Emancipatorisch werken 1 PDF

Title Emancipatorisch werken 1
Course Agogiek 2
Institution Arteveldehogeschool
Pages 8
File Size 205.3 KB
File Type PDF
Total Downloads 83
Total Views 126

Summary

Download Emancipatorisch werken 1 PDF


Description

EMANCIPATORISCHE HULPVERLENINGSRELATIE

Een emancipatorische hulpverleningsrelatie 2.1 Het Begrip emancipatorisch werken Emancipatie en empowerment zijn gevolg van kwaliteit van leven een andere invulling dus moet ook de zorg zich daaraan aanpassen Mensen maken hun eigen keuzes, zelfredzaamheid en autonomie worden gestimuleerd

Emancipatie In politieke en sociologische betekenis bevrijden van een bepaalde groep mensen uit een ondergeschikte positie.

Emancipatie In agogische betekenis mensen mondiger en zelfstandiger worden in relatie tot anderen.

Emancipatie gaat altijd over het verbeteren van de positie van een individu of groep in de samenleving, met als doel los te komen van bevoogding en van de goedbedoelde zorgzaamheid en tot gelijke rechten en plichten te komen. Maw minder afhankelijk van de hulpverlener en de client blijft zelf leren

Doel emancipatie Client minder afhankelijk maken =>zelfstandige positie in de samenleving

sociale emancipatie aanpassen van de verwachtingen en normen van de maatschappij hindernissen in de samenleving aanpakken en verwijderen .Doel gelijke rechten en kansen in een inclusieve maatschappij.

individuele emancipatie vergroten van de ontwikkelings- en ontplooiingskansen client client is persoon die zelf vorm en inhoud geeft aan zijn leven.

2.2 Krachtlijnen in het emancipatorisch proces 2.2.1 BEWUSTWORDING

Pagina

1

Wat is Bewustwording De cliënt wordt bewust van zichzelf, van zijn omgeving, van zijn rechten als mens in de samenleving.

Eigenschappen Bewust van eigen competenties en beperkingen

EMANCIPATORISCHE HULPVERLENINGSRELATIE zelfredzaamheid betekenis voor anderen kansen om te experimenteren en te (mis)lukken en duidt het effect dat de cliënt heeft op anderen omgeving stilstaan bij en praten over de anderen die de cliënt omringen sociale perspectieven er wordt namelijk op een bepaalde manier gekeken naar cliënten  de cliënt moet dit weten en vanuit dat besef keuzes maken en de hulpverlener ondersteunt hierbij Zich bewust worden van zijn rechten – cliënt laten voelen dat hij zelf keuzes kan maken en verantwoordelijkheid voor zijn eigen leven mag opnemen. (vb patientenrechten, je kan altijd iets weigeren van dokter maar niet veel mensen durven dat)

2.2.2 GELIJKWAARDIGHEID : EEN BASISHOUDING Emancipatorisch werken = vertrekken vanuit een gelijkwaardige positie. 'gelijkaardig VS gelijkwaardig gelijkaardig = gelijke= NIET CLIENT gelijkwaardig = CLIENT = is even veel waard maar heeft ondersteuning nodig

kenmerken gelijkwaardig handelen: niet boven, maar naast de ander. bewust en zorg omgaan met macht. Je opleiding, ervaring en positie brengen met zich mee dat je macht hebt Dus we starten uit een niet gelijke positie maar proberen zo gelijkwaardig mee om te gaan eigen waarden en normen bepalen mee wat we vr een ander willen Uiteraard zijn er ook waarden en normen in de samenleving waaraan we ons ‘conformeren’. Leven client sturen kritisch bekijken en te focussen op de vragen van de cliënt. Gelijkwaardigheid = transparant te werk voorspelbaar en doorzichtig te handelen, waardoor deze je kan volgen en meer greep krijgt op zijn leven.

Pagina

2

2.3 Inleiding : de spelers in de hulpverleningsrelatie Context speelt belangrijke rol Hulpvragers brengen levensstijl , geschiedenis , sociale vaardigheden ervaringen in de hulpverleningsrelatie binnen

EMANCIPATORISCHE HULPVERLENINGSRELATIE

Werkwijze van de hulpverlener word ook bepaald door zijn levensgeschiedenis opleiding organisatie context

2.3.1 DE CLIËNT Ander woord = hulpvrager

Wie is de cliënt? → mensen met uiteenlopende problemen op gebied van leven en samenleven. → niet iedereen die problemen ervaart doet beroep op HV → niet iedereen die hulp zoekt doet beroep op MW

MW -cliënten zijn voornamelijk: → lager opgeleiden → minder welstellende → verbaal minder sterk

Gevolg Bennen verhoogd risico voor lichamelijke psyhische problemen

Risicogroepen die meer vertegenwoordigd zijn Laaggeschoolden en ongeschoolden Alleenstaanden Werklozen Bewoners van achterstandswijken Ouderen met een overlevingspensioen Migranten, vluchtelingen, asielzoekers Eenoudergezinnen Allochtone jongeren

IEDERE CLIENT IS UNIEK MW moet dus bij een eerste contact met een open blik naar het verhaal van de cliënt luisteren.

Pagina

3

Denken en voelen niet laten bepalen door ervaringen in het verleden Opgelet met vooroordelen! Valkuil: Ookal komen verhalen terug je moet bij elke nieuwe client beginnen met een nieuwe lei

EMANCIPATORISCHE HULPVERLENINGSRELATIE

CONTEXT VAN DE CLIENT = de omgeving van de cliënt voor zover deze de cliënt beïnvloedt.

Een cliënt bestaat “in relatie tot” Cliënten hebben een geschiedenis, maatschappelijke context, sociaal netwerk Deze context heeft bepaalde opvattingen, waarden en normen. = cliënten hebben verschillende contexten die in kaart moeten worden gebracht = contextanalyse Wat een cliënt zegt krijgt betekenis door het te plaatsen in die contexten.

Door de context te weten kan je de client haar reacties en belevingen beter begrijpen en plaatsen en zo ook beter helpen Hoe de client beter begrijpen Persoonlijke levensgeschiedenis de waarde en normen de bredere achtergrond De belangrijke personen in de omgeving en belangrijke gegevens situaties = thuissysteem van de client

Context in kaart brengen CONTEXTANALYSE : → genogram Grafische voorstellein gvan samenstelling familie voor 3 generaties → duplopoppen dient om familieverbanden te visualisren

→ sculpting Hier brengen we echte personen mee om situaties te herspellen

Sociaal Netwerk Alle betekenisvolle of relevante derden Wie speelt op welke manier een rol in het leven van de cliënt In kaart via: Netwerkschema/ Ecogram Zicht op: grootte, variëteit, dichtheid,



bereikbaarheid, aard, … relaties

De context is medebepalend Contextinformatie

meer betekenis te geven context = verhelderende kijk.

Pagina

4

De context is geen oorzaak maar wel medebepalend.

Hoe meer risicofactoren in iemands context aanwezig zijn, hoe moeilijker het is voor betrokkene(n).

EMANCIPATORISCHE HULPVERLENINGSRELATIE

Door wat iemand zegt of doet expliciet te plaatsen in zijn context krijg je

het

effect

dat

mensen

gaan

zien

dat

ze

niet

alleen

verantwoordelijk zijn voor het feit dat dingen moeilijk lopen. Ze leren nog meer verbanden zien en dat geeft over het algemeen heel wat opluchting. Contexthiërarchie



dat je als hulpverlener een bepaalde rangorde in de contexten van het leven van de cliënt moet respecteren. Kan je als hulpverlener bijvoorbeeld over opvoeding beginnen als er geen eten in huis is?

Contextevolutie



De context van iemand kan ook veranderen. Contextevolutie kan gebeuren binnenin het systeem zelf of van buiten uit. -

Van binnenuit: verandering van interne omstandigheden van een

systeem. Vb. door de scheiding van de ouders gaat de vader elders wonen.

Alle

gezinsleden

moeten

hieraan

wennen.

Stilaan

veranderen een aantal gewoontes. -

Van buitenuit: invloeden van buitenaf die ervoor zorgen dat de

context van een systeem wijzigt. Vb. door de economische crisis heeft vader ontslag gekregen, waardoor het gezin het moeilijk heeft om rond te komen. 2.3.2 DE HULPVERLENER Naast de cliënt staat de hulpverlener. De werkwijze van de hulpverlener => levensstijl, zijn normen en

waarden, zijn levensgeschiedenis, zijn opleiding, zijn organisatiecontext,

Pagina

5

de maatschappelijke verwachtingen,… MAW hulpverlener maakt deel uit van een systeem.

EMANCIPATORISCHE HULPVERLENINGSRELATIE

BEROEPSATTITUDE VAN DE HULPVERLENER beroepspersoonlijkheid voortdurend proces waarin de werker steeds meer zicht krijgt op wie hij is, wat hij kan en niet kan. Hij maakt keuzes, hij schept kansen. Een professioneel maatschappelijk werker gaat dus nooit ‘zomaar’ aan de slag met mensen. Hij handelt bewust en methodisch en kan zich voor de gemaakte keuzes verantwoorden. Hij kijkt op een open en kritische wijze naar het eigen handelen1. Uit onderzoek blijkt dat cliënten van de hulpverlener het volgende verwachten: Cliënten verwachten dus van de hulpverlener een combinatie van een ‘actief-sturende’ en een ‘ervaringsgerichte’ houding.  Actief sturend geeft aan dat de cliënt concrete handvatten wil krijgen en dat je als hulpverlener daarin initiatief mag tonen, mag sturen  Daarnaast wil de cliënt geen standaardbehandeling. Hij wil dat je vertrekt vanuit zijn persoonlijke ervaring (ervaringsgericht).  De hulpverlener moet dus op zoek naar een combinatie van ‘praktisch’ en ‘persoonlijk’ werken. Zoeken naar een evenwicht hierin vormt een uitdaging voor elke hulpverlener. Deze houding wordt ook wel benoemd als een ondersteunend-directieve houding.  Ondersteunend verwijst naar betrokken en warm zijn  directief naar doelgerichtheid (zie ook functionele samenwerkingsrelatie)2.

Pagina

6

1.1.1.1Basishouding van de hulpverlener

1 BEHREND, E. , VAN RIET, N., Individuele hulpverlening ; sociaal agogisch basisboek. Bohn Stafleu Van Loghum, Houten/Diegem, 1995. 2 SNELLEN, A., Basismodel voor methodisch hulpverlenen in het maatschappelijk werk. Coutinho, 2000, p181.

EMANCIPATORISCHE HULPVERLENINGSRELATIE

De hulpverlener heeft ervoor gekozen om er zijn beroep van te maken om mensen op een of andere manier te helpen, beroepsmatig helpen dus. Hulpverlenen is vanuit een bepaalde min of meer omschreven theoretische visie helpen bij het vinden van een passende oplossing. De hulpverlener dient zich daarbij voortdurend bewust te zijn van zijn persoon, rol, attitudes en vaardigheden waarover hij beschikt. Hij moet zich bijvoorbeeld afvragen welk mensbeeld hij heeft (beschouw ik de mens als vrij of bepaald door zijn omstandigheden) en welke visie hij heeft op hulpverlenen. Een hulpverlener moet over een aantal vaardigheden beschikken. Deze basisvaardigheden zijn geen synoniem voor algemeen menselijke eigenschappen zoals vriendelijkheid, een groot hart hebben of vlot contacten kunnen leggen. Het gaat om professionele vaardigheden die kunnen geleerd of getraind worden. Voorbeelden van dergelijke vaardigheden zijn: Scheppen van een positieve werksfeer Aangaan van een professionele werkrelatie met de cliënt Ontvankelijk en ondersteunend aanwezig zijn Structuur en houvast bieden Kunnen hanteren van de balans afstand nabijheid Onderkennen van je eigen mogelijkheden en beperkingen Valkuilen van de hulpverlening onderkennen en voorkomen Effecten van eigen interventies kunnen inschatten en voorzien Actief luisteren als middel om het eigen proces van de cliënt te faciliteren … Daarnaast beschikt de hulpverlener ook best over een houding die een soort van standaarduitrusting dient te zijn als je een helpend gesprek

Pagina

7

aangaat. In heel wat literatuur over hulpverlenen wordt aandacht besteed aan de basishouding waarover een hulpverlener dient te beschikken. In de psychotherapie

heeft

vooral

Rogers

het

belang

van

deze

EMANCIPATORISCHE HULPVERLENINGSRELATIE

houdingsaspecten voor een goede hulpverleningsrelatie beschreven en onderzocht. De belangrijkste houdingsaspecten zijn: echtheid/ warmte, betrokkenheid, menselijkheid/

acceptatie/empathie/

introspectie

of

zelfkennis/

transparantie en gelijkwaardigheid. We overlopen ze één voor één:

1.1.1.2Echtheid

Echt zijn is het vermogen om in het hulpverlenend contact zoveel mogelijk jezelf te zijn. Dus je speelt geen rol, je vertoont geen sociaal wenselijk gedrag, je bent ‘gewoon jezelf’. Cliënten hebben het in de regel onmiddellijk door wanneer je je anders voordoet dan je je in feite voelt. Dus als je moe bent, kun je veel beter zeggen dat je moe bent, dan dat je koste wat kost je moeheid probeert te verbergen. Als je niet snapt wat de cliënt zegt of bedoelt, kan je maar beter zeggen dat je zijn verhaal niet kan volgen. Uiteraard allemaal zonder de cliënt nodeloos te kwetsen. Een werker die interesse veinst en doet alsof hij belangstelling heeft voor de cliënt, is onecht. Echt zijn betekent dat je laat zien wie je bent, dat je niet schijnheilig bent of toneel speelt. Het is aan te raden om niet te doen alsof. Ook is het niet raadzaam om te doen alsof je op alle vragen een antwoord weet. Als je iets niet weet, zeg het dan gewoon eerlijk aan je cliënt. Casus3: Rick (hulpverlener) is de vorige avond flink op stap geweest. Het was half vijf toen hij zijn bed indook. Vanmorgen heeft hij een afspraak met

Pagina

8

een

3 VERHULST, J., Het hulpverlenend gesprek: een praktische handleiding, Wolters-Noordhoff, 2009, p 53....


Similar Free PDFs