Communicatiemodel F Schultz Von Thun PDF

Title Communicatiemodel F Schultz Von Thun
Course Werkvelden sociaal werk
Institution Hogeschool Gent
Pages 4
File Size 122.9 KB
File Type PDF
Total Downloads 6
Total Views 156

Summary

Communicatiemodel
...


Description

Communicatiemodel F. Schultz von Thun 1. Inleiding In de communicatie tussen mensen wordt er een zender en een ontvanger onderscheiden. De zender is de persoon die een boodschap uitzendt naar een ander, die in dat geval de ontvanger is. We richten ons vaak op de inhoud van een boodschap, maar een mededeling of boodschap omvat veel meer dan sec het zakelijke aspect, dus wat er feitelijk wordt gezegd. Iedere boodschap die uitgewisseld wordt in de interactie tussen twee of meer personen -hoe kort of triviaal ook- omvat maar liefst vier dimensies: het zakelijke aspect, het expressieve aspect, het relationele aspect en het appellerende aspect.

2. Vier aspecten van de boodschap In de communicatieleer worden vier psychologische aspecten van de boodschap onderscheiden, te weten: 1. 2. 3. 4.

het zakelijke aspect; het expressieve aspect; het relationele aspect; en het appellerende aspect.

Situatieschets Een echtpaar zit aan de ontbijttafel. De man smeert een broodje en belegt deze met een gekookt eitje. Hij zegt tegen zijn vrouw: "Waar is het zout?" Het is een triviaal gespreksfragment van dertien in een dozijn. Maar wel uitermate geschikt om de vier aspecten van de boodschap nader uiteen te zetten. Het kunnen doorzien van deze verschillende lagen van een boodschap is een noodzakelijke voorwaarde om storingen de communicatie te (h)erkennen, te analyseren wat de oorzaak ervan is en om met een adequate oplossing te komen.

1

2.1 Het zakelijke aspect van de boodschap Elke boodschap bestaat uit zakelijke, oftewel feitelijke informatie. De vrouw in de casus komt te weten dat haar man het zout zoekt, hij vraagt immers waar het zout is. Maar een boodschap bevat natuurlijk veel meer dan alleen feitelijke informatie. Het is slechts één component van wat zich tussen de zender en de ontvanger afspeelt. Er zijn volgens F. Schulz von Thun vier middelen om de begrijpelijkheid van de boodschap te bevorderen: 1. eenvoud van stijl (korte zinnen, begrijpelijke gangbare woorden en heldere stijl van formuleren); 2. structuur (duidelijk en overzichtelijk betoog met koppen en tussenkoppen en een logische ordening van de tekst); 3. bondigheid (denk aan de uitdrukkingen: 'schrijven is schrappen' en 'in de beperking herkent men de meester'); 4. aantrekkelijkheid (vragen stellen, grappige vergelijkingen maken, leuke anekdotes gebruiken, kortom alles wat de aandacht van de ontvanger vasthoudt).

2.2 Het expressieve aspect van de boodschap Iedere boodschap bevat te allen tijde informatie over de zender van de boodschap. Uit ons voorbeeld valt af te leiden dat de man wakker is, zout gebruikt en Nederlands spreekt. Veel meer valt er uit dit fragment niet af te leiden. Het gaat in een boodschap in meer of mindere mate om zelfexpressie van de zender. Hij laat iets van zichzelf zien, hij geeft iets van zijn persoonlijkheid bloot. Dat kan de ene keer gaan over waarden, bepaalde leefregels en wat hij belangrijk vindt in het leven. Stel dat hij zou zeggen: "Ik zie geen zout op tafel. Jij had toch de tafel opgemaakt?" Waar is het zout dan?" Hiermee laat hij merken dat hij er aan hecht dat degene die de tafel heeft gedekt, dit goed doet en ook het zout op tafel zet. Hij laat ook merken dat hij hecht aan perfectie en dat de zaken tiptop in orde zijn. Misschien zegt dit ook wel iets over zijn gemoedstoestand en is hij knorrig en gehumeurd. Het expressieve aspect verschaft ons informatie over de persoon van de zender, maar dat betekent niet dat hij zich daar altijd bewust van is. Vaak geeft men ook onvrijwillig (onbewust) informatie over zichzelf. Ieder mens zendt voortdurend boodschappen uit naar zijn omgeving. Men wil een bepaald beeld van zichzelf neerzetten. De zender geeft iets van zijn persoonlijkheid weer en hij kan dit proces deels manipuleren door gebruik te maken van technieken om zichzelf te presenteren, zoals imponeer- en façadetechnieken. Een imponeertechniek is het gebruik van veel vakjargon waardoor de zender zichzelf neerzet als zeer deskundig. Of het gebruik van archaïsch taalgebruik zoals een politicus doet, waarmee hij een elitaire en geleerde indruk probeert te wekken. Een andere techniek is het gesprek op een ander onderwerp brengen waar men veel meer kennis over heeft.

2

De zender kan uit angst of andere redenen er voor kiezen zo min mogelijk over zichzelf bloot te geven. Hij kan zichzelf dan afschermen door middel van façadetechnieken, waardoor de eigen persoonlijkheid wordt verborgen en gemaskeerd. Dit kan bij voorbeeld door te zwijgen of door kruiperig sub assertief gedrag te vertonen. De persoon zegt daarmee niet wat hij werkelijk vindt en wil, maar verschuilt zich achter een vriendelijk en meegaand masker.

2.3 Het relationele aspect van de boodschap Uit de boodschap kunnen we opmaken hoe de zender tegenover de ontvanger staat. Dit blijkt dikwijls uit non-verbale signalen. Onderzoek heeft uitgewezen dat zeker 70% van onze communicatie bestaat uit non-verbale communicatie en dat de ontvanger bijzonder gevoelig is voor de wijze waarop we dingen zeggen, onze intonatie en lichaamshouding en dat dit het meeste gewicht in de schaal legt. Dit aspect van de communicatie zegt iets over hoe de zender de ontvanger ziet. Niet wat de zender zegt, maar hoe hij zegt is van doorslaggevend belang in de communicatie. In het voorbeeld van het echtpaar kunnen we opmaken dat hij van zijn vrouw verlangt dat zij het zout pakt. Het geeft weer hoe hij de onderlinge verhouding ziet. Er zijn volgens F. Schulz von Thun twee dimensies in het relationele aspect: 1. waardering versus geringschatting, ook wel 'emotionele dimensie' genoemd; 2. sturen of bevoogden tegenover vrijlaten.

Uit de zender in de boodschap waardering of minachting voor de ontvanger en laat hij de ontvanger vrij of wil hij hem in een bepaalde richting sturen. In het voorbeeld van het echtpaar is te zien dat de man zijn vrouw geringschat en haar probeert te sturen.

2.4 Het appellerende aspect van de boodschap Het vierde aspect is het appellerende aspect. Appelleren is een appel doen op iemand, wat betekent een beroep doen op iemand teneinde een bepaald doel te bereiken. Iedere boodschap heeft namelijk tot doel invloed op een ander uit te oefenen. Bij het echtpaar uit ons voorbeeld is dat de man de vrouw wil bewegen het zout voor hem te pakken. F. Schulz von Thun waarschuwt de lezer om aspect drie en vier niet met elkaar te verwarren. Een zender kan immers de ontvanger proberen te beïnvloeden om een waardige wijze met respect voor de autonomie voor de ander of op een denigrerende en manipulatieve manier. Het appellerende aspect gaat over: 'Wat probeert de zender te bereiken?' in tegenstelling tot het relationele aspect, wat zich meer richt op: 'Hoé probeert hij dat te bewerkstelligen?' Huilen kan een uiting zijn van verdriet (of vreugde), maar er gaat ook een (verborgen) appel van uit. Iemand die zacht huilt kan bij voorbeeld uitdrukken: "Laat mij met rust" en een persoon die hard huilt kan de bedoeling hebben om hulp en troost te mobiliseren. F. Schulz von Thun stelt dat we in de communicatie uit moeten gaan van het doelperspectief, wat wil zeggen dat we niet moeten kijken naar de oorzaken van bepaald gedrag ('hij huilt omdat...'),

3

maar naar het doel dat de zender beoogt, of dat doel nu bewuste of meer door onbewuste intrapsychische drijfveren wordt nagestreefd. Het is belangrijk u af te vragen: 'Wat is de functie van het gedrag van de zender?' Zo is een zelfdodingspoging dikwijls een poging om hulp te mobiliseren. Een kind dat opstandig gedrag vertoont, kan een schreeuw om aandacht of duidelijkheid (begrenzing) zijn. Doelloos gedrag bestaat niet.

Metacommunicatie Het is goed om in relaties op gezette tijden stil te staan bij de metacommunicatie. Dat wil zeggen dat er aandacht wordt besteed aan de expressieve en relationele aspecten van de boodschap, oftewel het betrekkingsniveau. Metacommunicatie is communicatie over de communicatie. Hoe verhouden we ons tot elkaar? Waarom vliegen we elkaar dikwijls in de haren als ik iets aan u vraag? Hoe kan het dat we zo vaak ruzie hebben? De voorgaande analyse kan daarbij een handvat zijn.

Bron: F. Schulz von Thun, "Hoe bedoelt u?"; Een psychologische analyse van menselijke communicatie. Derde, herziene druk, 2010, Bewerkt door Maruschka Gijsen, Noordhoff Uitgevers Groningen | Houten

4...


Similar Free PDFs