Antropo Orientalisme - Said - College - aantekeningen, college 3 PDF

Title Antropo Orientalisme - Said - College - aantekeningen, college 3
Author Shauny Logist
Course Inleiding tot de sociale en culturele antropologie
Institution Katholieke Universiteit Leuven
Pages 9
File Size 203.9 KB
File Type PDF
Total Downloads 103
Total Views 162

Summary

Download Antropo Orientalisme - Said - College - aantekeningen, college 3 PDF


Description

Samenvatting: from Orientalism – Edward Said

* Assumptie: de Oriënt is geen willoos feit van de natuur. Ze zijn niet maar gewoon daar. - Mensen maken hun eigen geschiedenis ( We weten wat we zelf hebben gecreërd)  Toepassing op geografische en culturele entiteiten: Orient en Occident zijn door mensen gemaakt - De Oriënt is een idee dat een geschiedenis en traditie van gedachte, vocabulaire, … heeft die gemaakt is door het Westen - De 2 geografische entiteiten ondersteunen elkaar en reflecteren elkaar gedeeltelijk. ( Orïent en het Westen)

* Enkele kwalificaties: 1) De Oriënt is geen idee zonder overeenkomstige realiteit - Er bestaan culturen en naties in het Oosten die levens, geschiedenissen en gewoonten hebben die veel groter en meer realiteit zijn dan wat men er in het Westen ooit over kan vertellen - Fenomeen van het Oriëntalisme zoals auteur het bestudeert: interne consistentie van het Oriëntalisme en zijn ideeën over de Oriënt; zonder rekening te houden met enige overeenkomst met de echte Oriënt  Gecreëerde stabiliteit, constellatie van ideeën als het dominante element van de Orient

2) Ideeën, culturen en geschiedenissen kunnen niet bestudeert worden zonder de kracht/ configuratie van macht ook te bestuderen. - De relatie tussen Occident en Oriënt is een relatie van macht, dominantie, van een complexe hegemonie op verschillende niveaus - De Oriënt werd georiëntaliseerd niet omdat het zo werd ontdekt maar omdat het zo gemaakt kon worden ( men had de macht ) - Door in zijn boek over de typische Oriëntale vrouw te praten kon hij haar domineren  representeert patroon van relatieve sterkte tussen Oost en West.

3) Oriëntalisme is meer dan leugens en mythes, het representeert de Europees- Atlantische macht over de Oriënt - Oriëntalisme is geen Europese fantasie over de Oriënt maar een zelf gecreëerd lichaam van theorie en praktijk waar voor vele generaties materieel in is geïnvesteerd.

* Gramsci: maakte onderscheidt tussen civiele en politieke samenleving. - Cultuur speelt zich af in de civiele samenleving, waarbij de invloed van ideeën, instituties en andere personen werkt door overeenkomst ( en niet door dominantie) - In elke samenleving zijn er culturele vormen, bepaalde ideeën die meer domineren; cultureel leiderschap = Hegemonie = cultureel leven in het Industriële Westen - Het is het resultaat van culturele hegemonie dat Oriëntalisme de duurzaamheid en sterkte geeft. - Oriëntalisme: het idee van Europa -de collectieve notie die ons Europeanen definieert tegenover al de non Europeanen - belangrijkste component in de Europese cultuur: idee dat de Europese identiteit superieur is in vergelijking met de niet Europeanen en niet Europese culture

* De strategie van Europa: Oriëntalisme steunt op de positionele superioriteit - hierdoor komt de Westerse persoon in een hele boel mogelijke relaties met de Oriënt zonder ooit de macht te verliezen - Dit vanuit de kennis over de Oriënt en onder de paraplu van de Westerse hegemonie - Tentoonstellen en onderzoeken van de Oriënt

* ( Het Imaginatieve) Onderzoeken van Oriëntale dingen: was exclusief gebaseerd op het soevereine Westerse bewustzijn, uit die onbetwistbare centrale positie verscheen de Oriënt: 1) Vanuit algemene ideeën van wat de Oriënt was ( empirische realiteit) 2) later op basis van een logica, door wensen, investeringen en projecties

* Oriëntalisme: - de algemene groep van ideeën ( met vele doctrines waaruit de superioriteit van Eu blijkt, racisme, imperialisme en het beeld van de Oriëntal als ideaal van onveranderbare abstractie ( algemeen)  - Variërende werk geschreven door verscheidene schrijvers ( specifiek)  2 perspectieven op het zelfde materiaal: mogelijk om beide perspectieven aan te wenden?

* 2 risico’s als men te algemeen of te specifiek gaat: - vervorming - onjuistheid ( een te gedogmatiseerde generaliteit en een te positivistische locale focus )  hoe moeten we individualiteit herkennen en het verzoenen met zijn intelligentie, en zeker geen passieve, dictoriale, generale of hegemale context?

* Aspecten van zijn huidige realiteit: - Verschil tussen pure en politieke kennis: - hijzelf als humanist: humaniteit als zijn veld, het is onwaarschijnlijk dat daar iets politieks aan is. - politieke functie: als iets dat politiek effect heeft op de realiteit ( dus niet als je over politieke auteurs schrijft ) - Verschil tussen humanisten en mensen waarvan het werk beleids implicaties of politieke relevantie heeft  de ideologische kleur van de maker is een kwestie van incidentele belang van de politiek - economie, sociologie, politiek  ideologische wetenschappen  Het is moeilijk om niet politieke kennis te maken, hoewel men wel denkt dat men dat doet ( men is altijd lid van een samenleving, heeft bepaalde geloven, … ) - verschil in kennis die meer en minder deel is van het individu ( dit maakt het niet minder politiek gekleurd)

* belangrijke vraag van Said: Hoe de algemene liberale consensus dat “echte’ kennis fundamenteel niet politiek is de politieke omstandigheden verdonkert. ( Onvertaalbaar) - de civiele samenleving herkent een gradatie van politieke belangrijkheid aan verschillende kennisvelden - de politieke belangrijkheid van een veld is afhankelijk van de mogelijkheid om het direct om te zetten in economische termen. - Maar nog meer komt het van de dichtheid van een veld om bronnen van macht in de politieke samenleving vast te stellen ( Worden meer politiek gesteund)

* Geen enkele productie van kennis in de menswetenschappen kan de betrokkenheid van de auteur als een menselijk subject in zijn eigen omstandigheden negeren. Dit moet dus ook zo zijn voor de Amerikaan die de Oriënt bestudeert. Hij bestudeert de Oriënt in de eerste plaats als een Amerikaan, in de tweede plaats als een individu.

* Men behoort tot een samenleving (macht) met een uitgesproken interesse in de Oriënt * Deze uitspraak is nog te algemeen om echt interessant te zijn * Het probleem is: dat er een te grote afstand is tussen het dominante feit ( net beschreven) en het alledaagse leven wat wordt beschreven in een boek of schooltekst.  Grote feiten zoals de imperiale dominantie kunnen toegepast worden op complexe materie zoals cultuur en ideeën - De interesse in de Oriënt was politiek - Het is de cultuur die deze interesse heeft gecreëerd, deze bewoog dynamisch samen met politieke, economische, militaire elementen die de Oriënt de gecompliceerde plaats gaven die het is en was in het veld van het Oriëntalisme ( whut? )

* Orientalisme: - is niet een vooral politiek subject/ veld dat passief gereflecteerd wordt door cultuur en instituties - Het is ook geen diffuse verzameling van teksten over de Orient - Het is ook geen representatie en expressie van een Westers Imperialistisch plot om de Oriëntale wereld te onderdrukken - Wat is het wel: verspreiding van geopolitieke bewustwording in esthetische, schoolse, economische, sociologische en filosofische teksten - Het is het maken van een geografisch onderscheid. De intentie om een andere wereld te kunnen begrijpen, controleren, manipuleren.  Dimensie van moderne politiek – intellectuele cultuur, het heeft dus minder te maken met de Oriënt dan met onze wereld. ( cultureel + politiek)

* Teksten bestaan in een context: bestaan van intertekstualiteit ( tekst bevat echo’s van vorige teksten) - creativiteit: dat een auteur dingen schrijft vanuit zijn eigen’ pure mind’ -  invloed van politiek, institutie en ideologie op de auteur - Literaire studies vermijden het om bruggen te slaan tussen het super structurele en het basisniveau in teksten

* Studie van imperialisme en cultuur: - 1) Elke schrijver in de 19de eeuw was zich bewust van het imperialisme vb. De theorie van Mill kon niet toegepast worden op Indiërs omdat zijn intellectueel inferieur waren - 2) Politiek in de vorm van imperialisme had een impact om de productie van literatuur, sociale theorie, geschiedenis, …  We kunnen beter het blijven bestaan van hegemoniale systemen zoals cultuur begrijpen wanneer we beseffen dat hun interne beperkingen op schrijvers productief waren ( what? )

* Daarom bestudeert hij oriëntalisme als de dynamische uitwisseling tussen individuele schrijvers en grote politieke bekommernissen gevormd door 3 grootmachten ( GB, Fr, Am) - Wat hem interesseert zijn niet de grote politieke feiten maar het getailleerde werk van auteurs

* Politieke vragen die voortkomen uit het Oriëntalisme: -1) Welke soort van intellectuele, culturele, … energieën gingen er naar het maken van een imperialistische traditie zoals de Orientalist? -2) Welke verfijningen, revoluties vinden plaats in het Oriëntalisme?  Hoe kunnen we het culturele, historische fenomeen van Oriëntalisme bekijken als een soort van ‘ gewenst menselijk werk’?  Verband tussen cultureel werk en politieke tendensen en de specifieke realiteit van dominantie. * Latent en manifest Oriëntalisme: *1) Relatie tussen Occident en Oriënt -Oriëntalisme: werd vooral beïnvloed voor het constante gevoel van confrontatie die gevoeld werd door het Westen ( Confrontatie met het Oosten) - Gewilde imaginaire en geografische onderverdeling tussen het Oosten en het Westen *2) Vroege periode van het Moderne Oriëntalisme: ( eind 18de eeuw) - Alle werken worden ‘verhindert’/ beïnvloedt door de samenleving, culturele tradities, door de omstandigheden en door invloeden van scholen en overheden. Het schrijven is nooit helemaal vrij want ze zijn gelimiteerd in hun verbeelding, veronderstellingen en intenties.  Oriëntalisme ( als wetenschap) is niet zo objectief als we zouden denken.

* Deze ideeën botsen met: - De veronderstelling dat kennis cumulatief is en scholen vooruitgang maken - het idee dat artistieke genieën zich boven de omstandigheden van zijn/ haar tijd kunnen zetten  Hier zit zeker een stuk waarheid in; hoewel mogelijkheden altijd gelimiteerd zijn en dat zelfs de grootste talenten respect hebben voor hun voorgangers en de geschiedenis van hun discipline. - Toegepast op Oriëntalisme: Het is cumulatief en geassocieerd met publieke instituties, bepaalde geschriften, …  Het resultaat is een consensus = bepaalde dingen, uitspraken worden door de Orientalisten als correct beschouwd en hierop werd verder gebouwd. - Oriëntalisme= manier van geregulariseerd schrijven, visie en studie, gedomineerd door perspectieven en ideologische biasen over de Oriënt. Het is een product van politieke krachten. - De Oriënt = een systeem van representaties dat gemaakt werd en er voor zorgde dat de Orient in het Westerse leren, Westerse bewustzijn en de Westerse empire terecht kwam * over taal: - De waarheid over het oriëntalisme zit vervat in de taal. Maar wat is de waarheid van taal? - Volgens Nietzsche: zijn de waarheid illusies maar dat is misschien wel iets te nihilistisch - Het maakt ons wel bewust van het feit dat alles wat geschreven werd over de Oriënt beïnvloedt werd door de omgeving. - Onder de taal over de Oriënt zat een doctrine. Deze opvattingen werden door de meeste mensen in de 19de eeuw geloofd. Waardoor de gehele bevolking racistisch, imperialistisch en etnocentrisch stond tegenover de Oriënt ( onbewust); maar dit gold in die tijd voor de meeste andere culturen. Deze doctrine was mogelijk omdat de Oriënt ‘zwakker’ was; met als doel de verschillen tussen Azië en Europa te benadrukken. * 3 betekenissen van oriëntalisme: 1) Positieve doctrine over de Oriënt 2) Belangrijke academische traditie 3) Onderwerp beschreven door reizigers, overheden, militaire expedities, schrijvers,…

* Oriëntalisme heeft geen equivalent in Azië zelf: - dit illustreert de relatieve sterkte van de Oriënt en de Occident - Er is geen mogelijkheid om de beweging van het Westen naar het Oosten te vergelijken met de beweging van het Oosten naar het Westen. Dit kwam ook omdat er bijzonder weinig mensen van Azië naar Europa gingen. - Oriëntalisme als cultureel apparaat van agressie, activiteit, oordeel en kennis - dit onevenwicht tussen Oost en West is duidelijk een functie van veranderende historische patronen: - van 8de E – 16de E  islam domineerde Oost en West - nadien kreeg het Westen de macht maar op dit moment is het terug aan het veranderen * Link tussen Oriëntalisme en kolonialisme: - belangrijk in relatie tot de crisis van Oriëntalisme in de 20ste E en de hernieuwde politieke en culturele kracht van het Oosten - Als een schrijver schreef over ‘de Oriental’ was dit voor de mensen genoeg om specifiek geheel van informatie over de Oriënt te activeren ( zijn sensualiteit, tendens tot dictaturen, zijn afwijkende mentaliteit, … )  deze info leek objectief valide. - Aan deze info werd niet getwijfeld en stond op dezelfde epistemologische hoogte als geschiedkundige chronologie * latent Oriëntalisme = onbewuste positiviteit ( heel stabiel) * Manifest Oriëntalisme = kijk op hun geschiedenis, taal, literatuur, samenleving, … ( af en toe veranderingen in kennis) - 19de eeuwse schrijvers beschreven enkel manifeste verschillen; de orient werd gezien als de ‘local’ die aandacht, reconstructie en verlossing nodig heeft van het westen - Idee van achterlijkheid, degeneratie en ongelijkheid in vergelijking met het westen  biologische basis van raciale ongelijkheid ( 2de orde darwinisme )  binair idee: voorwaarts ( westen )  terugwaarts ( oosten); deze ideeën vinden we ook terug in het imperialisme

* De Oient werd gezien in een kader van biologisch determinisme en moraal politieke vermanning - De oriental werd gelinkt aan westerse elementen van: delinquenten, gekken, vrouwen, de armen )  identiteit die best beschreven kan worden als ‘ alien’ - Deze mensen werden gezien als problemen die moeten opgelost worden ( evaluatief oordeel) * Oriëntalisme moedigt een mannelijke conceptie van de wereld aan - De mannelijke oriental werd als gescheiden gezien van de rest van de samenleving - Oriëntalisme werd alleen beoefend door mannen - vrouwen worden gezien als de creatie van een ‘ male power fantasy’ - mannelijke opvattingen over de wereld: statisch, bevrozen, vast, eeuwig - de mogelijkheid van ontwikkeling, transformatie, .. wordt de Oriënt ontzegt  ze worden geïdentificeerd met een soort van eeuwigheid * Het statische, mannelijke Orientalisme en de Islam - Auteurs gingen om met de islam alsof het een religieus/ politiek cultuur element was waarover diepe generalisaties mogelijk waren * De orient was altijd in de positie van outsider en als ingelijfde zwakke partner van het Westen - De Oriënt is afwezig in discussies; - de aanwezigheid van de oreintalist is mogelijk door de effectieve afwezigheid van de Oriënt  vervanging en verplaatsing - Dit zet een zekere druk op de orientalist om de orient ook te reduceren in zijn werk hoewel ze er wel veel informatie over hebben * Het imago van de islam: - hostiele visie over de islam; alsof iedere persoon in de islam een reflectie zag van zijn eigen zwakheden - Oriëntalistische consensus over de islam: latent inferieur - er werd een coherente visie over de islam verspreidt die een grote invloed had op overheden in de Westerse wereld * Opname en assimilatie van de Oriënt ( ideeën) - maar tegen het einde van de 19de eeuw was het een Europesese culturele, politieke en materiele onderneming

 Een traag proces van toe-eigening door Europa; dat zich transformeert van tekstueel en beschouwend naar administratief, economisch en militair  Spatiale en geografische verschuiving - De benaming van de geografische ruimte ten oosten van Europa als Orienteel is gedeeltelijk, politiek, doctrine en imaginatief. - er is geen direct verbant tussen de actuele ervaring van de orient en kennis over wat Orienteel is. *Besluit: De geografische plaats van de orient werd doordrongen en in zijn greep gehouden. Het cumulatieve effect van eeuwen van een oppermachtige Westerse beweging, veranderde de orient van een vreemde in een koloniale plaats. Wat belangrijk was in de late 19de eeuw was niet of het Westen de orient had doordrongen en bezeten maar eerder hoe de Britten en Fransen voelden dat ze het gedaan hadden....


Similar Free PDFs