OG 10 - Personen en familie PDF

Title OG 10 - Personen en familie
Course Beginselen van het recht
Institution Universiteit Hasselt
Pages 3
File Size 48 KB
File Type PDF
Total Downloads 15
Total Views 131

Summary

og 10 dit jaar...


Description

OG10 Vraag 1 a. pro: pg 739 in de codex: Art 146 Art 144 Art contra: Art 146ter (Do kan zeggen dat er hier op een manier bedreiging is sinds zij een schadebeding moet betalen moest ze niet meer met het huwelijk willen doorgaan) Qua formaliteiten kunnen we veronderstellen dat alles werd geregeld door de show zelf. Argumenten in de twee richtingen:  Volgens de wetten in de codex is er een rechtsgeldig huwelijk. Ze zijn boven 18, zijn bekwaam, er is toestemming, namelijk de deelname aan de show wetende dat er een huwelijk komt. De deelnemers ondertekende de deelnemersovereenkomst wat dus hun toestemming inhoudt.  De rechter interpreteert in de zaak wat precies in dit geschil toestemming is voor een huwelijk. Een toestemming voor huwelijk is iets groots en hier kan geoordeeld worden dat op basis van de kleine tijdsduur die de deelnemers elkaar zagen ze niet echt rechtsgeldige toestemming gaven. b. De deelnemers namen deel aan de show wetende dat het een show is waar er een perfecte match voor u wordt gevonden. Do ging de overeenkomst aan met de show en kan bijgevolg zeggen dat haar wederpartij niet had voldaan aan hun plichten, en b. dat is namelijk een perfecte match voor haar te vinden. Huwelijk versneld beëindigen houdt in het huwelijk nietig te verklaren ipv een echtscheiding aan te gaan. Art 213 BW

art 229 paragraaf 1 BW: het gaat geen groot effect hebben. Het samenleven tussen echtgenoten zou onmogelijk moeten worden ingevolge van die ontwrichting art 213 BW: nietigheidsgronden voor een huwelijk: art 180 BW: een dwaling à 3 soorten dwalingen - dwaling in fysieke persoon - dwaling in burgerlijke persoon - dwaling in de substantiële eigenschappen van de echtgenoot: hooligan Guido, je verwacht dat dat een goede persoon is à dus de kans om het huwelijk versneld te beëindigen bij dwaling is klein Hier is het de dwaling in substantieel eigenschap.

(moest men na een dwaling verder gehuwd blijft is de nietigheid niet meer gegrond na 6 maanden) c) Bij nietigheid wordt alles hersteld naar de situatie voor het huwelijk

bij echtscheiding zullen er verschillende gevolgen zijn bv. Art 301 paragraaf 1 BW à uitkering tot levensonderhoud

Vraag 2 a. Ja het is zinvol. De echtscheiding, moest deze plaatsnemen, zou in Do haar voordeel zijn. Bijgevolg is het zij die zoveel mogelijk informatie en bewijsmateriaal moet verzamelen. Art 229, paragraaf 1 BW Art 1255 Ger W, paragraaf 5 b. Art 229, paragraaf 3 BW. => Art 1255 Ger W, paragraaf 2 Antwoordt; Nee. Do vraagt de echtscheiding aan, en zelfs als Guido niet akkoord gaat is het de rechter die beslist of Do haar vordering gegrond is of niet. c. op basis van art 229, paragraaf 3 Antwoord op de vraag: ze gaat niet hetzelfde bereiken als ontbinding van huwelijk, enkel door apart te gaan wonen er moeten wel degelijk juridische stappen gezet worden. Scheiding tafel en bed: 308 BW Procedure: 1305 Ger W

Vraag 3 a.

Art 1399 BW => enkel aan Do

Art 1398 BW tot en met 1450 BW = wettelijk stelsel. (heeft drie vermogens) Art 1451 BW tot en met 1465 BW = algehele gemeenschap (aanvullend recht) -> art 1451, 2°, tweede streepje, BW = 1 vermogen namelijk het gemeenschappelijk vermogen. Art 1466 BW tot en met 1469/13 BW = scheiding van goederen. (wat hier dus het geval is) 1.35 van de deelnemersovereenkomst zegt = scheiding van goederen b. Do heeft drie keuzes Art 774 BW = aanvaarden (wat ze dus best niet doet) Art 784 BW = verwerpen Art 793 BW = aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving. Art 802, 2° = schulden die een persoon erft van een overledene zullen nooit meer bedragen dan de waarde die een persoon erft van diezelfde overledene.   

Antwoordt: Do verwerpt de schulden hier best.

Vraag 4

a. art 370/3 paragraaf 2, paragraaf 3, BW : ze moet eerst een verzoekschrift indienen bij de ambtenaar van de burgerlijke stand art 370/4 paragraaf 1, paragraaf 2, BW art 370/4 paragraaf 3 : verzoek kan geweigerd worden art 370/9 : men kan in beroep gaan tegen deze weigering paragraaf 3, paragraaf 5 (positief vonnis) art 370/6 : publicatie in BS

b. art 370/3 paragraaf 4, 1°, BW De ambtenaar van de burgerlijke stand geeft toestemming indien de gevraagde voornaam geen aanleiding geeft tot verwarring en de verzoeker of derden niet kunnen schaden. omdat Lisa al actie heeft genomen rond geslachtsverandering gaat het niet verwarrend zijn als er een naamsverandering zou zijn. c. vroeger was dit een gunst, vandaag is het een subjectief recht. Je kan dit afdwingen bij de familierechtbank.

Vraag 5 a. Procureur des konings. er is sprake van bigamie/schijnhuwelijk. bij de ondervraging van de politie kwam er veel bewijs aan bod. b. aangezien bigamie in België strijdig is met de openbare orde. OM moet waken over openbare orde en zorgen dat deze niet verstoord wordt. Art 138, lid 2, Ger W c. De verweerders worden verklaart tot de kosten. Rechter oordeelt er is zowel bigamie als een schijnhuwelijk.

Vraag 6 art 146bis BW:

Vraag 7 a. art 315 , 316 bis, 317, 319 BW → p753 b. neen, p752 c. p754 afdeling 3...


Similar Free PDFs