Overzicht dissectie speciale structuren PDF

Preview

Summary

Download Overzicht dissectie speciale structuren PDF

Description

Overzicht speciale structuren Sulcus bicipitalis medialis = voortzetting van de fossa axillaris, belangrijkste vaat-zenuwbundel van de bovenarm loopt hier doorheen Ventraal: M. biceps Brachii Dorsaal: M. triceps brachii Bodem: M. coracobrachialis & M. brachialis Aa. Brachialis + Vv. A. profunda brachii +V A. collateralis ulnaris inferior en superior +V N. ulnaris N. radialis (de start) N. medianus  voortzetting van de plexus brachialis

Fossa Axillaris Bekijk de zijden zoals ze lijken op de tekening Caudale zijde: M. serratus anterior Laterale zijde: M. latissumus dorsi (onderkant) M. teres major M. subscapularis Mediale zijde: M. pectoralis maj & min Craniale zijde: M. coracobrachialis M. biceps brachii Basis= fascia axillaris = voortzetting van fascia pectoralis in fascia latissimus dorsi en teres major Arcus axillaris = centrale perforatie van de fascia arcus axillaris, gaat over in de fascia deltoïdea en de fascia brachii tot septa intermusculares Zie atlas blz 382-383 Plexus brachialis A. en V. axillaris V. Cephalica

De plexus Brachialis 5 spinale zenuwen  C5Th1 3 primaire zenuwstammen:

Truncus superior uit spinale zenuw C5-C6 Truncus medius uit spinale zenuw C7 Truncus inferior uit spinale zenuw C8-Th1 6 divesiones: dorsaal van de clavicula Divisiones anteriores  flexoren Divisiones posteriores  extensoren 3 Secundaire zenuwstammen: in de fossa axillaris Fasciculus lateralis Fasciculus medialis Fasciculus posterior *Boog van Langer =

Het Trigonum van Scarpa, Het Trigonum Inguinale Lig. Inguinale – M. Adductor Longus – M. Sartorius = begrenzingen M. Pectineus – M. Iliopsoas = bodem A. en V. femoralis N. femoralis Lacuna Vasorum Lacuna Muscolorum van elkaar gescheiden door de arcus iliopectineus = voortzetting van fascia van de M. Iliacus (atlas blz 555) Lacuna Vasorum = overgang van A. en V. Iliaca externa in A. en V. femoralis

Lacuna Musculorum = N. femoralis (die daar splitst in saphenus & kleinere musculaire takken) + M. iliopsoas *anulus inguinalis superfiscialis = 3e deeltje, niet beschreven

Hiatus - & Canalis adductorius Canalis = soort van buisje op de adductor magnus, A. & V. femoralis lopen hierdoor Hiatus = Na passage door de hiatus adductorius gaan de A. & V. femoralis over in V. & A. poplitea (ook een deeltje van de Rr. Musculares loopt hier doorheen) Pes Anserinus = gezamelijke pees van de M. Sartorius, M. gracilis en de M. semitendinosus Hecht aan op de facies medialis tibiae, mediaal van de tuberositas tibiae

Fossa poplitea = “ruit” die de kniekuil vormt, tussen: M. biceps femoris M. semimembranosus M. gastrocnemius caput laterale M. plantaris M. gastrocnemius caput mediale A. & V. poplitea  A. genu superior Lat. & Med. A. genu media A. genu inferior Lat. & Med. A. suralis Lat. & Med.

N. tibialis N. Peroneus communis

Plexus Lumbosacralis Plexus Lumbalis = Th12-L4 Plexus sacralis = L5-S4

Belangrijkste zenuwen: - N. femoralis, gaat thv midden femur over in de N. Saphenus (anterieur) - N. Ischiadicus (ontspringt deels uit de Truncus Lumbosacralis*), gaat net proximaal van de knie over in de N. fibularis en de N. tibialis *Truncus Lumbosacralis = verbindingstak tussen plex. Lumablis & plex. Sacralis

Retinaculum musculorum extensorum enkel Zowel superius en inferius, overdekken de eindpezen van: M. tibialis anterior M. extensor digitorum longus M. extensor hallucis longus (en de peroneus tertius) Retinaculum musculorum flexorum enkel Overdekt de eindpezen van: M. flexor digitorum longus M. flexor hallucis longus M. tibialis posterior Chiasma Crurale = kruisen van de pees van tibialis posterior en die van de flexor digitorum longus Chiasma Plantare = kruisen van pees flexor digitorum longus en de flexor hallucis longus Retinaculum musculorum fibularium Overdekt de Mm. Peronei, zowel een superius als een inferius

De 4 compartimenten van de voet 1e = interossaal compartiment = tussenbeenloge 2e = mediaal compartiment = grote teen loge

3e = lateraal compartiment = kleine teen loge

4e = centraal compartiment = middenloge Niveau 1 Niveau 2

Mm. Interossei plantares en dorsales M. abductor Hallucis M. flexor hallucis brevis Pees M. flexor hallucis longus M. abductor digiti minimi M. flexor digiti minimi M. opponens digiti minimi

M. adductor hallucis M. quadratus plantae Mm. Lumbricales Pezen van M. flexor digitorum longus Niveau 3 M. flexor digitorum brevis ! niveau 3 = dichtst tegen de plantaire aponeurose, zie atlas blz 529

Scalenuspoorten Voorste

M. sternocleidomastoïdeus M. scalenus anterior M. scalenus anterior M. scalenus medius

Achterste

V. subclavia N. phrenicus A. subclavia Plexus brachialis

Spieren van de rotator cuf M. supraspinatus M. infraspinatus M. teres minor M. subscapularis

abductie van de bovenarm, stabilisatie van de humeruskop + kapselspanner exorotatie van de bovenarm, stabilisatie van de humeruskop exorotatie van de bovenarm, stabilisatie van de humeruskop, adductie endorotatie van de bovenarm, stabilisatie van de humeruskop Arcus palmaris superfiscialis & profundus Profundus: ligt onder de pezen van de thenar en hypothenar spieren & de pezen van de onderarm flexoren Superfiscialis: ligt bovenop de pezen van de M. flexor digitorum superfiscialis palmaris

*chiasma tendinum = kruising van de pezen van de flexor digitorum superfiscialis en de – profundus, thv van de proximale phalanx

Extensorenloges van de hand 1e loge: M. abductor pollicis longus M. extensor pollicis brevis 2e loge: M. extensor carpi radialis longus M. extensor carpi radialis brevis 3e loge: M. extensor pollicis longus 4e loge: M. extensor digitorum M. extensor indicis 5e loge: M. extensor digiti minimi 6e loge: M. extensor carpi ulnaris

Carpale tunnel & kanaal van Guyon onder het retinaculum flexorum Kanaal van Guyon : - ligt onder de palmaire aponeurose, “op” retinaculum flexorum - Loopt tussen os pisiformi en hamulus osis hamati

-

A. en N. ulnaris lopen er door  splitsen in superfiscialis en profundus deel ( voor arcus profundus en – superfiscialis + diepere en oppervlakkigere bezenuwing)

Carpale tunnel : - N. medianus (denk aan carpale tunnel syndroom) - M. flexor pollicis longus - M. flexor carpi radialis - M. flexor digitorum superfiscialis (4 eindpezen die door de tunnel lopen) - M. flexor digitorum profundus (4 eindpezen die door de tunnel lopen) Atlas blz 404-407 Anatomische snuifdoos = “holte” tussen de pees van de M. extensor pollicis longus (dorsaal) en de M. extensor pollicis brevis & M. abductor pollicis longus (radiaal) = plaats waar de A. radialis van ventraal wegdraait richting dorsaal + Ramus dorsalis A. radialis takt af om de hand te bevloeien, vervolgens tussen metacarpalen I en II om ventraal de arcus palmaris profundus te vormen.

Verloop van de buikspieren M. obliquus abdominus externus \ / M. obliquus abdominus internus / \ M. transversus abdominus -- -M. rectus abdominus | |  intersectiones tendinae ! de rectus abdominus ligt over de vollidge lengte bedekt door de aponeurose van de externus en internus, en na de linea arcuata, ook door de aponeurose van de transversus Zie atlas blz 181 De scapulaire spieren (n = 17) Margo Medialis

M. levator scapulae M. Rhomboïdeus major M. Rhomboïdeus minor

Dorsale zijde Ventrale zijde Margo Lateralis

Spina scapulae Processus coracoïdeus

Margo superior De zonnestaalspieren 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.

M. supraspinatus M. infraspinatus M. Subscapularis M. Latissimus dorsi M. Teres major M. Teres minor M. Triceps Brachii M. Serratus posterior M. Deltoïdeus M. Trapezius M. Biceps Brachii M. Pectoralis minor M. coracobrachialis M. omohyoïdeus

M. gluteus maximus M. gluteus medius M. gluteus mimius M. Piriformis M. gemellus superior M. Obturatorius internus M. Gemellus inferior M. quadratus femoris

Vorming van de foramen ischiadica: Incisura ischiadicum major: Gevormd door kruising lig. Sacro-spinale & lig. Sacro-tuberale  foramen ischiadicum major Dit wordt in 2 delen verdeeld door de M. piriformis: o o

Foramen suprapiriformis  A., V., N. gluteus superior Foramen infrapiriformis  A., V., N. gluteus inferior & N. ischiadicus

Foramen ischiadicum minus Gevormd door incisura ischiadica minor, lig. Sacrospinale & lig. sacrotuberale  A. & V. pudenda interna, N. pudendus & M. Obturatorius internus

Hersenzenuwen: Zenuw X N. Vagus

Zie atlas blz 116-119 Sensibele innervatie Pharynx Lanrynx Trachea Longen Hart

Motorische innervatie Longen Hart Tractus digestivus

XI N. Accessorius

Buitenoor Tractus digestivus /

XII N. Hypoglossus

/

M. sternocleidomastoïdeus M. trapezius Tongmusculatuur Supra – en infrahyoïdale spieren

Oppervlakkinge structuren Bovenste lidmaat: -

Zie atlas blz 377-379

V. Cephalica  gaat in de FG t.h.v. de Delto-pectorale groeve. Vetrekt centraal op de hand aan de dorsale zijde, draait langs de radiale zijde naar ventraal en loopt langs de radiale rand van de biceps naar zijn gaatje in de deltopectorale groeve

-

-

V. Basilica  gaat in de FG via de Hiatus basilicus. Vertrekt vrij ulnair op de handrug, draait langs de ulnaire zijde naar ventraal en loopt langs de ulnaire rand van de biceps naar zijn gaatje: de hiatus basilicus N. Cutaneus antebrachii medialis N. Cutaneus antebrachii lateralis N. Cutaneus antebrachii posterior

Onderste lidmaat: -

-

Zie atlas blz 551-553

Vena Saphena Magna  Komt t.h.v. Lacuna Vasorum, door de hiatus Saphenus aan de oppervlakte  mondt uit in de V. Femoralis, Loopt vanop de voet, mediaal van de knie, ventro-mediaal op het bovenbeen naar zijn hiatus 1 Vena Saphena Parva  Komt boven de FG, mediaal op de kuit, samen met de N. Suralis N. Suralis (dorsaal) N. Saphenus (ventraal) N. Peroneus Superfiscialis (ventraal) N. cutaneus femoris lateralis Rami clunii ???

1 Verloop van een Vena bespreek je steeds van distaal naar proximaal, das kei logisch dus eigenlijk 

Planta Pedis

Oppervlakkige laag korte hand spieren

Middenlaag korte handspieren

Diepe laag korte handspieren

Overzicht Spinaal systeem: Afbeelding & uitleg atlas blz 148-153, 170-171

Overzicht tussenribspieren

Overzicht/schema Musculatuur rond pharynx & larynx + inhoud scalenuspoorten...