Samenvatting Fokkerij paard PDF

Title Samenvatting Fokkerij paard
Course Dierenzorg nieuwe gezelschapsdieren
Institution Hogeschool Gent
Pages 19
File Size 823.8 KB
File Type PDF
Total Downloads 4
Total Views 142

Summary

Download Samenvatting Fokkerij paard PDF


Description

Samenvatting Fokkerij Paard Inleiding (deel 1) : 1. Welke belangen binnen de fokkerij? Economisch belang, Cultureel belang en Sociaal belang. 2. Cijfers paardenhouderij in vlaanderen? 15000 paarden in Vlaanderen, 219 miljoen euro per jaar aan toegevoegde waarde door sport en recreatie. Meer dan 3550 arbeideenheden vooral bij maneges. 3. Bekende paarden met internationale carriére? Darko en Clinton. 4.Geef 3 schakels van de hippische sector? Productieve activiteiten  Fokkerij, handel van fokdieren en gebruik. Verwerking  Vlees en dierlijk afval. Toelevering  inkoop van voeding, verzorging door hoefsmeden en dierenartsen en uitrusting. 5. Verduidelijk economisch belang van de paardensector? Gelijk aan die van de kalvensector, gelijk aan 1/3 van de rundveesector en maneges zijn de belangrijkste tak. 6. Waarom een nieuwe economische drager voor het platteland? Door de inkomsten, economische bedrijvigheid en doordat de directe en indirecte tewerkstelling zall stijgen. 7. Verduidelijk BCP? Opgericht in 1981, doel is bevordering van de fokkerij. De leden zijn erkende stamboeken en sportfederaties. Zowel op federaal als regionaal niveau. 8. Verduidelijk VCP? Opgericht in 2001, doel is een gesprekspartner voor alle beleidsniveaus , efficiënte vertegenwoordeging van alle geledingen binnen de paardenhouderij. 9. Geef het schema vlaamse paardenhouderij (pp1)?

10. Welke opdrachten heeft het VCP? Identificatie van veulens bij de merrie, coördinatie van samenwerking tussen de fokkers verenigingen, bevorderen van de fokkerij voor paarden en ezels, uitvoering van opdrachten in kader met de europese wetgeving omtrent voorwaarden voor deelname aan wedstrijden, verdeling van de fondsen voor verbetering binnen de fokkerij van paarden en ezels. 11. Geef 3 subsectoren van het VCP? Fokkerij, gebruikers en beroepen en opleidingen. 12. Welke erkende stamboeken zijn er?  VZW Belgisch warmbloedpaard (BWP)  VZW Belgisch Arabisch paardenstamboek (BAPS-SBCA)  VZW Het Belgisch haflingerstamboek  VZW Belgisch Welsh pony stamboek  VZW Belgisch new forest pony stamboek  VZW Belgisch stamboek van de shetland pony  VZW Belgisch stamboek voor de ijslandse ponys  VZW Belgisch stamboek voor de Lippizzaner  VZW Belgial highland pony society  VZW studbook Zangersheide  VZW het Belgisch stamboek voor het miniatuurpaard  VZW Vlaamse fokkers van het Belgisch trekpaard  VZW het vlaamse paard  VZW Belgische ezel vrienden  VZW Het Belgische Merens stamboek  Europese arabo friezen vereniging VZW  Belgisch stamboek van het friese paard VZW  Belgian quarter horse association 13. Opdrachten erkende fokkersverenigingen? Bijhouden van de stamboeken en afgeven van de oorsprongcertificaten, het verzamelen en intrepeteren van de gegevens over de identiteit/productiviteit/Prestaties/uiterlijke kenmerken van de fokdieren hun voorgeslacht, bloedverwanten en afstammelingen. 14. Verduidelijk NAVEMA? Nationaal verbond van manegehouders vzw, een erkende beroepsvereniging die zich enkel richt tot de Belgische maneges maa die zich sinds 2004 toelegt op alle zelfstandige beroepen in de paardensector. Beroepen zoals dekstations, stoeterij, pensions en stallen, trainers,..

Bijzonderheden van de voortplanting (deel 2) :

1. Verduidelijk de cyclus van de merrie? Leeftijd, ras, seizoen, voeding, stress ...

Hypothalamus +

GnRH -

Hypofyse LH

FSH progesteron ovarium

GL follikel RL Bronst (oestrus)

prostaglandine

oestrogenen leeg baarmoeder D 17:

VOL C Dr Bart Vande Vyvere, 2004

2. Verduidelijk de eigenschappen van de merrie? Actief vanaf 1,5 jaar tot ongeveer 25 jaar, hengstigheid alleen in kweekseizoen zelden in de winter. Gemiddeld 5 dagen staande hengstigheid en een cyclus van ongeveer 21 dagen. Follikel 4/6cm groot, ovulatie 24/48 uur voor staande bronst. Geel lichaam niet te voelen en niet nodig voor 100 dagen dracht. 3. Verduidelijk de vruchtbaarheidscyclus?

4. Verduidelijk de hengstigheid? Gedragsveranderingen, de liesstreek buigt door, staan voor de hengst, troebel urineren, staart opzij houden, benen spreiden. Blitzen  protursie van de clitoris. 5. Verduidelijk de veulenhengstigheid?

9/10 dagen na het veulenen, kort duurt maar 3 dagen in totaal. Betere eisprong en wel ideeaal om te dekken. Niet na een abnormale geboorte en niet bij een merrie ouder dan 15 jaar. 6. Welke voortplantingstechnieken zijn er? Natuurlijke dekking, KI, ET, OPU en IVF, ICSI en SUZI. 7. Verduidelijk de coïtus, paring? Mannelijk dier meer actief en vrouwlijk dier meer passief. Aantal zaadcellen per ejacuatie varieert rond de 1 en 100 miljard. Wijze en plaats van deponeren van het zaad zeer afhankelijk van de diersoort bij de merrie intra uterien. 8. Welke aandachtspunten bij de hengst? Soms helpen want penis in het rectum is dodelijk voor de merrie. Coïtus duurt enkele minuten, processus urethralis tegen de open cervixmond  zaad in de baarmoeder. Ejaculatie duurt 20/40 seconden in de tweede helft van de ejaculatie een korte knikbeweging in de staart  samentrekken urethra. Volume 100ml. 9. Verduidelijk Kunstmatige dekking of insiminatie? Sperma afnemen  sperma controleren  verdunnen  gekoeld of ingevroren bewaren  inbrengen door mens zonder dekking. 10. Wat is het doel van kunstmatige insiminatie?  Snellere en eficiëntere selectie.  Testen van jonge dieren.  Waardevolle dieren langer gebruiken  Geen probleem met zware oude man op jonge lichte vrouw  Kleine fokkers hoeven geen mannelijk dier meer te hebben.  Kruisingen veel gemakkelijker 11. Verduidelijk KI bij het paard? Wordt zeer veel toegepast, meestal vers verdundsperma. Voordelen zijn dat het dier in de topsport actief kan blijven, meer dekkingen per dag per hengst mogelijk zijn en het is veiliger. 12. Hoe verloop de sperma afname? Afhankelijk an het dier  op een bronstig vrouwlijk dier, op een nepdier of een bok, manueel melken. Meestal met een kunstvagina met volgende eigenschappen  juiste temperatuur, juiste druk, niet kwetsbare binnenkant en beschermt het sperma tegen koudeshock, UV straling en contaminatie. 13. Hoe de kwantiteit en kwaliteit controleren? Aan de hand van een macroscopsch onderzoek gaat men kijken naar de hoeveelheid, kleur, geur en homogeniteit. Aan de hand van een microscpisch onderzoek gaat men kijken naar de motiliteit, concentratie (totaal aantal zaadcellen) en de morfologie (vorm van de zaadcellen). 14. Hoe bekijkt men de motiliteit of de beweegelijkheid?

Op de manuele manier tellen een honderdtal spermacellen op een natief preparaat en schatten hoeveel daarvan rechtlijnig vooruit bewegen. Digitaal kan dit ook berekent worden door een computer. 15. Hoe bekijkt men de morfologie van de zaadcellen? Eerst de zaadcellen stilleggen en kleuen met supravitaalvloeistof, 100 zaadcellen bekijken en de afwijkingen noteren. Afwijkingen  abnormale kop, abnormale staart; abnormaal middenstuk en druppels. 16. Verduidelijk het biochemisch onderzoek? Meestal geen routine, PH van 6,5/6,8 als de PH groter is dan 7 steriel. 17. Veruidelijk het sperma van de hengst? 100ml, melkachtig en bestaat uit twee delen. Een onderste sperma plasma deel met daarin de zaadcellen en een bovenste gelei achtige massa dat bestaat uit zaadblaasjes. Deze wordt afgegoten bij verwerking. TNB  Totaal onbeweegelijke zaadcellen. 18. Hoe verloopt de KI bij het paard? Door een dierenarts, of door de hengstenhouder maar dan alleen bij eigen merries. Vergt een korte scholing, vrij makkelijk want de cervix is goed doorgankelijk. Zowel vers als verdund sperma wordt gebruikt en steeds meer ingevroren sperma. 19. Wat voor inbrengen bij de merrie? Een kwaliteitscntrole, verdunnen met een commerciële verdunner voor ongeveer 5/7 merries of vers gebruiken. 500 miljoen zaadcellen per dosis 1 dosis is dus oneveer 10/15ml, Bewaren bij 4 graden voor ongeveer 48 uur op ee draai of wenteltafel. Invriezen bij – 196 graden niet altijd mogelijk afhankelijk van de hengst en vergt een andere insiminatie techniek. 20. Hoe verloopt de insiminatie? Alleen vaginale begeleiding, stugge pipet door cervix tot in het baarmoederlichaam. Traag inbrengen, cervix masseren, merrie stappen en vaak wordt er ook koud water tegen de achterhand gespoten. 21. Verduidelijk KI aan de hand van een tekening?

22. Verduidelijk embryotransplantatie ET? Hierbij wordt het embryo uit een donormerrie gespoeld e daarna in een receptormerrie ingebracht die de dracht en de baring voor haar rekening neemt. 23. Waarom ET een voordeel?

Door middel van technische ingrepen meerdere nakomelingen bekomen van 1 moederdier. 24. Verduidelijk ET aan de hand van een tekening?

25. Wat zijn de voordelen van ET? Snelle genetische capaciteit van een superieur moederdier inbrengen bij de populatie. Moederdier kan in de sport blijven lopen. 26. Wat met de donor tijdens ET? Wordt 1 of 2 maal geïnsimineerd en maakt het embryo aan, wordt uitgespoeld rond dag 7 na insiminatie. 28. Wat met de receptor tijdens ET? Moet in hetzelfde cyclusstadium zijn als donor, wordt ingeplant ron de de 7de dag post insiminatie, laat het embryo groeien en geeft de geboorte. 29. Hoe verloopt het proces voor ET? Dag 6 een vroege morulla, ongeveer 64 cellig en in top van baarmoederhoorn dag 5/6/7 ongeveer 128 cellig en inhoud is een klopje cellen  dag 7 een holte in het centrale klompje  dag 7,5 holte is groter  dag 8 hatching. 30. Hoe kan men de embryo’s reccupereren? Chirurgisch  Voordeel is dat de eileiders ook gespoeld kunnen worden, verouderde techniek, moet in kliniekomstandigheden gebeuren en is omslachtig en duur. Endoscopisch  via een kijkoperatie enkel voor experimenten. Niet chirurgisch  in de stal uitvoerbaar, meest gebruikt, epidurale anesthesie, reinigen en ontsmetten van de vulvastreek, spoelkatheter in de baarmoederhoornen, opvangen in een fles. 31. Verduidelijk niet chirurgiche ET aan de hand van een tekening?

32. Hoe gaat men de embryo’s opzoeken?

Opflessen na een halfuur uitgieten en embryo’s zijn gezonken of via een filter. Onderste vloeistof bekijken onder de microscoop en met een micropipet de embryos opzuigen en in bewaarvloeistof plaatsen. 33. Hoe verloopt de kwaliteitscontrole? Klasse 1  perfect Klasse 2  kleine defecten Klasse 3  duidelijke defecten Klasse 4  niet bruikbaar 34. Hoe verloopt het overplanten? In gesynchroniseerde acceptor na bronstdetectie van eigenaar, gyneacologisch onderzoek van dierenarts en progesteronbepaling op dag 6 moet groter zijn dan 1mg/ml. Gebeurt via een rietje van 0,25ml. Niet chirurgisch  in praktijk aan de kant van het geel ichaam. 35. Hoe verloopt het splitsen? Aleen in klasse 1 aan de hand van micro chirurgie. In morula stadium  alle cellen gelijk. In blastula  kiemschijf mooi in twee. Resultaat 50% per half embryo dus 100% per embryo. Voordeel is opbrengst aan kalveren stijgt en nadeel is niet meer in te vriezen omdat zona pellucida kapot is. 36. Verduidelijk het sexen? Voorspellen van het geslacht, aantonen van Y specifiek DNA via een commerciële kit. Enkele cellen uit het embryo verwijderen en op cultuur zetten. Laten vermenigfuldigen en kleuren, duurt 6 uur, kost ongeveer 100 euro. Naddel is niet meer in te vriezen. 37. Hoe invriezen? Door middel van een bewaarvloeistof met 10% glycerol. 38. Wat zijn de resultaten van ET? Onder optimale omstandigheden 75/85% van de getransplanteerde embryo’s nestelen in en leiden tot een dracht. 39. Wat is het nadeel van ET? Duur een kostenplaatje van 3000 euro zonder dekgeld. 40. Verduidelijk IVF en OPU? In Vitro Fertillisatie en Ovum Pick UP, doel i zonder hormonale behandeling en zonder spoeling toch meerdere nakomelingen van één moederdier verkrijgen. 41. Verduidelijk OPU? Via de vagina en onder echografische begeleiding, met naald en aspiratiessyteem. Eicellen uit beide ongestimuleerde eierstokken verwijderen.

42. Wat zijn de voordelen van OPU?

   

Geen superovulatie nodig. Alleen lichte epidurale anesthesie nodig. Kan 2 maal per week. OP het bedrijf toepasbaar.

43. Wat zijn de nadelen van OPU?  Een dure instalatie nodig om deze technieken te kunnen toepassen.  Ervaring nodig  Labo nodig voor de verwerking van de embryos via IFV methodes. 44. Verduidelijk aan de hand van een foto IVF en OPU?

45. Verduidelijk IVF? In het labo voorbereiden van eicellen en spermacellen om ze daarna samen te brengen en te laten ontwikkelen tot een blastula in een broedstoof. 46. Wat zijn de voordelen van IVF?  In combi met OPU zeer veel verschillende nakomelingen van een excellent moederdier mogelijk.  In combi met klonen zeer veel identieke nakomelingen mogelijk 47. Wat zijn de nadelen van IVF? De prijs. 48. Verduidelijk SUZI en ICSI? Twee in vitro technieken om mannelijke infertilliteit te omzeilen. Slecht of niet bewegende zaadcellen worden in het labo door middel van micro manipulatoren behandeld. ICSI  In cytoplasma van de eicel slechts 1 spermacel (Intra Cytoplasmic Sperm Injection). SUZI  Tussen de zona en de eicel 5/10 spermacellen (SUBZonal Sperm Injection). 49. Verduidelijk reproductief klonen? Vormen van identieke individuen door het plaatsen van de celkern van een superieur individu in de ontkernde eicel van een genetisch minderwaardig individu. 50. Verduidelijk therapeutisch klonen? Produceren van stamcellen voor de genezing van een ziek individu.

51. Verduidelijk klonen aan de hand van een tekening?

Klonen

Ingrijpen in de voortplantingscyclus (deel 3) : 1. Waarom en wanneer grijpt men in? Om een merrie hengstig te krijgen, om een onregelmatigecycli te behandelen, om een cyclus uit te stellen, omwille van gedragsproblemen,… 2. Wanneer Prostaglandines (PG)? Wanneer geel lichaam eerste 6 dagen niet gevoelig is, dus vanaf de 7de dag na de ovulatie mogelijk. Dus best na een rectaal echo onderzoek, anders blindeweg 2 maal met telkens 11 dagen tussen. 3. Hoe behandelen met prostaglandines? Traag intramusculair inspuiten na ontsmetten, in de borstspier (hals) inspuiten. 4. Neveneffecten van prostaglandine? Na enkele minuten zweten, koliekerig en soms een zwelling achteraf. 5. Wat zijn de voordelen en de nadelen van natuurlijke prostaglandines? Voordeel zijn meer contracties van de uterus en nadeel zijn meer bijwerkingen. Voorbeeld van een product is Dinoprost. 6. Geef twee synthetische prostaglandines? Cloprostenoi en Alfaprostol.

7. Wat is het doel van Conadotrofe hormonen?

Follikel sneller doen rijpen en ovuleren  om de ovulatie beter te plannen, bij gebruik van diepvries sperma en bij ET. Normaal tussen de 24/36u na injectie is er een ovulatie. Wordt ook wel afspuiten genoemd voor/na KI of dekking. 8. Wat is het doel van Progestagenen? Onregelmatige cyclus omturnen tot een regelmatige cyclus. Overmatige hengstigheid temperen, synchroniseren van de cycli en in stand houden van een vroege drach die frequent wordt afgebroken door een te weinig actief geel lichaam. 9. Geef een voorbeeld van Progestagenen? Regumate, 10 tot de 14de dag éénmalig per dag 10ml over het krachtvoer. 10. Verduidelijk de werking van de progestagenen? 2/3 dagen na stoppen begint de hengstigheid. Meestal een regelmatige hengstigheid, een duidelijke hengstigheid en een goed vruchtbaar dier. Nadelen is dat je het niet mag vergeten en een hoge kostprijs. 11. Verduidelijk een PRID spiraal? Progesteron Releasing Intravaginal Device. 10/12 dagen in de vagina laten zitten. Voordeel is dat het goedkoper is en nadeel is dat er vaginaal witverlies is. (Progestagenen)

Veel voorkomende erfelijke aandoeningen (deel 4) : 1. Verduidelijk Cerebellaire abiotrophy (CA)? Komt veel voor bij hetArabisch volbloed, het progressief afsterven van de vezels van Purkinje in de kleine hersenen. Dit zorgt voor een verliesc van coördinatie Symptomen  normaal geboren, bij het groeien sterven de cellen af, hoofd schudden, beven, overdreven gangen en een spreidstand in rust, hyperactief, evenwichtverlies en frequent vallen. Wordt vaak verward met Woblers syndroom en hoofd letsels. 2. Wat is het vooruitzicht bij Cerebellaire abiotrophy? Geen wordt progressief erger met de dood als gevolg, meestal door euthanesie. Preventies is fokkerij en komt ook voor bij het miniatuurpaard en de Oldenburger. 3. Hoe wordt de diagnose van CA gesteld? Nog geen sluitende testen dus enkel aan de hand van de symptomen. 4. Verduidelijk de erfelijkheid van CA? Autosomaal recessief, niet geslachtsgebonden en om aangetast te zijn moeten er 2 gemuteerde aangetaste allelen aanwezig zijn. 5. Verduidelijk Juvenile Epilepsie? Dieren worden normaal geboren, periodische aanvallen die beginnen tussen 2 en 6 maand oud.Tussen de aanvallen door lijken ze volledig normaal. Behandeling met anti epileptica en na 12/18 maand verdwijnt deze aandoening. 6. Verduidelijk het Lavender Foal Syndrome?

Zeer zeldzaam, autosomaal recessief erfelijk. Symptomen  een moeilijke geboorte, veulen heeft een speciale kleur, veulen kan onmogelijk rechtstaan en zuigen, heeft wel een sterke zuigreflex, frequent aanvallen, stijve gewrichten en rapid eye movements. Oorzaken zijn een hersenletsel en deze dieren worden geeuthanaseerd. 7. Verduidelijk Occipito Atlanto Axial Malformation (OAAM)? Aangeboren fusie van de cervicale wervels ter hoogte van de nek en schedelbasis, er ontstaat een compressie op het ruggenmerg. Symptomen  wisselend soms pas na weken en soms direct na de geboorte, niet meer staan en zuigen, milde incoördinatie tot volledige paralyse. Diagnose wordt gesteld met RX en er is geen gebandeling? 8. Verduidelijk SCID? Servere Combined Imunodeficiency Disorder, autosomaal recessief, 1 op 4 arabische volbloeden is drager van het gen. Veulen wordt geboren met een zeer zwak immuunsysteem  weinig natuurlijke afweer, sterven na ongeveer 5 maande meestal aan zeer banale infecties of worden geëthanaseerd. Diagnose kan gesteld worden via de PCR techniek en preventie bestaat eruit de dragers op te zoeken en deze niet met elkaar te kruisen. 9. Wat is het moraal van het verhaal bij SCID?  Test alle Arabische volbloeden.  Fok nooit met carrier x carrier.  Maar de carriers volledig van de fok uitsluiten zou zonde zijn voor het ras. 10. Welke aandoening komt veel voor bij American quarter horse? HYPP  Hyperkialiemic Peridic Paralysis, een dominant autosomaal erfelijke aandoening dus slechts één allel van één ouder nodg om genmutatie door te geven. Wordt alleen aangetroffen bij paarden die afstammen van de quarter hengst Impressive. 11. Verduidelijk HYPP? Een spierziekte bij paarden die wordt veroorzaakt door een erfelijke genetische afwijking waardoor een eiwit genaamd het natrium ionen kanaal veranderd wordt. Dit is een kleine poort in het membraam van de spiercellen die de bewegig van natriumdeeltjes in en uit de spiercel bestuurt. De genetische afwijking verandert periodiek het openen en sluiten van dit kannaal zodat ongecontroleerd binnentreden van natrium in de spiercel ka optreden. 12. Wat zijn de symptomen van HYPP? Onvoorspelbare periodes van spierrillingen die zich algemeen of lokaal uiten door spasmen, beven, spierzwakheid en spierverlammingen. Deze periodes kunnen minute tot uren duren en veroorzaken blijvende spierbeschadegingen of stijfheid. Direct na de aanval lijkt het paard weer normaal en gezond. Ook komt overlijden door een hartstilstand voor. 13. Wat in zware gevallen? Ademhalingsgeluiden als resultaat van de verlamming van de spieren in de bovenste luchtwegen wat zelfs tot een plotselinge dood kan leiden.

14. Welke andere symptomen tijdens een aanval van HYPP?

       

Trillende neusvleugels Stijfheid van de lippen zodat het paard lijkt te lachten Uitsteken van het derde ooglid over het oog Zweten Verhoging van de ademhalingssnelheid Onvermogen om het hoofd op te tillen Trillende benen, zwaaiende benen en knikkende knieën …

15. Wat ziet men vaak bij HYPP paarden? Dat de paarden buiten de aanvallen om zeer onrustige paarden zijn, angstig of depressief, en ze urineren frequenter dan gezonde paarden. De heftigheid van de symptomen varieert sterk per individueel geval. 16. Wat is N/N? Normaal, geen HYPP allel aanwezig en dus geen enkele kans op doorgeven van HYPP. Fokken levert geen enkel probleem op. 17. Wat is N/...


Similar Free PDFs