Afwijkingen paard PDF

Title Afwijkingen paard
Author Micèle Van Den Broeck
Course Etnografie en beoordelingsleer der huisdieren
Institution Universiteit Antwerpen
Pages 5
File Size 74.9 KB
File Type PDF
Total Downloads 18
Total Views 175

Summary

Dit is een lijst met alle afwijkingen die doorkomen bij het paard, maar sommige komen ook voor bij andere dieren....


Description

Afwijkingen paard Twijfelaar:Tanden zijn niet tijdig gevuld Valse twijfelaar:Kroonholtebodems blijven abnormaal lang bestaan Waarvoor is een afwijkend aantal blijvende tanden slecht?:Slecht voor leeftijdsbepaling, dergelijke gebitten slijten abnormaal snel af, hinderen in kauwproces Schaargebit:Scheefstaande tanden Snoeksgebit:Onderkaak langer dan bovenkaak, prognatisme inferior of brachygnatisme superior Varkensgebit:Onderkaak korter dan bovenkaak, prognatisme superior of brachygnatisme inferior Kribbenbijter:Onregelmatigheden in de vorm van de wrijfvlakten Slaande neusvleugels:Wijzen op ademhalingsproblemen (dempigheid) Wigvormig hoofd:Neus en lippenstreek is smal, met een ondiep hoofd (normaal bij veulens) Ringogen:Buitenste wit van de sclera is zichtbaar (mensoog) Glasogen:De iris is blauw of nauwelijks gepigmenteerd Spekoog:Zwelling van het knipvlies Staar –grauwe staar:Volledige of gedeeltelijke vertroebeling van de ooglens (staarvlek of staarpunt) Entropion:Ooglid naar binnen gekeerd (wimpers irriteren het oog) Ectropion:Ooglig naar buiten gekeerd (roze slijmvlies is zichtbaar) Ankyloblepharon:Randen van de oogleden zijn vergroeid Symblepharon:Ooglid zit vast aan de oogbol Te gevoelige mond:Wanneer de tong te laag in de mond ligt, waardoor het mondstuk vooral (te hard) op de lagen drukt waardoor kwetsuren ontstaan Te harde mond:Wanneer de tong te laag in de mond ligt, waardoor het mondstuk vooral (te hard) op de lagen drukt waardoor kwetsuren ontstaan Oorfistel:Gaat gepaard met een ectopische (zwevende) tand die meestal in een kapsel (cyste) zit. Een fistel is een buisvormige zweer met een grillig verloop, die in dit geval iets onder de oorbasis uitmondt. Te verticaal gedragen hoofd:Belemmert ademhaling, bemoeilijkt bewaren evenwicht Te horizontaal gedragen hoofd:Verhoogt de snelheid daar de voorhand meer belast wordt. Te hoog dragen:Sterrenkijker In rust horizontaal gedragen hals:Wijst op lymfatisme (lusteloosheid) of algemeen ziek zijn Varkenshals:Kort, dik, breed, slechte bewegelijkheid hoofd

Verkeerde hals:Holle bovensrand en bolle onderrand Te dunne hals:Absoluut gebrek Gebroken hals:Duidelijke uitdieping tussen hals en schoft Ingetrokken hals:Magere paarden die te zwaar moesten werken Scherpe schoft:Te weinig gespierd, onderhevig aan drukverschijnselen Lansstreek:Diepte in een zijvlak van de hals tgv atrofie van een spier Overbouwd:Als de kruishoogte hoger is dan de schofthoogte Geitenborst:Hol en smal, punt van het borstbeen ligt ver achter de boegen Haviksborst:Smalle magere borst, punt van het borstbeen steekt voor de boegen uit Kippenborst:Brede borst, punt van het borstbeen steekt voor de boegen uit (minder erg dan haviksborst Leeuwenborst:Zeer breed en effen, geeft een wiegende gang Hazenleger:Aan de achterkant van het schouderblad ontstaat een uitholling, komt door losse schouders Ingesnoerde singel:T.h.v de elleboog is er een holte wegens gebrekkige gespierdheid in deze streek Zadelrug:In het midden doorgezakt, tijdelijk bij drachtige merries. Blijvende zadelrug wijst op spierzwakte o.a. te wijten aan te vroege opzadeling, te hoge krib, slechte voeding en/of vertering Hooibuik of grasbuik:Te ver uitpuilend aan beide zijden. Hinderlijk voor beweging en ademhaling Hangbuik of koebuik:Uitpuilend aan beide zijden en ook in de diepte Te kort schouderblad:Staat te stijl Te horizontale schouder:Dikwijls slecht aangehecht aan de borstkas, onvoldoende gangen Te steile schouder:Geeft hoge elleboog-knie bewegingen Vette of overladen schouders:Voorhand wordt te veel belast Losse schouder:Geven te veel bewegingsvrijheid: schouders verwijderen zich van de borstkas  zwakte. Aan de achterhand van het schouderblad ontstaan een uitholling = hazenlegger Vaste schouder:Gangen onvoldoende ontwikkeld Voorboegige schouders:Boegen steken sterk naar voor uit, zodat het paard onder zicht staat en voorwaartse bewegingen te gering zijn. Teruggeschoven schouders:Wegen te korte of te steile schouders gaat samen met voorborstafwijkingen (havik,kippen) Naar onder gebogen lendenen:Ernstig gebrek Wolfslenden:Inzakking, zeer concaaf Karperlenden:Sterk opgebogen, convex

Scherpe lenden:Schraal gespierd, ernstige afwijking, toont zwakte aan Zwakke lenden:Veroorzaken een waggelende gang Lendenzwakte:Zeer ernstige afwijking die op letsel wijst. Diagnose: paard weigert achteruit te stappen en vangt de achterwaartse kracht op langs de achterbenen. Spinale ataxie:Waggelende gang in de rug en de lenden tgv afwijking in de hersenstam ter hoogte van de nek Holle of ingevallen flank:Vertoont een driehoekige verdieping  hongergroeve Opgeschorte flank:Bij paarden met opgeschorte buik Gewelfde flank:Bij windzuigers of door gisting in de dikke darm, gepaard met koliek Flankenslag:Bij kortademige paarden van 20/min naar 40/min (pathologisch), bij zware sportinspanning 100/min (fysiologisch) Dempigheid:Bij het ademen ziet met een dubbelslag met een duidelijke schok in de flank. De normale uitademing is nl. dermate bemoeilijkt dat ze bijkomend ondersteund wordt door samentrekking van de buikspieren, gevold door plot ontspannen. Samengaande met slaande neusvleugels Gehoornde heupen:Steken sterk uit, meestal wegens een te schuin en te weinig gespierd kruis Ontheupte of eenheupige paarden:Het heupbeenuitsteeksel is wegens een fraktuur door de spieren weggetrokken. Gevolgen niet erg. Kniegwrichtsgal knie:Uitpuiling rond het gewricht, dikwijls onderaan en bilateraal Rattenstaart:Heeft een smalle staartbasis, weinig gespierd en spaarzaam behaard, minderwaardige indruk Konijnenstaart:Te laag ingeplante staart, kan samengaan met verkorte stap, karperrug en sabelbenigheid Minorchidie:Maar 1 testikel in het scrotum ingedaald, wat bij dekhengsten een gebrek is Cryptorchidie:Geen van beide testikels bevinden zich in het scrotum, klophengst Hyperchridie:Een of beide teelbellen zijn te klein Te groot scrotum:Kan wijzen op een liesbreuk of inguinale hernia. Kan aanleiding geven tot koliek Fimosis:Opening van de kokertop is de eng dus uitschachten lukt niet Parafimosis:Koker is te smal, penis kan zeer moeilijk tot niet teruggetrokken worden Kokerzwelling:Wegens ontstekingen soms t.g.v. urineren in de koker Pismerrie:Is voortdurend bronstig door vaak een afwijking aan de eierstokken. De merrie is vaak onhandelbaar Zwammige knie:Met een verdikte huid of met te w-veel onderhuids bindweefsel Ronde knie:Te kort en te smal Gekroonde knie:Met littekens op de voorzijde

Knierasp:Dwarslopende groeven of spleten in de knieplooi Strijken in de knieën:Bewegend been raakt de voorknie van het steunbeen Peesschedegallen:Uitpuilingen vanuit kokers die sterkpezen omvaten Bokbenigheid:Knie ligt voor de ideale rechte lijn, paard trilt dikwijls in de knie/telegrafeert Schaapsknieën:Holle knieën, tegenovergestelde bokbenigheid Sore shin:Gezwel op de voorzijde van de pijp van jonge vluchters op het periost Ronde pijp:Geen groeve tussen pijp en buigpezen Peesklap:Gedeeltelijke scheuring van een verbindingspees Kloven:Achteraan de kogel Strijkwonden:Aan de binnenzijde van de kogel Zwikken of de koot laten schieten:Paard brengt de koot eerst naar voor en dan naar achter ipv licht door te treden door gebrek aan peeselasticiteit Mok:Kloven aan de achterzijde Egelvoet:Huid wordt wratachtig en de haren staan borstelig Beervoetigheid:De lijn kroon-koot-hoef staat bovenaan bol Ezelshoeven:Zijn lang en smal, klemmen gemakkelijk Toontredersstand:Vlaamse stand, voet is naar binnen gedraaid Franse stand:Voet is naar buiten gedraaid Bokkenhoeven:Grasvoeten, teen en hiel zin bijna even hoog Stelvoeten:Bokkenhoeven waarbij alleen op de teen gesteund wordt Stomphoeven:Er wordt op teen en voorwand gesteund Hanentred:Schokkende overdreven buiging bij het vooruitstappen Koehakkigheid:Hielpunten zijn naar binnen gedraaid, gaat vaak samen met Franse stand Sabelbenigheid:Gewrichtshoek is te klein, de pijp staat schuin naar voor en het dier staat achteraan onder zich Peesverkorting:T.g.v. chronische peesontsteking wordt elastisch bindweefsel vervangen door nietelastisch bindweefsel, zodat paard stijl gaat staan in de koot Varkenshoeven:Zijn lang en smal, maar daarenboven zeer eng in de hielen Te lange hoeven:Belasten de hoefkwartieren en de hielen teveel  kan leiden tot zijbenen Hoornwandringen:Na probleemperiodes Waterhoef:Weke en dunne hoorn Droge hoef:Te weinig elastisch, extreem geval is brokkelhoef

Hoornscheuren:Scheuren in de lengterichting van de hoorn Hoornkloven:Horizontale scheuren in de hoorn, dit is zeer pijnlijk Hoornzuil:Vertikale hoornverdikking die op lederhuid drukt, dit is zeer pijnlijk Holle wand:Zool komt los van het zachte weefsel door een kwetsuur Vlaamse stand:De voet is naar binnen gedraaid Stelvoeten:Bokkenhoeven waarbij alleen op de teen gesteund word Scheve hoeven:Deze hellen naar binnen of naar buiten Bodemwijd:De hoeve staan te ver uit elkaar. Nadelen: de binnenzijde wordt te veel belast, minder evenwicht, gevaar voor strijken, korte passen Franse stand:Over ganse been, dat een torsie naar buiten vertoont. Nadelen  ongelijke drukverdeling op de hoef, gemakkelijke strijken aan knie, pijp en kogel, ellebogen te dicht bij het lichaam, abnormale gangen Vlaamse stand:Over gans het been, dat een torsie naar binnen vertoont. Nadelen  soms strijken aan de kogel, biljarderen bij het gaan....


Similar Free PDFs