paper examen seminarie CC PDF

Title paper examen seminarie CC
Author Caroline Vercauteren
Course Community Care
Institution Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen
Pages 11
File Size 237.3 KB
File Type PDF
Total Downloads 186
Total Views 515

Summary

Mondeling examen Seminarie CCThema 1: de leefgroepwerker en Community CareDilemma: Hoe staat de individuele keuze t.o. de “gekende” meerwaarde van socialenetwerken? Participatiedwang of participatiedrang? Integratiebehoefte of integratiedwang (moeten of willen)? Bovenstaande tegen de achtergrond van...


Description

Caroline Vercauteren 3OR CC1

examen seminarie CC 9 juni 2020

Mondeling examen Seminarie CC Thema 1: de leefgroepwerker en Community Care Dilemma: Hoe staat de individuele keuze t.o.v. de “gekende” meerwaarde van sociale netwerken? Participatiedwang of participatiedrang? Integratiebehoefte of integratiedwang (moeten of willen)? Bovenstaande tegen de achtergrond van het constante van leven in een leefgroep, en CC als het maken van openingen in de samenleving (CC als ruimer dan contextwerken.) •

Hoe breng je CC in de praktijk van de individuele begeleiding/van de leefgroep? (samen naar de markt gaan, of vb. individueel met een vrijwilliger? PmH die aan vrijetijdsbesteding doet in de plaatselijke kunstacademie.)

p. 126-132, 84-93, artikel De huidige structuur van voorzieningen is niet afgestemd op het werken met een sociaal netwerk. Dit dilemma kan zich voordoen in de hulpverlening wanneer een cliënt zich bijvoorbeeld erg eenzaam voelt. Hij zit net in een nieuwe voorziening, deze voorziening is residentieel en dus zijn er weinig mensen die hem komen bezoeken. Zijn vrienden ziet hij niet meer, zijn familie komt maar een keer in de week op bezoek omdat de voorziening ver weg is. Er worden veel activiteiten voorzien binnen de voorziening waardoor hij geen contact heeft met de mensen buiten de voorziening. Zijn netwerk bestaat grotendeels uit andere cliënten en hulpverleners. Elke week is er een vast assortiment aan activiteiten waar hij aan moet deelnemen. Hulpverleners denken dat zij het beste doen voor deze cliënt zonder hem te bevragen wat hij nu net graag zou doen. In plaats van aanbodgestuurd, moeten hulpverleners meet focussen op een vraaggestuurde ondersteuning en meer individueel cliëntgericht werken. Een begrip dat ik hieraan kan koppelen is het psychologisch kapitaal. Dit omdat de positie van de hulpverlener in relatie tot de cliënt op individueel niveau moet plaatsvinden en de hulpverlener vanuit dat niveau in relatie moet gaan met de cliënt. In plaats van een vast aanbod van activiteiten te voorzien elke week opnieuw, moet er geluisterd worden naar de cliënt zijn behoeften en constant gekeken wordt naar wat goed gaat om daarop verder te bouwen. Alleen al door deze verandering door te voeren zou de cliënt in deze situatie meer kunnen participeren aan zijn eigen hulpverlening en meer regie in eigen handen krijgen. Ook heeft dit een invloed op de relatie tussen cliënt en de hulpverlener, want als hij meer procesgericht te werk gaat zal dit ook de autonomie van de cliënt verhogen. De cliënt in dit voorbeeld zal zich beter voelen in de voorziening als hier rekening meer gehouden wordt omdat hij nu gezien wordt als een persoon en niet ‘de zoveelste cliënt in de voorziening’. Ook het sociaal kapitaal is hierbij van belang. Aangezien zijn vrienden niet naar de voorziening komen en zijn familie maar een keer in de week zal hij hen niet als krachtbronnen kunnen inzetten. De hulpverlener moet eerst afwegen of het inschakelen van het sociale netwerken een meerwaarde heeft en als dit het geval is, deze sociale netwerken inzetten als krachtbron van deze cliënt. Hij zit namelijk in een nieuwe omgeving, waar hij niemand kent en dan kunnen deze contacten een belangrijke rol spelen in zijn ondersteuning en kwaliteit van leven. Op niveau van het maatschappelijk kapitaal kan de hulpverlener in deze situatie de cliënt meer laten integreren in de maatschappij, door hem ook buiten de voorziening te laten deelnemen aan activiteiten in hoeverre dit mogelijk is. Er moet dus ook 1

Caroline Vercauteren 3OR CC1

examen seminarie CC 9 juni 2020

nadruk op de gemeenschap gelegd worden om de hulpverlener als bruggenbouwer in te zetten en deze cliënt te redden uit sociaal isolement en eenzaamheid. Zo zou hij een bepaald sport kunnen uitoefenen in de buurt of kan er een buurtfeest georganiseerd worden waar iedereen welkom is. Omdat de hulpverlener nu echt op zoek gaat naar krachten in de wijk, wordt de sociale cohesie enorm versterkt en zal de cliënt in dit voorbeeld meer krachtbronnen hebben in de omgeving zal hij door het stimuleren van zijn eigen regie meer autonomie kunnen opbouwen. Vanuit mijn stage heb ik dit veel gezien. De kinderen worden losgerukt uit hun sociaal netwerk om daar ondersteuning te krijgen met een basis aanbod. In mijn groep was er zelfs een kind waarvan de begeleiding zei dat die niet thuis hoorde in deze voorziening en ze hem niet de gepaste ondersteuning konden geven, maar omdat ze niet wisten waar hij wel naartoe kon bleef hij in de leefgroep. De kinderen komen ook niet buiten de voorziening, ze hebben enkel hun eigen klas, eigen leefgroep en eigen speeltijd-groepje en daar wijken ze niet vanaf. De meeste worden ook met de bus bij hen thuis ’s avonds afgezet dus hun sociaal netwerk thuis wordt niet als krachtbron gebruikt terwijl ze in de voorziening verblijven. Er wordt ook niet ingezet op Kwartiermaken door de deuren open te stellen voor de omgeving, enkel ouders kunnen op zo’n momenten eens komen ‘kijken’ naar de omgeving waar hun kinderen hele dagen verblijven. De hulpverlener zijn individuele keuze om te ondersteunen is niet belangrijk, de cliënt moet mee beslissen. De cliënt is een individu die ook zijn eigen keuzes maakt en indien hij ervoor kiest om het sociale netwerk in zijn zorg te betrekken is dat zijn keuze. Begrip:

-

-

Soorten kapitalen p. 89-92 o Bonding-bridging-linking p. 90 Generalist-specialist p. 92-93 o Verbinding maken tussen alle betrokkenen! o Integrale hulpverlener die taal van cliënt, straat, wijk en overheid spreekt o Hulpverlener is expert van het gewone leven o Focust meer op basis en heeft voldoende onderbouwde kennis o Nu veel specialisten omdat ge uw eigen vak hebt, maar bedoeling nu is omdat er meer met verschillende netwerken gewerkt word, dat elke hulpverlener generalist wordt en dus meertalig is. Meer weten dan enkel uw eigen stukje kennis. Mensen moeten aanspreken in verschillende lagen. Bruggenbouwer

2

Caroline Vercauteren 3OR CC1

examen seminarie CC 9 juni 2020

Thema 2: contextgericht werken in de ambulante hulpverlening Dilemma: Is hulpverlening residueel dan wel structureel? M.a.w. is hulpverlening steeds beschikbaar (a la presentie), dan wel tracht hulpverlening zichzelf overbodig te maken. Vgl artikel EKC en Presentie. Krachtenperspectief? In hoeverre ga je in het mobiliseren van eigen kracht? Responsabilisering-nieuwe norm creëren. Afhankelijk van het standpunt t.a.v. residueel dan wel structureel, volgende stap: hoe realiseer je dat dan in de concrete hulpverlening.

Residuele hulpverlening - Kwaliteit bepaald vanuit het denken als voorziening - Getoetst aan vooraf bepaalde standaarden - Verklaring voor klachten - Kwaliteit van dienstverlening gaat fungeren als maatschappelijke norm (risico= selectieve toegankelijkheid) - Hulpverlening dient zichzelf overbodig te maken door cliënten leren zichzelf te helpen. - Goedkoper - Vraaggestuurd

Structurele hulpverlening - Kwaliteit is verbonden met besef dat welzijn ontstaat in sociale verhoudingen en interacties in de samenleving - Focus ligt op tussenkomst in maatschappelijke processen - Basisopdracht ligt in de culturele actie (mogelijkheid tot dialoog, argumentatie en reflectie) - Wederzijds leerproces

p. 12-27, 60-63, 34-40, 156-160, 171-174 PARTICIPATIE - Participatie afhankelijk van wie participeert en waarin de persoon participeert - Personen in kwetsbare positie meer met formele context te maken en sociale participatie wordt dan een doel op zich (draagvlak vergroten) - Relatie individu en institutie vanuit participaties anders ingevuld (wie hanteert het begrip?) als hulpverlener weten hoe participatie wordt ingezet (kunnen, willen, mogen) - Participatie is een fundamentele voorwaarde om te komen tot empowerment, inclusie en community care - Burgerinitiatieven boomen omdat men merkt dat ze een verschil kunnen maken (deels vanuit kritiek op overheid = residueel) blank en hoogopgeleid - Methoden ontwikkelt om participatie te operationaliseren, verhogen en versterken o Participatieladders: hoe vorm krijgen in beleid? normatief! Als hulpverlener bewust blijven van de verschillen in perspectief en waardering o Participatiemodel van Shier - De eerste doelstelling van een participatieve hulpverlening is om tegemoet te komen aan hetgeen wat de cliënt als nodig en ondersteunend ervaart - participatie is een uitgangspunt, een hulpverleningsstrategie en een maatschappelijke opdracht voor de HV !

3

Caroline Vercauteren 3OR CC1

examen seminarie CC 9 juni 2020

AFFECTIEF BURGERSCHAP - De overheid wilt burgers die zich affectief verhouden tot de problemen waar zij zelf mee worden geconfronteerd - Beleid installeert een nieuw moraal waarbij er meer focus gelegd wordt op de intieme en affectieve relaties tussen burgers onderling (mantelzorg) - Aangezien zelfzorg, mantelzorg en vrijwilligerswerk niet afdwingbaar zijn door overheid wordt er appel gedaan op de moraal van burgers en spelen ze in op gevoelens (emotionalisering overheid) O Autonomie = onafhankelijkheid van de overheid i.p.v. anderen O “de autonome burger is iemand die voor zorg en ondersteuning terugvalt op het persoonlijk netwerk en de eigen omgeving i.p.v. op de overheid” O Bedenkelijke motivering FRAMING - Een doelgericht proces van betekenisgeving waarbij bepaalde aspecten van de werkelijkheid worden geaccentueerd, gekarakteriseerd en benadrukt. - Gevoelsregels VERMAATSCHAPPELIJKING ALS BELEIDSIMPULS - Subsidiariteit: we vallen pas terug op hulpverlening als we alle andere bronnen hebben uitgeput - Complementariteit: straathoekwerker (is er los van de problemen, maar is afgebouwd door bestuurlijk perspectief) - Gelaagdheid van de vermaatschappelijking van de zorg - Concentrische cirkels EIGENKRACHT CONFERENTIES POSITIEVE GERORIËNTERING - Toenemende instroom wachtlijsten jeugdzorg - Doorstroom naar jeugdzorg verminderen - Vrijwillig en niet afdwingbaar - Contextuele methodiek (communicatie techniek aanleren) Verschuiving naar een overheid die enkel op vraag de zorg organiseert is een dilemma voor cliënten, hulpverleners en het beleid. de verzorgingsstaat staat onder druk. Mensen moeten zelf op zoek gaan naar eigen oplossingen, meestal in het eigen netwerk. De concentrische cirkels zijn opgesteld volgens het subsidiariteitsprincipe terwijl men in de beleidsteksten willen streven naar complentariteit tussen formele en informele partners. Hulpverlening zou altijd een optie moeten zijn en niet pas in beeld komen wanneer het sociale netwerk dit niet meer aankan. Ze zouden dan tot die tijd met een tekort zitten. Er zijn dus twee verschillende perspectieven van vermaatschappelijking van de zorg. Bij structureel werken missen hulpverleners inzichten en instrumenten. Er ontstaan wachtlijsten en een vermarkting van de zorg. Het structureel werken zit ingebakken in de hulpverlening. De gedachte binnen deze structurele hulpverlening is ‘wat fout loopt, moeten we veranderen en wat goed loopt, moeten we versterken’. Problemen van cliënten moeten zo snel mogelijk opgelost worden, maar vaak wordt er dan goed doorgedacht wat dit probleem juist is, of de hulpverleners wel alle participatiemogelijkheden benutten, of ze hun partners gericht kiezen en ze rekening houden met de effecten van hun handelingen. Om meteen met het ‘probleem’ aan de slag te gaan moet je als hulpverlener ook weten wat er juist fout loopt. Een voorbeeld hiervan is bijvoorbeeld: Een jeugdhulporganisatie stelt vast dat haar jongeren moeilijk ingeschreven raken in scholen. Begeleiders bellen rond naar beschikbare scholen 4

Caroline Vercauteren 3OR CC1

examen seminarie CC 9 juni 2020

en proberen voor jongeren die nog geen school hebben een inschrijving uit de brand te slepen. MAAR! Waaruit blijkt dat Brusselse scholen weigerachtig staan tegenover jongeren uit de jeugdhulp? Bestaan daarover cijfers? Is dat een ervaring die elk jaar opnieuw opduikt, voor alle jongeren uit je voorziening? Delen andere jeugdhulpvoorzieningen die ervaringen? Op deze moment is er veel structurele hulpverlening waarbij de client vaak over het hoofd wordt gezien, er wordt aan hen niet gevraagd hoe zij de situatie ervaren. Participatie is cruciaal, want als cliënten dichter betrokken zijn bij hun zorg en ondersteuning kunnen ze ook hun stem laten horen en regie hebben over hun eigen leven. Men moet nagaan wat de cliënt als probleem ervaart en niet wat de professionals als probleem zien. In de residuele hulpverlening wordt dan weer meer aandacht gelegd op vraaggestuurd hulpverlening en dat vind ik persoonlijk veel beter voor cliënten in functie van hun kwaliteit van leven en eigen regie. Volgens de residuele hulpverlening grijpt de hulpverlening pas in wanneer individuen, lokale netwerken of gezinnen het niet meer aankunnen om zelf de krachtbron en hulpverlener van de persoon met een probleem zijn. Binnen de residuele hulpverlening zijn hulpvragers minder afhankelijk van professionals omdat er zoveel wordt ingezet op persoonlijke netwerken en krachtgerichte hulpverlening. Dit wordt aangestuurd vanuit de overheid omdat dit hen minder kost. Zo proberen door middel van affectief burgerschap om hun burgers zoveel mogelijk zorg op zichzelf te laten nemen. Het doel is om de eigen regie te bevorderen en op ervoor te zorgen dat deze mensen een volwaardig burger zijn van de maatschappij. Het principe van de subsidiariteit is hierin enorm aanwezig omdat men dus eerst gaat inzetten op het persoonlijke netwerk. Deze vermaatschappelijking van de zorg heeft verschillende perspectieven: - Sociologische perspectief - Moreel perspectief - Sociaal agogisch perspectief - Methodisch perspectief - Bestuurlijk perspectief Hulpverlening is dus niet steeds beschikbaar aangezien nog steeds heel veel wachtlijsten zijn, juist daarom is het belangrijk om ook te focussen op zelfzorg zodat mensen in kwetsbare posities ook ondersteuning krijgen wanneer er geen plek is voor hen. Het krachtenperspectief is hierin een goede oplossing omdat er weinig hulpverlening aan de pas komt en de persoon en zijn eigen netwerk zelf op zoek gaan naar oplossingen vanuit hun eigen krachten. ze mogen zelf beslissen over wat zij de beste oplossing vinden wanneer zich een probleem voordoet. De enige valkuil die ik opmerk bij residuele hulpverlening is dat als er geen vraag wordt gesteld wordt er ook geen aandacht gegeven aan probleem. Dus dat moet in het oog gehouden worden bij de ondersteuning. Concreet in de hulpverlening: Begrip: Begrip: - participatie - affectief burgerschap o framing

5

Caroline Vercauteren 3OR CC1

examen seminarie CC 9 juni 2020

Thema 3: contextgericht werken in de residentiële hulpverlening vanuit het krachtenperspectief Dilemma: Hoe verhoudt zich Protectie tot vermaatschappelijking? Vermaatschappelijking wordt dan ingevuld door krachtgericht en netwerkgericht werken, als voorwaarde tot hulp/ondersteuning. 

Hoe protectie garanderen binnen fragiele netwerken?



Hoe krachten mobiliseren in fragiele netwerken? Het ontbreken van krachtige netwerken is vaak net aanleiding van de problemen…



Waar ligt de grens van verantwoordelijkheid van het netwerk (oa. de opvoedingsverantwoordelijkheid) tov protectie?

p. 69-73, 167-171 Protectie - 3 p’s: o Protectie: rechten die jongeren beschermen o Participatie: rechten die jongeren in spraak geven o Provisie: rechten die jongeren voorziening geven

vermaatschappelijking - Krachtgericht en netwerkgericht werken - Geloof in eigen kracht - Maximale inzet van het eigen sociale netwerk - Is eigen kracht hetzelfde als eigen verantwoordelijkheid?

OPLOSSINGSGERICHTE BENADERING -

Nu actief in hulpverlening

-

Empowerment, krachtgerichte visie en sociaal constructivisme

-

Voor een beperking is geen oplossing, maar voor een probleem wel. Je kan bijvoorbeeld niks doen aan de beperking, maar wel aan de ondersteuning van die problemen.

-

Wondervraag

-

Gevaar is dat beleid de economische belangen heeft gezien, bij een kortdurende oplossingsgerichte therapie waarbij mensen meer op hun eigen oplossingsvermogen terugvallen

SIGNS OF SAFETY -

Link met Corona!

-

Oplossingsgerichte benadering vanuit constructieve, perspectiefgerichte visie op risicovolle opvoedingssituaties

-

Participatieve risico-inschatting

6

Caroline Vercauteren 3OR CC1

examen seminarie CC 9 juni 2020

De vraag die ik mij hierbij kan stellen is hoe ik binnen een voorziening toch een veilig netwerk betrekken waarin deze cliënt kan functioneren. De opvoedingsverantwoordelijkheid ligt dan zowel bij het gezin als bij de hulpverleners. Indien we deze verantwoordelijkheid volledig bij de ouders leggen kan dit ten koste gaan van de protectie indien er thuis geen gezond opvoedingsklimaat heerst. Indien de protectie thuis in gevaar komt zal er een keuze gemaakt moeten worden en deze keuze ligt ergens tussen de cliënt thuis laten of de cliënten voor een lange periode in de voorziening laten verblijven. De protectie thuis komt dan in gevaar of er is wekenlang geen contact met de context. Door de vermaatschappelijking wordt er enorm veel ingezet op eigen krachtbronnen gebruiken en zoveel mogelijk zelf oplossingen bedenken om de regie in eigen handen te nemen. Dit verloopt vlot totdat het kind in gevaar komt en men twijfelt of het kind zijn netwerk wel een goede hulpbron is en zijn protectie in gevaar komt. Hierbij is de methode signs of safety erg handig, zo kan een kind in zijn omgeving blijven, werkt het gezin samen aan hun problemen en wordt het gezin niet gebroken. Voorheen was het zo dat er veel gekozen werd om kinderen en jongeren uit hun netwerk te halen omwille van veiligheid, wat leidt tot veel breuken in gezinnen. Een goede communicatie met de ouders en rekening houden met loyaliteiten van de cliënt naar het netwerk toe is hier belangrijk. Ik geloof er dan ook in dat verantwoordelijkheid bij de ouders laten liggen en protectie hand in hand kunnen gaan. Door open en eerlijk te communiceren, een band te creëren met het netwerk. Dus door signs of safety kan er protectie geboden worden binnen deze gezinnen. Indien het kind geen krachtig netwerk heeft moet men dit mobiliseren. Hoe ik dit als hulpverlener zou aanpakken is bijvoorbeeld. Veiligheid geven als hulpverlener en soms wonen kinderen in opmerkelijke omstandigheden waar veiligheid zwaar in twijfel getrokken kan worden. Heeft te maken met een ander waardepatroon binnen het gezin. Ook gezondheid heeft bij ons als hulpverlener andere waarden dan bij kinderen en jongeren en hun netwerk. Hierin moet je als hulpverlener balanceren om aan te sluiten bij je eigen waarden en die van het gezin. Nu in tijden van corona is het belangrijk om je eigen standpunt hierin te vinden. Vb. Door corona nu veel kinderen en jongeren die keuzes moesten maken of ze in het gezin willen blijven of in de voorziening? Veel verhuist naar gezin, waardoor nu veel kindermishandeling aanwezig is zoals huishoudelijk geweld. Ook kinderen die in de voorziening blijven nu hebben wekenlang geen contact nu met hun eigen netwerk en hun eigen gezin. Begrip:

-

Affectief burgerschap (framing) Oplossingsgerichte benadering

7

Caroline Vercauteren 3OR CC1

examen seminarie CC 9 juni 2020

Thema 4: inzet van mantelzorg en vrijwilligers (informele zorg): Dilemma: Is mantelzorg afdwingbaar (gebruikelijke zorg)? Vanzelfsprekendheid is centraal in de definitie van mantelzorg. Hoe omgaan met die vanzelfsprekendheid? Mag/kan je die altijd aanspreken? Balans tussen vanzelfsprekendheid en verplichting? Afhankelijk van het standpunt tav “vanzelfsprekendheid”, wat betekent dit voor de houding (en invulling van de opdracht) van de HV tav de betrokkenen. Bv. instrumentalisering van informele zorg? Hoe kan de HV de balans in evenwicht houden? p. 96-114, 113-119, 103-108, 120-126 De verzorgingsstaat komt o...


Similar Free PDFs