Samenvatting recht - idk PDF

Title Samenvatting recht - idk
Course Recht
Institution Hogeschool Gent
Pages 32
File Size 290.8 KB
File Type PDF
Total Downloads 21
Total Views 143

Summary

idk...


Description

Samenvatting recht Hoofdstuk 1 Definitie Verjaring van feiten ( bende van Nijvel) Spagetthi arrest: niemand durfde nog buiten spelen ( ten tijde van Dutroux)  politie zoekt overal in heel België Connorot gaat spaghetti eten ten voordele van slachtoffers Dutroux  niet neutraal advocaat dutroux dient vraag in in opschorting van Connorot Wat is recht?  recht is een zeer breed geheel van dingen die we bestuderen, iets dat afspeelt op een bepaald moment op een bepaalde plaats in de maatschappij  bestuderen gedragsnorm, regels, wie maakt regels, doet ze naleven… geen algemeen aanvaarde bepaling recht recht is een systeem van instellingen en reglingen dat in zijn geheel op een dwingende wijze de uiterlijke aspecten van het samenleven ordent en bevordert het recht is het geheel der regels die op een bepaald tijdstip, in een bepaalde gemeenschap gelden en op haar gezag zijn vastgesteld het recht is een stelsel van dwingede leefregels uitgevaardigd tot beveiliging van menselijke belangen welke in het contact der samenleving in het gedrang dreigen te komen Kenmerken van het recht

1: Het recht is een geheel van regels, regelingen en instellingen 1.1

het recht wordt gevormd door gedragsregels

= in het recht komen tal van regels voor die aan de individuen een bepaalde gedraging voorschrijven, hetzij dat zij hen iets opleggen of verbieden, hetzij dat zij een verlofbepaling inhouden. 1) Gebodsbepalingen (vb aangifte geboorte, kiesplicht, dienstplicht vroeger) 2) Verbodsbepalingen (v bigamie, oneerlijke handelspraktijken, het strafrecht) 3) Verlofbepalingen : het recht bevat regels die niet moeten nageleefd worden, maar waar de ‘mogelijkheid’ bestaat om al dan niet gebruik te maken van de rechtsregel 4) Louter technische regels: in ons rechtstelsels  ontelbare regels die geen gebod of verbod inhouden  dienen om rechtsapparaat te laten draaien  louter technische regels (vb: akten van Burgerlijke stand, inhoud van een dagvaarding, regels over verplichte vermeldingen op een rijbewijs of identiteitskaart)

1.2 -

het recht omvat het geheel van regelingen instellingen recht omschrijven als geheel van regels = te eng recht bestaat niet alleen uit abstracter normen met algemene draagwijdte en op toepassing van iedereen maar bestaat ook uit regelingen die geen regels of normen zijn

-

vb: beschikken die individuele draagwijdte hebben, zoals benoemingen, berichten van naamsverandering,… vb de rechtspraak het recht heeft aantal regels die betrekking hebben op instellingen van land zoals 1) staatsstructuur: de samenstelling, werking en bevoegdheid van wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht 2) gerechtelijke organisatie: samenstellingen, werking en bevoegdheden van rechtbanken

2: het doel van het recht is het ordenen van de samenleving 2.1 het recht is een instrument om het samenleven in groep mogelijk te maken -

-

al in primitieve maatschappij vorm van recht vanaf je in groep leeft afspraken maken ( jacht, voortplanting,..) recht= geen doel op zich maar middel om bepaalde beleidsopties te realiseren uitstippelen van beleid, doel dat men wil bereiken= politiek gebeuren  geen wezenlijk kenmerk van het recht om die reden  recht= afspiegeling van overheersende maatschappelijke tendensen in de maatschappij, van waarden die historisch gegroeid zijn. Recht= noodzakelijk tijdsgebonden Ons recht = resultaat van verschillende ideologische stromingen die onze maatschappij diepgaand hebben beïnvloed, doorgaans zo dat we er niet meer bij stilstaan. Ons recht beïnvloed door joods-christelijk godsdiensten, de principes van de Franse revolutie en een licht gecorrigeerd kapitalisme,, nationalisme en individualisme

2.2 er is in de samenleving een toenemende ‘juridisering’ merkbaar -

Meer en meer neiging alles te willen regelen vB: wettelijke samenwoning onderwijs, medische aansprakelijkheid toenemende complexiteit van de samenleving recht wordt ook complexer en steeds meer gediversifieerd

3:er bestaat een binding tussen gezag en recht -

complexe samenleving moeilijk om burger te betrekken bij rechtsregels (uitzondering: referendum) recht gemaakt door erkend gezag = nodig om naleving van rechtsregel af te kunnen dwingen onze maatschappij  parlementaire democratie met koning aan het hoofd soevereine volkswil ( door verkozen vertegenwoordigers in het parlement)

4: het recht heeft een dwingend karakter -

verplicht karakter= meest wezenlijk karakter recht

-

onderscheid recht van religieuze of morele regels naleven van recht wordt afgedwongen via strafbepalingen rechtsdwang doel tot meer rechtszekerheid te verschaffen rechterlijke macht  sanctionering van de overtreding privaatrecht  burger zelf opkomen voor handhaving van rechtsregel waar hij belang heeft  rechtbank maakt dit mogelijk

enkele belangrijke begrippen 1) objectief en subjectief recht= geldende regels zijn objectief recht, het objectief recht wordt gevormd door de rechtsregel op zich. Uit dit objectief recht put een individu subjectieve rechten ( schadevergoeding) een subjectief recht is de aanspraak die een persoon tgov een ander kan laten gelden op basis van het objectief recht. 2) Rechtssubject en rechtsobject= een persoon die via het objectief recht bevoegdheden krijgt is een rechtssubject. Het rechtsobject is datgene wat het rechtssubject dient, wat hij wil, met andere woorden het rechtsbelang of de rechtsverplichting. Het is een middel waarop bevoegdheid wordt uitgeoefend. BV; een zaak, prestatie 3) Rechtsfeit en rechtshandeling= rechtsfeit is elke omstandigheid waaraan door het objectief recht rechtsgevolgen worden gekoppeld. Een rechtsfeit is een voorval waardoor een rechtsregel in werking wordt gesteld. Men kan ook stellen dat hierbij van belang is dat men niet de intentie had rechtsvolgen te veroorzaken. Bv een gebeurtenis (overlijden, vallen van een steen) of een handeling (vechtpartij, verkeersongeval een rechtshandeling is een handeling die bewust wordt gesteld om de rechtsgevolgen die aan objectieve rechtsregel verbonden zijn, te bekomen  onderscheid= een eenzijdige rechtshandeling betreft de wilsuiting van één persoon (bv testament, uitvaardigen van een wet  een meerzijdige rechtshandeling veronderstelt de wilsovereenstemming van twee of meer personen; bv een koopovereenkomst 4) Dwingend recht en wilsaanvullende rechtsregels =een rechtsregel is dwingend of imperatief wanneer de rechtssubjecten niet mogen afwijken van de door de wetgever opgelegde regel Wilsaanvullende of suppletieve rechtsregels zijn regels waarbij het de partijen vrij staat deze rechtsregels te volgen of een afwijkend beding in hun overeenkomst in te lassen

Hoofdstuk 2: Indeling van het recht Privaatrecht- publiekrecht - Privaatrecht= voornamelijk aanvullende rechtsregels - Deel privaatrecht dwingende rechtsregels, mag niet van afgeweken worden (regels over de staat van de persoon, regels mbt instellingen die fundamenteel geacht worden voor onze samenleving, regels mbt belangen van individuen die bijzondere bescherming behoeven = minderjarigen) - Publiek recht=verhouding tussen burgers en overheid

Verhouding gekenmerkt door ongelijkheid Belang van indviduele burger is ondergeschikt aan belangen van staat die ze behartigt Overheid  zorg dragen voor goede werking van openbare diensten en algemeen belang - Realiseren? eenzijdige rechtshandelingen ondernemen - Vb: fiscale verplichtingen, vrijheidsberoving bij misdrijf, onteigening - Publiek recht ook aantal regels die instellingen van de staat regelen, is dwingend recht Nationaal-internationaal - Nationaal recht= enkel binnen de grenzen van de staat= van toepassing op Belgisch grondgebied - Internationaal recht of grensoverschrijdend recht omvat 1 Verdragen afgesloten tussen België of meerdere staten ( bilaterale of multilaterale verdragen, vb Schengen-verdrag) 2 Verdragen die tot stand zijn gebracht door supranationale politieke instellingen (Vn, EU, Raad van Europa) Bespreking van de verschillende rechtstakken -

1: het nationaal recht 1) Burgerlijkrecht  regelt alle algemene verhoudingen tussen burgers, is een gemeen recht - Tot stand gekomen in 1804 (Code Napoleon) inmiddels zijn maatschappelijke evoluties terk gewijzigd (vb emancipatie van de vrouw) - Personen-en familierecht, zowel het personele statuut als de vermogensrechtelijke regels betrecht - Zakenrecht: statuut van g&d, het verwerven van eigendom, zakelijke rechten,… - Verbintenissenrecht 2) Handelsrecht gevormd door specifieke gebruiken, bewijsregels en handelspraktijken - Afgesplitst van burgerlijk recht - Gevolg van gewijzigde maatschappelijke realiteit - Omvat regels mbt daden van koophandelen ( kopen en verkopen ) en op statuut van handelaar - Reglementering betreffende handelsvennootschappen en faillissementen deel van handelsrecht - Voor volledigheid  internationale handelsrecht belangrijke invloed op ons handelsverkeer 3) Sociaal recht de ontvoogdingsstrijd van arbeiders heeft geleid tot een aparte, beschermende rechtstak - Door evolutie van sociaal recht is deze rechtstak niet meer louter privaatrechtelijk, is op grens van privaat en publiek recht - Sociaal recht kan ingedeeld worden in:  arbeidrecht, dat op zijn beurt onderverdeeld wordt in: individueel arbeidsrecht (arbeidsovereenkomst) en collectief arbeidsrecht (cao)  sociaal zekerheids recht= bevat 7 takken x ouderdos-overlevingspensioenen x werkloosheid

    4) -

5) -

x arbeidsongevallenverzekering x beroepsziektenverzekering x gezinsbijslag x ziekte- en invaliditeitsverzekering x jaarlijkes vakantie Sociale zekerheid bevat zogeheten residuaire stelsel  sociale bijstand ( of maatschappelijke dienstverlening) behoren =uitbreiding van sociale bescherming voor personen die niet in de 7 taken ( zie hierboven) terechtkomen sociale bijstand  aanleiding tot sociale uitkeringen: leefloon inkomensgarantie voor ouderen gewaarborgde gezinsbijslag uitkering aan gehandicapte personen gerechtelijk privaatrecht, privaatrechtelijk procesrecht of burgerlijk procesrecht gerechtelijk privaatrecht  regelt inrichting en bevoegdheid privaatrechtelijke rechtscolleges ( vredegerecht, rechtbank van eerste aanleg, rechtbank van koophandel, arbeidsrechtbank, arbeidshof, hof van beroep en Hof van Cassatie  privaatrechtelijke geschillen) verloop van proces = gerechtelijk recht internationaal privaatrecht rechtsregels die bepalen welk recht voor belgische rechtbank van toepassing is bij conflict tss onderdanen van verschillende staten

het publiek recht omvat volgende rechtstakken 1) grondwettelijk recht - grondwet met twee grote pijlers  regelt inrichting van de staat (= basissturctuur politieke en gerechtelijke instellignen en bevoegdheden) bepaalt dus wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht  fundamentele rechten en vrijheden van burgers  sterk aangevuld door internationale mensenrechtenverdragen - grondwettelijk hof  respect voor grondwet en mensenrechten 2) administratief recht = geheel van wetgeving die praktische werking van uitvoerende macht betreft teneinde de overheid, bestuur en openbare diensten van samenleving ordelijk te laten verlopen - raad van state 3) fiscaal recht en begrotingsrecht - fiscaal recht reglementeert inkomsten van de staat via belastingen - begrotingsrecht regelt uitgaven van de staat 4) strafrecht en strafprocesrecht: - strafrecht  welke handelingen zijn strafbaar en welke straffen (gevangenis of boete) - handelingen strafbaar mate dat op het ogenblik van de feiten een wet bestond die deze handeling strafbaar stelde en slechts tot beloop van maximumstraf die de wet voorziet = strafrechtelijk legaliteitsbeginsel - strafrechtprocesrecht  inrichting en bevoegdheid van de strafrechtscolleges ( politie, correctioneel rechtbank, hof van beroep,…)

-

en procedure van strachtrechtbanken

2: grensoverschrijdend of internationaal recht -

verschillende internationale normen rechtsreeks in op ons nationaal publiek- en privaatrecht

2.1 -

volkenrecht regelt wijze waarop staten onderling betrekkingen hebben met elkaar en hoe zij hun afspraken in verdragen vastleggen werking van internationale organisaties humanitair recht

2.2 -

volkenrecht of internationaal publiekrecht

europees recht

regelgeving van eurpese unie beheerst meer een meer maatschappelijke realiteit

hoofdstuk 3: de bronnen van het recht verdrag - sommige verdragen verbinden enkel overheid van de staten die het ondertekenen - sommige verdragen verlenen ook rechten aan onderdanen van een staat wetgeving

1: De grondwet -

-

basis van nationale rechtstelsel oorspronkelijk: 1831 belangrijkste wijziging betreffen democratisering van het kiesstelsel en federalisering van de stat procedure wijzigen grondwet ingewikkelder grondwetswijziging parlement duidt artikels aan die vervangen moeten worden, parlement wordt ontbonden en komen verkiezingen, nieuw parlement heeft 2 derde meerderheid nodig om wet te wijzigen, koning bekrachtigt wetten wanneer een wetgevend orgaan haar bevoegdheid te buiten gaat, kan de wet, het decreet of ordonnantie vernietigd worden bij het grondwettelijk Hof

2: Wet/Decreet/ordonnantie -

-

bij de onafhankelijkheid van de belgische staat wa België een eenheidsstaat belgië is sinds opeenvolgende staatshervormingen een federale staat geworden ( gevormd door deelstaten) bestaande uit gemeenschappen en gewesten federaal niveau en niveau van gemeenschappen en gewesten bestaat er een wetgevende macht en uitvoerende macht 1) Federaal wetgevende macht= parlement en koning, parlement ( senaat en kamer van volksvertegenwoordigers)  koning= hoofd van uitvoerende macht maar koning= onschendbaar dus in praktijk is regering uitvoerende macht  federale parlement  maakt weten  door staatshervorming  federale parlement groot deel van bevoegdheden overgeheveld naar gewesten en gemeenschappen momenteel: federaal parlement juist nog bevoegd voor onder meer Justitie en veiligheid

-

-

-

Monetair beleid ( maar EU speelt grote rol er in) Sociale zekerheid 2) In België zijn er drei gemeenschappen Vlaamse, Franse en Duitstalig gemeenschap ==> bevoegd voor Cultuur, onderwijs, persoonsgebonden aangelegenheden ( gezondheidszorg, jeugdbescherming,…) Wetgevend orgaan= gemeenschapsraden ( Vlaams Parlement, Franse gemeenschapsraad en Duitse gemeenschapsregering) 3) In België zijn er drie gewesten  Vlaams, Waals en Brussels gewest  bevoegd voor ruimtelijke ordening, leefmilieu, tewerkstellingsbeleid,… Wetgevende organen zijn gewestraden Vlaams parlement en Waalse gewestraad  decreten Brussels hoofdstedelijke raad  ordonnanties Ordonnanties en decreten hebben kracht van een wet  zelfde waarde of rechtskracht hebben Hiërarchie met rechtsbronnen staan zij op voet van gelijkheid met wetten Bevoegdheidsverdeling federatie, gemeenschap en gewesten zeer complex

3: Koninklijk Besluit/ Besluit van de Vlaamse regering, Waalse gewest-of Franse gemeenschapsregering -

-

-

Koning  maakt besluiten die voor de uitvoering van de wetten nodig zijn, zonder ooit de wetten zelf te mogen schorsen of vrijstelling van hun uitvoering mogen verlenen Koninklijke besluiten uitgevaardigd door de uitvoerende macht = administratieve rechtshandelingen kunnen vernietigd worden door raad van State= hoogste rechtbank in het Administratief Recht Gewone rechtbanken en hoven kunnen een onwettig besluit weigeren toe te passen ( exceptie van onwettigheid)

4: Ministerieel Besluit of Besluit van een lid van een deelregering - hoewel uitvoerende en verordende macht bij Koning en deelregering ligt  kan minister verordeningsbevoegdheid geven om in kader van administratie de nodige administratieve maatregelen tot concrete uitvoering brengen

5: Provinciaal reglement alles mbt provincie provincieraad

6:Gemeentelijk reglement -

Alles wat gemeente aanebelangd gereglementeerd door gemeenteraad

De gewoonte - de gewoonte= rechtsbron minder belangrijk geworden de rechtspraak - wetgeving=steeds algemeen - functie van rechtspraak= toepassing maken van algemene regel op individu

- rechter moet interpreteren of duidelijk maken indien niet duidelijk - rechter recht spreken, zoniet  schuldig aan rechtsweigering de rechtsleer - geheel van juridische teksten die door juristen worden geschreven over juridische onderwerpen - beïnvloedt rechtspraak en wetgeving - onrechtsreekse bron van recht algemene rechtsbeginselen - evidente principes - sommige eeuwenoud - recht van verdediging, niemand mag rechter en partij zijn in één zaak - spaggetti arrest

AANVULLEND NOTIES LES: Internationale voorrang op nationale Verdragsrecht  rechtsreeks werkende (voor burgers ook) en niet rechtsreeks werkende Grondwet 1831 model voor grondwet die andere landen inspireren - Wijzigt veel - Democratisering van het kiesstelsel 1893invoering meervoudig stemrecht - Één stem sowieso - Meerdere stemmen aangezien op basis van je belastingen die je betaalt Vrouwenstemrecht ingevoerd 1948 Ook voor gemeenteraad, europees parlement, parlement nationaliteit niet belangrijk Je kan je kandidaat zetten en meedoen aan de verkiezingen als ze lid zijn van europese lidstaat Uitzicht Belgische staat veranderd, federalisatie ( kleine deeltjes van het land krijgen eigen macht) 1) Parlement moet zeggen wat ze willen veranderen ( zie boek) preconstituanten, verklarinig van herzieningen van grondwet ALLES IS OP ZELFDE NIVEAU

W wetgevende macht U uitvoerende macht

FED GW= grondwet W KB koninklijk besluit MB

G/G Geen grond Wet GW Hof D/0 BVR besluit vlaamse regering BLVR

PROV,GEM Vlaams en Waals gewest hebben samen één parlement, in totaal 6 parlementen in België - Militair probleem - Tranferten in sociale zekerheid - In wallonië zijn er meer werklozen dan in Belgïe

-

Zie boek Vakbonden tegen concurreren in eigenland met elkaar Wet en decreet op zelfde niveau Vlaamse dienst heeft VDAB Wetgevend werk = grondwettelijk hof ( vroeger arbitrage hof)

Uitvoerende macht KB= koninklijk besluit Provincie= tussen gemeenschap en federatie Provincie heeft niet zo geweldig veel beslissingsbevoegdheid Moet provinciaal belang zijn (mantelzorg)` Gasboetes OCMW ( moet alles rescepcteren wat

Personen –en Familierecht 1:De Persoon Noties les:

Personen

De dood -

-

Stoppen als rechtsobject ademhaling, hartslag, hersenactiviteit Zo lang mogelijk leven, ‘hiernamaals’ (christendom) Mensen geloven niet meer  wat komt er dan na dood? = geesten  toppunt spiritisme Meer weten na overlijden  opgraven van lijken Krabsporen in doodkisten  opkomst bovengrondse grafkapellen  kan nog uit kist kruipen als je niet dood bent primitieve standen  vooroudervereniging  nog iets met stoffelijk overschot doen lijk  verliest niet zo snel zijn waarde  doodgeboren baby (geen rechtsobject)  Lijkbezorging = wijze waarop lijk wordt behandeld lijkbezorging tot jaren ‘60-70’  enkel begraving begrafenisritueel gelinkt aan religie grootste verschil tussen Islam en christen  islam ( binnen 24 u begraven door in woestijn ontstaan warm) wij  kunnen lijk in diepvries of koude kamer leggen in tropisch regenwoud  snelle ontbinding + besmetting grondwater  crematie nu  meer crematie dan begrafenissen andere mogelijkheden vb nieuwe nr. 3  Jean- Pierre van Rossem; bijzonders voor overleden vrouw  gestorven aan ziekte waar geen remedie voor was  laat vrouw begraven in soort van diepvries  cryonisme  laten invriezen om in hoop later terug tot leven gewekt te worden methode die bij ons misschien goed gekeurd wordt  Andraspanti andraspanti  familieleden vermoord en opgelost

-

Stuk van as meenemen en doen waarmee je wilt (tattoos, naar maan, uitstrooien,…) Door overmatig gebruik incectisiden  bodems biologisch dood Bij begrafenis  be...


Similar Free PDFs