Aardrijkskunde examen kerst PDF

Title Aardrijkskunde examen kerst
Author Clara Dhondt
Course Aardrijkskunde
Institution ASO
Pages 6
File Size 320.1 KB
File Type PDF
Total Downloads 94
Total Views 137

Summary

Aardrijkskunde 6e Jaar STW MMI Kortemark ...


Description

AARDRIJKSKUNDE EXAMEN KERST INLEIDING Geologie: is de wetenschap die de Aarde, haar geschiedenis en de processen die haar vormen en gevormd hebben, bestudeert.

EDOGENE KRACHTEN: AARDBEVINGEN, VULKANEN EN GEBERGTEVORMING Endogene krachten: krachten die het aardoppervlak van binnenuit veranderen, onder andere aardbevingen, vulkanen en gebergtevorming.

A. HET INWEDIGE VAN DE AARDE

Asthenosfeer

1 STRUCTUUR VAN DE AARDE

Schil

and

Korst ormbaar lithosfeer

mesosfeer

Buitenkern

Kern

binnenkern

De

mantel

Kern

korst

Mantel

korst kan bestaan uit:

oceanische korst of continentale korst 2 DE GEBROKEN LITHOSFEER

1

Letter a b c d e f g

Naam Afzettingen op strand en zeebodem Oceanische korst Continentale korst Buitenste deel van de mantel Lithosfeer van b+d Lithosfeer van c+d Asthenosfeer ten opzichte van elkaar bewegen.

2.1 ‘GEBROKEN’ LITHOSFEER  De vaste lithosfeer drijft als het ware op de vervormbare asthenosfeer.  de lithosfeer bestaat uit Lithosfeer= korst + buitenste deel verschillende platen of schollen die mantel

Waar komen de meeste aardbevingen en vulkanen voor? Op de plaatranden. Door de bewegingen in de plastische asthenosfeer kan de lithosfeer in alle richtingen mee bewegen. In grote lijnen kunnen we 2 soorten bewegingen onderscheiden: verticale en horizontale bewegingen.

B. VERTICALE BEWEGINGEN VAN DE LITHOSFEER: ISOSTASIE Op welke plaatsen is de lithosfeer het diepst in de asthenosfeer gezakt? Het deel met de continentale korst, vooral waar het gebergte ligt. Hoe verklaar je dit? Het gebergte heeft een groter gewicht waardoor het dieper is gezakt in de asthenosfeer. Het steekt ook meer uit maar de verhouding blijft wel gelijk. Het isostatisch evenwicht/isostasie: het evenwicht dat bereikt wordt tussen de dikte/het gewicht van de lithosfeer en de mate waarin de lithosfeer in de asthenosfeer zakt. Sommige stukken land stijgen tot meer dan 8 mm per jaar. Verklaar de stijging van de lithosfeer op basis van de ijstijd:  Tijdens de ijstijd was er meer gewicht door de ijskap  daardoor zakt de lithosfeer dieper in de asthenosfeer. 2

 Na de ijstijd smelt de ijskap waardoor het gewicht verdwijnt  daardoor stijgt de lithosfeer langzaam op uit de asthenosfeer = isostatische beweging

C. HORIZONTALE BEWEGINGEN VAN DE LITHOSFEER: PLATENTEKTONIEK 1 VAN DE CONTINENTENDRIFT NAAR DE PLATENTEKTONIEK 1.1 ALFRED WEGENER: CONTINENTENDRIFT De Duitse aardwetenschapper Alfred Wegener beschreef de theorie dat de continenten ooit 1 geheel waren. Pangaea Hij had hiervoor 3 belangrijke argumenten:  Morfologisch (de vorm): de continenten passen precies als puzzelstukjes in elkaar  Geologisch (gesteente): geologische formaties lopen over de continenten heen  Paleontologisch (uitgestorven planten en dieren): de gebieden waar planten en dieren voorkomen loopt over de continenten heen Platentektoniek: de lithosfeerplaten als geheel horizontaal bewegen 1.2 RELIËF VAN DE ZEEBODEM EN DE MOTOR ACHTER DE PLATENTEKTONIEK Oceaanbodem: het door zeewater bedekte deel van het aardoppervlak Continentaal plat (1): de rand van de continentale lithosfeer die onder het zeewater loopt = minst diepe deel van de oceaan bv. Noordzee. Trog (2): erg smalle, diepe kloof in de oceaanbodem Oceanische rug (3): langgerekte, hoger gelegen structuur in het midden van de oceaan bv. Mid-oceanische rug in de Atlantische oceaan.

Oceanische ruggen:  Geoloog Harry Hess ontdekte tijdens de Tweede Wereldoorlog de oceanische ruggen. Hij ontdekte dat deze vanuit het midden steeds aangroeien door zwak vulkanisme.  Door onder andere convectiestromingen komt er op bepaalde plaatsen gloeiend magma naar boven. Ze ontstaat nieuwe oceanische korst.  die oceanische korst wordt op die plaatsen steeds groter en duwt op die manier de continenten uit elkaar.  Hoe verder weg van de rug, hoe ouder het gesteente Trog en subductie: 3

 Zware oceanische korst duikt onder lichtere oceanische of lichte continentale korst onder invloed van de zwaartekracht  ontstaan van een trog  Als deze verder duikt, en in de asthenosfeer komt, smelt het materiaal en kan dit voor vulkanisme zorgen Motor achter platentektoniek: rugduw- en subductietrekkracht:  Rugduwkracht: o Ter hoogte van de oceanische ruggen groeien lithosfeerplaten door vulkanisme. o Dit zorgt ervoor dat de platen al lichtjes uit elkaar worden geduwd.  rugduwkracht  Subductietrekkracht: o Verder van de oceanische rug is oceanische korst dikker en zwaarder geworden. Op een bepaald moment duikt deze onder (=subductie). o Op dat moment wordt de rest van de plaat meegetrokken onder invloed van zwaartekracht  + convectiestroming (gloeiend magma in asthenosfeer die stroming veroorzaakt.

2

GEVOLGEN VAN PLATENTEKTONIEK

2.1 DIVERGERENDE PLATEN Divergerende platen: platen die uit elkaar schuiven met onder andere slenken en oceanische ruggen als gevolg Ontstaan van een slenk:  Onder de lithosfeer van een continent komt een stijgstroom van magma tot stand 4

     

De lithosfeer gaat opbollen De lithosfeer scheurt na verloop van tijd open De plaat splits op in 2 verschillende platen Het centrale gedeelte stort hierbij in De depressie ter hoogte van de plaatranden= slenk De onderliggen motor van de platentektoniek doet de slenk beetje bij beetje verbreden

De brede depressie die zon ontstaat vangt heel wat water op waardoor meren (slenkmeren) ontstaan, een typisch langgerekte vorm. Slenk: langwerpige vallei die ontstaan is door het uitrekken van de lithosfeer

Oost-Afrika vormt een actueel voorbeeld van regio die zich in de slenkfase bevindt.  Vanuit een vulkanisch heel actieve regio in Ethiopië vertrekken 3 lange armen waarlangs de lithosfeer is opengescheurd, een riftster.  1 van deze armen snijdt Oost-Afrika doormidden. Hier bewegen de Afrikaanse plaat en de Somalische plaat langzaam uit elkaar.

Een oceaan wordt geboren.  Het hele slenkmeer wordt steeds breder en breder naarmate de platen uit elkaar bewegen.  Zo ontstaat een oceaan die steeds breder wordt.  In het midden van de oceaan vinden we een oceanische rug. 2.2 CONVERGERENDE PLATEN

5

Convergerende platen: platen die naar elkaar toe bewegen met onder andere trog, subductie en gebergtevorming als gevolgen. Als tektonische platen aan oceanische ruggen uit elkaar drijven, moeten er ook plaatranden zijn die naar elkaar toe bewegen. Binnen dit type ‘botsende platen’ zijn er 3 mogelijkheden:  Oceanische – continentale korst  Oceanische – oceanische korst  Continentale – continentale korst OCEANISCHE – CONTINENTALE KORST

6...


Similar Free PDFs