voorbeeldvragen jeugdcriminologie PDF

Title voorbeeldvragen jeugdcriminologie
Course Jeugdcriminologie en jeugd(beschermings)recht
Institution Katholieke Universiteit Leuven
Pages 15
File Size 178.3 KB
File Type PDF
Total Downloads 87
Total Views 126

Summary

voorbeeldvragen jeugdcriminologie...


Description

voorbeeldvragen jeugdcriminologie 1)

Leg uit: moratorium van de jeugd.

2)

Wat is multi- en equifinaliteit?

3)

Situationele actie theorie: toelichten dat het een integratie is van verschillende theorieën en dat de theorie niet alleen verklaring biedt voor criminaliteit maar ook voor andere zaken.

4)

De mening van de moderne maatschappij over de publieke ruimte en hangjongeren.

5)

Hoe verklaar je de algemene crime drop?

6)

Geef de 4 opvoedingsstijlen. Leg ze kort uit en leg de link tussen deze stijlen en antisociaal en delinquent gedrag. 1) autoritatieve stijl  veel warmte en veel discipline  geassocieerd met zelfvertrouwen, stressbestendigheid, prestatiedrang  opvoedingsstijl die leidt tot de meest normale ontwikkeling (meest adequate opvoedingsstijl) 2) autoritaire stijl  weinig warmte en veel discipline  geassocieerd

met

negatieve

gemoedsgesteldheid

(laag

zelfbeeld),

onvriendelijkheid, lage stressbestendigheid 3) permissieve stijl  veel warmte en weinig discipline  geassocieerd met impulsiviteit, agressie, rebelsheid, dominantie en lage prestatiedrang 4) afwijzende stijl  weinig warmte en weinig discipline  geassocieerd met een waaier aan psychische problemen  minst adequate opvoedingsstijl

1

7)

Wat is Januskop van de jeugd?

8)

Leg uit: angst voor ridiculisering. Plaats het binnen de klassieke thema's.

9)

Bij 'what works' wordt het risicobeginsel aangehaald. a)

Leg uit.

b)

Waarom staat dit in spanning met de klassieke uitgangspunten van het strafrechtssysteem, en misschien ook met het jeugdrecht?

10) Bij 'what works' wordt het responsiviteitsbeginsel aangehaald. a)

Leg uit.

b)

Wat is het verband met de onthemende tochten van vzw Alba?

11) Jeugdcriminaliteit kan zich wel degelijk ontwikkelen in op de kleuterleeftijd of in de lagere schoolperiode. Welke klassieke tweedelige typologie maakt op basis hiervan een onderscheid? Leg de twee delen grondig uit. 12) Een onderzoek bij 3-jarigen: duurtijd van 45 minuten waarin verschillende zaken onderzocht worden zoals IQ, sociaal gedrag, enz. De conclusie van het onderzoek was dat ze hierdoor een toekomstige criminele carrière konden voorspellen en op basis hiervan vroegtijdige interventies konden uitvoeren. Welke methodologische en fundamentele bedenkingen moeten we hierbij maken? 13) Bij de officiële statistieken zien we een algemene crime drop. a)

Een verklaring wordt gelegd bij het dalen van lood in onze verf, water, enz. Verklaar deze stelling.

b)

Een andere verklaring wordt gelegd bij gewelddadige games. Leg uit.

c)

Een algemene vaak aangehaalde verklaring voor het terugvallen van de jeugddelinquentie is de ontwikkeling van sociale media en technologie. Verklaar. Welke bedenking moet je hierbij maken?

2

14) Responsieve beveiliging: Geef een schematische voorstelling van deze vorm van beveiliging en leg kort de essentie ervan uit.

15) Waarom wordt de theorie van maatschappelijke kwetsbaarheid integratief, cumulatief en interactief/interactionistisch genoemd? Leg ook de begrippen uit. a)

Welke invloed heeft de school in dit model?

16) Tabel

over

biologische

ouders

met/zonder

crimineel

verleden

en

omgeving

met/zonder criminogene factoren (onderzoek van adoptiekinderen, Bohman) omgeving zonder criminele risico-ervaringen

biologische ouders zonder crimineel gedrag

biologische ouders met crimineel gedrag

omgeving met criminele risicoervaringen

3% van de kinderen maakt zich schuldig aan kleine criminaliteit

6% van de kinderen maakt zich schuldig aan kleine criminaliteit

12% van de kinderen maakt zich schuldig aan kleine criminaliteit

40% van de kinderen maakt zich schuldig aan kleine criminaliteit

a)

Leg uit wat hier concreet en algemeen uit geconcludeerd kan worden.

b)

Naar welk klassiek criminaliteitsdebat wordt hier verwezen?

17) In een onderzoek over overlast door (hang)jongeren werden 2 hypothesen vooropgesteld. Welke hypothesen? Leg uit. a)

In welke mate heeft leeftijd iets met de houding te maken en de interacties met de jeugd?

18) Wat bedoelt men met 'principle of homogamy'?

3

19) Schinkel – formalisme. Welk nieuw inzicht brengt hij aan? Leg uit waarom dit confronterend is voor de criminologie en de samenleving.

20) In het politieke debat en de publieke opinie wordt het thema ‘jongeren en criminaliteit’ steevast verbonden met enkele populaire mythen: ‘de jeugddelinquentie is spectaculair gestegen’, ‘de daders beginnen steeds jonger’, ‘de daden worden gewelddadiger’. Wat kan je hier op basis van het beschikbare cijfermateriaal voor ons land over zeggen? 21) Bij het bestuderen van dader- en slachtofferpopulaties stelt men vaak een overlap vast:

‘jongeren/mannen

zijn

als

slachtoffer

en

dader

vaker

betrokken

bij

(gewelds)misdrijven dan ouderen/vrouwen’. Men maakt dan het onderscheid tussen een rechtstreeks en een onrechtstreeks (of schijnverband) tussen dader- en slachtofferschap. Leg uit. 22) Age-crime curve. a)

Wat is het?

b)

Wat is het verband met populaire mythen?

termen jeugdcriminologie 1)

Chronocentrisme

2)

Pruitt Igoe

3)

Autotelisch geweld

4)

Autoritatieve opvoedingsstijl

5)

Responsiviteitsbeginsel

6)

Pre-pressie

4

7)

Risicobeginsel

8)

Responsieve beveiliging

9)

5

voorbeeldvragen jeugdrecht 1)

In welke mate heeft het huidige federale jeugdrechtsysteem een sanctiemodel?

2)

De brede instap is een toegangspoort tot de rechtstreeks toegankelijke hulp. Ja of nee? Beargumenteer.

3)

Leg de werking van de toegangspoort uit. Wat zijn de beroepsmogelijkheden?

4)

Leg het recht op een advocaat uit voor minderjarigen bij het politionele of justitiële verhoor. Bespreek de verschillende wetgevingen.

5)

Kan de een procureur des Konings een gemeenschapsdienst opleggen aan een jongere die een MOF heeft gepleegd? Beargumenteer.

6)

Bespreek de historische evolutie van de communautarisering.

7)

In welke mate kan het jeugddelinquentierecht nog van belang zijn voor personen ouder dan 18 jaar?

8)

Wat is het potentieel van het geschreven project en waarin is het kwetsbaar?

9)

Is de toegangspoort van de nieuwe integrale jeugdhulp de vervanger van de beschermingscommissies?

10) Wat is het probleem met uithandengeving en jeugdbescherming? Bespreek.

11) Geef 3 verschillen tussen opsluiting in gesloten gemeenschapsinstelling en opsluiting in Everberg als voorlopige maatregel.

6

12) Leg de volgende stelling uit: 'het legaliteitsbeginsel is in strijd met de ruime bevoegdheid van de jeugdrechter i.v.m. het opleggen van maatregelen'  het legaliteitsbeginsel houdt in dat men slechts gestraft kan worden voor feiten die door de wet strafbaar waren gesteld ten tijd van het handelen (of nalaten)  de wet moet in voldoende nauwkeurige, duidelijke en rechtszekerheid biedende bewoordingen bepalen welke feiten strafbaar worden gesteld  de onvoorspelbaarheid van de interventie van de jeugdrechter is ingebakken in de grote beoordelingsruimte op het gebied van de aard en de duur van de jeugddelinquentiemaatregelen  zelfs als de feiten bewezen zijn, kan de jeugdrechtbank van oordeel zijn dat er geen reden is om een maatregel op te leggen  afwezigheid van verplichting tot 'veroordeling" a)

Zijn er zaken in de jeugdwet geregeld die de bevoegdheid inperken, zowel rechtstreekse als onrechtstreeks?  de wet duidt expliciet een aantal factoren aan waarmee de jeugdrechtbank rekening moet houden bij het opleggen van maatregelen  de wet bepaalt de volgorde die de jeugdrechtbank moet respecteren bij het bepalen van de geschikte maatregel  hierdoor wordt zijn beoordelingsvrijheid voor een deel beperkt o herstelrechtelijk aanbod > geschreven project > ambulante maatregelen > plaatsing in open afdeling > plaatsing in gesloten afdeling  er geldt een algemene motiveringsplicht voor de rechtbank o de beslissing op grond van de genoemde feiten en de specifieke omstandigheden motiveren  een bijzondere motiveringsplicht geldt ingeval de jeugdrechtbank… o een plaatsingsmaatregel neemt o een combinatie van maatregelen, of een combinatie van een of meer maatregelen met voorwaarden oplegt o een

plaatsing

in

een

gesloten

opvoedingsafdeling

van

een

gemeenschapsinstelling beveelt 13) Voorontwerp Vlaams jeugddelinquentierecht: het OM heeft op 2 gebieden haar slag binnengehaald. Leg uit.

14) 'De gemandateerde voorzieningen bevinden zich op de grens van vrijwillige en gerechtelijke jeugdhulpverlening'. Beargumenteer deze stelling.

7

15) Bij jeugddelinquentierecht kunnen maatregelen duren tot na de 18 e verjaardag van de jongere. Geef alle mogelijke situaties en bijbehorende artikelen waarin dit het geval is.  de vordering kan nog worden ingesteld na de 18e verjaardag  voorlopige maatregelen kunnen lopen tot de 23e verjaardag 16) Bij een interventie in het jeugdrecht staat de gezinscontext centraal. Geef relevante wetsbepalingen op Europees en internationaal niveau die dit principe waarborgen.

17) Is er in het voorbereidende stadium een vermoeden van schuld nodig? Welke maatregelen kan de jeugdrechter uitspreken in een voorbereidend stadium? Bespreek ook hier het vermoeden van schuld en vermeld de bijhorende artikels. jeugddelinquentiedecreet:  het vermoeden van schuld is slechts nodig bij de rechtspleging ten gronde  maatregelen (voorbereidende rechtspleging) kunnen slechts genomen worden indien er voldoende aanwijzingen bestaan dat verder onderzoek noodzakelijk is  het zijn voorlopige maatregelen o de feiten zijn nog niet bewezen o vermoeden van onschuld (!)  maatregelen die de jeugdrechter kan uitspreken: o positief project o ambulante maatregel o voorwaarden o gesloten oriëntatie o gesloten begeleiding

18) Wanneer

vond

de

opstartfase

van

de

integrale

jeugdhulp

plaats?

Welke

instanties/middelen heeft deze niet of maar gedeeltelijk ingevoerd?  van 2004 tot 2013  het Decreet Integrale Jeugdhulp en het Decreet Rechtspositie van Minderjarigen vormen samen het wettelijk kader in deze fase  eerste decreet in 2004 o is gedeeltelijk uitgevoerd o toegangspoort en trajectbegeleiding bleven onuitgevoerd

19) Kan de Vlaamse gemeenschap een jeugdsanctierecht opleggen? Wat zijn de bevoegdheidsrechtelijke problemen daarrond?

8

20) Uit welke noodzaak kwam de wet van 1965. Wat waren de kritieken op deze wet?

21) Hoe werkt het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling?

22) Wat is jeugdhulpregie? a)

Wat kan de jeugdhulpregie doen indien de aangewezen hulp niet beschikbaar is? Wat zijn de gevaren hiervan?

23) Is er een verschil in wat de jeugdrechter kan doen indien hij gevat wordt door hoogdringendheid of door de gemandateerde voorzieningen?

24) Leg het sui generis-karakter uit. Bespreek ook de gevolgen.

25) Situeer de wet op de kinderbescherming.

26) Wat zijn de gelijkenissen en verschillen tussen de landenrapportage en de mededelingsprocedure in het raam van het Kinderrechtenverdrag?  gelijkenissen o beide zijn taken uitgeoefend door het Comité voor de Rechten van het Kind in het kader van het toezicht dat het uitoefent op het Kinderrechtenverdrag o het CRK kan in beide gevallen geen sancties nemen of algemeen bindende uitspraken doen, louter standpunten meedelen of aanbevelingen doen t.a.v. het land in kwestie  verschillen o landenrapportage  verdragspartijen zijn verplicht vijfjaarlijks een rapport in te dienen over de verwezenlijking van kinderrechten in hun land, waarop het CRK dan slotopmerkingen formuleert  het is een globaal overzicht van de stand van zaken van kinderrechten op alle domeinen, in een bepaald land voor een bepaalde periode o mededelingsprocedure

9

 een klacht van slachtoffer van een schending van de kinderrechten of klacht van een andere verdragsstaat leidt tot individueel onderzoek

10

termen jeugdrecht 1)

Last resort  elke vrijheidsberoving kan slechts plaatsgrijpen als uiterste maatregel, overeenkomstig de wet en voor de kortst mogelijke duur  de menselijke behandeling met eerbied voor de waardigheid van de menselijke persoon houdt o.m. in dat… o ieder kind tijdens de vrijheidsberoving wordt gescheiden van volwassenen (tenzij het in het belang van het kind is om dit niet te doen) o en het recht heeft op contact met familie (via brieven en bezoeken), behalve in uitzonderlijke omstandigheden

2)

Procedure van ouderlijke betrokkenheid

3)

VOS

 art. 2 § 1, 54° Decreet Integrale Jeugdhulp  verontrustende opvoedingssituatie (vroeger: problematische opvoedingssituatie)  jongeren in probleemsituaties 4)

Theorie van het sociaal verweer  delinquent gedrag wordt niet alleen beïnvloed door rationele beslissingen  kijken naar de volledige context (opvoeding, omgeving, persoonlijkheid, enz.)

5)

Strafvleugel van de gemeenschapsinstelling  bij veroordeling tot een gevangenisstraf zitten de jongeren de straf uit in de strafvleugel van een dergelijk gemeenschapscentrum  t.e.m. 22 jaar plaatsing in gemeenschapsinstelling (in een aparte strafvleugel) o vanaf 23 jaar naar de gevangenis

6)

Mededelingsprocedure  eind 2011 werd een derde toezichtsmogelijkheid bij het Kinderrechtenverdrag aangenomen (Facultatieve Protocol): de mededelings- of klachtenprocedure  maakt het mogelijk voor kinderen of hun vertegenwoordigers om schendingen van hun rechten aan te klagen bij het CRK  dit toezichtsmechanisme vormt een versterking en aanvulling van de nationale en regionale mechanismen  het protocol voorziet in 2 mededelingsprocedures: 1) een individuele mededeling o maakt het voor personen of groepen van personen die het slachtoffer zijn van een schending van de rechten in het Kinderrechtenverdrag of zijn

11

protocollen door de staat, mogelijk een klacht in te dienen bij het CRK (art. 5) o als een klacht ontvankelijk is, doet het CRK de staat een voorstel tot minnelijke schikking, waardoor het onderzoek kan worden beëindigd (art. 9) o als een bemiddeling niet slaagt, deelt het CRK de betrokken partijen zijn standpunten mee, evenals eventuele aanbevelingen (art. 10, lid 5)  de betrokken staat moet hier de nodige aandacht aan geven en binnen 6 maanden een antwoord formuleren (art. 11) 2) een optionele interstatelijke mededeling o bevat de bevoegdheid van het CRK om een mededeling in ontvangst te nemen en te onderzoeken, waarin een staat verklaart dat een andere staat zijn verplichtingen niet nakomt (art. 12) 7)

Bulgercase  1999  in de Bulgercase oordeelde het EHRM dat wanneer kinderen worden vervolgd voor strafbare feiten, het van essentieel belang is dat de rechtspleging wordt aangepast aan hun leeftijd, rijpheid en intellectuele en emotionele capaciteiten  recht op een eerlijk proces (art. 6 EVRM)  verbod van foltering en van onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing (art. 3 EVRM)

8)

zaak Salduz  2008  in de zaak Salduz oordeelde het Hof dat er sprake is van een schending van het recht op een eerlijk proces wanneer het recht op bijstand door een advocaat wordt ontzegt tijdens het eerste politieverhoor  in de zaak Panovits herhaalt het Hof dit  recht op een eerlijk proces (art. 6 EVRM)

9)

Commissie Rimanque 

een door de Vlaamse Regering opgerichte 'Commissie van Advies over de persoonsgebonden aangelegenheden'

10) Geschreven project

11) Buffercapaciteit

12

12) Vermaatschappelijking

13) Bouamar-arrest  arrest van het EHRM waarbij België veroordeeld werd wegens schending van art. 5 EVRM  vereiste van een opvoedkundig regime in een gespecialiseerde omgeving bij vrijheidsberoving van minderjarigen + bijstand van advocaat  recht op vrijheid (art. 5 EVRM) 14) zaak Assenov  het Hof benadrukte inzake het in voorhechtenis nemen van een minderjarige dat de druk op de overheid om een zaak snel af te handelen in geval van minderjarige gedetineerden nog groter is dan bij volwassen gedetineerden  recht op vrijheid (art. 5 EVRM) 15) Havana Rules  VN-resolutie 45/113 van 14 december 1990 betreffende 'rules for the protection of juveniles deprived of their liberty' of 'JDL-rules'  bevat specifieke bepalingen over minderjarigen die van hun vrijheid zijn beroofd o elke vorm van inhechtenisneming, gevangenneming of plaatsing in een openbare of private instelling o bevolen door een gerechtelijke, administratieve of andere autoriteit waarbij de minderjarige niet gemachtigd is om op eigen initiatief de instelling te verlaten  vrijheidsberoving wordt beschouwd als ultimum remedium en moet zo kort mogelijk worden gehouden (last resort) o hetzelfde geldt voor voorlopige hechtenis  de andere bepalingen betreffen waarborgen die gelden gedurende de vrijheidsberoving 16) Everberg als overloopsysteem

17) Ontkokering van de jeugdhulp

18) Maatschappelijke noodzaak

19) Toegangspoort

13

20) Gemandateerde voorzieningen

21) Decreet Steyaert  decreet van 27 juni 1985 inzake bijzondere jeugdbijstand  hoofdobjectief: een nieuwe structuur uittekenen voor de buitengerechtelijke jeugdbescherming ter vervanging van wat daarover in de federale wet van 8 april 1965 was bepaald  het decreet gaat uit van 4 basisopties: 1) een strikte scheiding tussen vrijwillig aanvaarde hulpverlening en gerechtelijke jeugdbescherming o oprichting van comités voor bijzondere jeugdzorg, die in de plaats komen van de jeugdbeschermingscomités  de jeugdbeschermingscomités hadden tot taak om zelf individuele probleemsituaties die zij niet konden oplossen rechtstreeks door te verwijzen naar het parket en waren tevens belast met de uitvoering van gerechtelijke beslissingen van de jeugdrechtbank 2) er wordt nadrukkelijker vormgegeven aan het subsidiariteitsbeginsel o dit beginsel impliceert enerzijds dat gerechtelijke dwangmaatregelen voorkomen moeten worden indien een probleemoplossing i.h.k.v. de vrijwillig aanvaarde hulpverlening mogelijk is o anderzijds houdt het ook in dat een gerechtelijke tussenkomst mogelijk moet blijven wanneer geen probleemoplossing op vrijwillige basis voorhanden is en een dergelijke tussenkomst in het belang van de minderjarige aangewezen is o oprichting van een nieuw orgaan: de bemiddelingscommissie voor bijzondere jeugdbijstand  taken: 

bemiddelen in conflictsituaties waarin de vrijwillige hulpverlening dreigt vast te lopen



probleemgevallen ter kennis brengen van de gerechtelijke overheden wanneer een oplossing via vrijwill...


Similar Free PDFs