Samenvatting psychologie PDF

Title Samenvatting psychologie
Author Romy Pittoors
Course Psychologie
Institution Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen
Pages 28
File Size 453.8 KB
File Type PDF
Total Downloads 91
Total Views 162

Summary

Download Samenvatting psychologie PDF


Description

Inleiding psychologie Hoofdstuk 1 : wat is psychologie – op weg naar een definitie   





Letterlijk : “wetenschap van de ziel” Wetenschap waarbij het gedrag wordt bestudeerd Gedrag? Ontwikkelingen die de psychologie mogelijk maken Ontwikkelingen in de filosofie: o Copernicus : onze plaats in het universum - De eerste grote narcistische krenking, deuk in het zelfvertrouwen van de mens - Beweerde dat wij in het midden van het universum staan en al de rest draait om ons heen, de aarde draait rond de zon en niet omgekeerd. - Onderworpen aan natuurwetten o Descartes : een mechanische kijk op de wereld - Frans filosoof en wiskundige - Vroeger : de ziel staat los van het lichamelijke, ziel is onaantastbaar. Descartes stelde het universum en de mens als een machine door god in werking gezet.  Mensen bestuderen  De rede  Universum en mens = machine o De empiristen : kennis uit zintuiglijke ervaringen en associaties van ideeën - Alles wat in ons zit komt uit de buitenwereld - Enkel leren door zintuigelijke ervaringen - “onbeschreven blad ter wereld” > kennis uit zintuigelijke ervaringen schrijft ons “blad” o Darwin en de evolutietheorie - Tweede grote narcistische krenking - Afstammen van dieren, niet van een god - Dierexperimenten om gelijkenissen en verschillen tussen mens en dier te zien  Gevolgtrekking maken naar mensen o De eerste psychologische experimenten vanuit de geneeskunde - Derde grote narcistische krenking - Eerste psychologische stroming : Freud met de psychoanalyse De beginjaren o Eind 19e eeuw : wetenschappelijke studie van gedragingen en mentale processen o Onenigheid over WAT onderzocht moest worden en welke methoden  ….. Structuralisme : waaruit bestaat het bewustzijn o Wilhelm Wundt ( 1832- 1920) > richtte het eerste psychologische lab op - Wou zien hoe het er vanbinnen uitziet (het psychisme) , als je bvb nadenkt, je persoonlijkheid - Wou zoveel mogelijk proefpersonen onderzoeken : met de kleinst mogelijke elementen (bvb vrolijk zijn, verdrietig zijn, boos zijn,…) - Ging dit doen adhv empirie : voorwerpen tonen aan mensen en vervolgens vragen wat de proefpersonen hier nog van wisten. Een bepaalde geur of herinnering dat opkwam,… Wou elementen over het visuele krijgen.  Kreeg duizenden elementen (vrolijk, boos, angstig,…) > was hier niet veel mee - Kritiek : steriel en weinig praktisch - Introspectie De gestaltpsychologie : perceptie van het geheel 1



o Reactie tegen het structuralisme o Mens is meer dan som van elementaire gedragingen o Meer gebruikelijk dan structuralisme Functionalisme : wat is de functie van het bewustzijn? o Nut van het bewustzijn? Wat doet/ kan het? Is het bij iedereen gelijk? Kan het verbeterd worden? Hoe snel kan iemand leren? … - Was voornamelijk om piloten goed te kunnen opleiden o Wetenschap van het psychisme moet gericht op het praktisch nut!

(Verschillen tussen mensen & tussen mens en dier weten!) 





Behaviorisme : hoe kunnen we de mens wetenschappelijk bestuderen o Watson (1878-1958) : psychologie als de wetenschap vh gedrag - Als je 10 baby’s aan mij geeft, dan kan ik die 10 baby’s door de omgeving creeëren (tabula rasa als baby, ongeschreven blad) o Enkel observeerbaar, meetbaar gedrag wordt onderozcht o Introspectieve methode verlaten o S-R psychologie o Grote interesse voor leerprocessen o Gedrag proberen verklaren , wat doet iemand? Hoe kun je iemand anders iets laten doen? o Skinner & Pavlov Psychoanalyse : Freud en het onbewuste o Freud (1856- 1939) o BZ (bewustzijn) en gedrag slechts oppervlakkige fenomenen (top ijsberg) - Wij zijn het topje van de ijsberg (bewuste) , maar onder het water schuilen nog veel onbewuste zaken o Onbewust het verkeerde kiezen? - Driften en onbewuste leren kennen om fouten (foute keuzes) te vermijden o Mentale stoornissen en soms lichamelijke fenomenen hebben een psychische oorzaak - Mensen worden bepaald door vroege kinderjaren (trauma’s) - Eerste 5 levensjaren> belangrijkste o Onbewuste conflicten terug in bewustzijn brengen door droomanalyse en vrije associatie - Vrije associatie : alles wat in je opkomt, opschrijven o Fascinerende kijk, weigert af te stappen van introspectie - Laat mensen in zichzelf kijken naar hun trauma’s - Goed om mensen te genezen De hedendaagse psychologie o Succes natuurwetenschappelijke methode o Kritiek vanuit de taalkunde o Mens meer dan passieve ontvanger van prikkels

-



 Geboorte cognitieve psychologie Cognitief : kennis , wat er gebeurt in je hoofd , welke gedachtes > proberen te weten te komen Mensen helpen gezond te leren denken

De drie grote principes van de hedendaagse psychologie o Het belang van de biologie - DNA > bepaalt jouw psychisme? o De onmisbaarheid van cognitieve processen 2

Je wordt bepaald door primaire socialisatie (waar en hoe grootgebracht als kind) en secundaire socialisatie (vriendengroep) o De mens als deel van een groep Beroepsprofielen o Enorme verscheidenheid aan psychologen o De kennis over psychologie is enorm toegenomen o Enorm terrein o Niemand nog diepgaande kennis over alle toepassingen o Wegens specialisatie misleidend om nog over ‘de psycholoog’ te spreken - Geen ene psycholoog die nog zegt “ik doe alles een beetje” o Examenvraagje : 1 specialisatie psychologen uitdiepen - Klinisch psychologen  Diagnosticeren en behandelen mentale, emotionele en gedragsproblemen  ‘kliné’ > Grieks voor bed  Gericht op bepaalde stoornis of bepaalde doelgroep o Bvb voor angsten , depressies, relatieproblemen, minderwaardigheidsgevoel,…  Wat bieden klinische psychologen aan? o Gespreksvoering  Gesprekken voeren : agogen  Veranderen/ beïnvoeding door taal o Gedragsmatig o Relaxatie  Mindfulness  Leren relaxeren, via lichaam o Hypnose  Onbewuste te weten komen - Cognitieve psychologen  Hoe gaan mensen om met informatie  Hoe leren mensen?  Welke info gebruiken mensen bij het nemen van beslissingen?  Welke fouten maken zij hierbij?  Hoe kunnen wij mensen gezonder leren denken?  Het is niet de gebeurtenis die jou slecht doet voelen > gedachten over de gebeurtenis laten je slecht voelen o Bvb ik voelde mij slecht want mijn partner deed deze morgen heel onvriendelijk tegen mij - Ontwikkelingspsychologen (levenslooppsychologie)  Bestuderen de ontwikkeling in de loop van het leven  Tot jaren ’80 kindertijd en adolescentie  Nu ook onderzoek naar ouderen o Hoe gaan ouderen om met angst? Met stress? Met depressie? o Problemen later voor ontwikkelingspsychologen? -



-

Forensisch psychologen = rechtspsychologie  Foren, foor > forensisch : markt o Vroeger bvb protestanten op het marktplein onthoofden o Marktpsychologie  Advies over de mentale mogelijkheden en de persoonlijkheid van beklaagden en getuigen o Recidiveren = hervallen? 3



-

Advies i.v.m. voorlopige invrijheidsstelling, vervroegde vrijlating en alternatieve straffen  Advies en verband met kinderen  Begeleiding van gevangenen o Weinig personeel voor > niet genoeg geld  Controle op gevangenen die voorwaardelijk vrij zijn  Advies bij een gerechtelijk onderzoek tijdens een rechtszaak  Kunnen we voorspellen wie geweld zal plegen?  Moeilijk!!  Observatie in een bepaald kader  Voorspellingswaarde die vermindert naarmate het tijdsinterval groter wordt  100% juist = utopie  Ontoerekeningsvatbaarheid en psychische overmacht o Ontoerekeningsvatbaarheid  Internering/ TBS - Ter beschikkingstellen  Niet als schuldig verklaard, wel beschermd voor SL o Onweerstaanbare dwang/ psychische overmacht -> discussie Schoolpsychologen  Doel : ontwikkeling en functioneren van kids en jongeren in de schoolse context bevorderen o Voornamelijk leerling zijn loopbaan zo goed mogelijk laten lopen (schoolpsychologie.be) o CLB > agogen  Begeleiding bij leer- of studieproblemen  Begeleiding van het psychosociale functioneren  Begeleiding van de onderwijsloopbaan  Deze doelstellingen worden verwezenlijkt door : o Uitvoeren van psychodiagnostisch onderzoek (IQ-testen, …) o Helpen bij de begeleiding van zorgleerlingen o Het begeleiden en evalueren van educatieve programma’s o Onderzoek

4

-

-

Onderwijspsychologie  Verschil schoolpsycholoog : constant bezig met leerlingen, onderwijspsycholoog niet. Deze zit op een bureau op bvb een universiteit, en gaan de leerlingen niet begeleiden. Zij gaan onderwijs onderzoeken, hoe je bvb goede klassfeer krijgt of goed kan lesgeven.  Klemtoon op het optimaliseren van de leerprocessen en niet op begeleiding llen. o Onderzoek Roosentaal : bvb als psycholoog de leerkracht wijsmaken dat een kindje uit de klas hoogbegaafd was , dit kind was dit niet maar na een jaar was zijn IQ wel gestegen door een andere behandeling door de leerkracht Selffufilling prophecy o Theoretischer o Wetenschappelijk onderzoek van onderwijs:  Welke factoren maken een goede school? (input, context, leiding, atmosfeer, klasgebeuren)  Welke factoren maken een goede leerkracht? - Onderzoek Santrock 2002 (gezaghebbende/ autoritaire/ permissieve) Arbeids- en organisatiepsychologie = de wetenschap v.h. menselijk gedrag in organisaties die producten en diensten leveren  Arbeidspsychologie (praktisch) o Persoon aanpassen aan de baan = personeelspsychologie = selectie en opleiding van werkkrachten en registratie van hun prestaties o Personeelsselectie gebeurt adhv :  Functieanalyse - Volledig mogelijke omschrijving krijgen van de vereiste van de functie; wat iemand gaat moeten doen  Werving  Tests - Bvb bij politieproeven > psychologische testen. Dienen om zeer snel (en goedkoop) goede kandidaten te vinden. - Kans op goede kandidaat stijgt door test  Interviews (gestructureerd/ ongestructureerd) - Gestructureerd : op voorhand vragen bepaald - Ongestructureerd : zelf vragen stellen, maken  Socialisatie binnen het bedrijf - Inwerken, wederzijdse aanpassing in bedrijf; - = Wederzijdse aanpassingsperiode

-

Makkelijke socialisatie: o Nood aan steun en geruststelling in bedrijf bij nieuwe collega o Realistische informatie 5

Rolmodel (heel belangrijk)  Naar iemand opkijken met succes in zelfde sector Goed weten waarnaar personeelsleider verlangt! Evaluatie van de prestaties  Gesprek met openheid langs beide zijden  Bvb werkgever “waar zie je jezelf binnen twee jaar?” “doe jij je werk graag?” “zijn jouw verwachtingen uitgekomen?” …. Carrièrebegeleiding  Vroeger : baan voor het leven bvb 40 jaar lang bij de spoorwegen werken  Classificatie FURNHAM (2005) : verschillende soorten mensen in bedrijf. : - Zwervers o Wispelturige personen, bvb 7 maanden hier, 4 weken daar, 5 maanden ginder etc (tenzij door faillissement/ interim).  Mensen die uit zichzelf constant veranderen van werk - Sedentaire werknemers o Mensen die decennia lang bij hetzelfde bedrijf voor dezelfde baas blijft werken - Springers o Talentvolle mensen, snelle beslissers maar weinig planning. o Jobhoppers : als je van de ene job naar de andere springt omdat je even een “betere” aanbieding krijgt “job van je leven” o Nieuwe carrière o Niet ideaal o impulsief o

o o

o

Planners o Weet wat hij wil, ambitieus o Wil vaker hogerop klimmen - Hobbyisten o Doet werk graag, met passie o Zijn baan = zijn hobby o Goed voor bedrijf o Voelen zich goed in wat zij doen o Bvb geeft graag les en ziet zichzelf over 5 jaar nog les geven o Goede selectie! o Geen ambitie om bvb later nog hogerop te komen Werkmotivatie en arbeidsvreugde : zorgen dat mensen hun job graag doen, hoe? En hoe hard werken?  De industriële psychologie - Vroeger : o Hoe kunnen wij mensen zo hard mogelijk laten werken? o Wn’ers : handen van de fabriek -

o

6

o Geld = motivator De Hawthorne- studies - Belangrijk voor groepswerk - Vroeger in stad Hawthorne was er een fabriek waar men altijd met hetzelfde moest bezighouden. Werkgevers besproken met industriële psychologen hoe men de werknemers harder kon laten werken. Door bvb werkomstandigheden te verbeteren. De psychologen spraken met iedereen over een verbetering > daarna verbeterde men een belangrijk punt (bvb daglicht). Men verbeterde enkele dingen bvb pauzes, daglicht etc en hierdoor steeg de productie -> mensen ging harder werken. Hierna keerde men terug naar de oorspronkelijke situatie en bevraagde het personeel -> productie steeg zelfs nog meer! - Conclusie : sfeer in groep, gevoel gehoord te worden, belangstelling getoond voor werknemers etc is van veel groter belang dan het materiële De ‘human resource’- beweging - Geboren na Hawthorne : mensen meer laten horen - Mensen zijn het belangrijkste in bedrijf Meeste psychologen > arbeidspsychologen (minder organisatie)  Organisatiepsychologie (theoretischer) o Wat is goed leiderschap? Hoe geraken mensen gemotiveerd? o Onderzoeken deze vragen op bureau > theoretischer o Gericht op functioneren en welbevinden van individuen en groepen in organisaties o Bestudeert o.a. groepsdynamice etc Ergonomen  Handelt over samenwerking (sw’ing) tssn mens en machine  Betreft : o Het ontwerp van machines & uitrustingen met het oog op een zo gemakkelijk mogelijk gebruik o De training van mensen om met die machines om te gaan  Probeerde in NL een vriendelijk verkeerslicht te maken  Onderzoek spitst zich toe op : o Verkeersveiligheid  Veiliger maken van auto’s - Bvb als piloot > zoveel mogelijk knopjes van toetsenbord zien  Veiliger maken van wegen - Gebruik mobiele telefoon  Machines gebruiksvriendelijker te maken bvb vriendelijk verkeerslicht  Werken met een pc Gezondheidspsychologen  Hoe beïnvloedt het gedrag van mensen hun gezondheid  Snelst groeiende 

-

-

7

 

-

-

-

-

Hoe zet men voorlichtingscampagnes het best op? Hoe hou je mensen psychisch gezond? Hoe gaan we voorlichting het beste organiseren? Meer preventief gaan werken? Hoe kunnen wij hun leven het aangenaamst houden? veerkracht? Hoe omgaan met stress?  Opvang van patiënten bij zware medische ingrepen, pijn,…  Belangrijke sector! Neuropsychologen  Bestuderen de relatie tussen hersenen en gedrag door : o De gevolgen van hersenletsel te bestuderen o Door de activiteit vd hersenen te onderzoeken o Eventueel specialisatie in herstelproces na hersenaandoening Testpsychologen  Testen maken bvb de test van de psychologische proef voor de politie  Zie ppt Sociaalpsychologen  Bestuderen hoe gedachten, gevoelens en gedragingen beïnvloed worden daar anderen  Interesseren zich voor relaties (individueel en in groepen)  Trachten samenwerking tussen mensen te bevorderen Sportpsychologen  Begeleiden atleten om gemotiveerd te blijven  Leren omgaan met druk  Groeiend gebied  Hoe bvb sporters juist omgaan met druk? Gemotiveerd te blijven als atleet?

Hoofdstuk 2 : sociale psychologie = de wetenschappelijke studie van de invloed van anderen op onze gedragingen (met inbegrip van onze gedachten en gevoelens)    

Individuelen verschillen, maar overschatten eigen uniekheid en eigen individualiteit Onderzoek Haney et al (1973) Ppt Sociale beïnvloeding o Adorno o Ppt o Mensen met een autoritaire PH ervaren de wereld als bedreigend en identificeren zich sterk met hun eigen groep om zich te beschermen o Conclusie sociaalpsychologen : geplaatst in dezelfde situatie als de Duitsers in jaren 1930-1945 zou bijna (zie ppt)

o

Conformisme  Solomon Asch (1956) - Vroeg “random” mensen op straat om mee te doen aan een test om zogezegd te testen hoe goed hun visueel beeld en gehoor is (ze wisten niet wat de echte test was). - Hij vroeg de mensen wat het langste lijntje was, A was overduidelijk het langste. De random persoon dacht “a”. in groep zei iedereen van de andere proefpersonen (die wel wisten vh experiment) “B” > waardoor random persoon niet durfde zeggen dat A het langste was. - Kuddegedrag 8

o

o

o

o

= We voegen ons gedrag naar dat van de groep waartoe we behoren zonder dat er sprake is van een directe groep om dit te doen Gehoorzaamheid  Höfling - Experiment in ziekenhuis (22 verpleegkundigen namen deel) - Dokter = zon, anderen zijn planeten die hierrond draaien. - Dokter belt ’s nachts naar verpleegster “Jij zou eens naar die patiënt in die kamer ’s nachts in zijn baxter een dodelijke medicatie toedienen” > jij hebt die dokter nog nooit gezien/ van gehoord, ga je dit doen? - Van de 22 deden 21 dit!  Stanley Milgram - Schokexperiment > hoever gaan mensen in het toedienen van een schok aan mensen die zij niet kennen? - 65% gaat door met toedienen van volt van 450V en zelfs meer = een reactie op een bevel en de meest rechtstreekse vorm van sociale beïnvloeding - Bvb in oorlog : “bevel is bevel”  Conclusie : wij zijn extreem gehoorzaam Deïndividuatie  Jouw individu wordt weggevaagd in grote groep  Mensen gedragen zich anders als anoniem lid van een groep dan wanneer ze alleen zijn  Groepen gedragen zich soms op een manier die geen enkel individueel lid in overweging zou nemen  Deïndividuatie = mensen verliezen hun persoonlijke identiteit doordat ze een onderdeel zijn ve massa - Verliezen dan een deel van hun verantwoordelijksheidsgevoel en van hun waarden - Bvb lynchen o Bvb hooligans, dronken studenten  3 factoren nodig voor deïndividuatie : - Verhoogde opwinding - Anonimiteit o 1 vd velen - Een verminderde individuele verantwoordelijkheid o “iedereen doet het”  Zimbardo (1970)  Deïndividuatie niet altijd negatief Helpen  Darley & Latané (1968)- hoe meer mensen getuige van een noodgeval > hoe kleiner de kans dat elke persoon afzonderlijk zal helpen = het omstaanderseffect - Voorwaarden helpen : o Het incident opmerken o Het interpreteren als een noodgeval o Zichzelf verantwoordelijk voelen om hulp te bieden Inschikkelijkheid  Gaan we in op verzoek van een ander? - Grootte verzoek - Voet-tussen-de-deur-techniek - Zodra-de-bal-aan-het-rollen-is-techniek - Deur-tegen-de-neus-techniek 9

o

o

o Direct vragen wat je wil Sociale facilitatie en sociaal lijntrekken  Aanwezigheid anderen heeft invloed op prestaties (Triplett)  Positief of negatief (Zajonc)  = is de neiging van mensen om eenvoudige taken beter te volbrengen als er andere mensen in de buurt zijn - Bvb jogger loopt beter als hij voorbij een groepje mensen loopt (ookal kijken zij niet naar hem)  het omgekeerde bij moeilijke taken - Bvb als iemand nog niet goed een muziekinstrument kan bespelen en hij staat voor publiek, gaat hij juist slechter spelen  2 oorzaken : - Aanwezigheid van anderen leidt tot opwinding (extra spanning& alertheid) - Mensen gaan zich snellen beoordeeld vinden door aanwezigheid van anderen  Sociaal lijntrekken elimineren door individuele evaluatie  Social loafing (triplet) (= motivatieverlies) - Free-rider-effect o Het idee dat je kunt meeliften op de inspanningen van anderen - Sucker-effect o = waarbij mensen niet als enige de nodige inspanningen willen leveren om het eindresultaat te behalen Aantrekking en hechte relaties  Waarom aangetrokken tot sommige mensen?  Waarom met sommigen mensen een vriendschapsband?  Met wie gaan we een romantische relatie aan?  Vanwaar eenzaamheidsgevoelens?  P353 sociale psychologie  Aantrekking en lichamelijke aantrekkelijkheid = belangrijkste factor - Aureool-effect (Thorndike) o 1e indruk o Halo-effect/ horn-effect  Halo : treedt op wanneer mensen naar aanleiding van een waargenomen eigenschap of kwaliteit, er vanuit gaan dat ook andere eigenschappen of kwaliteiten aanwezig zullen zijn.  Iemand wordt positief beoordeeld op basis van een/ enkele eigenschappen of waarnemingen  Sneller geneigd om een helpende hand te bieden en fouten door de vingers te zien  Horn : zelfde als horn, maar op basis van een/ enkele eigenschap(pen)/ waarnemingen iemand negatief te beoordelen - Overeenstemming tussen culturen - Marktwaarde  Aantrekking en nabijheid - Beschikbaarheid - Het effect van de loutere blootselling = nabijheidseffect (Festinger) o Personen met wie jouw fysieke afstand erg klein was > nabijheidseffect 10







Vriendschapsrelaties en romantische relaties ...


Similar Free PDFs