Complete samenvatting sociale psychologie PDF

Title Complete samenvatting sociale psychologie
Author Elle Fleurkens
Course Sociale Psychologie
Institution Fontys
Pages 75
File Size 1.7 MB
File Type PDF
Total Downloads 23
Total Views 99

Summary

Complete samenvattingensociale psychologie +hoorcolleges Week 1................................................................................................................................................... Inhoud Week 2...............................................................................


Description

Complete samenvattingen sociale psychologie + hoorcolleges Inhoud Week 1...................................................................................................................................................3 Week 2.................................................................................................................................................11 Week 3.................................................................................................................................................15 Week 5.................................................................................................................................................25 Week 6.................................................................................................................................................42 Week 7.................................................................................................................................................53 Hoorcolleges.........................................................................................................................................63 Week 1.............................................................................................................................................63 Week 2.............................................................................................................................................64 Week 3.............................................................................................................................................66 Week 5.............................................................................................................................................68 Week 6.............................................................................................................................................70 Week 7.............................................................................................................................................72

Week 1 Mensen zijn sociale dieren, er wordt gezegd dat mensen van alle soorten dieren het meest hardnekkig en obsessief sociaal is. Het denken, doen en voelen van mensen wordt sterk beïnvloedt door anderen. Sociale psychologie gaat over de beïnvloeding tussen mensen. De wetenschappelijke definitie van sociale psychologie is de wetenschappelijke studie van de manier waarop de gedachten, gevoelen en gedragingen van mensen worden beïnvloed door de werkelijke of voorgestelde aanwezigheid van andere mensen. Omdat het een wetenschappelijke studie is maken sociaal psychologen gebruik van geavanceerde methoden en technieken om hen hypotheses te toetsen, als jij een koppel observeert is dat niet sociale psychologie. Gedachten, gevoelens en gedragingen zijn voor een sociaal psycholoog van belang omdat deze van invloed zijn op het gedrag van een individu. Sociaal psychologen kijken naar invloed, de invloed die mensen op elkaar hebben is er de hele dag door. Of dit nou invloed heeft op jou of op een ander, er is de hele dag invloed van andere mensen en van jezelf. Mensen kunnen ons beïnvloeden als ze aanwezig zijn, door een rare opmerking te maken bijvoorbeeld, maar ook als ze niet aanwezig zijn. De extreme socialiteit van de mens heeft ertoe geleid dat het brein van de mens drie keer zo groot is geworden. Deze hersencapaciteit hebben wij nodig om informatie op te slaan over alle mensen met wie we omgaan. De meest intense emoties van mensen, positief en negatief, ontstaan in relatie met anderen. We passen onze kleding, muziek, mening, gedrag, spraak en lichaamshouding af op wat we om ons heen zien en horen. We zijn zo’n kuddedieren geworden doordat we al lang geleden van elkaar afhankelijk waren. Wanneer iemand een zwijn had gevangen deelde je die met de groep, je was afhankelijk van anderen om je voort te planten, alleen overleefde je het niet. Het was dus erg belangrijk om je te kunnen aanpassen en bij te groep te kunnen horen. Wij stammen hier vanaf en deze need to belong zit nog altijd in de hedendaagse mens. Mensen kunnen elkaar ongemerkt ‘’besmetten’’ met stemmingen, gevoelens, meningen, gewoontes enz. Dit onbewust op elkaar afstemmen van gedrag wordt social tuning genoemd. Ook lichaamshouding, bewegingen en mimiek kunnen worden overgenomen, dit wordt het kameleoneffect genoemd. Mensen gaan bijvoorbeeld op hetzelfde tempo wandelen, eten en drinken. Gapen, hoesten en wiebelen nemen we ook van elkaar over. Dit effect is sterker als mensen elkaar mogen en als ze bij dezelfde groep horen. Krabben bleek met 64% het meest overgenomen gedrag te zijn. Alle sociale dieren hebben spiegelneuronen, dit zijn hersencellen die de activiteiten en ervaringen van anderen weerspiegelen in het eigen brein. Wanneer we iets waarnemen worden in ons eigen brein de bijbehorende hersengebieden geactiveerd. Dit kan gaan om gevoelens, ervaringen of reacties. Dit betekent dat er bij alles wat we waarnemen er een automatische belichaming plaatsvindt. Dit is wanneer ons lichaam de ervaring van de ander stimuleert. Dit mechanisme wordt gezien als de basis van empathie. Door de weerspiegeling van het brein weten we wat anderen meemaken, ook al maken we dat zelf niet rechtstreeks mee. Het versterkt de groepsband en bevorderd de samenwerking. Er zijn aanwijzingen dat dit mechanisme niet goed werkt bij mensen met autisme. Gapen is een vaak voorkomend kenmerk van de spiegelneuronen. Niet alleen mensen vertonen dit gedrag ook parkieten, bavianen, chimpansees en honden reageren op een gapende soortgenoot. Mensenkinderen reageren tot 5 jaar ook niet op een gapend soortgenoot. automatische imitatie is niet gebonden aan ervaring. Mensen die naar ballet kijken ervaren verhoogde spieractiviteit in de armen, ook al hebben ze nog nooit ballet beoefend. Wat we wel terugzien is dat de bewegingen meer intensief worden gekopieerd bij mensen die wél ervaring

hebben met de bekeken activiteit. we doen niet alleen dingen na die we ‘’live’’ zien. Ook dingen op tv of in spellen nemen we over. Sociale imitatie kan echter ook soort overschrijdend zijn. Als we een paard hard zien rennen, kunnen wij ook harder gaan rennen. En omgekeerd lijkt het erop dat honden ook meegapen met hun baasjes, dus ze hen tot hun groep zien. Onze gedragingen worden ook beïnvloedt als we aan iemand denken. Mensen die aan een behulpzame verpleegster denken zullen sneller iemand helpen die iets laat vallen, dan mensen die dit niet doen. Het afstemmen en imiteren van elkaar bevordert samenwerking en het gevoel dat je elkaar begrijpt. We verkiezen mensen die synchroon met ons bewegen ook boven anderen en daar kunnen we goed mee samenwerken. Zelfs apen vertonen dit gedrag. We beïnvloeden elkaar in onze gedragingen. Als iemand met brand één kant op rent, rent de rest ook die kant op. In panieksituaties is het daarom zo van belang dat gezaghebbende rustig en kalm blijven. Bij het incident op de dam met dodenherdenking zien we dat na er iemand schreeuwde het eerst rustig bleef en dat er nadat er mensen weg gingen rennen er paniek ontstond. Dit incident is een voorbeeld van conformisme en emotionele besmetting. We hebben de neiging om ons aan te passen aan anderen en we nemen automatisch elkaars emoties over. Of deze emoties nou positief of negatief zijn. Vandaar dat je ook een klapband hoort onder een serie of dat er een zogenoemd klapvee is tijdens een televisieshow. Imitatie bevordert een onderlinge band. Hierdoor kun je er ook je voordeel mee doen als je mensen wil beïnvloeden. Imitatie is een zekere vorm van iemand vleien, want als je mensen imiteert gaan ze je aardiger vinden. Het bleek dat een serveerster meer fooi kreeg wanneer ze de bestelling van de klanten herhaalde. Ook zagen we dit toen Holleerder de hele tijd de heer Holleeder werd genoemd. Dit gingen mensen overnemen waardoor zijn imago niet meer gelijk een crimineel was. Zo kun je met je woordkeus ook mensen beïnvloeden. Mensen beschikken over het vermogen om naar zichzelf te kijken. Mensen hebben allerlei ideeën over hun eigenschappen, de oorzaken van hun gedrag, hoe ze bij anderen overkomen en hoe hun gedrag er in de toekomst uit zal zien. Deze ideeën over iemands zelf kunnen voortvloeien uit een rationele analyse of een gevoel. Zonder zelfkennis zou je niet weten of je je studie leuk of stom vindt of dat je verlegen bent of extravert. Zelfbewustzijn ligt aan de basis van zelfkennis, het is de mogelijkheid om een mentaal beeld van jezelf te kunnen vormen. Er zijn verschillende vormen van zelfbewustzijn. Publiek zelfbewustzijn is wanneer iemand zichzelf bekijkt door de ogen van een denkbeeldig publiek. Wanneer iemand zich afvraagt of ze misschien wat anders hadden moeten zeggen in een publiek. Ook is er privé zelfbewustzijn waarbij iemands aandacht gericht is op de eigen binnenkant. Wanneer iemand zich afvraagt wie hij is. Mensen worden meer zelfbewust wanneer ze weten of denken dat anderen hen kunnen waarnemen, dit geldt ook wanneer er een camera op hen staat en voor gelovigen wanneer ze aan god denken. Bovendien gaat het zelfbewustzijn omhoog wanneer mensen zichzelf zien in een spiegel of video en wanneer ze zich horen in een spraakopname. Eerst dachten onderzoekers altijd dat zelfbewustzijn alleen plaatsvond bij mensen. Hierdoor is de vlekkentest ontwikkeld. Dan wordt er een vlek aangebracht bij een dier en als hij zichzelf in de spiegel ziet en naar de vlek kijken, de vlek aanraken of zelf de vlek proberen weg te halen dan is dat een aanwijzing dat ze over zelfbewustzijn beschikken. Ze beseffen immers dat het spiegeldbeeld iets ongewoons laat zien, maar dat dit ook op henzelf zit. Hierdoor kwamen onderzoekers erachter dat de meeste mensen vanaf 1.5 à 2 jaar zelfbewustzijn beschikken, net zoals chimpansees en orang-oetans. Ook dolfijnen, varkens en eksters herkenden de stip. Vogels bleken bovendien hun eigen ervaringen te gebruiken om het gedrag van soortgenoten te voorspellen. dit geeft aan dat vogels over een van de

functies van zelfbewustzijn beschikken, namelijk je eigen reactie observeren en aannemen dat dat soortgenoten net zo zijn als jij. Hiervan kun je veel leren over je omgeving en je eigen gedrag daarop. Een andere functie van het zelfbewustzijn bij mensen is dat ze in staat zijn om hun gedrag aan te passen op sociale normen. Ze kunnen gedrag en gevoelens vergelijken met hoe ze vinden dat het zou moeten zijn, ought self, of zouden willen zijn, ideal self. Een verhoogd zelfbewustzijn zorgt ervoor dat mensen hun normen en waarden beter naleven. Een verhoogd zelfbewustzijn kan ook nadelig zijn. Het zorgt ervoor dat iemand zich volgens waarden en normen gaat gedragen, maar onderbreekt ook gedragsroutines. Hierdoor kunnen normaliter automatische taken nu voor slechtere prestaties zorgen. Dit kan verklaren waardoor mensen slechter presteren als ze onder druk staan. Mensen bezwijken dan onder de druk. Een verhoogd zelfbewustzijn kan ook leiden tot angstige en depressieve gevoelens. Je denkt bij een verhoogd zelfbewustzijn meer na over de eisen en idealen die je voor jezelf hebt opgesteld en die anderen aan je hebben opgelegd, en of je hier wel aan voldoet. Omdat niemand perfect is zul je moeten concluderen dat je in bepaalde opzichten tekortkomt, wat kan leiden dot somberheid of bezorgdheid. De mate van publiek zelfbewustzijn is gerelateerd aan alcoholmisbruik, hierdoor zien we ook dat het vaak misgaat bij beroemdheden. Ook helpt alcohol bij verlegen mensen, zij voelen zich geremd door hun verhoogde zelfbewustzijn. Alcohol helpt om deze mensen ‘’vloeibare extraversie’’ te geven die ontstaat als je gedronken hebt. Ook mensen met een verhoogd privé zelfbewustzijn voelen zich vaker depressief en piekeren meer. Piekeren gaat vooraf aan een depressie en zorgt ervoor dat iemand zich bezorgd voelt, het laat je gedachten in rondjes draaien en je komt alleen maar met redenen waarom er niets aan te doen is. Een gezondere vorm van over jezelf nadenken is zelfreflectie, hierbij kijkt iemand op een beschouwende manier naar zichzelf zonder zichzelf te veroordelen en accepterend. Een bijzondere vorm hiervan is mindfulness. Dit is een open houding die je aanneemt waarbij je focust op het hier en nu. Je registreert je waarnemingen, gedachten en gevoelens precies zoals ze opkomen en zonder ze te veroordelen. Ook afdwalende gedachten behandel je als iets wat je momenteel waarneemt. Je kunt bij mindfulness gefocust naar alles wat zich aandient vanuit het bewustzijn. Mindfulness kan leiden tot minder stress, piekeren, eenzaamheid, depressie enz. Mensen hebben informatie over zichzelf die ze niet over anderen hebben, dit komt omdat wij naar binnen kunnen kijken, introspectie. We weten wat we lekker vinden en waar we voor of tegen zijn. Het innerlijke zelf lijkt een goede bron voor zelfkennis, alleen is deze nog vaak impliciet en kan dit beïnvloedt worden. Mensen zeggen namelijk volmondig dat ze afgaan op de standpunten van een partij, maar vaak stemmen ze ook op basis van de lijsttrekker. Dit gebeurt onbewust. Hierdoor zijn onze mogelijkheden tot introspectie vaak beperkter dan wijzelf denken. Daardoor vergissen we ons weleens als we denken dat we weten waarom we iets doen. Probleemeters dachten bijvoorbeeld vaker dat ze gingen eten met stress, maar vaak kwam dit door gewoontes. We bedenken een aannemelijke verklaring voor ons gedrag. Dit komt doordat veel dingen die we doen gerelateerd zijn aan het onbewuste, dit is cognitief efficiënt omdat we anders bij alles wat we deden na zouden moeten denken. Wilson noemt, in tegenstelling tot Freud, het onbewuste hierdoor nuttig en niet sociaal onwenselijk. Hierdoor geeft hij het onbewuste ook de naam adaptieve onbewuste. Hierdoor weten we echter niet hoe het proces zelf is verlopen, we kennen alleen het resultaat. We weten niet waarom we een film zo mooi vinden, alleen dat we die mooi vinden. Het onbewuste is net als de achter de schermen van een toneelstuk, er gebeurt vanalles voordat we een keuze maken maar wij zien alleen het resultaat als dat het podium op wordt geduwd. Alleen wanneer zich er onderweg een obstakel plaatsvindt, hierdoor kom je als het ware op een ‘’tussenstation’’. Wanner jij wilt juichen

voor je tien, maar je ziet dat je vriendin een onvoldoende heeft. In dit geval is er meer bewustzijn aanwezig, om je te helpen op welk impuls je moet reageren. Hierdoor bedenken we constant verklaringen voor ons gedrag om eerlijk, redelijk en normaal over te komen. Echter blijkt onze zelfkennis niet te kloppen als we dit alleen op introspectie baseren. Onze bedenksels stemmen vaak niet overeen met het onbewuste en zijn slechte voorspellers voor toekomstig gedrag. Je kunt dus gedeeltelijk niet via introspectie tot een goede zelfkennis komen, wat je wel kunt doen is alleen maar wat-vragen aan jezelf stellen. Omdat de waarom altijd onbewust gebeurt. Je kunt ook je eigen gedragingen gaan observeren om jezelf zo beter te leren kennen en drijfveren te doorgronden. Als je puur op je gedrag focust lukt het ook om jou drijfveren te achterhalen. Zelfwaarneming is conclusies trekken over jezelf, door naar jezelf te kijken zonder introspectie. Mensen lachen vaak om mijn grapjes, dus ik ben grappig. Een theorie die dit beschrijft is de zelfwaarnemingstheorie of zelfperceptietheorie van Bem. Volgens deze theorie leren mensen zichzelf kennen door op een objectieve manier naar zichzelf te kijken en daaruit persoonseigenschappen af te trekken. Zo kunnen mensen die zich op een bepaalde manier voordoen op social media, zich op een gegeven moment ook echt zo gaan gedragen. Wie zich extraverter voordoet kan zich uiteindelijk ook echt extraverter gaan gedragen. Dit komt dan doordat hij of zij zich uit zijn gedrag afleidt dat hij eigenlijk extraverter is dan dat die tot zover zelf dacht of heeft laten blijken. Mensen die zich op sociale media sexy voordoen zullen ook eerder aan sexting doen, omdat dat zij dat soort dingen nu eenmaal doen. Dit kan wel gevaarlijk zijn. Iemand die door bepaalde omstandigheden sterk gestuurd wordt tot bepaald gedrag en dit niet beseft kan denken dat dit zijn of haar eigen drijfveren weerspiegelt. Ook al gaat de zelfperceptietheorie alleen over vrijwillig gedrag, dit herkennen we niet altijd. Ook al leidt zelfperceptie tot betere inzichten, vaak steunen we meer op introspectie. We vertrouwen meer op ons gevoel, en gebruiken zelfperceptie alleen als ons gevoel van binnenuit te zwak is. Mensen verzamelen hun informatie over zichzelf in zelf-schema’s. deze schema’s bestaan uit abstracte stukjes kennis over henzelf, zoals intelligent en eerlijk, en meer concrete attributen of voorbeelden, zoals een situatie waarin deze eigenschap tot uiting kwam. Een zelf-schema heeft bovenaan meer abstracte beschrijvingen staan en onderaan meer specifieke eigenschappen. Je hebt veel verschillende zelfschema’s, informatie die gerelateerd kan worden aan een zelfschema kan beter onthouden worden. mensen vormen schema’s over eigenschappen die voor hen belangrijk zijn. Dit kan ontstaan in de vroege jeugde, maar ook pas later. Als je bijvoorbeeld langere tijd in een studie zit waar je heel hoog op moet presteren dan wordt intelligentie op dat moment misschien pas belangrijk voor je. een zelfschema zal niet snel veranderen, wel kun je schema’s hebben die elkaar tegenspreken en die afhankelijk van de context meer naar voren komen. Zoals afro-amerikaanse kinderen. Het geheel aan zelfschema’s wordt het zelfconcept genoemd. De manier waarop zelfschema’s binnen het zelfconcept zijn georganiseerd wordt zelfcomplexiteit genoemd. Iemand met hoge zelfcomplexiteit heeft veel schema’s die onafhankelijk zijn van elkaar. Liefdevolle partner, gemotiveerde student, gezellige vriendin. Een hoge zelfcomplexiteit zorgt voor bescherming tegen stress, omdat je het kunt afschermen van andere domeinen. Een simpel zelfconcept is daarentegen dan wel beter bij positieve ervaringen, want dat strekt zich in elk zelfschema uit. Mensen hebben bepaalde kennis over zichzelf, en een bepaald niveau van waardering, een evaluatie van zichzelf. Deze algemene evaluatie van onszelf noemen we zelfwaardering. Rond het begin van de volwassenheid is dit het laagst en dit bereikt gemiddeld een piek op het 60 ste levensjaar. Zelfwaardering kun je toetsen door middel van de Rosenberg test, maar je kunt ook vragen stellen over hoe te tevreden iemand is met zichzelf (2à3 geven vaak al een goede indicatie). Gemiddeld zijn

de meeste mensen redelijk tevreden met zichzelf. Er is echter niet alleen een gemiddelde zelfwaardering, maar ook verschillende aspecten van zelfwaardering. Expliciete zelfwaardering is wat mensen antwoorden als je ze vraagt hoe ze over zichzelf denken, zoals bij een test. Impliciete zelfwaardering gaat over die aspecten die niet tot uiting komen als je mensen direct vraagt, maar meer in indirecte metingen, zoals lichaamstaal door bijv. te wiebelen en te frunniken. Dit kunnen onbewuste aspecten van zelfwaardering zijn, maar ook bewuste die iemand liever niet toegeeft als daar direct naar gevraagd wordt. Wanneer iemand een hoge expliciete zelfwaardering heeft en een lage impliciete zelfwaardering, kan het zijn dat deze persoon zich naar de buitenwereld opklopt. Zij kunnen zich snel aangevallen voelen en hebben een sterke neiging om anderen omlaag te duwen. Een ander aspect van zelfwaardering is de stabiliteit van zelfwaardering, als er gemeten wordt hoe iemand op dit moment over zichzelf denkt moet dat over een paar weken ongeveer hetzelfde zijn. Vaak gaat een hoge zelfwaardering samen met een stabiele zelfwaardering. Mensen met een instabiele zelfwaardering, en een hoge expliciete zelfwaardering, lijken vaker defensief en zichzelf te willen beschermen voor negatieve feedback. Ook scoren ze hoger op stress. Een ander aspect van zelfwaardering is contingentie van zelfwaardering, de mate waarin een bepaalde standaard (zelfprestaties, sociale goedkeuring of uiterlijk) afhankelijk is van iemands zelfwaardering. Mensen met een hoge contingentie voelen zich goed als ze een tien halen, maar hun zelfwaardering kan die dag nog afnemen als ze een 4 halen. Niet alleen de mate maar ook de aard van deze contingentie kan verschillen. Mensen kunnen hun zelfwaardering koppelen aan verschillende levensgebieden: prestaties en succes, sociale goedkeuring en erbij horen, uiterlijk, innerlijke standaard (normen waarmaken en trouw zijn). Iemand die een sterke contingentie heeft op ...


Similar Free PDFs