Revalidatie biometrie les 1 PDF

Preview

Summary

biometrie van dirk lambeets...

Description

REVALIDATIEWETENSCHAPPEN: BIOMETRIE -

-

-

Wat wordt er verwacht voor biometrie en practica Tijdens practica aandacht aan wetenschappelijke  metingen doen` Portfolio (een portfolio voor statistiek en biometrie (practicum 1-6) per subgroep, een bundel per subgroep 1 iemand van groep vervangopdracht: dit artikel moet er ook bij dan Wanneer afgeven? Einde semester (datum bekend op bb) Bij practicum 4,5 en 6 moet je de resultaten ook gaan bespreken (bij de 1,2 en 3 niet  veel metingen, moeilijk om te bespreken) Practicum inhoud verslag: o 1. Methodologie: hoe wie wat waar? Bronnen, wie gedaan, waar gedaan met wat gedaan, welk materiaal? Hoe je dit verwerkt in groep kies je zelf o 2. Resultaat (x personen) tabel  Vrije keuze weergave MAAR overzichtelijk!  Al noodzakelijke  Voorbeeld: zoek wetenschappelijk artikel (kijk vb op pubmed)  Zoek zelf uit hoe je tabel opstelt o 3. Bespreking resultaat (enkel voor practica 4,5,6)  Kritische bespreking resultaten  Vergelijken personen  Kritiek uitgevoerde metingen,..  Hij moet niet weten hoeveel personen wegen etc je moet zelf conclusie gaan trekken,  Tabel zo indelen dat je al met bespreking bezig bent (je bent gegevens al aant verwerken) o Bespreking opdracht statistiek  Statisch verwerken van gegevens van vorig jaar  Excel tabel met gegevens staat op blackboard  Per praktijkgroep 1 persoon aangeduidt die alle data moet doorsturen` o Practica wordt verbeterd slechts 1 deel ervan o Bespreking zinvol? Tabel en tekst mooi?  beoordeeld Peme biometrie o 1 meting gaan uitvoeren (een antropometrisch meting uitvoeren zoals moet) o Je moet metingen meebrengen!! o Hier heb je feedback of het juist is uitgevoerd o Evealuatie correct uitvoeren van meting o Datum: via BB/groep o Verplicht aanwezig!!!!

Schriftelijk examen o Grondige kennis en inzicht cursus biometrie o “antwoord zo volledig mogelijk in 1 zin” o Theorie en praktijk o Hij heeft een antwoordsleutel met die die en die gegevens in die er moeten instaan JE MOET ALTIJD NAAR DE LES KOMEN WAT DE REDEN OOK IS!

INLEIDING 1 - Begrippen: o Biometrie: bios en metrein, bios = biologische verschijnselen, metrein= meten o Antropologie: antropos en logos, wetenschap en mens o Antropometrie is het meten van de mens (antropos en metrein)  Size, proportion and composition en wordt gebruikt om prestaties te bepalen en levenskansen te bepalen  gezondheidsindicator o Kinantropologie: meten van de bewegende mens  Antropometrie en specifiek kinantropologie  (maturiteit, grootmotorische functies  om groei te kunnen bepalen, prestaties, voeding te kunnen bepalen  voor opvoeding, beleidsniveau en medicin - Kinantropometrie o Vereiste meettechniek  Relevant en praktisch toepasbaar  Standaardisatie:  protocol zijn die zegt we gaan iets meten en op die manier gaan we dit meten (afstand van Antwerpen naar Brussel, hangt af van waar in Antwerpen tot waar in Brussel)  lichaamslengte: er staat in practicum een prortocol hoe je dit om een gestandariseerde manier gaat meten  Betrouwbaar: nauwkeurigheid, intra interbetrouwbaarheid (test-hertest)  Als telkens dezelfde metingen dezelfde uitkomsten verkrijgen, als je lichaamlengte nu meet en binnen 5 minuten zal deze hetzelfde moeten zijn, binnen nu en 20 jaar is het wel verschillen, ook als andere mensen dit meten zal dit vermoedelijk anders zijn  Valide: meet wat men beoogt te meten (afstand functioneren)  Als het meet wat je moet meten, vb. als je afstand meet  meetlat, functioneren meten is al moeilijker  Referentiewaarden kunnen plaatsen  Vb. ik ben 1.70m is klein voor een man, probeer getal altijd te plaatsen o Wat gaan we meten?  Lichaamsdimensies:  Romp-lidmaat componenten  Skeletale grootte (beenderen meten)  Skeletale breedte  Spiercomponenten (perimeters)  Vetcomponent (subcutaan weefsel gaan meten  hoeveel lichaamsvet)  Lichaamsverhoudingen  Idnexen  Lichaamtypologie: classificatie om groepen.... (ppt) welke type jij behoort?  Lichaamstype en vorm  Direct  kadavers  Indiret o  vb 2 componenten: vetmassa en vetvrije massa (watermeting) o Onderwaterweging o Antropometrie o Bio-elektrische impedantie

o Lischaamssamenstelling Maturiteit:  Fysiologische leeftijd, biologische of ontwikkelingsleeftijd  Chronologische leeftijd  Groot-Motorische functies  Eurofittestbatterij, cardio-resperatoire test Toepassingen kinantropemetrie  Groei  Sportprestaties  Gezondheid  Voedingstoestadn  ... Groeicurve  Met percentielen werken en gaan kijken of men normaal is  gewicht en gestalte neemt toe met leeftijd  Hoofdomtrek meten Sport  Ben jij geschikt voor dat type sport?  Soms ethische kwestie  Als men niet voldoet aan morfologische elementen  beter geen topsporter worden?  Klein zijn  Licht zijn  Brede schouder, smalle heupen  Hoge lichaamsdensiteit  Laag vetpercentage  Laat matuur zijn   ideaal voor topturnsters Gezondheid  Welk gezondheidsrisico je hebt  WHR  Buikvet of buikomtrek wordt tegenwoordig als parameter gebruikt (hoeveelheid buikvet als belangrijke parameter over hoe gezond je bent) beter dan BMI Voeding  Vb armomtrek meten  belangrijk om te weten hoe voeding Ergonomie  Metingen maken  Biometrische metingen uitvoeren om een fiets om maat te maken bijvoorbeeld Beroep  Als BMI te hoog is mag men geen buschauffeur zijn  Men moest BMI van minder dan 35 hebben  

o

o

o

o

o o

o

HOOFDSTUK 2: FYSIEKE FITHEID - Grootmotorische functies bekijken - Drie hoofdcomponenten fysieke fitheid o Fysiek Organsiche component  Lichamelijke groei o Motorische component  Lenigheid evenwicht,.... o Gedragscomponent  Sociale factoren

o

o

o

 Levenstijl  Normen  Opvattingen`  Culturele gedragingen Deze drie beïnvloeden elkaar  Hoe zwaar je bent hoe minder kracht je hebt, heel zwaar ga je minder bewegen, als je opvatting zegt dat je niet veel wilt bewegen zul je ook weer zwaarder worden Gezondheidsgerelateerd en prestatiegerelateerde fitheid  Bij prestatiegericht: snelheid, evenwicht,...  Gezondheidsgericht Tests – fysieke fitheid  Eurofit testbaterij  Ontwikkeld tijdens 5 seminaries  Defenitieve test  Tests (zie cursus) 9 testen  Via deze tests een beeld van de fysieke fitheid van een persoon  Algemene richtlijnen, beschrijving,  Eurofitheidstest afnemen bij 98 studenten en kijken of deze veranderen  ICC coorelatie test  kijkt of metingen overeenkomen, kijkt ook of getallen dezelfde waarden hebben 0,7 of hoger is goed, enkel sneltikken was hier niet goed  95% BI: betrouwbaarheids interval  dit is 95% zijn we zeker (of 99% is dan zoveel procent zeker dus strenger) 95% zeker dat de waarden valt tussen 0,54 – 0,83  sneltikken is hier ook minder  Niet omdat spreiding groot is dat meting niet betrouwbaar kan zijn, kan dan ook nog betrouwbaar zijn, je kan dan kijken naar ICC, standaarddeviatie geeft juist de spreiding  Harvard step test  Uithouding  Gedurende vijf minuten op een stapje 30 keer per minuut op en af Harvard step test (hst) index  als je 150s kan volhouden  P2 (ritme niet kunnen aanhouden of echt kapot stopt test), hoe hoger de HST index hoe beter het wordt  Margaria kalamen trappenlooptest  Wingate anaerobe test  Uithouding  Zo hard mogelijk fietsen gedurende 30 seconden  Eerst even opwarmen  Je begint met hoge piek nadien vermindert je vermogen  Ukk wandeltest  Psych mot vier tot zes  Maxilmale krachttest...