Arthrokinematica enkel en voet PDF

Title Arthrokinematica enkel en voet
Author Jana Wouters
Course Kinesiologie en evaluatie van het onderste lidmaat
Institution Universiteit Hasselt
Pages 9
File Size 351 KB
File Type PDF
Total Downloads 71
Total Views 138

Summary

Download Arthrokinematica enkel en voet PDF


Description

Arthrokinematica enkel/voet 1. Articulatio talocruralis (bovenste spronggewricht) Convex: trochlea tali Concaaf: malleolusvork (tibia + fibula) Crus = onderbeen = tibia + fibula

OPEN KETEN (voet beweegt zich)  Talus beweegt t.o.v. tibia en fibula = convexregel (rollen + glijden tegengesteld) Vrijheidsgraden: Plantairflexie: Rollen naar dorsaal en caudaal Glijden naar ventraal en craniaal Dorsiflexie: Rollen naar ventraal en craniaal Glijden naar dorsaal en caudaal

GESLOTEN KETEN (voet staat vast op de grond, onderbeen beweegt zich)  Tibia en fibula bewegen t.o.v. talus = concaafregel (rollen + glijden hetzeflde) Vrijheidsgraden: Plantairflexie: Rollen en glijden naar ventraal, craniaal Dorsiflexie: Rollen en glijden naar dorsaal, caudaal

Translatie: Talus dorsaal  in dorsale en caudale richting Talus ventraal  in ventrale en craniale richting Crus dorsaal  in dorsale en caudale richting Tractie: Talus  in distale en ventrale richting

2. Articulatio subtalaris Convex: facies articularis talaris posterior= calcaneus Concaaf: facies articularis calccanea posterior= talus  Calcaneus beweegt t.o.v. talus = convexregel (rollen en glijden tegengesteld)

OPEN KETEN (voet beweegt zich) Vrijheidsgraden: Pronatie + ABductie: Rollen naar dorsaal, lateraal Glijden naar plantair, mediaal Supinatie + ADductie: Rollen naar plantair, mediaal Glijden naar dorsaal, lateraal GESLOTEN KETEN  Talus beweegt t.o.v. calcaneus = concaafregel (rollen en glijden hetzelfde) Vrijheidsgraden: Pronatie + ABductie: Rollen en glijden naar dorsaal, lateraal Supinatie + ADductie: Rollen en glijden naar plantair, mediaal

Tractie: Calcaneum  in plantair en proximale richting

Supinatie gaat altijd gepaard met ADductie in open keten Pronatie gaat altijd gepaard met ABductie in open keten

3. Articulatio tarsi transversa ( art. talonavicularis + art. calcaneocuboidea = lijn van Chopart) 3.1 Articulatio talonavicularis Convex: Talus Concaaf: Os navicularis

OPEN KETEN  Os naviculare beweegt t.o.v. de talus = concaafregel (rollen + glijden hetzelfde) Vrijheidgraden Plantairflexie: Rollen en glijden naar plantair, proximaal, mediaal Dorsiflexie: Rollen en glijden naar dorsaal, lateraal ABductie: Rollen en glijden naar lateraal, dorsaal ADductie: Rollen en glijden naar mediaal, plantair Pronatie: Rollen en glijden naar lateraal, dorsaal Supinatie: Rollen en glijden naar mediaal, plantair

GESLOTEN KETEN  Talus beweegt t.o.v. de os naviculare = convexregel (rollen + glijden tegengesteld) Vrijheidsgraden: Plantairflexie: Rollen naar plantair, mediaal Glijden naar dorsaal, lateraal Dorsiflexie: Rollen naar dorsaal, lateraal Glijden naar plantair, mediaal

ABductie: Rollen naar lateraal, dorsaal Glijden naar plantair, mediaal ADductie: Rollen naar plantair, mediaal Glijden naar lateraal, dorsaal Pronatie: Rollen naar lateraal, dorsaal Glijden naar mediaal, plantair Supinatie: Rollen naar mediaal, plantair Glijden naar lateraal, dorsaal

Translatie: Dorsaal, lateraal, distaal  testen eversie Mediaal, plantair, proximaal  testen inversie

3.2 Articulatio calcaneocuboidea (vrij vlak gewricht) Convex: Calcaneus Concaaf: Os cuboïdeum

Vrijheidsgraden: OPEN KETEN  Het os cuboïdeum beweegt t.o.v. de calcaneus = concaafregel (rollen + glijden hetzelfde) Plantairflexie: Rollen en glijden naar plantair, mediaal Dorsiflexie: Rollen en glijden naar dorsaal, lateraal ABductie: Rollen en glijden naar lateraal, dorsaal ADductie: Rollen en glijden naar mediaal, plantair Pronatie: Rollen en glijden naar lateraal, dorsaal Supinatie: Rollen en glijden naar mediaal, plantair

GESLOTEN KETEN  Het calcaneus beweegt t.o.v. de os cuboideum = convexregel (rollen + glijden tegengesteld) Vrijheidsgraden: Plantairflexie: Rollen naar plantair, medaal Glijden naar dorsaal, lateraal Dorsiflexie: Rollen naar dorsaal, lateraal Glijden naar mediaal, plantair

ABductie: Rollen naar lateraal, dorsaal Glijden naar mediaal, plantair ADductie: Rollen naar mediaal, plantair Gijden naar dorsaal, lateraal Pronatie: Rollen naar lateraal, dorsaal Glijden naar mediaal, plantair Supinatie: Rollen naar mediaal, plantair Glijden naar lateraal, dorsaal

Translatie: Dorsaal, lateraal  testen eversie Mediaal, plantair  testen inversie

4. Articulationes metatarsophalangea (MTP) Convex: Caput metatarsaal Concaaf: Basis phalanx

 De phalanx beweegt t.o.v. de metatarsaal = concaafregel (rollen + glijden hetzelfde) Vrijheidgraden: Flexie: Rollen en glijden naar plantair Extensie: Rollen en glijden naar dorsaal ABductie: Straal 1: rollen en glijden naar mediaal Straal 2: rollen en glijden naar lateraal (naar rechts, naar kleine teen toe) Rollen en glijden naar mediaal (naar links, naar dikke teen toe) Straal 3-5: rollen en glijden naar lateraal

ADductie: Straal 1: rollen en glijden naar lateraal Straal 2: / (want die staat al in het middelpunt) Straal 3-5: rollen en glijden naar mediaal

5. Articulatio interphalangeales proximalis (PIP) + interphalangeales distalis (DIP) Convex: Caput phalanges Concaaf: Basis phalanges  Basis phalanges beweegt t.o.v. het caput phalanges = concaafregel (rollen + glijden hetzelfde)

Vrijheidsgraden: Flexie: Rollen en glijden naar plantair Extensie: Rollen en glijden naar dorsaal

6. Articulatio tibiofibularis proximalis + distalis 6.1 Articulatio tibiofibularis proximalis ( vlak gewrichtsvlak)

Vrijheidsgraden: Exorotatie: Glijden naar dorsaal (mediaal van de fibula) Endorotatie: Glijden naar ventraal (lateraal van de fibula)

6.2 Articulatio tibiofibularis distalis Convex: fibula Concaaf: tibia

Vrjiheidsgraden: Dorsiflexie talocrural: Glijden craniaal fibula, fibula en tibia uit elkaar...


Similar Free PDFs