3. Ademhalingsstelsel ~ De luchtwegen PDF

Title 3. Ademhalingsstelsel ~ De luchtwegen
Course Circulatie-long-nier
Institution Universiteit Antwerpen
Pages 30
File Size 2 MB
File Type PDF
Total Downloads 59
Total Views 146

Summary

Zeer overzichtelijke nota's + foto's preparaten betreffende dit practicum...


Description

1

L 1/1,2: Neusseptum (septum nasi) van een konijn in AZAN (BW kleurt blauw) • 2 regio’s - craniaal: de regio olfactorius - Caudaal: regio respiratorius

1

Steuncel Basale vervangcel Olfactorische cel

2

• Craniaal: regio olfactorius - Slijmproppen gaan verdwijnen naarmate je epitheel volgt naar links: olfactorisch epitheel = pseudomeerlagig hoog cilindrisch epitheel -> Reukcellen of olfactorische cellen: peervormige cellen: dikkere basis en lopen spitser uit naar boven. Ze hebben een ronde kern meer richting basaal membraan en ze zijn rood van kleur. Bovenaan hebben ze een reukblaasje waar je ciliën terugvindt (maar niet echt zichtbaar). Basaal hebben ze een axon waar reuk wordt doorgestuurd naar CZS (niet zichtbaar) -> steuncellen: ze hebben een ovale celkern, centraal in de cel. Ze hebben microvilli die zichtbaar zijn -> basale vervangcellen: Ze liggen aan de basale kant met driehoekige kernen daar gelegen

OPM: Soms is het preparaat schuin aangesneden en heb je superveel lagen, maar daar niet naar de cellen zoeken! Zoeken naar een regio waar het recht is aangesneden

2

Zenuwbundel, fila olfactoria Seromuceuze klier Afvoergang

3

• Craniaal: regio olfactorius - Lamina propria onder olfactorisch epitheel: -> seromuceuze klieren (niet gewoon muceus!) met als functie produceren secreet dat zorgt voor de reuk die gebonden is aan het epitheel wegwassen -> ronde structuren erin zijn afvoergangen, want de klieren zijn exocrien -> grote zenuwbundels, de fila olfactoria: bundel van axonen die komen van de olfactorische cellen en vandaaruit reuksignaal doorgestuurd naar CZS

3

Bot

Lamina propria

Respiratorisch epitheel

4

• Caudaal: regio respiratorius - Botweefsel ( 2 donkerblauwe halve ringen) -> Botbalkjes met daarin lege ruimtes: mergholtes waarin merg ligt , het is spongieus bot -> waarom extra verstevigd met bot? Neusgaten liggen daarnaast en is fragieler

4

Basale vervangcel Trilhaarcel

Slijmbekercel met slijmprop

5

• Caudaal: regio respiratorius - Epitheel: respiratorisch epitheel: pseudomeerlagig gecilieerd cilindrisch epitheel met slijmbekerecellen -> terugvinden van trilhaarcellen -> slijmbekercellen -> basale vervangcellen: koude wind over epitheel wat zorgt voor celbeschadiging, het epitheel gaat weg en wordt vervangen door de basale vervangcellen (zowel gecilieerd epitheel en slijmbekerecellen) -> pseudomeerlagig: pseudo omdat elke individuele cel gaat steunen op basaal membraan -> epitheel dient voor conditioneren van de lucht

- Slijmproppen gaan verdwijnen naarmate je epitheel volgt naar links: olfactorisch epitheel

5

Perichondrium

Chondrocyten inlacunes

Neusseptum

Arterie? Vene ook te vinden?

Zenuwvezels

Afvoergang Seromuceuze klieren 6

• Caudaal: regio respiratorius - Lamina propria -> onregelmatig dicht of losmazig BW -> bloedvaten terugvinden, omdat het bloed dat er doorstroomt ervoor zorgt dat de ingeademde lucht wordt opgewarmd. Mooi lumen of helemaal vol met rode bloedcellen -> zenuwvezels • Centraal kraakbeen: neusseptum: hyalien - Chondrocyten liggen in de lacune - Kraakbeen omringd door bindweefsel: perichondrium (felblauw)

6

Plica vestibularis

Ventriculus laryngis

Plica vocalis

7

L 4/3: Larynx waarin je stembanden terugvindt (humaan) in trichroom + Heidenhainsblauw + orceïne • Plica vestibularis of valse stemband: veel klieren • Plica vocalis of ware stemband: veel spieren • Ventriculus laryngis

• Kant gericht naar epiglottis: • Kant gericht naar trachea

7

Lamina propria met bruine korrels = elastine

Respiratorisch epitheel (met slijmproppen)

8

• Plica vestibularis of valse stemband : vele klieren - Omlijnd door epitheel: -> schuin aangesneden, niet goed om epitheel te herkennen, maar je kan het hier niet zo goed bepalen -> Je vindt er respiratorisch epitheel terug (slijmproppen te zien) - Lamina propria -> Onregelmatig dicht collageen bindweefsel met daarin elastine (bruin)

8

Glandulae laryngealis: seromuceus

Vetcellen

M. ventricularis

9

• Plica vestibularis of valse stemband : vele klieren - Tela submucosa -> ornregelmatig dicht collageen bindweefsel met daarin elastine (bruin) -> glandulae laryngealis: seromuceus -> witte structuren is vetweefsel - Onderaan ook spierweefsel: M. ventricularis loopt door en gaat de M. vocalis vormen rechts en nog verder door vormt het daar de M. cricoarythenoideus

9

Licht verhoornd meerlagig plaveiselepitheel

Respiratorisch epitheel

Lamina propria met kleine puntjes dat lymfocyten zijn (nog kleiner dan de orceïnebolletj es) Ligamentum vocale

10

• Plica vocalis: veel spieren -> deze staat in voor het vormen van de stem - Richting ware stemband gaat epitheel veranderen naar licht verhoornd meerlagig plaveiselepitheel. Dit komt omdat over die stembanden gaat er continu lucht stromen, waardoor wrijving ontstaat en epitheel moet hiervoor weerstand hebben en daarop licht verhoornd - Epitheel gaat terug over naar respiratorisch epitheel (enkel verhoornd ter hoogte van het ligament) - Lamina propria: celletjes zijn lymfocyten (puntjes)

10

Ligamentum vocale

Tela Submucosa M. Vocalis

1

• Plica vocalis: veel spieren -> deze staat in voor het vormen van de stem - Dwarsgestreept skeletspierweefsel: M . Vocalis - Structuur boven spierweefsel: bruin aangekleurd: ligamentum vocale -> elastische vezels -> regio = vocaal ligament met strepen erin (= strekkingsartefact) -> ligament + spieren zorgen voor trekkracht zodat de stemband kan bewegen - Tela submucosa: ontbreekt aan klieren i.v.m. plica vestibularis

11

Ventriculus laryngis -> aan het epitheel is het moeilijk te bepalen wat voor soort het is, je ziet wel slijmbekercellen dus kan je bepalen dat het vermoedelijk om respiratorisch epitheel gaat

12

• Overgang: ventriculus laryngis - Respiratorisch epitheel -> Richting ware stemband gaat epitheel veranderen naar licht verhoornd meerlagig plaveiselepitheel. Dit komt omdat over die stembanden gaat er continu lucht stromen, waardoor wrijving ontstaat en epitheel moet hiervoor weerstand hebben en daarop licht verhoornd - Lamina propria

12

Capillair of vene

Lymphonoduli laryngei ter hoogte van plica vocalis?

Gll. laryngei

• Overgang: ventriculus laryngis - Lamina propria met plexus van capillairen en venen - Tela submucosa -> lymphonoduli laryngei zouden hier gelegen zijn, maar assistent heeft mij die aangeduid ter hoogte van de plica vocalis liggen? -> nog eens na vragen

13

M. Ventricularis

14

• Overgang: ventriculus laryngis M. Ventricularis = dwarsgestreept skeletspierweefsel

14

Slokdarm

Epiglottis

Farynx Larynx

Tong

Trachea

Gll. Laryngeae in tela submucosa van larynx -> tubulo-acineuze sero-muceuze klieren 15

L 5/2: Pharynx (maar nog veel structuren te herkennen) rat in trichroom Heidenhainsblauw • Epiglottis: sluit ademhalingsstelsel af bij voedsel eten, zodat voedsel richting slokdarm gaat - Tunica mucosa facies lingualis -> licht verhoornd meerlagig plaveiselepitheel -> lamina propria: reticuline BW met vaten en lymfenoduli - Tunica mucosa facies laryngea -> epitheel: onverhoornd meerlagig plaveiselepitheel -> lamina propria: reticuline BW - Kraakbeen in het midden (lichtblauw-grijs): cartilago epiglottica -> elastisch kraakbeen (elastische vezels komen voor)

• Grote kraakbeenstukken: hyalien kraakbeen die allemaal in verbinding staan door ligamenten (o.a. rood) bestaande uit dicht regelmatig collageen BW - groen: c. thyroidea

15

- Geel: c. cricoidea - Blauw: 3 stukjes: c. trachealis (kraakbeenringen van trachea) - Paars: c. arytenoidea • M. laryngis (groene cirkel) - Komt ook voor waar alle kraakbeenstukken voorkomen • Larynx • Trachea - In BW glandula trachealis - M. trachealis - Roze cirkel: klieren: follikels gevuld met … met hormoon: schildklier • Slokdarm - Spier: tunica muscularis (blauw boven c. cricoidea) - Epitheel: meerlagig verhoornd plaveiselepitheel (hier de rat, ruw voedsel -> verhoornd, niet bij humaan!) - Zeer dunne lamina propria met onduidelijk onderscheid tela submucosa - Tunica muscularis: dwarsgestreept -> diersoort afhankelijk

15

16

L 2/11 Trachea: dwarse doorsnedevan kat in trichroom Heidenhainsblauw

16

Slijmbekercel met slijmprop Trilhaardragende cel Basale vervangcel Tela submucosa

Lamina propria

17

• Epitheel: respiratorisch • Lamina propria: onregelmatig dicht collageen BW (groenig, grijs) -> kleine puntjes: aansnijden van elastische vezels  Deze 2 vormen de tunica mucosa

17

Gll. Trachealis in de tela submucosa

18

• Tela submucosa - Losmazig collageen BW - Klieren: glandulae trachealis (seromuceus)

18

Tunica adventitia Paries membranaceus

M. trachealis

19

• C. trachealis behoort tot tela submucosa - Onderbroken: zwakke plek trachea want kan daar inklappen: glad spierweefsel van M. trachealis die ineenklappen tegengaat: deze zone noemt de paries membranaceus - Kraakbeenringen staan in verbinding met elkaar via het lig. Anularia  Fibromusculocartilaginea = - C. tracheales - Lig. Anularia - M. trachealis

• -

Tunica adventitia Bloedvaten Zenuwbundel Onregelmatig collageen bindweefsel

19

20

LP 1/1 Papilloma in de neus (-oma, goedaardige tumor) humaan in HES • ontstaan uit epitheelweefsel, verbinding met neusweefsel zelf (rood) • Je kan soms normaal respiratorisch epitheel terugvinden, maar kan metaplasie plaatsvinden en veranderd dan naar onverhoornd meerlagig plaveiselepitheel

20

21

• Je kan soms normaal respiratorisch epitheel terugvinden, maar kan metaplasie plaatsvinden en veranderd dan naar onverhoornd meerlagig plaveiselepitheel

21

22

• Onderliggend BW: klieren (seromuceus) ter hoogte van de neusmucosa - Terugvinden van ontstekingscellen -> plompe paarse bollen: lymfocyten -> plasmacellen (fel gekleurd cytoplasma, kern meer naar de zijkant) -> neutrofielen: terugvinden van verschillende segmenten in de kern

22

Stratum superficialis

Stratum basale

Centrale BW-as met bloedvaten

23

• Papilloom - Centraal: BW-as met daarin veel bloedvaten - Buitenkant: epitheel van onverhoornd meerlagig plaveiselepitheel met strata -> stratum basale (rondere celkernen) -> stratum spinosum: polygonale cellen ->stratum superficialis: onverhoornd meerlagig plaveiselepitheel • Onderliggend BW: klieren (seromuceus) ter hoogte van de neusmucosa - Terugvinden van ontstekingscellen -> plompe paarse bollen: lymfocyten -> plasmacellen (fel gekleurd cytoplasma, kern meer naar de zijkant) -> neutrofielen: terugvinden van verschillende segmenten in de kern

23

24

Dit is min of meer gezond bindweefsel (veel klieren te zien en beperkt aantal ontstekingscellen) • Onderliggend BW: klieren (seromuceus) ter hoogte van de neusmucosa - Terugvinden van ontstekingscellen -> plompe paarse bollen: lymfocyten -> plasmacellen (fel gekleurd cytoplasma, kern meer naar de zijkant) -> neutrofielen: terugvinden van verschillende segmenten in de kern

24

25

LP 4/1 :Larynx met plaveiselepitheelcarinoom (carcinoom = kwaadaardig) humaan in HES • ontstaan uit epitheel • -

Linkse zone: valse stemband want terugvinden van klieren Respiratorisch epitheel Oranje aankleuring in BW: safraankleuring die BW oranje aankleurt Respiratorisch epitheel soms metaplasie naar onverhoornd meerlagig plaveiselepitheel

• Ventriculus laryngis • Rechte zone: echte stemband - Hier is carcinoom: niks meer te herkennen - Vertrekt vanuit plaveiselepitheel met celstrengen waarin je eigenschappen terugivndt van verhoornd meerlagig plaveiselepitheel met verschillende strata die terug te vinden zijn in de huid -> stratum basale: kleinere celkernen -> spinosum: polygonale cellen met aflijning cellen met spicula

25

-> stratum corneum: cellen liggen meer uit elkaar -> necrose: cellen meer opgeblazen, liggen niet meer mooi tegen elkaar, structuur wat verloren gegaan - Oranje = BW: epitheelcarcinoom is doorgedrongen naar lamina propria en tela submucosa

25

26

• Rechte zone: echte stemband - Hier is carcinoom: niks meer te herkennen - Vertrekt vanuit plaveiselepitheel met celstrengen waarin je eigenschappen terugivndt van verhoornd meerlagig plaveiselepitheel met verschillende strata die terug te vinden zijn in de huid -> stratum basale: kleinere celkernen -> spinosum: polygonale cellen met aflijning cellen met spicula -> stratum corneum: cellen liggen meer uit elkaar -> necrose: cellen meer opgeblazen, liggen niet meer mooi tegen elkaar, structuur wat verloren gegaan - Oranje = BW: epitheelcarcinoom is doorgedrongen naar lamina propria en tela submucosa

26

27

• Rechte zone: echte stemband - Hier is carcinoom: niks meer te herkennen - Vertrekt vanuit plaveiselepitheel met celstrengen waarin je eigenschappen terugivndt van verhoornd meerlagig plaveiselepitheel met verschillende strata die terug te vinden zijn in de huid -> stratum basale: kleinere celkernen -> spinosum: polygonale cellen met aflijning cellen met spicula -> stratum corneum: cellen liggen meer uit elkaar -> necrose: cellen meer opgeblazen, liggen niet meer mooi tegen elkaar, structuur wat verloren gegaan - Oranje = BW: epitheelcarcinoom is doorgedrongen naar lamina propria en tela submucosa

27

28

• Oppervlakte tumor is beschadigd geweest: ulceratie ontstaan: ontstekingscellen omgeven door korst

28...


Similar Free PDFs