Aardrijkskunde 5 PDF

Title Aardrijkskunde 5
Author Chloë Vanhoenacker
Course Aardrijkskunde
Institution ASO
Pages 4
File Size 274 KB
File Type PDF
Total Downloads 71
Total Views 139

Summary

aardrijkskunde...


Description

Aardrijkskunde Dynamische aarde : deel 3 Plooiingsgebergte

Sediment

Sediment = vaste deeltjes in een vloeistof die tot de bodem zijn gezakt. Zo wordt een laag gevormd

Gevolg :plooiingsgebergtes worden opgebouwd uit sedimenten

Oceanische plaat schuift onder continentale plaat

—> Vb: Andesgebergte

Aardrijkskunde : dynamische aarde deel 3

Pagina 1 van 4

Vulkanisme Waar? 1. Ter hoogte van een hotspot Vb: Hawaii, Yellowstone 2. Ter hoogte van een rits of slenk Vb: ijsland 3. Ter hoogte van een plooiingsgebergte Vb: Etna, Vesuvius

Welke ? 1. Schildvulkaan Zeer vloeibaar magma, gassen stapelen zich niet op Vb: Hawaii 2. Stratovulkaan Taai magma, gassen kunnen zich opstapelen —> ontploffing

Caldera —> door ontploffing komt er een deuk

3. Maar Zeer taai magma

Vb: eifelstreek

Aardrijkskunde : dynamische aarde deel 3

Pagina 2 van 4

Aarbevingen Hypocentrum = plaats van de eigenlijke beving (in de grond) Epicentrum = plaats aan het oppervlak (pal boven het hypocentrum) Seismograaf = gevoelig toestel om aarbevingen te meten Schaal van richter = schaal om de sterkte van een aardbeving aan te geven

Tsunami = aardbeving waarbij het epicentrum onder water ligt en dicht bij land. Er ontstaat dan een vloedgolf of tsunami

Gesteentecyclus Erts = materiaal uit de grond met een economisch waardevolle delfstof Vb: zilvererts, ijzererts, gouderts (diamand), uraniumerts, steenkoolerts, ... Gesteente = één of meerdere mineralen Mineraal = een chemische verbinding met een bepaalde 3D-vorm of kristalstructuur ! De eigenschappen van een gesteente hangt af van de kristalstructuur —> kleur ? —> helderheid ? —> magnetisch / elektrisch ? —> zacht / hard ? Zandsteen : ruw, korrels zijn voelbaar ⬇ smelten en stollen (kristalstructuur veranderd) Kwartsiet : glad oppervlak

Aardrijkskunde : dynamische aarde deel 3

Pagina 3 van 4

Schema pagina 7 : cursus Magma = gesmolten gesteente onder het aardoppervlak ↪ Vulkanisme —> uitvloeiingsgesteente : magma stolt snel* aan het oppervlak *geen tijd om kristallen te vormen

—> dieptegesteente : magma stolt traag* in de vulkaan (in de grond) * tijd genoeg om kristallen te vormen –> hard gesteente

Verwerking = losmaken van een stuk gesteente ter grootte van een korrel Erosie = losmaken van een stuk gesteente + losmaken van dat stukje + afzetten van dat stukje op een andere plaats

Zand

Recentst

Skeletten van dieren

Oudst

Los afzettingsgesteente Afzetting = erosiemateriaal af van een gebergte Plant of dier : organisch materiaal Magma ––––––> stollingsgesteente ⬇ verwerking erosie Los afzettingsgesteentes ⬇ diagenese* Vast afzettingsgesteente. Diagenese* = verstening onder invloed van zeer hoge druk Voorbeelden van : Zand

Diagenese

Metamorfose

—> zandsteen

—> kwartsiet

—> schalie

—> leisteen

Plantenresten (veen

—> steenkool

—> diamant

Kalk / krijt

—> kalksteen

—> marmer

Klei

Metamorfose = verstening onder hoge druk en hoge temperatuur. Een gesteente smelt en stolt terug. Daarbij blijft de chemische samenstelling, maar de kristalvorm of 3D-vorm veranderd.

Aardrijkskunde : dynamische aarde deel 3

Pagina 4 van 4...


Similar Free PDFs