SV Community based werken examen PDF

Title SV Community based werken examen
Author Emma Van Malderen
Course Community based werken in internationaal perspectief
Institution Hogeschool Gent
Pages 62
File Size 1.6 MB
File Type PDF
Total Downloads 61
Total Views 570

Summary

Hoofdstuk 1: Vermaatschappelijking1 What’s in a name? Verschillende definities en verhalen rond wat vermaatschappelijking nu precies zou zijn: o Gaat terug naar de Franse Revolutie o Gedeelde verantwoordelijkheid: ieder v. ons maakt deel uit vd maatschappij, dus we moeten allen ons stukje bijdragen ...


Description

Hoofdstuk 1: Vermaatschappelijking 1 What’s in a name? -

Verschillende definities en verhalen rond wat vermaatschappelijking nu precies zou zijn: o Gaat terug naar de Franse Revolutie o Gedeelde verantwoordelijkheid: ieder v. ons maakt deel uit vd maatschappij, dus we moeten allen ons stukje bijdragen

Filmpje: Het Regionaal Welzijnsplatform: We willen mensen zolang mogelijk thuis laten wonen met behulp van ondersteuning. Hierbij wordt vooral beroep gedaan op thuishulp en mantelzorg. We willen kwetsbare mensen een volwaardige plek laten innemen in de maatschappij (inclusie). We willen mensen laten verbinden met elkaar, verhalen laten doorgaan in ontmoetingsplaatsen. Het gaat hier om een en-en verhaal: cliënt en netwerk, dit netwerk moeten we ondersteunen. Eigenlijk willen we met vermaatschappelijking terugkeren naar de maatschappij waar we met ons zorgverhaal zover van zijn beland. Er is sprake ve veranderde rol vd hulpverlening: coachende grondhouding. We willen mensen laten deelnemen volgens hun eigen draagkracht (vb. Brugwonen). Vermaatschappelijking vergt andere competenties v. professionals/hulpverleners. -

Vermaatschappelijking heeft meervoudig karakter: o Hoge aaibaarheidsfactor o Begrip dekt vele ladingen = containerbegrip:  Beleid, hulpverleners en zorgvragers gebruiken dezelfde terminologie maar geven er é andere invulling aan = Babylonische verwarring  Vaak benoemd met andere begrippen zoals deïnstitutionalisering, participatie, zelfbepaling, besparing, vermarkting… o Onderhevig aan discussie en kritiek

2 Een socio-historische benadering 2.1 Eerste variant: midden 20ste eeuw -

-

Hiervoor België klassieke liberale staat (19e eeuw): geen beschermende maatregelen zoals ziekteverlof, betaald ouderschapsverlof, pensioen… Rol overheid beperkt tot beschermen individuele vrijheid, bewaken veiligheid en sociale orde. Opkomst verzorgingsstaat: Overheid trekt steeds meer zorgverantwoordelijkheden naar zich toe. o Van privésfeer naar openbare sfeer  Proces waarbij steeds meer elementen v. zorg uit privésfeer in openbare sfeer terechtkwamen, ook vanuit openbare sfeer steeds meer bemoeienissen met privésfeer o Sociale zekerheid: Iedereen geeft é sociale bijdrage wat sociale zekerheid garandeert. Als je als burger nood hebt aan ondersteuning, staat overheid daar gedeeltelijk voor in o Overheid zal maw stuk instaan voor regie v. zorg (vb. je mag kind zelf opvoeden zoals je wilt, maar hij moet wel naar school gaan) o Verzorgingsstaat komt onder druk te staan door vermaatschappelijking 1

2.2 Tweede variant: jaren ’60-‘70 Hiervoor werden hulpvragers gereduceerd tot hun problematiek en verloren hun rechten! Kritiek op residentiële zorg: -

-

Extramuralisering vd zorg: recht op volwaardige deelname aan maatschappij (positie v. patiënt als gebruiker leidt tot é patiëntenbeweging) o = streven om buiten muren intramurale instelling (waar iemand opgenomen wordt) gelijkwaardige zorg te bieden, vb. in de eigen woning (thuiszorg) Deïnstitutionalisering: Ontmanteling v. traditionele psychiatrische ziekenhuizen (Basaglia wet 1978) Oprichting centra GGZ, PAAZ en dagziekenhuizen Belangrijke rol voor 1ste lijnszorg (huisarts etc. hulp waar iedereen terecht kan zonder doorverwijzing) + nulde lijn (mantelzorg, zelfhulp)  concentrische cirkels, art 107 (= afbouw bedden psychiatrie, resterende geld moet geïnvesteerd worden in zorg aan personen) o Zorg op zo laag mogelijk niveau proberen organiseren

 Mensen moeten weg vd instituten en verzorgd worden binnen samenleving zelf. De patiënten zijn in de eerste plaats immers burger en mensen met rechten. o Doordat deze personen opnieuw in de samenleving terecht komen was er sprake v. verwaarlozing, isolatie en é verschraling vd zorg (!Belangrijk aandachtspunt!)  Deïnstitutionalisering leidt vooral tot fysieke integratie

2.3 Derde variant: normalisatieprincipe -

Onderscheid tss: o Beperking = persoonskenmerk (vb. beperkte mobiliteit, gehoor, zicht) o Handicap = verlies v. functionaliteit vd beperking als de samenleving er niet goed op inspeelt (vb. praktische zaken, toegankelijkheid, negatieve beeldvorming, maatschappelijke beeldvorming rond dementie…) o Samenleving heeft als geheel verantwoordelijkheid voor de gevolgen v. individuele kenmerken

Deze derde benadering heeft betrekking op onder andere de beeldvorming (Hoe wordt er gekeken naar é beperking -> vb. dementievriendelijke steden)

2.4 Vierde variant: veronderstelde ineffectiviteit van de sociale sector Lijkt sterk op tweede variant: terugdringen v. intensieve en residentiële zorg. Sterkere focus op informele en ambulante zorg. Informele zorg dient meer zorg op te nemen -

Uitgangspunt = Veronderstelde ineffectiviteit v. sociale sector en é ander beeld vd moderne burger leiden tot de overgang ve verzorgingsstaat naar é participatiestaat: o = opnemen v. eigen verantwoordelijkheden (en omgeving) staat centraal. Dit leidt tot:  Wantrouwen tov zorg ontvangende medeburger  Besparingen  Verhogen indicatie-eisen voor zorg: je krijgt vb niet meer de keuze om naar é rusthuis te gaan, maar je bent verplicht thuis te blijven wonen als bejaarde

2

Manier waarop hulpverlening georganiseerd wordt is economisch niet haalbaar  participatiestaat vereist! Centraal = (her)verdelen vd zorgverantwoordelijkheden o

-

 Centraal in alle benaderingen: continue (her)verdeling van zorgverantwoordelijkheden!!! o Burgers en hun sociaal netwerk krijgen meer verantwoordelijkheid doorgeschoven paradox succesfactor voor realiseren v. vermaatschappelijking  Mensen in meest kwetsbare situaties vaak diegene waar sociaal netwerk ontbreekt of niet voor handen is om hulp te bieden

2.5 Nieuw begrip? Of historische constante? -

-

Vormgeving aan de relatie tss overheid en burgers o Wat wordt verwacht v. overheid en burgers om welzijn te organiseren? Rol v. formele hulpverleners (professionals) en informele hulpverleners (mantelzorg, buren, vrijwilligers..) o Wie neemt ondersteuning op in maatschappij? Hoe zit het met keuze v. persoon zelf? Waar en door wie moet zorg opgenomen worden? Verbonden met solidariteitsopvattingen

3 Vermaatschappelijk in de huidige beleidscontext We vinden vermaatschappelijking in alle sectoren: Ondersteuning voor mensen met é beperking (Perspectief 2020), Integrale Jeugdhulp, Geestelijke gezondheidszorg (art 107), Ouderenzorg,...

“Verschuiving binnen de zorg waarbij ernaar gestreefd wordt om mensen met beperkingen, chronische zoeken, kwetsbare ouderen, jongeren met gedrags- en emotionele problemen, mensen 3

die in armoede leven, … met al hun mogelijkheden en kwetsbaarheden een eigen zinvolle plek in de samenleving te laten innemen, hen daarbij waar nodig te ondersteunen en de zorg zoveel mogelijk geïntegreerd in de samenleving te laten verlopen.” “Verschuiving binnen de zorg waarbij ernaar gestreefd wordt om mensen met beperkingen, chronische zoeken, kwetsbare ouderen, jongeren met gedrags- en

4

emotionele problemen, mensen die in armoede leven, … met al hun mogelijkheden en kwetsbaarheden een eigen zinvolle plek in de samenleving te laten innemen, hen daarbij waar nodig te ondersteunen en de zorg zoveel mogelijk geïntegreerd in de samenleving te laten verlopen.” “Verschuiving binnen de zorg waarbij ernaar gestreefd wordt om mensen met beperkingen, chronische zoeken, kwetsbare ouderen, 5

jongeren met gedrags- en emotionele problemen, mensen die in armoede leven, … met al hun mogelijkheden en kwetsbaarheden een eigen zinvolle plek in de samenleving te laten innemen, hen daarbij waar nodig te ondersteunen en de zorg zoveel mogelijk geïntegreerd in de samenleving te laten verlopen.” “Verschuiving binnen de zorg waarbij ernaar gestreefd wordt om mensen met beperkingen,

6

chronische zoeken, kwetsbare ouderen, jongeren met gedrags- en emotionele problemen, mensen die in armoede leven, … met al hun mogelijkheden en kwetsbaarheden een eigen zinvolle plek in de samenleving te laten innemen, hen daarbij waar nodig te ondersteunen en de zorg zoveel mogelijk geïntegreerd in de samenleving te laten verlopen.” “Verschuiving binnen de zorg waarbij ernaar gestreefd wordt om mensen met beperkingen, chronische ziekten, kwetsbare ouderen, jongeren met gedrags- en emotionele problemen, mensen die in armoede leven,… met al hun mogelijkheden en kwetsbaarheden een eigen zinvolle plek in de samenleving te laten innemen, hen daarbij waar nodig te ondersteunen en de zorg zoveel mogelijk geïntegreerd in de samenleving te laten verlopen. Begrippen die hierbij é rol spelen zijn: deïnstitutionalisering (geleidelijke afbouw v. bedden), communitycare, empowerment, kracht- en contextgericht werken, vraagsturing en respijtzorg.” “De lokale besturen nemen ten volle hun regierol op inzake de vermaatschap-pelijking vd zorg. Dit betekent dat ze voluit ondersteuning geven aan de mantelzorgers, vrijwilligerszorg en buurtzorg.” 7

“We blijven verder inzetten op de vermaatschappelijking vd zorg.” = Er is geen onderscheid tss versch. doelgroepen. Voor iedereen die ondersteuning nodig heeft. Iedereen heeft é plaats in de samenleving. -

Centraal hierin staat: o Verbondenheid o Zorg in vertrouwde omgeving o Mensen die het dichtst bij de zorgvrager staan (meestal persoonlijk netwerk) o Mensen met zorgvraag zoveel mogelijk laten participeren aan de samenleving

 Grootste kans op QoL!!!

3.1 Wat is vermaatschappelijking? -

Verschillende kernwoorden: o Deïnstitutionalisering = afbouw vd bedden in de psychiatrie, kleinere leefgroepen o Community care = zorg in én door de samenleving o Krachtgericht werken = inzetten op de krachten vd persoon zelf o Contextgericht werken = kijken naar de krachten vd omgeving om de zorgvraag é stuk te gaan invullen o Vraagsturing = wat willen cliënten zelf in verband met hun eigen ondersteuning o Respijtzorg = zorg aan zorgbehoevende met als doel om diens mantelzorgers tijdelijk te ontlasten en vrijaf te geven

3.2 Positieve en negatieve lezing van vermaatschappelijking -

Positieve lezing: recht op leven in de samenleving + ondersteuning in de samenleving o Op plaats waar mensen leven en niet in residentiële voorzieningen Negatieve lezing: zorg door gemeenschap ipv professionals o Professionals worden gezien als te duur, men moet naar andere antwoorden zoeken

 Subsidiariteit of complementariteit? -

Subsidiariteit: moeten de informele netwerken alles overnemen en de verantwoordelijkheid dragen? Complementariteit: samenwerken met de informele netwerken

Verhouding/spanningsveld tussen het recht op professionele ondersteuning en de plicht om beroep te doen op je sociaal netwerk

4 Positieve aspecten -

Vermaatschappelijking streeft naar é meer solidaire samenleving Het erkent dat elke burger é volwaardige plaats heeft in de samenleving en het recht deze plaats mee autonoom in te vullen (recht op participatie en zelfbepaling) Het erkent de kracht en expertise v. burgers Het voorkomt dat mensen gereduceerd worden tot hun problemen Het voorkomt dat mensen geïnstitutionaliseerd worden en zo geen deel meer uitmaken vd samenleving Het reageert tegen de overprofessionalisering vd zorg

8

5 Aandachtspunten 5.1 Doelstelling vermaatschappelijking Doelstelling vermaatschappelijking = zorg in en door de samenleving en daar deel van uitmaken.

5.2 Inclusief burgerschap: structurele en sociale component -

-

Het is niet voldoende om enkel in te zetten op politieke en fysieke integratie. Er is ook nood aan sociale integratie. o Sensibilisering kan hierin eerste stap zijn: professional, HV kan brugfiguur innemen om bij te staan, belangen te behartigen en zorgt dat recht op verzorging elke burger toekomt Is de samenleving klaar voor integratie van verschillende doelgroepen? (sociaal isolement, misbruik…) Neen.. Angst voor het onbekende, kloof tussen theorie en praktijk.

 Huidige tendensen: veel mensen zijn fysiek aanwezig, maar er is geen sprake v. sociale integratie. Ze voelen zich niet verbonden met andere mensen in de maatschappij (= vermaatschappelijking!)

5.3 Rol van de samenleving Vermaatschappelijking werkt niet wanneer er geen ruimte is in de samenleving voor verandering!! Aandachtspunten: -

-

-

-

Gebrek aan sociale cohesie is probleem en oplossing Meest kwetsbare mensen moeten het meest beroep doen op hun (kwetsbare) netwerk o Dreigen meer door mazen v. net te glippen Nadruk op eigen verantwoordelijkheid kan nadruk op eigen schuld worden o Vermaatschappelijking net zoals persoonsvolgende financiering, gebaseerd op idee v. actief burgerschap waarbij keuzevrijheid, zelfregie en zelfbeschikking worden verwacht Mogelijkheden creëren en voorwaarden vervullen voor participatie o NIET gelijk aan: mensen dwingen tot participatie Inzetten op ambulante hulpverlening en eigen netwerk o Budgettaire overwegingen MAAR ambulante hulpverlening is niet per se goedkoper  Mensen met lichtere zorgvraag ontvangen meer hulp in eigen omgeving, waardoor in residentiële hulpverlening ernst v. problematieken relatief verhogen. Hierdoor moeten weer meer budgetten vrijgemaakt worden voor residentiële hulpverlening o Vanzelfsprekendheid v. ondersteuning door eigen netwerk  MAAR wordt dit netwerk momenteel inderdaad onvoldoende aangesproken?  MAAR kan é mantelzorger zijn ‘mantel’ nog afleggen (zonder schaamte)?  MAAR wat met de belangen en zorgvragen v. mantelzorgers?  MAAR wat met andere rollen? o Hulp zoveel mogelijk ingevuld door het informele netwerk? o Is iedereen “sterk” genoeg om zorg op te nemen? (ondersteuning v. mantelzorgers) 9

o o

Kan je weigeren zorg op te nemen? (plicht tot participatie) Recht op hulp niet langer gegarandeerd

Onderlinge zorg wordt een plicht: overheid schuift verantwoordelijkheid af naar individuele burger, zijn netwerk en de samenleving. Het verdringt het denken over mensenrechten en structurele uitsluiting.

6 Randvoorwaarden -

NIET OF-OF, MAAR EN-EN o Caring for – caring about: alliantie tss zorgvrager  Formele en informele zorg: caring by the community. Telkens in dialoog gaan met elkaar om zo vooruit te geraken o Onvoorwaardelijk recht op hulpverlening bewaken  Aandacht en belangenbehartiging vd meest kwetsbare groepen in onze samenleving  Investeren via sociale hulp en -bijstand

o

Koude én warme solidariteit  Warme solidariteit: aan de slag gaan met noden, burgers ondersteuning bieden om elkaar vooruit te helpen, initiatieven organiseren (vb. Warmste week…)  Koude solidariteit: geboren vanuit overheid. Overheid gaat zich mengen in privé, zorgen voor personen (vb. sociale premie)  Overheid moet investeren in sensibilisering + ten alle tijden recht op hulp garanderen

 Initiatieven (warme solidariteit) zouden ook moeten leiden tot structurele veranderingen (koude solidariteit) = rol v. professional hierin belangrijk, hoe knn wij hiermee aan de slag gaan zodat er in hulpverlening verandering komt -

ONDERSTEUNING o Ondersteuning burger: burger moet zelf keuzes kunnen maken in wie welke hulp aanbiedt (= onvoorwaardelijkheid van het recht op hulp) + zorggarantie o Ondersteuning professional: generalist, bruggenbouwer, belangenbehartiger, vernieuwer, beleidsmaker (flexibiliteit)  opletten voor te grote druk op eerste lijn! o Ondersteuning mantelzorger

Vermaatschappelijking = Mensen moeten in samenleving ondersteuning krijgen, dit kan perfect gebeuren door professional. Geen zorg in samenleving en door samenleving!!! Als er geen informeel netwerk is of zij zien dit niet zitten, dan moet het ook mogelijk zijn om ten volle ondersteund te worden door professionals

10

Hoofdstuk 2: Transculturaliteit De culturele realiteit vormt één vd belangrijkste drijfveren v. vermaatschappelijking

1 Context Samenleving waarin we leven = samenleving v. toenemende demografische transitie, onze samenleving is constant in evolutie/beweging onder verschillende invloeden: het wordt alsmaar diverser, de burgers krijgen é diverser profiel.  Voornamelijk toe te schrijven aan twee maatschappelijke tendensen, twee grote globale evoluties die een sterke impact hebben:

6.1 Migratie Demografische transitie Belgische samenleving onder invloed v. migratie o Zo oud als de mensheid: mensen zijn steeds op zoek geweest naar é plaats waar ze zich knn vestigen. (vb. jagers-verzamelaars leiden duidelijk nomadisch bestaan, Griekse expansie en Romeinse kolonisatie zorgden voor grote migratiebewegingen. In 19e eeuw: Ierland naar Amerika door Ierse hongersnood) o Geschiedenis gekleurd door grote migratiestromen 1) Inkomende migratie:  Steenkoolmijnen: de grote industriële heropleving na WOII had nood aan bijkomende arbeidskrachten: er werd é actief migratie beleid gevoerd: gastarbeiders vanuit Italië, Marokko, Turkije (bracht é grote golf v. economische migratie met zich mee) 2) Uitgaande migratie:  Ontdekking v. nieuwe terreinen door wereldreizen heeft é grote migratiestroom met zich meegebracht om die landen te gaan verkennen en mensen gingen zich daar vestigen.  Na WOII zijn er veel mensen op de vlucht gegaan naar buurlanden om é veilige haven te zoeken en é oversteek te maken naar Amerika voor é nieuwe toekomst -

11

-

Nu hebben we te maken met complexere en gediversifieerdere migratiepatronen op versch. vlakken: o Herkomst: nu veel versch. mensen naar versch. plaatsen. Vroeger homogene immigratiestromen. Nu komen mensen uit alle uithoeken vd wereld. o Routes: vroeger eenduidig/zichtbaar, nu verdoken en clandestiene routes o Drijfveer: vroeger economisch, sinds ’90 voornamelijk politiek getint. nu uiteenlopend (toerisme, studeren) o Statuut: vroeger kreeg men werkvergunning, nu zijn er diverse vergunningen (vb. nieuwe nationaliteit, dubbele nationaliteit, toeristen, studenten, asiel aanvragen…)

6.2 Mondialisering -

-

Demografische transitie Belgische samenleving onder invloed van mondialisering: o Eind 20e – begin 21e eeuw o Toenemende verwevenheid tss gebieden en samenlevingen op aarde o Wereldwijde economische, politieke en culturele integratie o Toenemende invloed internationale afspraken en ontwikkelingen  Verkeer kapitaal, goederen en diensten wordt veel sterker georganiseerd o Globale interafhankelijkheid  Nationale overheden zijn verbonden met processen op mondiaal vlak, beslissingen die daar worden genomen op vlak v. politiek en economie zijn heel sterk merkbaar in onze samenleving o “De wereld, ons dorp” (‘global village’, Mc Luhan): iedereen is op de hoogte v. elkaar o Transnationalisme = Leven in netwerken ipv traditioneel afgebakende gemeenschappen Veel critici, anti-globalisten = beweren dat Westen invloed wilt uitoefenen op rest vd wereld. Wereld wordt sneller omgevormd tot Westerse model, overal zien we invloeden hiervan (kapitalistische, liberale, Westerse waarden). o Belangrijk om te begrijpen hoe nationale, lokale o’lingen beïnvloed worden door globale o’lingen. Dit zowel op positief als negatief vlak. We moeten onze blik gaan verbreden.

6.2.1 Superdiversiteit Toenemende sociaal-culturele differentiëring in de Belgische samenleving: -

-

Veranderd profiel van bevolking in onze samenleving (etnisch-culturele) diversiteit als integraal onderdeel vh socio-culturele landschap o Demografische transitie in onze samenleving. Globaal beeld v. Belgische samenleving o Demografische analyse laat ook zien dat het vooral meer kinderen en jongeren zijn met é migratieachtergrond. Hieruit knn we afleiden dat diversiteit komende jaren nog verder zal uitgroeien. Vroeger perspectief: minderheden moesten zich aanpassen aan meerderheid. Nu perspectief: demografische minderheid aan het verdwijnen. Besef groeit dat we opnieuw moeten nadenken over hoe we gaan samenleven?

Superdiversiteit heeft tw...


Similar Free PDFs