leasingschulden en soortgelijke schulden...