SV ecologie PDF

Title SV ecologie
Author Sara Briers
Course Ecologie
Institution Odisee hogeschool
Pages 8
File Size 166 KB
File Type PDF
Total Downloads 88
Total Views 180

Summary

samenvatting ecologie...


Description

Ecologie en wonen H1: Duurzame ontwikkeling als ijkmaat Definitie duurzame ontwikkeling Duurzaamheid = Herschikken van technologische, wetenschappelijke, milieu-, economische en sociale grondstoffen op zo’n manier dat het systeem dat van deze herschikking het resultaat is, kan blijven bestaan in een evenwichtstoestand in tijd en ruimte Duurzame ontwikkeling vervult de noodwendigheden van de huidige generatie zonder de mogelijkheid in de weg te staan voor de volgende generaties om aan hun noodwendigheden tegemoet te komen.

Historiek milieuconferenties  Stockholm 1972 (1e VN-milieuconferentie) - Vooruitgang brengt bepaalde nevenverschijnselen voor het milieu met zich mee - Oplossen op wetenschappelijk-technische manier (bv. waterzuiveringsinstallaties, hoge schouwen, filters)  Naïrobi 1982 (2e VN-milieuconferentie) - Milieuproblemen niet alleen positief wetenschappelijk benaderen, ook sociaal-economisch  Brundlandtrapport 1987 “Our common future” = Rapport voor VN, opgesteld door World Commission for Environment and Development > Brengt armoede en milieuproblemen samen  Basis voor DO  Rio De Janeiro 1992 (1e VN-conferentie over DO) - Erkenning van grootschaligheid van milieuproblemen (bv. aantasting van ozonlaag, klimaatwijziging) - Verband tussen milieu en ontwikkeling (werkdocument (Agenda 21)  Johannesburg 2002 (2e VN-conferentie over DO) - Pleidooi van bredere en meer effectieve implementatie van Agenda 21 Brundtlandrapport – 1987 Essentiële elementen  In overeenstemming brengen van milieu, economische en sociale dimensies > Verschillende doelstellingen  Overlappingszone zo groot mogelijk maken door wetenschappelijktechnische methodes.  Wereldwijd perspectief  Ruimte o Lokaal: In onmiddellijke omgeving (tuin, straat, woonwijk) > Aantasting leefmilieu (lucht-bodem-water-licht-geluid-verontreiniging) Bv. Sociale woonwijk op voormalig stort  Oplossing: Afbraak en grond afgraven o Continentaal: In meerdere landen > Milieuproblemen zijn internationale problemen Bv. Waterbeleid voor rivieren  lopen soms door meerdere landen Bv. Tsjernobyl  Verhoging radio-actieve straling, ook in buurlanden o Wereldvlak Bv. gat in de ozonlaag, boven zuidpool, door daling ozonconcentratie in stratosfeer (= O3  Belangrijk voor filtering van schadelijke UV-stralen vd zon > Oorzaak: CFK’s die gebruikt worden











  

Transgenerationeel perspectief  Tijd > Milieuproblemen = Lange termijn problemen (bv. stockage radio-actief afval) > Moeten over de generaties heen worden aangepakt > Gebruik grondstoffen voor 1 generatie = OK  Maar voor de volgende dreigt er tekort Noden milieu: o Erkennen wat de mens nu nodig heef o Rekening houden met de noden van de toekomstige generatie (bij benutten van hulpbronnen)

Geselecteerde onderwerpen in DO Wereldbevolking: Stabilisatie - Nu: Exponentiële groei wereldbevolking - 2070/2080: Stabilisatie op 12 miljard > Samen met verhoging levensverwachting schept dit problemen voor voedsel- en watervoorziening, drinkbaar water is/wordt een groot probleem Landbouw: Lage inputs, geïntegreerd, ecologisch - Streven naar landbeheer met moderne technologieën in overeenstemming met draagkracht milieu op langere termijn Energie: - We verbruiken veel energie waarbij CO2 vrijkomt Energiebronnen = Schaars en schadelijk - We verspillen ook veel energie bij omzetting  Energie besparen door Rationeel Energie Gebruik (REG) (bv. isolatie, hernieuwbare energie) Materialen: Minder verpakkingsmateriaal, recyclage en substitutie Bossen en zeeën: Duurzaam gebruik (bv. Leegvissen van zeeën  Noden volgende generaties niet vervuld) Biodiversiteit: Beschermen van soorten en ecosystemen - Beschermen van planten en diersoorten en het ecologisch systeem waar ze deel van uitmaken - Er verdwijnen veel soorten veel te snel

Rio de Janeiro Verklaring van Rio – algemene principes (25)  Voorbeelden:  Intra-generationeel gelijkwaardigheidsprincipe: Iedereen binnen éénzelfde generatie heef recht op gelijke toegang tot milieugrondstoffen en gezond leven  Inter-generationeel gelijkwaardigheidsprincipe: Noden van toekomstige generaties erkennen  Subsidairiteitsprincipe: Beslissingen over milieu en DO worden genomen op beslissingsniveau dat zo dicht mogelijk bij burgers licht en effectief blijkt  Lokaal als het kan, globaal als het moet  Voorzichtigheidsprincipe: Als onomkeerbare schade dreigt mag men zich niet verschuilen achter wetenschappelijke onzekerheid om niet te handelen (bv. Tsjernobyl 1986)  De vervuiler betaalt: Vervuiler moet kosten dragen van voorkomen en controleren van vervuiling > OK, maar bedrijven rekenen de prijs door aan de consument  Gebruiker betaalt i.p.v. vervuiler

Conventie over de klimaatwijziging Conventie = Akkoord tussen verschillende landen die ondertekenen en die zich engageren om in hun eigen land de wetgeving hierop af te stemmen  Sterk VN-instrument Broeikassen: Door hoge CO2-uitstoot stijgt temperatuur ronde de aarde  Talrijke gevolgen  Klimaatwijziging (ijspoolkap smelt, zeespiegel stijgt, tropische ziekten nemen toe, …)  Uitstoot broeikasgassen moet dalen

   

Conventie over de biodiversiteit Behoud van planten en diersoorten Bescherming van kwetsbare planten en diersoorten Zorg voor ons ‘biologisch erfgoed Bescherming van genetisch materiaal

Conventie over de verwoestijning Woestijnen breiden uit  1/6 van bevolking leef in gebied waar verdroging voorkomt > Oorzaken: Overbeweiding, kappen bomen en te intensieve bebouwing van grond > Gevolgen: Hongersnood, migratie en oorlog > Conventie bevat afspraken om verwoestijning tegen te gaan Principeverklaring over het beheer van bossen Bossen = Reservoirs van biodiversiteit en koolstof  Duurzaam bosmanagement = !!!



  

Agenda 21 Meest concrete document uit de Rio-conferentie Draaiboek met acties en programma’s voor DO van Rio Aanzet tot operationalisering van DO Maatschappelijke en economische dimensies: > Aandacht voor: Bevolkingsgroei, armoedebestrijding, huisvesting, gezondheidszorgen > Veranderen van productie- en consumptiepatroon in het Noorden (en Zuiden) Grondstoffen: Verdere aantasting en belasting van het milieu tegengaan (bv. milieuverantwoordelijke afvalverwerking, bescherming zeeën en oceanen) Doelgroepen: Vrouwen, kinderen, inheemse volkeren, bedrijfsleven, werkgevers en werknemers, vakbonden, wetenschappers, milieuverenigingen, …  Iedereen Middelen voor implementatie (uitvoering): o Bevorderen van educatie o o o

Bewustwording van de problematiek Wettelijke en organisatorische instrumenten Financiële ondersteuning

Voorbeeld België: Nummerplaat inleveren voor gratis Lijn-abonnement

Johannesburg 2002 ‘Plan of implementation’ (belangrijkste agendapunten)  Armoedebestrijding  Veranderen van productie en consumptiepatroon  Bescherming en beheer van natuurlijke hulpbronnen die basis vormen van economische en sociale ontwikkeling o Oceanen, zeeën, eilanden, kustgebieden o Veiligere wereld: Risicoanalyse, beheer catastrofes o Verontreiniging van de atmosfeer: Klimaatwijzigingen, stratosferisch ozon o Landbouw: Geïntegreerd landbeheer en watergebruik o Verwoestijning o Berg-eco systemen o Biodiversisteit o Mijnbouw o Duurzaam toerisme  Globalisering wereldeconomie: Om onze levenstandaard te behouden/vergroten, gebruiken we teveel hulpbronnen, ontwikkelingslanden verarmen, spelen niet mee in wereldeconomie (kloof N-Z wordt groter)  Onafhankelijke kleine eilandstaten: Zelfvoorziening van eilanden zorgt voor meer milieuproblemen  Op eiland bots je vlugger op de grenzen van de natuur  Afrika: Onderzoek en behoud van biodiversiteit

     

Middelen voor implementatie Financieel (bv. subsidies voor ontwikkeling van milieuvriendelijke technologieën) Capaciteitsopbouw en transfer van milieutechnologieën Opleiding Toegang tot onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma Partnerschappen tussen regeringen, bedrijven, … Instituties voor DO (bv. steunpunt agenda 21)

 

Besluit DO = !!! concept om maatschappijen te ordenen Al meer dan 15 jaar staan dezelfde elementen op DO-agenda

H2: Luchtverontreiniging Klimaatwijzigingen Broeikaseffect Aarde is overdekt met een dampkring  Anders veel te koud zijn voor menselijk leven = Atmosfeer: Koolstofdioxide, methaan en andere gassen = Broeikasgassen  Houden warmte van aarde vast = Broeikaseffect  Doet zich voor wanneer zonlicht door de atmosfeer schijnt en aarde raakt > Deel van het zonlicht wordt teruggekaatst > Ander dele wordt geabsorbeerd  Verwarmt het aardoppervlak  Zendt infrarode straling de atmosfeer in waar broeikasgassen deze straling vasthouden  Aarde blijf warm Door verbranding van steenkool, olie en aardgas stijgt hoeveelheid broeikasgassen (vooral CO²) in atmosfeer > Bomen en planten halen CO² uit de lucht, maar door het kappen zijn er minder bossen  Minder CO² uit lucht halen > Alls we blijven verbranden zal het broeikaseffect versterkt worden  Temperatuur aardoppervlak neemt toe  Grote milieuproblemen Broeikaseffect = Natuurlijk verschijnsel  Basis: Samenstelling van de atmosfeer Gassen die bijdragen tot verhoging broeikaseffect  Methaan (CH4) - Komt in atmosfeer door het winnen, maar vooral door transport van aardgas - Komt vrij bij rotting - Probkleem: Steeds meer in atmosfeer  Meer warmte wordt vastgehouden  Stijging temperatuur  Distikstofoxide (N20) - Resultaat van onvolledige verbranding - Probleem: Laatste 200 jaar aanzienlijke toename  Meer warmte wordt vastgehouden  Stijging temperatuur  Koolstofdioxise (CO²) = Verbrandingsproduct van alles wat koolstof bevat - Overal waar bladgroen aanwezig is, wordt CO² uit de lucht gehaald  Bossen = !!! - Ook groene zeewieren nemen CO² op  Wieren worden gegeten door vissen  Vissensterven, zinken naar boden  Koolstof zinkt weg - Probleem: We sturen steeds meer CO² de lucht in, er zijn minder bossen die CO² uit de lucht halen  CO² hoeveelheid in atmosfeer stijgt  Meer warmte wordt vastgehouden  Chloor, Fluor, Koolwaterstoffen (CFK) - Worden geproduceerd sinds +/- 1920 - Worden gebruikt als koelmiddel in koelkasten, als drijfgas in spijtbussen, als reinigingsmiddel voor microelectronica - Blijven lang in de lucht aanwezig en beïnvloeden capaciteit van atmosfeer om warmte te vangen  Weinig CFK’s kunnen veel warmte vangen, veel meer dan C O²

Aandeel broeikasgassen tot het broeikaseffect:

CO²: 55% + 30 % laatste 200 jaar  Verantwoordelijk voor de helf van de problemen CFK’s: 24% CH4: 15% + > 100% laatste 100 jaar N2O: 6% + 15% laatste 250 jaar  Meting: Onderzoeken van aanwezige gassen in de ijslagen van het poolijs, uit verhouding van aanwezige gassen in de verschillende lagen kan men de temperatuur en de temperatuurevoluties afleiden  Bedenking: Is de lucht aan de pool hetzelfde als de rest van de wereld? Verantwoordelijk voor de toename: Vooral industrielanden  Top 10 meest vervuilende landen: US, China, Rusland, Japan, India, Duitsland, UK, Canada, Korea, Italië = 66% Aandeel sectoren in de emissie van broeikasgassen:  Industrie: 43%  Gezin en diensten: 37%  Transport: 20% Industrielanden hebben een grotere invloed op CO² dan ontwikkelingslanden  Meer verantwoordelijkheid

Waargenomen veranderingen/effecten  Klimaat - Gemiddelde temperatuur stijgt > Wereldwijd: +0,6 °C in 20e eeuw  Grootste toename aan polen > Lokaal: Warmste zomers in de laatste 15 jaar - Neerslag: Stijging temperatuur heef invloed op hoge- en lagedrukgebied  Overvloedige neerslag of lange periodes van droogte - Vochtigheid: Neerslag wijzigt dus ook de vochtigheid  Ecosystemen - Aanwezigheid van dieren en planten is afhankelijk van klimaatomstandigheden  Als die wijzigen, veranderen ook de ecosystemen - Stijging niveau zeewater > Voorspelling: 9-88 cm in 2100 > Grootste temperatuurschommeling is aan de polen, poolijs smelt en er komt meer water in zee > Hogere temperatuur doet water uitzetten, zeewater stijgt > Gevolg: Grote gebieden raken overstroomt  Gezondheid - Verspreiding van ziektes (malaria) - Men verwacht spreiding over grotere gebieden  Niet iedereen kan zich even efficiënt beschermen - Andere directe effecten: Relatie tussen de stijging van de temperatuur en het sterfecijfer bij hartziekten en cerebro-vasculaire aandoeningen - Indirecte effecten: Veranderingen in landbouw en veeteelt, kunnen de voedselproductie beïnvloeden  Sociale migratie - Door oprukken van de woestijn kunnen mensen niet meer in hun levensonderhoud voorzien en migreren  Economisch - Verzekeringssector in US moet door orkanen in Caraïben en Zuid-Florida steeds meer geld uitkeren - Aangewezen klimaat om graan te telen verschijf 100 km naar noorden (Canada)  Toch laat landschap het niet toe om daar graan te kweken  Inkomen van boer daalt  Boer verlaat stiel  BBP daalt Nu waargenomen veranderingen  Stijging concentratie broeikasgassen in de atmosfeer

     

Wereldwijd toename gemiddelde temperatuur met 0.6°C gedurende de 20e eeuw Warmste zomers tijdens de laatste 15 jaar Toename extreme weersomstandigheden Verspreiding van planten Daling skizekerheid in laaggelegen skigebieden Smelten poolijs/gletsjers

Gevolgen van een stijging van + 4°C scenario  Droogte: 10% minder voedsel wereldwijd, meest uitgesproken in Afrika  Overstromingen: Kustgebieden, Vietnam en Bangladesh zijn het meest getroffen  Smelten (pool)ijs: Helf van de Toendra bedreigt, Europa verliest 80% van zijn gletsjers  Gezondheid: 80 miljoen meer mensen bedreigt met malaria, 2,5 miljard met dengue koorts  Biodiversiteit: 20% tot 5% van de levende soorten op land bedreigt met uitsterven

Beleid  1973: Oliecrisis, eerste reflex over REG, nog geen discussie over klimaatwijziging  1987: Wetenschappelijk panel buigt zich over de problemen  1992: UNCED-Rio: 157 landen ondertekenen akkoord om iets te doen aan CO2 uitstoot  1997: Kyoto protocol = Concreter, hoeveel verminderen op welk termijn?  8% tegen 2008-2012  2005: Kyoto protocol in werking  Doel: CO2 verminderen Aard van de energiebron De keuze van de energiebron is doorslaggevend voor de hoeveelheid CO2 die uitgestoten wordt Kernenergie Traditioneel koolstofgebonden Hernieuwbare energiebronnen energie Wind, water, zon en biomassa - Voordeel: Geef praktisch geen Zware stookolie, stookolie, = Enige zinvolle oplossing benzine, gas, hout CO2 in de lucht vrijdag - Nadeel: Bij verbranding komt - Nadeel: Veiligheid van de CO2 vrij, bij onvolledige werking, radioactief afval, verbranding ook N2O bedreigde veiligheid (terroristische activiteiten) Energieverbruik door consumenten Wagen - Ideaal: Wagen die rijdt op H2 (uitstoot H2O)  Niet haalbaar - Laatste 20 jaar is brandstofverbruik gedaald van 20L naar 8L/100km  Zou nog lager kunnen, maar industrie brengt deze wagens onvoldoende op de markt - Wel haalbaar:  Wagen minder te gebruiken  Zuiniger rijden  Lettenop het CO2 etiket  Stimulerende maatregelen voor bedrijfsvervoerplannen (bv. fiscale voordelen voor weinig vervuilende wagen, nummerplaat inruilen voor gratis Lijn-abonnement) Energieverbruik in de woning - 75% verwarming , 10% warm water, 10% verlichting en elektrische apparatuur, 5% koken  Efficiënt energeiverbruik vooral richten op eerste categorieën

-

Energiebeperking:  Isoleren: Dak, muren, vloeren, ramen  Verwarmingsinstallaties: Hoogrendements- en condensatieketels, gas, stookolie > Niet aan te raden: Elektriciteit, allesbrander en houtkachel > Passieve zonne-energie: Water laten opwarmen door de zon  Foto-voltaïsche cellen: Elektriciteit uit zonne-energie winnen is mogelijk maar het maken van het systeem vraagt meer energie dan wat je kan besparen  Huishoudapparaten/verlichting: > Grote verslinders: Alle toestellen die warmte produceren, letten op energielabels > Spaarlamp: Duur in aankoop, zuinig in verbruik > Sluipverbruik: Waaklichtjes en lekken  Lichten uitdoen en apparaten uitzetten !!!  Domotica: Computergestuurd allerlei apparaten bedienen zou tot REG moeten leiden  Energie-audit: Brengt energieverbruik in kaart

Maatregel i.v.m. energiezuiniging Oude verwarmingsketel vervangen door hoogredements- of condensatieketel Isolatie van dak bij renovatie Aankoop energiezuinige toestellen Spaarlampen i.p.v. gloeilampen Spaardouchekop en doorstroombegrenzer Installatie zonneboiler Sluipverbruik uitschakelen Installatie FV-panelen

Besparing ++++ ++++ +++ +++ +++ ++ ++ ++

Terugverdientijd 5-10 jaar 5-10 jaar 5-10 jaar < 1 jaar < 1 jaar 10-20 jaar Onmiddellijk 15-60 jaar

Elektriciteitsmaatschappijen stimuleren verbruik door eerste KW/u duurst aan te rekenen  Zou net omgekeerd moeten zijn (ook zo bij waterverbruik) Als we het eens zijn met het dubbele van de natuurlijke waarde aan CO in de atmosfeer, en er de risico’s bijnemen, moeten we de CO2-uitstoot met 60% verminderen! Er is nu nog maar 8% voorgesteld...


Similar Free PDFs