Reflectiecyclus van Korthagen PDF

Preview

Summary

Reflectieverslagen moeten op basis van Korthagen. Als je de cursus niet meer terugvindt, is hier de samenvatting ervan....

Description

Reflectiecyclus van Korthagen (POP I cursus pagina 15-17) Een hulpmiddel bestaande uit 5 fasen om het reflecteren te structureren.

Fase 1: de ervaring/het handelen In deze fase beschrijf je de ervaring of situatie waarop de reflectie zal toepassen.  Wat was de concrete situatie?  Wat was jouw taak binnen deze situatie?  Welke concrete acties heb je ondernomen?  Wat was het resultaat van die acties? (Zorg ervoor dat je niet al te specifiek bent in je acties) Tips: o o

o

Zorg dat de situatie adequaat gekozen is. Stel jezelf de vraag of de situatie relevant is om over te reflecteren in functie van jouw groeiproces tot ergotherapeut. Zorg dat de situatie voldoende afgebakend is. Er wordt niet verwacht dat je een verslag schrijft over een activiteit. Om kwalitatief te kunnen reflecteren is het belangrijk dat je de situatie afbakent men met voldoende diepgang naar die ene gebeurtenis kijkt. Zorg dat voor de lezer jouw verslag duidelijk is, waar de situatie zich afspeelt en binnen welke context. Kader de situatie zonder uitgebreid onnodige details neer te pennen.

Fase 2: terugblikken In deze fase ga je terugblikken en inzoomen op fase 1. Wat gebeurde er concreet?  Wat zag je  Wat deed je  Wat dacht je  Wat voelde je Je beschrijft jouw gedrag, gevoelens en gedachten in de ik-vorm. Sta ook eens stil bij de gedachten en gevoelens van de ander. Wat denk je dat de gevoelens, gedachten en wensen van de andere betrokkene waren? Tips: o o o o o

Zorg dat de voorbeelden van jouw gedrag concreet zijn Vermijd dat je in herhaling valt (fase 1 herhalen) Als de situatie in fase 1 niet voldoende werd afgebakend dan loop je hier vast. Dan kun je onmogelijk met voldoende diepgang reflecteren Schrijf altijd in de ik-vorm Wanneer je stilstaat bij de gedachten/gevoelens van de ander, kan het zijn dat je de situatie moet interpreteren. Je weet immers niet wat er zich afspeelt in het hoofd van de ander(n) tenzij je ernaar vraagt.

Fase 3: bewustwording van essentiële aspecten In deze fase denk je na over wat je wilt veranderen.  Wat is de kern van het probleem OF wat is de positieve ontdekking?  Welke aspecten van mijn gedrag waren problematisch OF welke aspecten van mijn gedrag waren sterk?  Wat vond ik belangrijk in deze situatie?  Waarom was dat voor mij belangrijk? Wat betekent dat nu voor mij? Tips: o

Probeer het probleem of positieve ontdekking voldoende te analyseren: zoek mogelijke oorzaken, omstandigheden, gevolgen…

o

o

In deze fase is het belangrijk dat je kritisch durft te zijn en jouw eigen handelen in vraag durft te stellen. Het is essentieel dat je niet (enkel) extern attribueert: dus niet de fout afschuiven op de ander alleen, maar dat je jouw eigen inbreng in vraag durft stellen. Zorg dat jouw conclusies consistent zijn en geen tegenstrijdigheden bevatten. Dit voorkom je door de situatie voldoende af te bakenen.

Fase 4: alternatieven ontwikkelen en daaruit kiezen In deze fase onderzoek je de alternatieven voor jouw handelen.  Hoe zou je de volgende keer in een gelijkaardige situatie anders of beter kunnen handelen?  Welke voornemens voor de volgende keer kan je formuleren  Welke alternatieven zijn er. Welke voor- en nadelen hebben die? Tips: o o

o o

Probeer concrete gedragsalternatieven te formuleren. Per alternatief denk je na over de mogelijke voor- en nadelen. Maak een grondige denkoefening: sommige alternatieven zijn niet voor de hand liggend. Ga in gesprek met iemand over de situatie. Een andere insteek helpt je vaak vooruit om alternatieven te bedenken. Feedback van anderen kan erg leerrijke reflecties opleveren. Sommige alternatieven sluit je uit en noteer je niet omdat je denkt dat ze niet haalbaar zijn voor jezelf. Noteer ze toch en denk na over de voor- en nadelen. Voor-en nadelen kunnen betrekking hebben op jezelf, op anderen of op de omgeving. Je kan ook mogelijke obstakels formuleren.

Fase 5: uitproberen In deze fase kies je een alternatief dat je geschreven hebt in fase 4 om in de toekomst uit te proberen in de praktijk.  Wat wil je uitproberen?  Wat wil je daarmee bereiken?  Waar wil je in de toekomst op letten? Je formuleert concrete leerdoelen zonder nieuwe informatie te geven. Tips: o o

Formuleer duidelijke ontwikkelingsdoelen en actiepunten op basis van de voorgaande fasen. Fase 5 kan het startpunt zijn van een nieuw reflectieverslag. Wanneer je in de praktijk geconfronteerd wordt met een nieuwe gelijkaardige situatie als degene waarover je reeds een verslag schreef, dan kan je nu opnieuw de reflectiecylcus doorlopen op basis van het alternatief dat je hebt uitgeprobeerd. In fase 1 geef je antwoord op de vragen: ‘wat wilde ik uitproberen?’ en ‘waar wilde ik op letten?’...