Practicum familie- en contextgericht werken PDF

Preview

Summary

familie- en contextgericht werken...

Description

6.2 FAMILIE- EN CONTEXTGERICHT WERKEN

1. Casus Florian Eerst doelen formuleren: aan de slag met ouders, vrienden, vrienden, klasgenoten,… = iedereen in context van het kind. Moeten eerst weten wat we met het kind gaan doen & dan omgeving betrekken. Doelen omgeving:  Met F. zelf bespreken en met ouders: leerkracht, klasgenoten,… = wat willen jullie. De omgeving kan een optimale omgeving creëren zodat het stimulerend werken.  Met M. en N. zijn te jong en dan bespreken met ouders. Doelen kind:  LT  F. komt op tijd in de les zodat de les niet meer verstoord wordt.  LT  F. vergeet geen belangrijke dingen zodat hij direct mee kan met de les.  

F. kan zelfstandig boekentas maken F. kan zelfstandig plannen/ structuur vinden

 

F. vindt manier om te ontspannen na huiswerk/ hoe vrije tijd zinvol invullen Tijdig opstaan

 

Zelfstandig zijn boekentas maken Gaat niet om kunnen, gaat om ongestructuurd te werken



Klaar maken gezonde maaltijd, meenemen en op eten

Mama: mee in ’t oog houden, Klasgenoten betrekken Leerkrachten betrekken Interventie: kort kindgericht  Samen planning opstellen via gsm = als activiteit Omgeving: wat verwacht je van ouders, leerkrachten, klasgenoten,… Hoe kunnen zij het kind helpen om de doelen te gaan bereiken? Niet vergeten:  Online planning (hij is tiener, jonge): makkelijke APP installeren. Een gezamenlijke planning “Familieagenda” maken: sportzak moet klaar staan, soorten boeken, ander materiaal, brooddoos,…  Hij moet het nog altijd zelfstandig nemen en naar kijken: ouders in helpen en controleren, positief bekrachtigen, afspraken maken met ouders: als hij klaar is, moet hij zijn boekentas aan de afgesproken plaats -> als het goed gebeurd is, krijgt hij een beloning dat ze zelf afspreken.  Door klasgenoten, leerkrachten in het begin laten invullen: later zelf mee invullen.  Mama kan zo ook volgen 

 

Buddypersoon per week (die persoon die naast F. in de klas zit) die dit echt in ’t oog houden dat het gebeurd dat de agenda aangevuld wordt door te vragen. De andere klasgenoten mogen altijd aanvullen maar zo weten we dat het echt gebeurd. Begin leerkrachten en leerlingen (hun goed informeren dat dit gebeurd), en later moet F. dit zelf kunnen doen. Leerkrachten: overlopen alles mee om taken te maken

Geheugentraining via app’s 1

6.2 FAMILIE- EN CONTEXTGERICHT WERKEN

Eten: is hij alleen ’s ochtend of niet? = zijn aanwezig ‘ ochtends  Brooddoos klaarzetten aan de ochtendtafel als ouder/ kind / …  Afvinklijstjes: om gewoonten te installeren  

Post-it aan de deur om niet te vergeten Zeker één structuur in aanbrengen waar hij alles kan doen: via APP, afvinklijst,…



Zelf laten denken aan gezond ontbijt, lunch,…

Op tijd opstaan en op tijd vertrekken  Kleren klaarleggen op voorhand   

Boekentas op voorhand maken ’ s avonds Mama tijdig laten wekken + zelf een wekker zetten: met beelden, met muziek => je kan 1x op snooze drukken maar dan rijdt die wekker weg. = domotica Tijdig gaan slapen zonder gsm

Familie betrokken in FACT-sheets:  Informant: altijd  Assistent: moeten er thuis aan werken  Teamlid Enabling skillss:  Coach  Coördineren  Samenwerken tussen leerkrachten, leerlingen,…

2. Casus Mats 

Jongen van 5 jaar

 

Bilaterale perceptiedoofheid ten gevolge van een infectie met het cytomegalievirus Hij draagt implantaten

  

Op leeftijd van 1 jaar is er een rechter hemiplegie vastgesteld Lichte ontwikkelingsachterstand Probleem CIVE: ooghandcoordinatie verloopt trager. Ze zijn veel afgeleidt.

Doelen: 1. M. kan zelfstandig naar het toilet gaan.  Handen wassen  WC-papier hanteren 2. M. kan zelfstandig zijn trainingsbroek aan en uit te doen.  Sluitingen: open en toe doen  Jas, schoenen 3. M. verwerft zijn bimanueel fijne motorische vaardigheden op leeftijd van 5 jaar  Voorbereidend schrijven: punten verbinden, wegen volgen,… 4. M. kijkt gericht (door middel van technieken) (bv. start stop)  verwerven van kijkgerichtheid 5. M. hanteert een adequate ooghandcoordinatie 6. M. behoudt technieken aan om zijn concentratie te behouden. 2

6.2 FAMILIE- EN CONTEXTGERICHT WERKEN 7. M. hanteert adequaat wc-papier  Vaardigheden voor op het toilet te kunnen gaan Interventies: Kindgericht:  Doe-opdrachten spellen: zelfredzaamheid kubus = samen met gezin spelen.  

Bimanuele fijn motorische vaardigheden Spel met doe-opdrachten  gradaties

 

Kubus met fijn motorisch materiaal (zelfredzaamheidskubus)  nopjes open en toe doen en veters strikken Handelen en manipuleren met klein materiaal

 

Gericht grijpen Gericht doorgeven

 

Gericht loslaten Draaien



Doel 3: parelkrans maten met verschillende gradaties in grotere en kleinere parels (blokken) en eventueel dunner of groter touw.

Contextgericht:  Stappenplan over hoe je om een goede manier naar het toilet gaan, samen maken met Mats of aan een vast toilet hangen  stappenplan met alle stappen over hoe je op een goede manier naar het toilet gaat. Mads heeft een vast toilet waar dat stappenplan op de deur hangt. Eventueel kan hij zelf die stappen maken met leerkracht.  Leerkracht eerst meegaan  Na enkele weken gaat de leerkracht niet meer mee  Stappen uit het stappenplan wegnemen 

Veel handelen, manipuleren met klein handelen = gericht grijpen, gericht doorgeven aan andere hand, gericht loslaten,…



Info geven over hulpmiddelen naar toilet  Sliplift: aanleren advies geven – gebruik je niet snel bij kinderen  Info soorten kleren  Hulpmiddelen broek omhoog doen: pas de kledij aan: joggingbroek met rekker kan hij afwisselend met beste hand het aandoen.



Adviezen  Laat hem zelf ontdekken en doen  Zelfredzaamheid veel tips geven: aanpassingen, andere manier van werken (= methodeverandering) makkelijker dan met hulpmiddelen.  Advies fijne motoriek: teken, potloden,… hulpmiddelen geven: potlood/wasco verdikt, driehoekspotloden,…

 

Sterktes van familie achterhalen: ervaringsdeskundigen Laat ouders zelf oefenen om éénhandig te werken: moeilijker dan je denkt.



Hulpmiddelen voor sluitingen: toch hemdje wil dragen, naaien de knopen er van boven op en dan vanbinnen velcro

3

6.2 FAMILIE- EN CONTEXTGERICHT WERKEN 



Zoeken naar reminder om te blijven kijken, iets visueel, verbale cue,… => knipperen, kloppen op de tafel, om af te werken: lijmstift van 1, 2,… = CIVE en concentratie vaak verwisseld: moeilijk om te zeggen of dit intern/ extern afgeleid is, maar je wil gewoon aandacht op vestigen. Spasticiteit: hoe het kind er uithalen, leer zelf het kind om eerst vinger uit te strekken, zijn arm te strekken!

3. Casus Norah Doelen Kind:  LT: N. kan zelfstandig in haar kinderstoel zitten.  N. heeft een goede rompstabiliteit.  N. heeft voldoende zitbalans. 

N. heeft een nieuwe kinderstoel of een aangepaste.



N. kan zelfstandig spelen met allerlei materiaal

Omgeving: Ouders verwachten dat het eten rustiger verloopt en daarom dit aanleren.  N. kan zelfstandig zitten.  N. kan bestek goed hanteren   

N. heeft een goede rompstabiliteit. N. hanteert goede zitbalans LT: het avondmaal verloopt rustiger      



KT: N. kan bestek goed hanteren KT: N. heeft goede rompstabiliteit KT: N. hanteert goede zitbalans KT: N hanteert aangepast bestek/ aangepaste beker KT: N zit zelfstandig in aangepaste kinderstoel KT: N speelt zelfstandig vanuit zit

N. kan zelfstandig uit een beker drinken.

Interventie:  Goede zitstoel: kan op gewone hoogte, kussen bevestigen om vast te zitten (triptrap), voeten op grond zetten  Kinderstoel met tafelblad: plasticine, bouwschuim spelen met plastic bestek  Eten hier laten verlopen door aan tafel te schuiven.  Speelgoedfruit/ groenten met velcro: meer kracht zetten om door velcro te geraken  Vieruurtje zelf mandarijn snijden: 2,5 jaar nog niet echt mes maar wel plastic.  



Reiken, grijpen, loslaten,… oefenen -> als ze geen steun meer nodig heeft van de handen om te zitten Hulpmiddel: financiële ruimte, overlopen RIZIV: refertelijst, ouders alle mogelijke laten zien om een gerichte keuze te maken, badzitjes, speelgoed maken en aanpassen: staat context hiervoor open? Verzwaarde pot, met trechters en bekers werken, hebben ze tijd en willen ze de moeite insteken om met het kind te spelen. Advies geven qua speelgoed 4

6.2 FAMILIE- EN CONTEXTGERICHT WERKEN

5...