Overzicht instrumenten PDF

Title Overzicht instrumenten
Author Lothar van Emmerick
Course Psychodiagnostiek 3
Institution Thomas More
Pages 12
File Size 275.3 KB
File Type PDF
Total Downloads 111
Total Views 150

Summary

Download Overzicht instrumenten PDF


Description

Overzicht instrumenten SCL-90-R (Symptom Checklist-90 Revised) Bredebandscreeningsinstrument Schalen: Angst (ANG)

Angst meet verhoogde arousal, algemene symptomen zoals zenuwachtigheid, spanning, alsook specifieke zoals paniekaanvallen en rusteloosheid. Als cognitieve componenten: onheilsgevoelens en angstige gedachten en voorstellingen. Aanduiding voor gegeneraliseerde angst Agorafobie meet een disproportionele reactie van vrees in open Agorafobie ruimten, in openbare gelegenheden en bepaalde plaatsen, waarbij (AGO) de persoon zich zwak voelt, bang is niet op een vertrouwde ander te kunnen steunen, of bang is de beheersing over zijn aanwezigheid te verliezen Depressie meet neerslachtige stemming, onvermogen te genieten, Depressieve verlaagde zelfwaardering, gedachten van schuld, hulpeloosheid, klachten (DEP) dood en zelfmoord. Ook lichamelijke symptomen zoals verlies van eetlust, gebrek aan energie en vermindering van seksuele interesse Somatische klachten meet somatisering: klachten die vaak Somatische klachten (SOM) samenhangen met psychogene of stressgerelateerde problemen Insuffici)ntie van Insufficiëntie meet insufficiëntie van denken en handelen: denken en gedachten, impulsen en problemen bij het uitvoeren van dwanghandelingen. Vooral problemen in het cognitief handelen (IN) functioneren staan centraal Interpersoonlijk Sensitiviteit meet wantrouwen (en paranoïde ideeën) en e sensitiviteit interpersoonlijke sensitiviteit. De onvrede kan zowel naar buiten worden geprojecteerd (vijandige houding) als een gevoel van (SEN) persoonlijke inadequatie en inefficiëntie in het contact met anderen Hostiliteit (HOS) Hostiliteit meet gedachten, gevoelens of gedragingen die Slaapproblemen (SLA)

kenmerkend zijn voor de negatieve gemoedstoestand van woede Slaapproblemen meet moeilijkheid om in slaap te vallen, te vroeg wakker worden en een onrustige of gestoorde slaap

BSI (Brief Symptom Inventory) Bredebandscreeningsinstrument, verkorte versie van SCL-90-R Schalen: Somatische klachten

Cognitieve problemen Interpersoonlijke gevoeligheid Depressieve stemming Angst

Lichamelijke symptomen zoals die kunnen optreden bij somatische aandoeningen, maar ook de lichamelijke verschijnselen die optreden wanneer men erg angstig is. Hoge score kan duiden op een somatoforme stoornis (somatische oorzaak van de problemen moet dan uitgesloten zijn) of paniekstoornis Klachten die typisch horen bij de obsessief-compulsieve stoornis + algemene verstoringen in het cognitieve domein (geheugen, concentratie, …) Symptomen die typerend zijn voor personen met sociale angst. Hoge score kan duiden op een sociale fobie Verschillende symptomen van depressie. Hoge score kan duiden op een stemmingsstoornis Symptomen van paniekstoornis en gegeneraliseerde angststoornis. Gaat dus om angst die kenmerkend is voor niet-

Hostiliteit Fobische angst

fobische angststoornissen Symptomen die duiden op boosheid of vijandigheid Gevoelens en gedragingen vanwege angst voor bepaalde

Paranoïde

situaties Gevoelens die opkomen bij personen met overmatige

gedachten

achterdocht, vijandigheid en grootheidswaan. Een hoge score kan wijzen op een persoonlijkheidsstoornis (maar aanvullende

Psychoticisme

diagnostiek is nodig) Items die horen bij de teruggetrokken levensstijl die veel voorkomt bij schizofrenie of die een waanachtige kwaliteit hebben

4DKL (Vierdimensionale Klachtenlijst) Bredebandsscreeningsinstrument Schalen: Distress

Aspecifieke maat voor de ernst van psychisch lijden, hoeveel spanning (stress) de cliënt ervaart en hoeveel moeite hij heeft om te blijven functioneren. De distressscore is geassocieerd met werkstress, psychosociale problemen en stressvolle levensgebeurtenissen, en met

Depressie Angst Somatisatie

de kans op ziekteverzuim Specifieke symptomen van een (ernstige) depressieve stoornis Specifieke symptomen van (ernstige) angststoornissen Het ervaren van lichamelijke spanningsklachten en de neiging daar ongerust over te zijn

ASEBA-vragenlijsten (Achenbach System of Empirically Based Assessment Bredebandsscreeningsinstrumenten voor kinderen en jongeren.

CBCL (Child Behaviour Checklist) Voor kinderen/jongeren tussen 1,5-5 jaar of 6-18 jaar, ingevuld door ouder(s) Vaardigheidsdeel: Brede band schalen Smalle band schalen

1 schaal ‘overige problemen’ 6 DSM geori)nteerde schalen

Competentiedeel:

Internaliseren (INT) vs. externaliseren (EXT)  Angstig-depressief (INT)  Teruggetrokken-depressief (INT)  Somatische klachten (INT)  Sociale problemen  Denkproblemen  Aandachtsproblemen  Regel-overschrijdend gedrag (EXT)  Agressief gedrag (EXT) …  Affectieve Problemen  Angstproblemen  Lichamelijke Problemen  Aandachtstekort/Hyperactiviteitproblemen  Oppositioneel-Opstandige Problemen  Gedragsproblemen

Vrije tijdsbesteding Sociaal functioneren Schools functioneren

Activiteiten Sociaal School

YSR (Youth Self Report) Voor jongeren tussen 11-18 jaar, ingevuld door de jongere zelf Schalen: gelijkaardig aan CBCL

TRF (Teacher’s Report Form) Voor jongeren tussen 6-18 jaar, ingevuld door de leerkracht Schalen: gelijkaardig aan CBCL

SDQ-vragenlijsten Questionnaire)

(Strengths

and

Bredebandsscreeningsinstrumenten voor kinderen en jongeren

SDQ-ouders Voor kinderen tussen 2-4 jaar of 4-17 jaar, ingevuld door de ouder(s) Schalen:     

Emotionele symptomen Gedragsproblemen Hyperactiviteit/Gebrek aan aandacht Problemen in de peergroep Prosociaal gedrag

SDQ-leerkracht Voor kinderen tussen 2-4 jaar of 4-17 jaar, ingevuld door de leerkracht Schalen: gelijkaardig aan SDQ-ouders

SDQ-zelf Voor jongeren tussen 11-17 jaar, ingevuld door de jongere zelf Schalen: gelijkaardig aan SDQ-ouders

Difficulties

ZBV(-K) (Zelfbeoordelingsvragenlijst) Meet toestandsangst en angstdispositie, voor zowel kinderen (-K) als volwassenen Schalen: Toestandsangst Een momentane emotionele conditie gekenmerkt door gevoelens van spanning en verhoogde activiteit in het autonome zenuwstelsel. De angst wisselt in intensiteit door de tijd heen Angstdispositie Een relatief stabiele eigenschap die de mate reflecteert waarin een individu geneigd is met angst te reageren op een bedreigende situatie te reageren.

ZIL (Zelfinventarisatielijst PTSS) Meet verschillende symptomen van PTSS en laat toe de diagnose PTSS te stellen Schalen:  Herbeleven  Vermijden  Hyperarousal

BDI-II-NL-R (Beck Depression Inventory) Vragenlijst voor het meten van depressieve klachten bij jongeren en volwassenen (vanaf 13 jaar) Schalen:  Affectief  Cognitief  Somatisch

CDI-2 (Childhood Depression Inventory) Instrument kan gebruikt worden bij cliënten vanaf 8 jaar (tot 21 jaar), zelfrapportagevragenlijst en oudervragenlijst Schalen:  Cognitieve symptomen van depressie  Affectieve symptomen van depressie  Gedragsmatige symptomen van depressie

UBOS (Utrechtse Burn-out Schaal) Meest gebruikte instrument om burn-out vast te stellen bij volwassenen. Schalen:

Mentale Distantie (D)

Het gevoel helemaal ‘op’ of ‘leeg’ te zijn als gevolg van het werk Een cynische, afstandelijke en weinig

Competentie (C)

betrokken houding tegenover de eigen werkzaamheden In hoeverre men zich in staat voelt om

(Emotionele) Uitputting (U)

zijn werk goed te doen

UCL(-A) (Utrechtse Coping Lijst) Meet copingvaardigheden, zowel voor volwassenen als adolescenten (-A) (12-17 jaar) Schalen: Actief aanpakken, De situatie rustig van alle kanten bekijken, de zaken op een rijtje zetten; doelgericht en met vertrouwen te werk confronteren (A) gaan om het probleem op te lossen Palliatieve reactie (P) Afleiding zoeken en zich met andere dingen bezig houden om niet aan het probleem te hoeven denken; proberen zich wat prettiger te voelen door te roken, te drinken of zich wat te ontspannen Vermijden, afwachten De zaak op zijn beloop laten, de situatie uit de weg gaan (V) en afwachten wat er gaat gebeuren Sociale steun zoeken (S) Het zoeken van troost en begrip bij anderen; zorgen aan Passief (PR)

reactiepatroon

Expressie van emoties/ boosheid (E) Geruststellende en troostende gedachten (G)

iemand vertellen of hulp vragen Zich volledig door de situatie en de problemen in beslag laten nemen, de zaak somber inzien, zich piekerend in zichzelf terugtrekken, niet in staat om iets aan de situatie te doen; piekeren over het verleden Het laten blijken van ergernis of kwaadheid; spanningen afreageren Zichzelf geruststellen met de gedachte dat na regen zonneschijn komt, dat anderen het ook wel eens moeilijk hebben of dat er nog veel ergere dingen kunnen gebeuren; jezelf moed inspreken

CISS-NL (Coping Inventory for Stressful Situations) Meet coping volgens een andere opbouw bij volwassenen Schalen:   

Taakgerichte coping Emotiegerichte coping Vermijdingsgerichte coping: o Afleiding zoeken o Gezelschap zoeken

CERQ (Cognitive Emotion Regulation Questionnaire) Meet cognitieve strategieën na het meemaken van negatieve gebeurtenissen/situaties bij volwassenen en adolescenten vanaf 12 jaar Schalen: Jezelf de schuld geven

Gedachten waarin je jezelf verantwoordelijk houdt voor

wat je is overkomen Gedachten waarbij je jezelf neerlegt bij wat er gebeurd is Het alsmaar denken over de gevoelens en gedachten die geassocieerd zijn met de negatieve gebeurtenis Concentreren op andere, Het denken aan andere, plezierige zaken in plaats van aan de gebeurtenis in kwestie positieve zaken Concentreren op Denken aan wat voor stappen gezet moeten worden om met de gebeurtenis om te gaan plannen Positief herinterpreteren Het in gedachten tegen jezelf zeggen dat er ergere zaken op de wereld bestaan Catastroferen Steeds terugkerende gedachten over hoe verschrikkelijk de gebeurtenis is geweest Anderen de schuld geven Gedachten waarin je juist anderen verantwoordelijk Accepteren Rumineren

houdt voor wat je is overkomen

FEEL-KJ en FEEL-E Vragenlijst voor emotieregulatiestrategieën voor kinderen (KJ, 8-18 jaar) en volwassenen (E, 18-65 jaar)

Schalen: Adaptieve strategie)n

     

 Maladaptieve strategie)n

    

Externe regulatiestrategie)n

  

Probleemgericht handelen (doelen aanpassen aan het probleem en zijn oorzaken) Afleiding (dingen ondernemen zodat gedachten/cognities niet meer gefocust zijn op negatieve emotie, maar op nieuwe handeling) Positieve stemming oproepen (aan positieve dingen denken) Accepteren (geen verandering wensen, de omstandigheden aanvaarden zoals ze zijn) Vergeten (weinig aandacht schenken aan negatieve emotie) Cognitieve probleemoplossing (probleem definiëren, oplossingen genereren, daaruit het beste alternatief kiezen, deze oplossing bij uitvoering evalueren) Herevaluatie (waarde van de oorzaak van negatieve emoties anders interpreteren) Opgeven (geen enkele actie ondernemen om iets te veranderen) Agressie (externaliserend gedrag, negatieve emotie afreageren op anderen) Terugtrekken (geen sociale interactie aangaan) Zelfdevaluatie (intern attribueren van de oorzaak van probleem of negatieve emotie) Rumineren (cognitief blijven vasthangen bij negatieve emotie) Sociale steun (steun/hulp zoeken bij anderen) Expressie (erover spreken, emoties openlijk tonen) Emotionele controle (suppressie van emoties, emoties niet tonen)

!! ENKEL FEEL-KJ !!

NEO-PI-3 en NEO-FFI Algemene persoonlijkheid, om Big Five in kaart te brengen bij jongeren en volwassenen (16-70 jaar). De NEO-PI-3 bestaat uit 240 vragen, de NEO-FFI-3 uit 60 vragen. Schalen:  Neuroticisme  Extraversie  Openheid  Altruïsme  Consciëntieusheid

HiPIC

(Hi)rarchische

Persoonlijkheidsvragenlijst

voor

Kinderen) Algemene persoonlijkheid, vragenlijst gebaseerd op de Big Five maar specifiek voor kinderen tussen 6-13 jaar, in te vullen door ouder/leerkracht Schalen: Emotionele stabiliteit Extraversie Vindingrijk Welwillendheid Consci)ntieusheid

Angst, zelfvertrouwen Energie, expressiviteit, optimisme, verlegenheid Creativiteit, intellect, nieuwsgierigheid Altruïsme, dominantie, egocentrisme, gehoorzaamheid, irriteerbaarheid Concentratie, doorzettingsvermogen, ordelijkheid, prestatiemotivatie

NPV-2-R (Nederlandse Persoonlijkheidsvragenlijst) Algemene persoonlijkheid, samengesteld uit 7 bipolaire subschalen waarbij zowel hoge als lage scores informatief zijn, voor adolescenten en volwassenen (vanaf 15 jaar) Schalen:  Inadequatie/Neuroticisme: o Depressiviteit o Angst  Sociale inadequatie/Sociale angst: o Verlegenheid o Sociale vermijding  Rigiditeit: o Ordelijkheid o Inflexibiliteit  Verongelijktheid/Vijandigheid  Zelfgenoegzaamheid/Egoïsme  Dominantie: o Leidinggeven o Autonomie  Zelfwaardering

DAPP-BQ

(Dimensional

Assessment

of

Personality

Pathology – Basic Questionnaire) Persoonlijkheidspathologie, dimensionaal model waarmee je een inschatting kan maken van de mate waarin een bepaalde dimensie kenmerkend is voor de cliënt

Emotionele disregulatie

Niet-sociaal gedrag

Inhibitie Compulsiviteit Overige schaal

 Achterdochtigheid  Affectieve labiliteit  Cognitieve vervorming  Identiteitsproblemen  Narcisme  Onderdanigheid  Onveilige hechting  Passieve agressiviteit  Sociale vermijding  Zorgelijkheid  Behoefte aan prikkels  Dominantie  Gedragsproblemen  Hardvochtigheid  Geslotenheid  Intimiteitsproblemen Compulsiviteit Zelfbeschadiging

ADP-IV (Assessment DSM IV Persoonlijkheidsstoornissen) Persoonlijkheidspathologie, categoriaal instrument dat toelaat om na te gaan of de cliënt aan de criteria voldoet van de in de DSM-IV opgenomen persoonlijkheidsstoornissen (verschillen niet van DSM-5 dus kan gebruikt worden). Dit instrument laat ook toe om aan dimensionale diagnostiek te doen. Er zijn dimensionale schalen voor verschillende persoonlijkheidsstoornissen en het laat toe een aantal alternatieve dimensionale schalen te berekenen (bijv. sociale angst en vermijding, wantrouwen)

AQ vragenlijst (Autisme Quoti)nt) en PDD-SQ (Pervasieve Ontwikkelingsstoornissen Spectrum Quoti)nt Vragenlijst) De AQ is een vragenlijst over gedrag en persoonlijkheid en inventariseert of het gedrag overeenkomt met symptomen van het Autisme Spectrum, voor kinderen en volwassenen (vanaf 4 jaar). Schalen:  Sociaal inzicht en gedrag  Aandacht wisselen/moeite met veranderingen  Detailgerichtheid  Communicatie  Fantasie/voorstellingsvermogen

PDD-SQ = NL vertaling van AQ

ZVAH (Zelfrapportage Vragenlijst Aandachtsproblemen en Hyperactiviteit) Dimensionale

vragenlijst

die

gedragingen

uit

voor

de ADHD-symptoomclusters

‘aandachtsproblemen’ en ‘hyperactiviteit/impulsiviteit’ in kaart brengt. De ZVAH is een instrument voor zelfrapportage bij 16- tot 25-jarigen, maar ook ouders kunnen ermee het gedrag van hun jongvolwassen zoon of dochter rapporteren. Schalen:  Aandachtstekort kindertijd (A1)  Hyperactiviteit-Impulsiviteit kindertijd (A2)  Aandachtstekort volwassenheid (A1)  Hyperactiviteit-Impulsiviteit volwassenheid (A2)

AUTI-R (Schaal voor vroegkinderlijk autisme) Vragenlijst die door iedereen beroepshalve met het kind in aanraking komt om kinderen met autisme te onderscheiden van kinderen zonder autisme (tot 12 jaar)

AVL (ADHD vragenlijst) Vragenlijst om vroegtijdig na te gaan of, en in welke mate, kinderen (4-18 jaar) de gedragssymptomen van ADHD vertonen. Iedereen die goed op de hoogte is van het gedrag van het kind kan de vragenlijst invullen Schalen:   

Aandachttekort Hyperactiviteit Impulsiviteit

WPPSI-III (Wechsler Preschool and Primary Scale of Intelligence - III) Intelligentietest voor kinderen tussen 2j6m-7j11m

WISC-V (Wechsler Intelligence Scale for Children - V) Intelligentietest voor kinderen tussen 6-16 jaar

WAIS-IV (Wechsler Adult Intelligence Scale - IV) Intelligentietest voor jongeren en volwassenen tussen 16-84 jaar

CoVaT-CHC Intelligentietest voor kinderen tussen 9j6m-13j11m

KAIT (Kaufman Intelligentietest voor Adolescenten en Volwassenen) Intelligentietest met 6 subtests (dus redelijk kort) die zowel vloeiende als gekristalliseerde intelligentie meten, mogelijkheid tot extra 4 subtests

Raven Progressive Matrices Intelligentietest voor vloeiende intelligentie aan de hand van verschillende redeneertaken, niet-verbale test en acultureel, voor zowel kinderen als volwassenen

NVL (Nederlandse Leestest voor Volwassenen) Intelligentietest voor premorbide niveau van intellectueel functioneren (woorden voorlezen)...


Similar Free PDFs