Title | Paard hoofdstuk 5 : de rug van het paard |
---|---|
Course | Paard |
Institution | Thomas More |
Pages | 9 |
File Size | 557.9 KB |
File Type | |
Total Downloads | 55 |
Total Views | 137 |
Samenvatting ppt hoofdstuk 5 de rug van het paard...
Paard 5 : De rug van het paard 1. Rug van het paard Rug van paard = voor grazen& vluchten Niet elk paard heeft een goede rug om een mens te dragen o Niet elke ruiter heeft een ideale/onafhankelijke zit 2. Verschillende rugvormen Holle rug / doorgezakte rug Karperrug o Afwijking in de bouw van het paard o Lendewervels steken meer uit o Groot minpunt voor exterieure keuringen Korte rug o Moeilijk om op te zitten o Zadelaanpassing vraagt kennis Lange rug o Gevoeliger om door te zakker op latere leeftijd 3. Osteologie
Vorm wervels o Halswervels : Weinig uitgesproken Processus spinosus Processus transversus o Borstwervel : Zeer uitgesproken procesessus spinosus o Lendewervel : Zeer uitgesproken processus transversus
Halswervel
Borstwervel
ROM gemeten bij paardenkadavers
Vertebrae cervicales
Lendewervel
Vertebrae thoracalis o T1 ter hoogte van de schoft o Processus spinosis tot 25 cm o T4 & T5 bepalen de vorm van de schoft
Ribben o 36 (37/38) o Verbonden met 1 of 2 wervels o Kleine bewegingen mogelijk o Functie : Beschermen het hart en de longen o Anatomie 1ste 8 ribben lopen helemaal rond en zitten onderaan vast aan de sternum (borstbeen Laatste 10 ribben lopen maar ¾ door en zitten niet vast, deze kunnen een beetje lee uitzetten met de ribben als veel uitzetting van de longen nodig is Vertebrae lumbales o Lendewervels o Brede processus transversi o Bescherming onderliggende organen o Aanhechting ligamenten en spiergroepen
ROM gemeten bij paardenkadavers
Os sacrum o Driehoekig bot o 5 Wervels die met elkaar vergroeit zijn
Cauda equina o Zeer beweegbare staart met 20 staartwervels (vertebrae caudales) Sacro iliacaal gewricht o Gecombineerde synoviale en ligamentaire gewricht
o Wordt op zijn plaats gehouden door zeer sterke ventrake, dorsale en sacroiliacale ligamenten 1) Os ilium 2) Os sacrum 3) Os femur
het a o Helemaal tot achter het os sacrum 4. Rugpijn Verschillende rugklachten bij paarden Herkennen van rugklachten Behandelen van rugklachten bij paarden Klinisch onderzoek o Rug inspecteren Controleren op de symmetrie Lokale spieratrofie Beharing Witte drukplaatsen door drukking en vermindering van de bloedcirculatie
Reflexpunten
Rug optillen: door vlak naast de schoft te krabben
Borstbeen optillen: ga met het gezicht naar het singelgebied staan, strijk over het borstbeen tot het paard gewend is aan deze aanraking, geef met uw vingers opwaartse druk, de rug komt vlak achter de schoft omhoog
Rug optillen: ga achter het paard staan, iets naast het midden, leg aan beide kanten van ruggengraat een hand op de achterhand, met de vingertoppen krab je zachtjes van de bovenkant van de achterhand achterlangs de benen naar beneden.
o Klinische onderzoek Zijwaartse beweging (voedsel aanbieden links en rechts) Beweeglijkheid ribben In beweging Onder de ruiter Aanvullend onderzoek o Radiografie o Echografie o Scintigrafie
5. Pathologie algemeen Primair = oorzaak Secundair = o Gevolg o Tgv van chronische kreupelheid Klachten :
Gedragsveranderingen :
-
-
Steeds vaag o Springpaarden springen anders o Renpaarden minder snelheid o Dravers maken van galopfouten
Minder vaak rollen Moeilijk plassen Minder liggen Moeite met opstaan na het liggen Zuur tijdens poetsen
Scheve staart ‘syndroom’ o Staart hangt scheef normaal hangt deze recht naar beneden of beweegt mee met de gang van het paard 6. C afwijkingen, C letsels & C aandoeningen
Aangeboren C afwijkingen o Wobbler ‘to wobble’ of schommelen = waggelende of ongecoördineerde gang (=ataxie) Probleem in de proprioceptie Acuut traumatische C letsels o Door grote bewegelijkheid zeer gevoelig bij valpartijen of ongelukken o Storing in de zenuwgeleiding door breuk van wervels o botsplinters o Weke delen trauma Chronische C aandoeningen o Osteoartrose van de facetgewrichten o Problemen ter hoogte van de aanhechting van de nekband o Aanhechting van de semispinalis spieren op het achterhoofd
7. Pathologie halswervels Pathologie thoracolumbaal o Witten haren op schoft Geven aan dat er een wervel geblokkeerd zit/zat waardoor er wrijving ontstaat met een bovenliggend object
Drukkingen door slecht passend zadel
o Kissing spines Beeld : spinaaluitsteeksels van opeenvolgende wervels te dicht bij elkaar komen, elkaar raken of zelfs over elkaar heen schuiven. Verschillende gradaties van 1 tot 4 worden gemaakt, afhankelijk van de mate van botaantasting. Kenmerken Afhankelijk van de graad zijn kissing spines episodisch klinisch belangrijk en verantwoordelijk voor rugpijn en prestatievermindering. De paarden vertonen een gebrek aan buiging en strekking van de rug op stand en in beweging. Souplesse ontbreekt en de rug wordt 'houterig' gedragen. Behandeling De vooruitzichten hangen heel erg af van de mate van schade in de rug. heftige ontstekingen, botwoekeringen of botoplossing is, bij botoplossing of botwoekering zijn de vooruitzichten niet goed 'Minder' ernstige gevallen worden nog wel eens ingespoten met lichaamseigen 'smeermiddelen' (hyaluronzuur) of ontstekingremmende medicijnen. Dit word dan op de plaats van de irritatie (tussen de uitsteeksels) ingespoten. Maar alleen wanneer men (na een rustperiode) de training, de manier van rijden aanpast zal de kwaal tot het verleden behoren. Het paard waarbij alleen irritatie van de uitsteeksels is, kan ook heel goed weer worden 'genezen' zonder inspuiting. Dit kan alleen door het paard anders/beter te gaan trainen. Heel belangrijk is dat de bespiering van de rug erg sterk gemaakt wordt o Osteoartrose Gewrichts-degeneratie (=artrose) aandoening waarbij het ook aangrenzende bot aangedaan is Door slijtage
Door overbelasting o Osteoartritis Gewrichtsontstekingen (artritis) aandoening waarbij het aangrenzende bot ook ontstoken is Gepaard met een ontsteking
o Beeld
(A) Dorsaal zicht L4–L5, •
verschuiven van processus spinosis
•
Nieuwe botvorming drukt in het foramen
(B) Ventraal zicht L4-L5 •
Spondylose (verandering tussenwervelschijven)
•
Osteofiet vorming (puntvormige exostose)
Ventro-lateraal zicht op de lumbosacrale overgang o 1 = L5, o 2 = L6, o 3 = S1, o 4 = li ilium, o 5 = re ilium. (ankylose tussen L5-L6)
Sacro-iliacaal gewricht o Bekend als ‘joint of frustration’ o 1 van de meest voorkomende rugklachten komen van SI o Prevalentie van 60% o Mobiliteit van SI staat nergens beschreven dus veronderstelling dat Flexu-extensie Rotatie Verschuiven
8. Onderzoek van de rug Thermografie o Normaal is er een thermische symmetrie in het lichaam o Asymmetrie kan makkelijk gevonden worden o Fel rode plaatsen wijzen op ontstekingen o Heel koude plaatsen (zwart, paars, donder blauw) geeft een verminderde doorbloeding weer
Fysiotherapie-kinesitherapie o Soft tissue technieken om de spanning in de spieren los te maken o Gaat zich ook toeleggen op de verdere beweging, stretching Osteopathie o Focus = losmaken van gewrichten o D.m.v : manipulatieve technieken Fasciale (peesblad) technieken Viscerale (bindweefsel) technieken Cranio-sacrale (hersenvloeistof) technieken Chiropractie o Corrigeert voornamelijk pijnlijke decompensatieletsels o Chiropractische behandeling van een onvoldoende bewegelijk gewricht vindt plaats door een kleine, snelle, gecontroleerde beweging in de richting van het gewrichtsvlak...