3. Spierwerk PDF

Title 3. Spierwerk
Course Biomechanica met inbegrip van fysica
Institution Universiteit Gent
Pages 4
File Size 141.5 KB
File Type PDF
Total Downloads 38
Total Views 149

Summary

spierwerk notities ...


Description

Spierwerk Algemeen Iedere beweging tussen twee of meerdere botstukken wordt veroorzaakt en/of gecontroleerd door spieren Spieren = prime-movers; ze zijn elastisch uitrekbaar én contractiel samentrekbaar Contraheren = samentrekken De bouw en de structuur van de spier bepaalt het resultaat van de contractie (kennis vd myologie is zeer belangrijk)

Macro-opbouw van een spier 3 soorten:  Spiervezel hecht rechtstreeks aan op beenvlies  Spiervezel eindigt in pees, pees hecht aan op beenvlies  Dun spierbuikje, lange dunne pees die aanhecht Spieren overspannen gewrichten:  Mono-articulaire spier: 1 gewricht  Bi-articulaire spier: 2 gewrichten  Poly(pluri)-articulaire spieren: 3 of meer gewrichten Verkortingen of verlengingen van de spier vergen spiercontracties; de richting vd spiervezels is van kapitaal belang voor het rendement van de contractie Spierstructuren:  Spoelvormige spier: vezels lopen evenwijdig aan de richting van de spierkracht  Waaiervormige spier (lagere rentabiliteit): vezels lopen niet steeds evenwijdig aan de richting vd spierkracht  Gevederde spier: vezels lopen steeds onder een bepaalde hoek tov de richting van de spierkracht (zie dia’s)

Feitjes - een spiervezel reageert volgens de ‘wet van alles of niets’ - een reactie is afhankelijk van de intensiteit van de zenuwprikkel - de intensiteit van de activiteit (+ krachtontwikkeling) is afhankelijk van het aantal vezels die geactiveerd worden - de afstand waarover een spier kan verkorten = de hefhoogte - de maximale hefhoogte is 50% van de rustlengte - een spiercontractie resulteert nooit in een volledig amplitudo (zie dia) - passief amplitudo > actief amplitudo - men spreekt van een actieve spier indien de spanning in de spier stijgt tgv een contractie

Soorten spierwerk - statisch spierwerk - dynamisch spierwerk  Concentrisch spierwerk  Excentrisch spierwerk

Statisch spierwerk = isometrisch spierwerk    

Spiercontractie leidt niet tot een beweging Er is geen hoekverandering in het gewricht Er is geen lengteverandering in de spier Er is wel een verhoogde spierspanning

Nut:  Bewaren van een houding  Fixeren van de zetel van de beweging (zie dia’s)  Stabilisatie van een gewricht ter bescherming

Dynamisch concentrisch spierwerk = bewegingsspier met versnelling tot gevolg     

Spiercontractie leidt tot een beweging Er is een hoekverandering in het gewricht (gewrichtshoek wordt kleiner) Er is een lengteverandering in de spier (spierverkorting) Er is een verhoogde spierspanning De spier overwint de weerstand:

Dynamisch excentrisch spierwerk = bewegingsspier met vertraging tot gevolg     

Spiercontractie leidt tot een beweging Er is een hoekverandering in het gewricht (gewrichtshoek wordt groter) Er is een lengteverandering in de spier (spierverlenging) Er is een verhoogde spierspanning De spier overwint de weerstand:

Micro-opbouw van een spier

(zie dia)

Spiercontractie “handjes” grijpen in elkaar: myosine en actine schuiven in- en uit elkaar (zie dia)

Mechanisch spiermodel ZIE DIA’S PEC = parallelle elastische componenten SEC = seriële elastische componenten CE = contractiele elementen thv myofibrillen

Excentrisch spierwerk (ESW) is gunstiger 4 redenen:    

Minder O2 nodig Minder stroom nodig = minder stroomactiviteit In dezelfde hoek kan ik excentrisch een groter krachtmoment ontwikkelen Is snelheidsafhankelijk (zie dia)

ZIE DIA’S

Factoren die de hefkracht van een spier beïnvloeden - lengte van de spier bij het begin van de contractie = ‘Wet van Schwann’ een spier werkt optimaal als ik hem eerst maximaal heb uitgerokken - soort spierwerk (conc, exc,isom)

- fysiologische doorsnede van de spier - na contractie van de spier met tegengestelde werking ZIE DIA’S

Spierfuncties Agonist: heeft de hoofdverantwoordelijkheid vd beweging Synergist: helpt mee met 1, in kleine mate Stabilisator: werken isometrisch Antagonist: doet tegenovergestelde van 1 + 2/ in heel veel gevallen neemt de Fz de rol vd antagonist over ZIE DIA

Bewegingsbanen Totale bewegingsbaan Van volledige verlenging tot volledige verkorting of van volledige verkorting tot volledige verlenging Proximale bewegingsbaan Van de helft van de hefhoogte tot volledige verkorting of van volledige verkorting tot de helft van de hefhoogte Distale bewegingsbaan Van de helft van de hefhoogte tot volledige verlenging of van volledige verlenging tot de helft van de hefhoogte ZIE DIA’S...


Similar Free PDFs