Visie op de verpleegkunde PDF

Title Visie op de verpleegkunde
Course Verpleegkunde Theorie
Institution UC Leuven-Limburg
Pages 13
File Size 265.9 KB
File Type PDF
Total Downloads 72
Total Views 145

Summary

Wat is verpleegkunde
Systematische Verpleegkundig Handelen (SVH)
Standaarden...


Description

Visie op de verpleegkunde = een kijk op de realiteit die jouw denken en doen bepaalt

i.

Wat is verpleegkunde

1. Wat is verpleegkunde? = de zorg voor zieke en gezonde personen thuis of in een ziekenhuis door al of niet professionele verpleegsters ( Florence Nightingale) Verpleegkundige onderscheiden zich van andere hulpverleners: a. Wet van de verpleegkunde Recht Gecoördineerde wet betreffende uitoefening van de gezondheidsberoepen (WUG) b. Het beroepsprofiel van de verpleegkunde  Opgesteld per specialisatie: -

Verpleegkundige op intensieve zorgen

-

Psychiatrische verpleegkundige

-

Verpleegkundige pediatrie ( Beroeps- en competentieprofiel Verpleegkundige verantwoordelijk voor algemene zorg = goedgekeurd door de Federale Raad voor Verpleegkunde )  Functie Beroepsomschrijving Visitekaart voor de samenleving Verwachtingen van beroepsgroep kenbaar maken Versterking van professionalisering  Doel Definitie geven aan beroep Rollen en competenties bepalen om verpleegkunde te kunnen uitvoeren Bieden van bescherming en ondersteuning Kader voor professionele evaluatie en ontwikkeling Kwaliteit en veiligheid van de gezondheidszorg bewaken en bevorderen Erkenningscriteria voor behalen en behouden van beroepstitel  8 competenties uit Europese richtlijnen zie PowerPoint D 13 en 14 c. Competentieprofiel = bekwaamheid, vakkundigheid = vaardigheid

= het geschikt zijn voor een taak of functie, op de grond van kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes kwaliteitsvol uit te oefenen

Competentieprofiel verpleegkunde: CanMEDS  7 rollen 1: De zorgverlener

2: De communicator

Klinisch redeneren Uitvoeren van de zorg Zelfmanagement versterken Indiceren van zorg (=opstarten, organiseren)

Persoonsgerichte communicatie Inzet informatie-en communicatie technologie

3: De samenwerkingspartner Professionele communicatie Gezamenlijke besluitvorming Multidisciplinaire samenwerking Continuïteit van zorg

4: de reflectieve EBP professional

5: gezondheidsbevorderaar

6: de organisator

Onderzoekend vermogen Inzet EBP Deskundigheidsbevordering Professionele reflectie

Preventiegericht analyseren Gezond gedrag bevorderen (acuut/chronisch)

Verpleegkundig leiderschap Coördinatie zorg Veiligheid bevorderen

7: de professional en kwaliteitsbevorderaar Kwaliteit en zorg leveren Participeren in de kwaliteitszorg Professioneel gedrag

2. Hoe kijkt men naar de verpleegkunde? Zie p 17 visie verpleegkunde a. De zorgende moederfiguur +: toewijding, dienstbaarheid, gehoorzaamheid -: kennis, deskundigheid, sterk traditioneel b. Hulpje van de dokter -: geen eigen verantwoordelijkheid, ondergeschikt c. De ouwe vrijster +: aantrekkelijk, sexy vrouw (voor) -: gefrustreerd, onvriendelijk tegen patiënten (na)

-

-

 Misverstanden Verpleegkunde is een vrouwenberoep Mannelijke verpleegkundigen zijn geen zeldzame wezens Verpleegkundigen hebben altijd koffiepauze We werken harder dan je denkt We doen meer dan alleen maar mensen wassen We laten je zeker niet met opzet wachten We zijn geen verpleegkundige geworden omdat we geneeskunde te moeilijk vonden De dokter is absoluut niet onze baas

-

ii.

Want we zijn bekwaam in onze job En we kunnen zelfstandig beslissingen nemen Ook een beslissing op leven en dood Wij worden het liefst verpleegkundige genoemd Op sommige dagen (lees de meeste) zijn we echt pompaf Maar we houden van onze job

Systematisch verpleegkundig handelen (SVH) 1. Het SVH = methodiek om problemen op te lossen = probleemgericht werken Bv je ziet iemand krabben, roodheid -> allergie Stappenplan: logisch opeenvolgende fasen  Doel: Kwalitatieve hoogstaande patiëntgerichte verpleegkundige zorg Adequate oplossing SVH:  Verpleegkundige aspecten  Verpleegdiagnoses  Verpleegkundige interventies Het SVH: cyclisch proces Gegevensverzameling

Evaluatie

Interventie s

Probleemidentificatie

Doelstellingen

a. Gegevensverzameling (oranje) Volgens vaste structuur Informatie logisch ordenen ≠ modellen Doel  Identificeren van verpleegdiagnoses  Geschikte doelen en interventies formuleren Individualiseren van de zorg Geen kookboek voor verpleegkunde

-

-

 Hoe? Continue Holistisch (somatisch-> lichamelijk, psychisch, sociaal, spiritueel) relevant volledig vertrouwensrelatie met de patiënt EN Meten Observeren Bevragen Waar aan informatie komen? Anamnese : Medisch dossier Contact met patiënt en familie Contact andere disciplines

-Basisanamnese bij opname (opnamegesprek) -Probleemgerichte anamnese: dieper ingaan op een probleem vb pijn, decubitus eventueel zelf checklist gebruiken of meetschalen (VAS, Norton)

Objectieve gegevens Worden door andere waargenomen Bv polsslag, bloeddruk, relaties, pijn, misselijkheid, haarkleur, ..

-

Subjectieve gegevens Door de zorgvrager bevestigd of verteld Je kan deze NIET zien/meten Het omvat gevoelens, gedachten, beleving Bv Duizeligheid, misselijkheid, verdriet,.. Bv dokter -> ambetant (zo ga je ook kijken)

Verschillende systematiek Gordon p 81 Grypdonck p 82 Neuman p 83  Grypdonck en Neuman hadden deze systematiek meer op vlak van psyché omdat ze bij de chronische zorg zaten en vonden dat ook belangrijker

b. Probleemidentificatie of probleeminstelling (groen) Probleem= er was geen gemeenschappelijke taal en geen referentiekader om op terug te vallen DUS ->’70: gestandaardiseerde verpleegdiagnoses => eenheidstaal => ontwikkeling NANDA (North American Nursing Diagnosis Association) Verpleegdiagnose = klinische uitspraak over de reactie van een persoon, gezin of groep op feitelijke of dreigende gezondheidsproblemen en/of levensprocessen Actueel

Potentieel (toekomst) Risico op!

Hoe bekomen?

Theoretische kennis

Vaardigheid gegevens verzamelen

Intuïtie

BEKWAAMHEID DIAGNOSTISCH PROCES Intellectueel vermogen

Waarden systeem

Ervaring

Verpleegdiagnose of medische diagnose Probleem van verpleegkundigen Medische diagnose Situatie of toestand

Patiënt is moeilijk IV te prikken Hartinfarct, hoge bloeddruk Patiënt heeft een blaassonde

Oefeningen Een patiënt wordt opgenomen met maagkanker M Een patiënt heeft risico op doorligwonden. V

Verpleegdiagnose Risico op onder vulling Angst Risico op infectie

Een patiënt heeft hulp nodig bij het wassen. V Een patiënt heeft een hoge bloeddruk. M Een patiënt heeft diarree. V Een oudere patiënt is gedesoriënteerd na opname in het ZH. V Een patiënt heeft pijn tgv de operatie. V Een CVA patiënt heeft risico op slikstoornissen na een herseninfarct. V Een patiënt heeft een slikpneumonie tgv slikstoornissen. M Verpleegkundige Diagnose (PES-Structuur) P= probleem E= etiologie= beïnvloedende factoren, oorzaken = factoren, invloeden, toestanden die in verband kunnen worden verbracht =>bepaald de interventie S= symptomen = tekens bv koorts, gelaatskleur, gedrag = symptomen bv verdriet, pijn = ongemak Bv infectie: temperatuur -> teken (objectief) Huilen omdat hij/zij pijn heeft (subjectief) Ongemak-> onrustig bewegen

-

Voorbeeld infectie Probleem: P= infectie Bepaling= verhoogde kans op binnendringen van opportunistische micro-organismen van endogene of exogene oorsprong E= Risicofactoren: Pathofysiologie Behandeling Situatie, persoon, omgeving Ontwikkeling S= verhoogde temperatuur, transpiratie (gegevens uit gegevensverzameling)

 Zakboek Nadelen: Algemeen (er zijn ook speciale gevallen) Verkeerde diagnose Niet nieuw (om de zoveel jaar) Zie andere oefening PowerPoint

Verschil actueel en potentieel zie p 5 Actueel Nu aanwezig PES Een of meerdere verschijnselen zijn aanwezig

potentieel Nu nog NIET aanwezig PE Patiënt voldoet aan 1 of meerdere beïnvloedende factoren

c. Doelstellingen (voor patiënt) = wat wil je bereiken bij deze patiënt om de diagnose te voorkomen/verbeteren/verzachten? -

Theoretische kennis gebruiken Ervaring gebruiken Inspraak van de patiënt/ belangrijke derden  Fysieke mogelijkheden  Motivatie  Begripsvermogen  Financiële beperking Dingen om mee rekening te houden, altijd nagaan

-

Essentieel voor evaluatie Is het realistisch? Haalbaar? Concreet? Bv de patiënt heeft een normale stoelgang na 3 dagen Doelbepaling

S

M

A

Welke resultaten wil je Specifiek behalen? Welke criteria behalen succes?

R

Is het doel aanvaardbaar voor het team/ patiënt? Is het doel haalbaar?

T

Op welke termijn wil je het

Activiteiten die nodig zijn om dit te bereiken (=interventies) Maak zo meetbaar mogelijk (getal – gedrag – observatie) Geef het in handen van de patiënt Teaminzet en medewerking, inspraak patiënt Realistisch in termen van tijd, kosten, inspanning,. Doelen op korte,

doel bereiken?

middellange en lange termijn

PESD p7 d. Interventies = op zoek naar de meeste efficiënte manier om de doelstelling te bereiken  Kijk naar de beïnvloedende factoren (E)  Kijk of je de oorzaken van de diagnose kan wegnemen  Kijk vervolgens naar de Symptomen (S) Interventies opstellen op verschillende vlakken: fysisch, psychisch, comfort, houding,.. Rekening houden met: I.

II.

III.

Met de patiënt Keuze Beperkingen De verpleegkundige Kennis Creativiteit Bv pijn aan schouder maar alleen als het zweeft voelt het beter -> met verband werken (schouder laten hangen) Ziekenhuis/afdeling Afspraken Regels Gewoonten Beschikbare middelen Bv tillift

Mogelijke vs effectieve interventies  Er zijn meerdere mogelijke interventies voor een bepaald probleem  De verpleegkundige moet een afweging maken of deze bij déze patiënt in déze situatie past (= effectieve interventie)  Individuele, belevingsgerichte zorg ! Carpenito: interventies zijn gebaseerd op ethiologie e. Evaluatie Tweeledig = product: zijn de doelstellingen bereikt? (smart) = proces: is elke stap in het SVH doorlopen? Kritisch terugkijken op eigen handelen

-

Kan maar concreet als doelstellingen concreet zijn ! als het negatief is: herbeginnen SVH ! Belang SVH: Denkproces: meer dan handelen alleen 4 fasen gaan het eigenlijke handelen vooraf (PESD) Kwaliteitsbevordering

-

Wetenschappelijke basishouding Beslissen en evalueren Professionele rapportering PESD IE

iii.

Verpleegstandaarden en protocollen

1. Inleiding Standaarden= als methode om verpleegkunde te professionaliseren: meer duidelijkheid, openheid en systematiek

-

Betere communicatie: Tussen zorgverleners onderling Tussen zorgverleners en externen Garantie voor betere kwaliteit van zorg

Doel: -

het professionaliseren van de verpleegkunde. Verpleegkunde is zeer complex en wordt beïnvloed door verschillende factoren (financieel, sociaal, cultureel). Door de praktijk om systematische wijze te beschrijven kan de praktijk begrijpbaar worden gemaakt tussen zorgverleners maar ook tussen zorgverlener en patiënt. Dit geeft dus een verbetering van de communicatie.

De kwaliteit van de zorg -

Door een aantal minimum vereisten op te leggen en deze te communiceren zal iedereen een aanvaardbare zorg ontvangen.

2. Standaarden = norm, eenheid - Wat gebruikelijk is. - Wat er verwacht wordt: maatstaf, toetssteen = kwaliteitsstandaard - Opgenomen in de Wet op VPK  Richting aan het handelen  Monodisciplinair: de focus op oplossingen uit één vakgebied ligt.  Uniformiseren van manier van werken 3. Soorten standaarden

-

a. Standaardverpleegplannen = Systematische ordening van verpleegproblemen, doelstellingen en verpleegkundige acties voor een welbepaalde patiëntengroep = uitgeschreven SVH/ plan voor diagnose Totaal zorg van de patiënt Geschikt voor verschillende patiënten met gelijkaardige problemen Theoretisch onderbouwd

-

Grotere garantie op een beter resultaat

 Wordt gebruikt voor een patiënt met een welbepaalde aandoening systematisch te benaderen en te verplegen Bv diabetes in de thuiszorg (Wit-Gele Kruis)

-

Opgebouwd uit: Omschrijving/definitie Gerelateerde problemen of etiologie Symptomen Beoogde resultaten Interventies (SVH)

Nadeel: niet elke patiënt is hetzelfde => altijd individueel bekijken Functies: -

Het denken ondersteunen Info en besluiten op papier zetten Communicatie onder teamleden bevorderen

Voordelen: -

Reflecteren manier van werken Tijdsbesparing Ondersteuning verpleegkundig beroep b. Procedures (protocol) = vastgestelde volgorde waarbij een specifiek proces wordt uitgevoerd  Chronologische stappen en benodigde materialen worden weergegeven.  Uitvoeringswijze van bepaalde techniek  Kan onderdeel vormen van een standaardverpleegplan Geeft aanwijzingen voor de uitvoering van een proces. Bijvoorbeeld wondzorg: welke stappen moeten achtereenvolgens worden uitgevoerd om een taak op een verantwoorde manier tot een goed einde te brengen? Doel: I. II. III. IV. V.

Uniformiseren Bv als er iets gebeurd kan de collega ingrijpen Verhoging nauwkeurigheid Verminderen fouten Eenduidigheid Continuïteit: Patiënt weet wat te verwachten

Nadeel: evidentie => verandering is moeilijk

c.   

Zie voorbeeld prikaccident Staande orders = medisch voorschrift, vooraf vastgesteld behandelingsschema Schriftelijke onderteking van arts Op basis hiervan kan verpleegkundige handeling onmiddellijk uitvoeren zonder dat een medisch voorschrift noodzakelijk is. De nodige parate kennis is noodzakelijk!! Voorbeeld: het geven van medicatie (wet op verpleegkundige handelingen (1990) geeft aan dat verpleegkundige niet op eigen initiatief medicatie mag geven/voorschrijven, door een staand order kan de arts in zeer strikte en vooraf bepaalde gevallen deze taak delegeren, b.v. pijnmedicatie na een operatieve ingreep, steeds rekeninghoudend met een aantal parameters (uitzicht van de wonde, alertheid van de patiënt, temperatuur, diepte van de ademhaling, pols, bloeddruk)

-

Andere voorbeelden: Toedienen premedicatie voor operatie Toedienen profylaxe bij contrastallergie Toedienen pijnmedicatie Aanpassing insulinedrip d. Klinische paden = interdisciplinair Samenwerking tussen verschillende verzorgers bv arts  psycholoog  Afstemmen van de zorg tussen disciplines  Beheersen/organiseren van de zorg  Doel: samenwerking tussen disciplines bevorderen door het expliciteren van de doelstelling en de weg om dat doel te bereiken Een belangrijke eigenschap van klinische paden is dat ze interdisciplinair samenwerken. Klinische paden is niet alleen bedoeld voor artsen of voor verpleegkundigen maar voor alle gezondheidswerkers die betrokken zijn bij de zorg voor een bepaalde patiëntengroep. Samenwerking is dus noodzakelijk. Zoals je op deze tekening kan zien, verloopt dit niet altijd vlekkeloos. Men is ervan overtuigd dat men samenwerkt, maar er bestaat nog heel wat miscommunicatie. Bijvoorbeeld welke activiteiten een bepaalde discipline uitvoert (wie scoort VAS-schaal; ik niet want dat doen zijn al,… Ah nee, ik heb daar geen tijd voor… m.a.w. er wordt geen pijn gescoord en patiënten hebben daardoor (onnodig) veel pijn)

klinisch pad: = beschrijft het ideale en te verwachten verloop dat prospectief wordt vastgesteld voor een groep van patiënten of een individuele patiënt = concreet is een klinisch pad een verzameling van methoden en hulpmiddelen om de leden van het multidisciplinair en interprofessioneel team op elkaar af te stemmen en taakafspraken te maken over het efficiënt toeleveren van effectieve zorg aan een specifieke patiëntenpopulatie = Het laat toe patiënt-gestuurde zorg op een systematische wijze te plannen en op te volgen

     

Functie: = methode om huidige zorg kritisch te evalueren en optimaliseren = instrument Agendabeheer (Fysio-soc assistent-arts-verpleegkundige) Onderzoek- en afsprakenplanning (radiologie) Checklists (pré-operatief - verwijderen redon - outcomes) Organisatie van infobrochures (welke info - wanneer) Interdisciplinaire coördinatie van zorg (hele team) Integratie van protocols, procedures, EBM guidelines. = afstemmen met beschikbare middelen

Zorgt voor transpiratie en organisatie zie p 4-.. e. Klinische prakrijkrichtlijnen = advies of aanwijzing geven voor een handelswijze = monodisciplinair (of soms multi)  Uitgangspunt voor ontwikkeling: variatie in uitvoering van zorg verminderen waardoor kwaliteit verhoogt en middelen beter beheerst worden  Beslissingen ondersteunen voor individu

-

-

Kenmerken Richtlijnen kunnen niet in de plaats van de zorgverlener beslissen, ze zijn enkel een ondersteuning. Bij niet gebruik moet men dit kunnen argumenteren Richtlijnen moeten aan een aantal voorwaarden voldoen: explicitering van de doelgroep (b.v. leeftijd, specifieke aandoening, exclusiecriteria zoals diabetes), aanduiding van uitzonderingen, duidelijke omschrijving van de gebruikte begrippen, datum van herziening van de richtlijn, geraadpleegde bronnen Richtlijnen onderscheiden zich van protocollen. In protocollen wordt vooral aangegeven HOE precies in de dagelijkse praktijk gehandeld dient te worden, terwijl richtlijnen meer in algemene zin en voorzien van wetenschappelijke onderbouwing aangeven WAT er best kan

-

gedaan worden. In de praktijk worden lokale protocollen vaak afgeleid van landelijke richtlijnen, waarbij het zorgproces, de verschillende stappen die moeten worden doorlopen en de klinische beslismomenten meer in detail worden vastgelegd. Er kan ook onderscheid worden gemaakt tussen standaarden en richtlijnen. Een standaard betekent de minimaal te bereiken norm, waar dus niet van afgeweken mag worden. En een richtlijn mag – en moet soms zelfs – gemotiveerd afgeweken worden, in de situatie daarom vraagt, om de eenvoudige reden dat een richtlijn niet alle specifieke omstandigheden en uitzonderingen kan omvatten zoals die zich in de praktijk voordoen

4. Soorten richtlijnen Inhoudelijke richtlijnen: geeft aan hoe behandeling of verpleging eruit moet zien Organisatorische richtlijnen: geeft aan welke organisatorische randvoorwaarden er moeten vervuld zijn alvorens verantwoorde uitvoering van behandeling kan plaatsvinden 5. Ontwikkeling standaarden  Overheid Goedkoper/ kwaliteitsvol  Beroepsorganisaties Nadeel: 1 groep => volgens HUN belangen  Wetenschappelijke verenigingen Meest ideaal: op maat van uw ziekenhuis  Industrie Nadeel: eigen product naar voor brengen => minst ideaal P 108 6. Voordelen en nadelen standaarden

Voordelen • Bron van info bij voorlichting van patiënt • Kwaliteitsbevordering • Professionalisering van verpleegkundig beroep • Optimalisering van rapportage en overdracht • Kostenbeheersing • Tijdbesparend • Communicatie: verpleegkundigen, studenten,… Rechtspraak (standaard is norm)

Nadelen • Geen aandacht voor individuele benadering van patiënt • Ontwikkeling standaarden is complex & tijdrovend • Beperking van creativiteit • Weinig toegepast wanneer niet geïntegreerd in elektronisch dossier...


Similar Free PDFs