Plantenbescherming voorbeeldvragen PDF

Title Plantenbescherming voorbeeldvragen
Course Plantenbescherming 1
Institution Hogeschool Gent
Pages 48
File Size 2.1 MB
File Type PDF
Total Downloads 75
Total Views 143

Summary

antwoorden op vragen van plantenbescherming van 1 bach dierenzorg...


Description

Vragen Plantenbescherming ❏ 1. Waarvoor staat plantenbescherming en de inzet van plantenbeschermingsmiddelen (chemische en andere) en schetst de noodzaak in relatie tot duurzame voedselproductie en het gebruik van de open ruimte. Plantenbescherming is een cruciale factor in de huidige voedselvoorziening. Het is insectenbestrijding, onkruidbestrijding en ziektebeheersing. Voordelen: verbeterde arbeidsomstandigheden in de land-en tuinbouwsector & verbetering van de volksgezondheid en de algemene hygiëne, Sterke evolutie op heden onder impuls EU-wetgeving, bv. meer natuurlijke stoffen. Ze zorgen voor minder druk op het waterleven ❏ 2.Schets welke verliezen er kunnen optreden bij plantaardige productie in relatie tot de potentiële opbrengst/ haalbare opbrengst / primitieve opbrengst en bespreek in dit verband het verschil tussen de biologische schadedrempel en de economische schadedrempel. Verliezen: Rechtstreekse concurrentie voor groeifactoren, Beschadiging of functionele belemmering van essentiële planten functies, Productie van toxinen ⇒ mycotoxinen, Verstoring van hormonen balansen, Wegvreten van bladoppervlakte, Bevuiling van te oogsten producten, Cosmetische schade,...

Omvang van verliezen afhankelijk van interactie plant-gewas vijand: Tijdstip van aantasting, Omgevingsomstandigheden (t°, RV, …), Resistentie/tolerantie van plant, Virulentie/agressiviteit van pathogeen ❏ 3.Schets de beperkingen van Biologische land –en tuinbouw bouw versus conventionele land –en tuinbouw in het verhaal van plantenbescherming ( in een context van de noodzakelijke stijging van voedselproductie /klimaatverandering/ verlies biodiversiteit) en de nuancering door Prof. Spanoghe. Om meer voedsel te produceren en tegelijk de impact op het milieu te verkleinen wordt best gekozen voor intensieve landbouw in agrarisch gebied. Door intensieve landbouw om te schakelen naar biolandbouw boeken we 12% biodiversiteitswinst maar verliezen we 46% aan opbrengst. Intensief aan landbouw wordt gedaan op half zoveel grond als biologische landbouw. De consument moet in een 100% biologisch scenario fors minder vlees en zowat geen eieren meer eten en voedselverspilling zal sterk gereduceerd moeten worden. Er moeten ook heel wat bomen gekapt worden ipv gewasbeschermingsmiddelen en kunstmest etc.

❏ 4.Licht de volgende uitspraak toe : “Gewasbeschermingsmiddelen dragen bij aan gezonde voedingsproducten”. Via gewasbeschermingsmiddelen : geen schimmels en schadelijke insecten op of in de vruchten en minder toxines in het voedsel. Wel kans op residu maar hiervoor zijn er strenge wetten. ❏ 5.Wat zijn de doelstellingen van de Green deal in relatie tot gewasbescherming en formuleer je eigen mening hierover naar haalbaarheid. ● Europa tegen 2050 een klimaatneutraal continent ● biodiversiteitsstrategie en Farm-to-Fork-strategie (20.05.2020) “het gebruik en de risico's van pesticiden tegen 2030 met 50 procent te verminderen, en het gebruik van kunstmest met 20 procent.“ ● 25% EU landbouwgrond ⇒ biolandbouw (versus 8% nu) ● Hoe volgens Phytofar ? Innovatie, Precisielandbouw, biologische middelen , inzamelen lege verpakkingen, opleiding,… Ik denk dat wanneer de landbouwers zelf hier het belang van inzien dat deze doelen zouden behaald kunnen worden door rechtstreekse samenwerking van de Europese commissie en de landbouwers. Subsidies zouden hier zeer goed bij werken. ❏ 6.Verklaar volgende uitspraak toe : “Voedselproductie op een intensieve wijze is een noodzakelijke keuze: op ethisch vlak én met het oog op bescherming van de natuur” (Prof. Benton) . Wereldbevolking voeden zonder biodiversiteit & natuur te schaden + ecologische impact v. voedselproductie te verkleinen = Niet evident. Prof.Benton wijst op een ongewenst effect als gevolg. De milieukost verkleint niet, maar verhuist. Momenteel wordt een oppervlakte landbouwgrond gelijk aan Duitsland in derde landen benut om in de Europese vraag te voorzien. ❏ 7.PPP’s (plant protection products ) blijven volgens Prof Keulemans et al. (2019) nodig. Hij haalt hiervoor tal van argumenten aan. Formuleer de twee belangrijkste uitgangspunten vanuit de wetenschap en ook 5 argumenten waarom PPP’s nodig blijven én kunnen gebruikt worden (5 van de 9 die in cursus zijn opgenomen). 1.Voedselzekerheid en gezond voedsel voor 11 miljard mensen tegen 2100 binnen de grenzen van de planetaire duurzaamheid ⇒ geen verdere landtoename voor de landbouw, aangezien het verlies van biodiversiteit, de toename van broeikasgassen en de gevolgen voor het milieu. 2.Volgens wetenschappelijke literatuur is er geen andere optie dan de wereldwijde opbrengst efficiëntie te vergroten en de opbrengst kloof te verkleinen om wereldwijde voedselzekerheid te garanderen. Argumentatie: ● Het toegenomen gebruik van PPP's was een van de drijvende krachten achter de ‘groene revolutie’ en droeg bij aan de 2,5-maal hogere opbrengst van gewassen in ontwikkelde landen. ● De verschuiving van breedwerkende gewasbeschermingsmiddelen naar specifiekere gewasbeschermingsmiddelen, is de belangrijkste reden voor de recente toename van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, zonder het positieve effect op de opbrengst van gewassen in het verleden.

● ● ● ●

● ●

PPP's zijn tegenwoordig, wanneer correct toegepast, veel veiliger dan in het verleden en er is een strikte controle op residuen. Ook de applicatietechnologie van PPP's is aanzienlijk verbeterd, wat bijdraagt aan een lagere impact op het milieu en risico's voor aanvragers. Zonder PPP's zullen de opbrengsten worden verlaagd, afhankelijk van het gewas, tussen 19% (tarwe) en 42% (aardappel). het belangrijkste effect op de biodiversiteit (verlies) is te wijten aan veranderingen in landgebruik. In dit opzicht is het duidelijk dat biologische landbouw en de toepassing ervan vaak niet de beste keuze is. Bovendien is de perceptie dat natuurlijke “biologische” PPP's, minder toxisch zijn en tot minder residuen leiden, niet altijd correct Precisielandbouw kan ook bijdragen aan een meer gerichte toepassing en vermindering van het gebruik van PPP.

❏ 8.Alle begrippen uit tabel 2 kunnen verklaren .

❏ 9.blz. II-27: waarvoor staan de vermelde eenheden(1 uit de rij): 1%, 1°/°°, 1 ppm,1 ppb, 1 ppt , 1 ppq en geef een voorbeeld

❏ 10.Waarvoor staan biociden geef duidelijk het verschil aan met gewasbeschermingsmiddelen? Gewasbeschermingsmiddelen beschermen gewassen tegen schadelijke organismen of bestrijden onkruid. Biociden bestrijden eveneens schadelijke organismen, maar ze hebben geen betrekking op levende planten. Onder biociden vallen insecticiden, ontsmettingsmiddelen, muizengif, afweermiddelen tegen muggen, schimmeldodende producten, houtbeschermingsmiddelen, antiparasitaire middelen… ❏ 11.Hoe is een gewasbeschermingsmiddel vandaag samengesteld? De samenstelling bestaat uit twee delen:de actieve stof (as.) en de hulpstoffen. De actieve stof is de werkzame stof en zorgt voor de biologische activiteit. De hulpstoffen verhogen de efficiënte werking van de actieve stof en zorgen voor de fysico-chemische activiteit. (Vulstoffen, Kleefstoffen, Kleurstoffen, Anti-schuimstoffen, Geurstoffen, Dispergeermiddel, Uitvloeier, Oplosmiddel, Antivriesmiddelen, Bevochtigers).

❏ 12.Wat zijn oppervlakteactieve stoffen of surfactants in relatie tot gewasbeschermingsmiddelen. Oppervlakteactieve stoffen zijn verbindingen die in kleine concentraties de oppervlaktespanning binnen vloeistoffen en bij het contact tussen vloeistof en een oppervlak sterk verlagen. ❏ 13.Wat is een adjuvant? Hulpstoffen of adjuvants zijn verbindingen die de pesticide werking verhogen. Verschillende typen kunnen aangewend worden: emulgatoren, uitvloeiers, bevochtigers, kleefstoffen… Algemeen kan gesteld worden dat hulpstoffen de werking, de stabiliteit en effectiviteit van het pesticide verbeteren. ❏ 14.Waarvoor staat ofwel : SL, EW, EC, SC, WP, DP, GR… Oplossingen (SL), Geconcentreerde emulsies (EW), Emulgeerbare concentraten (EC), Geconcentreerde suspensies (SC)/flowable, Spuitpoeder (WP), Stuifpoeder (DP), Granulaten (GR), U.L.V.-concentraten (UL), ❏ 15.Wat is een aërosol of rookpatroon of ULV of fogging of fumigantia in relatie tot gewasbescherming. Aerosolen worden vooral toegepast met spuitbussen. Hierbij wordt de actieve stof in lage concentraties opgelost in een oplosmiddel, samen met een middel dat onder verlaagde druk vloeibaar wordt. Rookpatronen bevatten de actieve stof, een oxiderende stof, een brandbare stof en een brandremmer. Voor bepaalde toepassingen worden pesticiden rechtstreeks in organische solventen opgelost en als dusdanig toegepast. Dit zijn Ultra-low-volume toepassingen (ULV). "Fogging" apparatuur produceert spuitdruppels van 1 tot 10 nm. Deze kunnen worden geproduceerd door verhitting of door verneveling van een vloeistof in een ultra-snelle luchtstroom. Fumigantia Worden vooral als bodem ontsmettingsmiddel toegepast in de tuinbouw bij de bestrijding van bodemschimmels en nematoden. Lokstoffen Een formulering waarbij het middel gemengd wordt met voedsel of met andere stoffen die attractief zijn voor het target-organisme. ❏ 16.Schets het verschil tussen een systemisch middel en contactmiddel bij ofwel insecticiden/herbiciden/fungiciden. Contactmiddelen: werken enkel op de plaats waar ze worden toegediend en worden niet getransporteerd door de sapstroom; middelen met dieptewerking: dringen dieper in het blad door dan contactmiddelen, maar blijven daar en worden niet getransporteerd; systemische middelen: dringen in de plant binnenen worden getransporteerd via de sapstroom. De systemische werking kan totaal, maar ook lokaal of enkel opwaarts of neerwaarts gericht zijn. Insecticiden kunnen op twee manieren ingedeeld worden. Delen we ze in volgens de wijze van opname door het insect, namelijk via de maag, de huid of de ademhaling, dan spreken we over maag-, contact-of ademhalings giften. Delen We

ze in volgens het stadium van het insect dat ze doden dan hebben we het over eidodende,larvendodende of over middelen die volwasseninsecten doden. preventieve fungiciden, die de plant beschermen tegen een infectie door schimmels. Deze beschermende fungiciden moeten bijgevolg gebruikt worden vooraleer de infectie is opgetreden; curatieve fungiciden, die de ontwikkeling van de schimmel kunnen stoppen nadat een infectie is opgetreden. Totaalherbiciden worden gebruikt om al de plantengroei volledig te doden. Selectieve herbiciden bestrijden de onkruiden maar sparen de teelten. De selectiviteit berust op de eigenschappen van het product en de plantensoort, maar ook op de dosis, de wijze van toepassing, het tijdstip van de toepassing en de formulering. Herbiciden worden verder ook ingedeeld in middelen tegen éénzaadlobbigen of tweezaadlobbigen,en middelen tegen één-en tweezaadlobbigen. ❏ 17.Wat is een translaminair middel? translaminaire middelen:dringen door het blad en hebben een werking aan de bovenzijde en onderzijde van het blad; ❏ 18.Wat is een selectief gewasbeschermingsmiddel?Antwoord hier meervoudig op : zijn gewasbeschermingsmiddelen die zeer gericht werken tegen specifieke doelorganismen : alleen schadelijke insecten bv. en de nuttige insecten sparen of specifieke onkruiden of plantenziekten én de term wordt ook gebruikt om aan te duiden dat het veilig kan ingezet worden in een bepaald gewas. Breedwerkende gewasbeschermingsmiddelen bestrijden een ruim gamma van belagers of plantenziekten en worden ook wel ‘breedspectrummiddelen’ genoemd. Ontsmettingsmiddelen hebben bijvoorbeeld precies de bedoeling om met één behandeling de bodem of instrumenten volledig vrij te maken van diverse ziekten of plagen; Specifieke middelen richten zich op een beperkte groep van vijanden; Selectieve middelen zijn middelen die de natuurlijke vijanden zo veel mogelijk sparen en zijn onmisbaar in geïntegreerde gewasbescherming (IPM). ❏ 19.Bespreek de erkenning van gewasbeschermingsmiddelen (op welk beslissingsniveau moeten essentiële stappen gezet worden?) en leg de focus op de Europese toelating van werkzame ,stoffen, geef de verschillende essentiële onderdelen van het dossier aan en leg duidelijk uit wat die inhouden (minstens 3 voorbeelden per deelaspect). Markeer kernwoorden. De werkzame stoffen en de hulpstoffen worden op Europees niveau toegelaten, het handelsproduct of de formulering wordt op nationaal niveau toegelaten. ●

fysico-chemische eigenschappen: ontplofbaarheid, viscositeit, houdbaarheid, suspendeerbaarheid, verenigbaarheid met andere stof, analysemethoden voor het opsporen van de actieve stof in product, bodem, water en plant.





Biologisch onderzoek: effectiviteit van het middel, toepassingswijze, dosis, selectiviteit, resistentie via labo –en veldproeven. Tevens wordt onderzoek gedaan naar residu’s (plant, dier, verwerkte producten, volggewassen) Toxicologisch onderzoek:acuut LD50 /korte termijn,chronisch (=lange termijn), invloed op de voortplanting of reproductieve toxiciteit (=teratogeniteit)…); mutageniteit, carcinogeniteit, metabolisme bij zoogdieren, neurotoxiciteit toxische eigenschappen op vee en kleine huisdieren, medische gegevens,residu-studies

❏ 20.Waarvoor staat chronische toxiciteit? Chronische toxiciteit is wanneer negatieve effecten slechts optreden na herhaalde opname van kleine dosissen gewasbeschermingsmiddelen gedurende een lange termijn. bv. : mutagene effecten, teratogene effecten, carcinogene effecten ❏ 21.Wat is ofwel T, ofwel T+, ofwel Xn of Xi en geef de bijbehorende LD50 (Verklaar deze eenheid, Hoe komt men eraan ?) bij orale inname en bereken bij wijze van voorbeeld de gevaarlijke dosis voor U en vermeld de eenheden.(! Vergeet hier zeker niet te vermelden dat het gaat om de weergave van de acute toxiciteit)

Acute toxiciteit : giftigheid als gevolg van een eenmalige inname : uitgedrukt als lethale dosis of LD

❏ 22.Een gewasbeschermingsmiddel heeft een volgende code : 9387P/B ,waarop slaat deze codering? professioneel gebruik ❏ 23.Een gewasbeschermingsmiddel heeft een volgende codering : 9387G/B , waarop slaat deze codering ? niet prof gebruik

❏ 24.Wat is en R-zin of een S-zin en geef een voorbeeld. R-zinnen geven aanduidingen over de aard van de bijzondere gevaren, bv.: R24: ‘giftig bij aanraking met de huid’; RSh1: ‘giftig bij oogcontact’. S-zinnen geven veiligheidsaanbevelingen, bv.: SPe3: ‘Om in het water levende organismen te beschermen mag u in een welbepaalde bufferzone rond oppervlaktewater niet sproeien. De driftreducerende maatregelen in kwestie worden dan per teelt bij de toepassingsmodaliteiten opgegeven; SPe8: Gevaarlijk voor bijen. Om de bijen en andere bestuivende insecten te beschermen, mag u dit product niet gebruiken op in bloei staande gewassen. Gebruik dit product niet op plaatsen waar bijen actief naar voedsel zoeken. Verwijder of bedek bijenkorven tijdens het gebruik van het product en gedurende een bepaalde tijd na de behandeling. Gebruik dit product niet in de buurt van in bloei staand onkruid. Verwijder onkruid voordat het bloeit. Gebruik dit product niet vóór (datum). ❏ 25.Wat is een molluscicide? Een slakkendodend middel ❏ 26.Wat is een rodenticide? Een gewasbeschermingsmiddel tegen muizen, ratten en andere knaagdieren. ❏ 27.Waarvoor staat MRL?: betekenis afkorting, eenheid, praktische betekenis en geef schematisch weer hoe de MRL tot stand komt (! Met extra uitleg én verklaring van de essentiële termen ADI en NOAEL) Om de verbruiker optimaal te beschermen op het ogenblik van de consumptie en om onnodige milieuvervuiling te vermijden werd wettelijk bepaald dat voor elk gewasbeschermingsmiddel een zogenaamde residutolerantie of MRL (Maximum Residu Level) wordt vastgelegd. De ADI-waarde (Aanvaardbare Dagelijkse Inname). Aan de hand van studies met proefdieren wordt bepaald wat de NOAEL (No Observed Adverse Effect Level) is. ❏ 28.Hoe kan een teler de residutolerantie respecteren ? ● In de toelating wordt ofwel een toepassingstijdstip vastgelegd ofwel wordt een wachttijd voor de oogst voorzien. ● Door zich goed te informeren want problemen kunnen zich voordoen met gewasbeschermingsmiddelen die voor een bepaalde teelt niet toegelaten zijn, doch wel toegelaten zijn voor andere teelten of gebruikt mogen worden in andere landen.

❏ 29.Is het risico voor de consument i.v.m. het voorkomen van residu’s van gewasbeschermingsmiddelen vandaag hoog of laag en leg uit? Dankzij de IT of import tolerantie en de MRL of maximum residu level is er zeer weinig tot geen risico voor de consument. De FAVV of Federaal Agentschap voor de Veiligheid vd. Voedselketen staat in voor de officiëlecontroles op residutoleranties in de voedingsketen in België. Onafhankelijke controleorganismen voeren controles uit ivm. de lastenboeken. Het traceren van een voedingsproduct betekent dat de oorsprong v. h. product en de verschillende schakels in de keten die het behandelden kunnen teruggevonden worden. Via deze tracering kan degene die gewasbeschermingsmiddelen op een onoordeelkundige manier gebruikte voor zijn verantwoordelijkheid worden gesteld. ❏ 30.De residuvrije peer is niet discussievrij. Leg uit . Bij de teelt van de residuvrije peer werden geen chemische middelen, maar wel biologische middelen en insecten ingezet. Het promoten van een residuvrije peer suggereert dat er met het ander iets mis zou zijn, maar dat is niet zo. Conventionele peren zijn volgens de principes van de geïntegreerde teelt duurzaam geteeld. ❏ 31.Verklaar in verband met gewasbeschermingsmiddelen het verschil tussen gevaar en risico en geef aan hoe de gebruiker hiervoor de passende maatregelen neemt bij het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen (op het bedrijf en te velde). Een risico treed op wanneer er gevaar is en blootstelling. Gevaar is een eigenschap van het product en vormt niet onmiddellijk een risico. ❏ 32.Waarvoor staan de termen P1 ofwel P2 ofwel P3 ofwel NP ? ● “assistent professioneel gebruik” (P1) ● “professioneel gebruik” (P2) ● “specifiek professioneel gebruik”(PS) ● “distributie/voorlichting” (P3) ● “distributie/voorlichting amateurmiddelen” (NP) ❏ 33.Leg uit hoe we vandaag resistentie bij onkruiden kunnen vermijden? ● bij herhaalde behandelingen, werkzame stoffen inzetten die behoren tot verschillende chemische families ● over-en onderdosering vermijdt ● het aantal behandelingen beperken ● mengsels gebruikt op basis van gemakkelijk afbreekbare gewasbeschermingsmiddelen die op verschillende manieren werken. ● Toepassen basisregels IPM en basistechnieken ter preventie van onkruiden, ziekten en plagen maximaal integreren: vruchtwisseling toepassen, bodembewerking, gecertificeerd zaaizaad..

❏ 34.Welke mogelijke bronnen van contaminatie van gewasbeschermingsmiddelen naar het oppervlaktewater kunnen voorkomen en geef en aanduiding van het belang. Bronnen: ● drift van spuitnevels; ● plaatselijke of accidentele verontreiniging tijdens de bereiding van de spuitoplossing en onderhoud van het spuittoestel . ● afspoeling en verlies via drainage naar het oppervlaktewater; ● rechtstreekse uitspoeling of uitspoeling via bodempartikels naar het oppervlaktewater; ● atmosferische depositie (zowel natte als droge depositie).

❏ 35.In verband met contaminatie van gewasbeschermingsmiddelen naar het oppervlaktewater worden de termen MAC en PNEC gebruikt. Waarvoor staan die afkortingen? MAC: Maximal Acceptable Concentration en PNEC: Predicted No Effect Concentration ❏ 36.Waarvoor staat de term fyteauscan? Met de “Fyt-eau-scan” wordt een SCAN gemaakt van de plaatsen op uw bedrijf waar er een risico bestaat dat er FYToproducten (=gewasbeschermingsmiddelen) in het water (EAU) kunnen terechtkomen. ❏ 37.Wat is de norm voor drinkwater ivm het voorkomen van residu’s van gewasbeschermingsmiddelen. In het drinkwater mag geen enkel gewasbeschermingsmiddel in een concentratie hoger dan 100ng/l (1 nanogram = 0,000000001 gram) teruggevonden worden en de concentratie van alle gewasbeschermingsmiddelen samen mag niet meer zijn dan 500 ng/l. ❏ 38.Waarvoor staat het begrip bio-accumulatie? Moeilijk afbreekbare middelen kunnen in de voedselkring terechtkomen en stapelen zich dan op in het lichaam van de dieren (of in de planten zelf). Die verhoogde concentraties kunnen leiden tot groei-en voortplantingsstoornissen of zelfs de dood. Vooral dieren aan de top van de voedselpiramide worden bedreigd omdat z...


Similar Free PDFs