Title | De VV als wetenschapper |
---|---|
Author | Caily Pannecoucke |
Course | De vroedvrouw als wetenschapper |
Institution | Karel de Grote Hogeschool |
Pages | 34 |
File Size | 691.9 KB |
File Type | |
Total Downloads | 66 |
Total Views | 179 |
Download De VV als wetenschapper PDF
Farmacologie (El Asjadi) (I)
Algemene farmacologie
Geneesmiddelenboekje mee, oefeningen! Geen examenvragen over zetpillen, domperidon (Voorschrijfrecht VV: 14/01/2014)
Definitie
Preparaat: o o o
Doel: ziekten: o o o
Synthetisch Plantaardig Dierlijke oorsprong
Voorkomen Genezen (antibiotica) Verzachten (pijnstiller)
stellen medische diagnose (bariumpap darmonderzoek)
Herkomst
Overlevering o Generatie op generatie (in families): morfine o Na WO2 boom (Hitler) Toevallige ontdekking: o Penicilline door Britse arts-bacterioloog Alexander Fleming --> 1 van de belangrijkste
Gericht onderzoek o
Uitgebreid, uitputtend onderzoek ziekte
o o
Synthese nieuwe chemische substanties Bestaande geneesmiddelen aanpassen (nevenwerkingen)
o
Testen op te verwachten werking
o
Nieuw ontwikkelingsprocédé: menselijk materiaal ingebouwd bacteriën: produceren hormonen vb. Insuline, groeihormoon)
Alternatieve geneesmiddelen o Homeopathie
= op basis extreme verdunning, energetische stof = pseudowetenschap != fytotherapie (plantenextracten)
Hahnemann (grondlegger)
Acupunctuur: veel ouder westerse geneeskunde, maar chemische geldfabrieken
Indeling geneesmiddelen
naargelang aard therapie
Profylactie =preventie vb. vaccinatie Causale therapie = oorzaak aanpakken (antibiotica) Substitutietherapie =toevoegen aan lichaam dat lichaam zelf niet kan aanmaken (vervangen/ aanmaken) (hormonen, vitaminen, insuline Symptomatische therapie =pijntherapie (Dafalgan, Primperan) Diagnostisch ->contraststoffen geven om galwegen, bloedvaten op RX te kunnen weergeven (Bariumpap, Gasrografine) Placebo-effect (‘kom ik zal er een kusje op geven’ kindje)
Toedieningsvorm
Oraal Dermaal Rectaal/vaginaal Transdermaal Slijmvliezen Inhalatie Injectie
Orale preparaten
VASTE VORM: -tabletten: slik, kauw, zuig, bruis, sublinguaal -dragee: suiker aan toegevoegd -capsule: hulsjes gelatine (lost op maag), vulstof -zakje: (korrelig) poeder
Sommige tabletten niet pletten: maagsap lost anders op terwijl ergens anders moet werken: jasje
VLOEIBARE VORM: - oplossingen (homogene verdeling) (Actifed) - suspensies: zorgt bezinksel: verdikkingsmiddel—stroperig geschud voor gebruik - emulsie: emulgator zorgt ervoor dat wel oplost - druppels: sterke concentratie, lokale toediening: oren, ogen, kindjes geen poeders/tabletten slikken oogdruppels: steriel, pH niet veel afwijken
neus;
Vrijstelling:
Gewone vrijstelling
Desintegratie id maag (tablet, capsule, enz. ) Desintegratie id mond (Cedocard, Motilium Instant)
Gecontroleerde/gereguleerde vrijstelling
=Desintegratie w. uitgesteld tot bepaalde plaats, voorbij de maag Reden:
Bescherming geneesmiddel Bescherming maag Colon targeting
Enteric coated tablet: dragee/capsule laagje: lost niet op maagzuur: opgenomen darmslijmvlies
Hoe:
!niet geplet/geopend voor openen
Controlled release (retard, slow, LA, CR, Forte, OROS, PI, ER) tablet/capsule: geneesmiddel geregul. snelheid vrijkomt geneesmiddelen korte halfwaardetijd voordeel: minder vaak ingenomen !niet geopend alvorens toedienen!
Methodes: o
o
Reservoir =snelheidsmodulerend membraan concentratieverschil reservlichaam: actieve stof lichaam Matrix =geneesmiddel+polymeer
Voordeel: goedkoper, simpeler Nadeel: afgifte niet constant --> praktijk: afgifte gereguleerd matrix combinatie snelheidsmod. membraan
Rectale & vaginale preparaten Rectaal: als toedieningen per os onmogelijk/ onwenselijk -sommige GM minder snel, onvoll. opgenomen -anderen: First-pass effect vermeden (lever nt passeren) SOORTEN:
Zetpil/suppo(sitorium): torpedovormig (1-3 g) gemeng/ opgelost gesmolten vet kamert. vast, lichaamst. Vloeib werking: lokaal-systemisch Klysma: =vloeist. anaal ingebracht Microklysma's (enkele ml) (systemisch) Klysma's (tot 150 ml) (plaatselijk) Werking: systemisch -plaatselijk
Zalf/crème
Vaginaal:
Ovule Gel Crème Tablet Andere
Dermale preparaten Vaste Strooipoeders (Daktarin, talk) Halfvast
Gel SS: geneesmiddel, vloeistof, verdikkingsmiddel (anti-inflammatoir, analgetisch), geen vetsubstantie
Crème mengsel olie-water emulgator geneesmiddelpoeder gemengd/opgelost huid: watergedeelte verdampen: onzichtbaarheid
Zalf geneesmiddel gemengd/ opgelost vet/ olie
Pasta 50 % vaste stof Vloeibare preparaten Lotion (alcohol) (Zineryt) Oplossing
Transdermale preparaten = door de huid
Werkzame stof: depotpleister : opperhuid—bloedsomloop
Pleister plaats huid niet dik doel: geleidelijke systematische vrijstelling geneesmiddel
Preparaten slijmvliezen
Nasaal: !isotone oplossingen Vorm: druppels, spray, gel/zalf
Octaal/oftalmologisch: (oog) !isotoon, steriel Vorm: druppels, zalf
Auriculair inwendige gehoorgang: !steriel, isotoon!
P.15 dia : hypo/hypertoon- isotone oplossing Preparaten inhalatie
Nevel fijne vloeistofdruppels verdeeld gas toediening: aërosol
Inhalatiepoeder vb. turbohaler Gas: vb. Zuurstof: stalen cilinder: witte band- M (medicin.) Zuurstofcentrale: tank vloeibare zuurstof druk 200 atm Normobare zuurstoftherapie: (klok neonatologie) Neussonde O2-masker O2-Bril O2-klok (neonatologie) Hyperbare zuurstoftherapie (zuurstof inademen intoxicatie CO2, probleemwonden, infecties, bestraald weefsel)
Preparaten injectie
Pyrogeenvrij (koortsvrij) Gesteriliseerd Gefiltreerd in LAF-kast Geen vreemde voorwerpen (rubber,haartjes...) Isotonisch pH-waarde=bloed Vriesdrogen: water verwijderd: poeder
Toedieningswegen Lokaal: neus-, oor-, oogdruppels, inhalatie, vaginale tabletten, zalven, pasta’s, crèmes Enteraal: slijmvlies maag-darmstelsel: oraal-rectaal Parenteraal: andere weg maag-darmstelsel (directe, snelle werking o
o o
Injectie ID, SC, IM IV, IA(VV niet) Intrathecaal (VV niet) Transdermaal Inhalatie
Oefening! Zie ppt, p25
Syntocinon: website BCFI hormoon oxytocine Aard therapie: substitutietherapie, profylactie (preventie ppbloeding), symptomatisch (ppbloeding door globus, placentarest), Toedieningsvorm : preparaten voor injectie
Toedieningsweg: parenteraal : intramusculair, intraveneus
Farmacodynamiek: =wat geneesmiddel met lichaam doet Therapeutische effecten: -bijwerkingen -waar: aangrijpingspunt -hoe: mechanisme
Werkingsmechanisme: o o o o
Direct >< indirect Reversibel (niet blijvende binding) > dosis: hoog genoeg zodat opgenomen -->laag genoeg om niet dodelijk Farmacokinetische processen: P.28 dia overzicht A: Absorptie: resorptie: opname (maag, darm, rectum, spier, onderhuids bindweefsel, longen) D: Distributie: verdelen via bloedbaan (bloedvatenstelsel, capillaire= centrale compartiment) M: Metabolisme: stofwisseling: biotransformatie E: Excretie: Uitscheiding (nieren, colon, longen,huid) (opslag: depotorganen (vetweefsel)
Farmacologisch proces= farmacokinetiek+farmacodynamiek
Absorptie:
Enteraal parenteraal: first pass omzeild sub-perlinguaal, rectaal: systemische circulatie bereikt, first pass omzeild Biologische beschikbaarheid: hoeveelheid opgenomen geneesmiddel, snelheid circulatie terechtkomt IA, IV: bijna direct 100 %
First pass-effect (opname vooral dunne darm--> lever--> bloedcirculatie--> weefsels en organen) passage lever: geneesmiddel verliest act. afbraak leverenzymen Bio-equivalentie 2 geneesmiddelen: vergelijkbare biologische beschikbaarheid moleculaire dosis --> dezelfde effecten --> therapeutische equivalent
niet alle geneesmiddelen zelfde werkzaam bestanddeel, galenische vorm= biolog. beschikbaarheid--> belangrijk bij therapeutisch-toxische marge
Dia 31: therapeutisch venster: 2 bloedspiegelwaarden waartussen geneesmiddel optimaal werkt ( II ideaal) start therapie: geneesmiddel cumuleren: optimale effectieve spiegel= oplaaddosis onderhoudsdosis: verlagen
Distributie Na absorpte --> via bloedbaan --> verdeeld/gedistribueerd lichaam: weefsels/ organen Geneesmiddel vetoplosbaar? --> anders opslaan vetweefsel (mensen veel-weinig) vet
Stapeling: ophoping geneesmiddel weefsel/orgaan Depot: bloedpsiegel 1daalt--> langzaam uitscheiden bloedbaan o Bloedeiwit (albuine): binding Alleen niet-gebonden deel, vrije fractie DIST
Eliminatie: =geneesmiddel uit lichaam
Halfwaardetijd: ong. 5 keer tot geneesmiddel uit bloed T^1/2 --> sommige geneesmiddelen korte halfwaardetijd
Metabolisatie (stofwisseling) o Doel: omzetting vetopl.molecuul--> wateropl. Verbinding --> beter geëliminerd nieren Excretie: o Nieren o Maag-darmkanaal o Longen o Overige lich.vochten
Klaring: snelheid waarmee verdelingsvolume gezuiverd w. (ml/min) Steady state concentratie: input: ouptut
1 concentratie geneesmiddel bloed meten
Beïnvloedende factoren Bij kinderen 0-18: farmacokinetiek verandert constant o pasgeborenen: lever, nieren, enzymsystemen niet volledig ontwikkeld --> eliminatie & metabolisme beperkter o Lichaamsopp>volwassene: 52 cm: 3 kg o Naarmate ouder: minder melk: zuurtegraad maag daalt o Makkelijke passage bloed-hersenbarrière o Waterpercentage>volwassenen Dosis bepalen: o Berekening: lichaamsopp: lengte & gewicht o Lokale toediening: voorzichtig: groot opp, snelle opname huid Toedieningsfrequentie o Halfwaardetijd Pasgeborenen: langer volw. Kinderen: korter o Toedieningsfrequentie Pasgeborenen=lager Kinderen=hoger
Gevaren Afh geneesmiddel, hoeveelheid, toedieningswijze Allergie (overgevoeligheid) Intolerantie: gedeeltelijk/ volledig niet verdragen geneesmiddel o Misselijkheid, nausea, braken o Diarree, obstipatie o Loomheid, slapeloosheid o Tachy-/bradycardie Seksuele dysfunctie Toxicomanie: verslaving/ afhankelijkheid Intoxiatie: vergiftigingen: accumulatie/ onv. Uitsch. (lever,nieren,oren, haemotopoëtische organen aangetast-
(I)
Farmacologie deel 2
Geneesmiddelen bij zwangeren Zwangere= nooit nuchter, pH hoger maag Meer bloedvolume, tragere darmtransit Distributie: meer vocht: grotere verdeling Meer water: meer geneesmiddelen opgelost: zelfde dosis lagere plasmaconcentratie Metabolisme: eigen afvalstoffen weg, ook baby: veel enzymen: minder enzymen afbraakproces geneesmiddel Absorptie o o o o o
o Maaglediging vertraagt: absorptie verandert o Hogere pH maag: A daalt o Darmmotiliteit vertraagt o Bloeddoorstroming verhoogt: absorptie doorheen huid verhoogt Distributie o Groter watervolume: lagere plasmaconcentratie o Fractie stof--> foetaal-placentair weefsel: doeltreffendheid hydr. stoffen vermindert o Daling albuminemie, verhoging actieve vrije fractie Metabolisme: o Enzym. activ. lever vermindert Eliminatie o Beperktere biotransf--> beperktere eliminatie o Eerste 8 weken: nierfunctie grotere glomerulaire filtratie: intensere eliminatie
♦
Gebruik geneesmiddelen niet te voorkomen: infecties, chronische ziekte
Teratogene effecten =misvormingen veroorzaakt in prenatale periode !
Aantal chemische stoffen, geneesm. hierom bekend (vb. Softenon: ‘60 : slaapmiddel: ontbrekende/onderontwikkelde ledematen) Geneesmiddelen enkel als strikte indicatie ! Kans medicatie dr placenta, effect foetus: o Moleculair gewicht (dalton) o Oplosbaarheid in vetten Makkelijker placenta Verzamelen foetus --> concentratie foetus > moeder o Hydrof. moleculen tegen concentratiegrad. In: vooral mama o Onoplosbare geneesmiddelen wel foetus o Geïoniseerde moleculen moeilijk doordringen (ongelijke pH moeder-baby) o Plasma-eiwitbinding kan niet passeren, ongebonden fractie wel o Farmac. eigenschappen Vaso-dilatatie: activ. doorgang
Cerebrale misvormingen onzichtbaar Onbekendheid pathogenese intraplacentaire metabolisme Bij zwangeren alle geneesmiddelen afgeraden
Effect foetus
Grotere kans accumuleren : Lever, organen veel minder ontwikkeld Gevolgen: hoe vroeger zwangerschap, hoe meer schade o 1ste-2de week: toxische invloed--> afsterven embryo, afdrijving
o o o
Week 3: centraalzenuwstelsel, hart gevormd: organogenese: risico teratog. Week 9: baby ‘volgroeid’ Hierna daalt risico morf. Defecten, min. Fysiolog. Veranderingen CENTRAAL ZENUWSTELSEL BLIJFT GEVOELIG
(p.46)
Teratogeniciteit
Vb. Lareb databank, FAGGCybele, E-lactancia, Lactmed,FDA (zwangerschapsclassificatie), Medications and mother’s milk (Hale), dynamische zwangerschapsschijf, Breastfeeding, Mat. medication
Hormonen Anti-epileptica Alcohol ACE-remmers
….GEEN ENKEL GM BEWEZEN SAFE
Enkel geneesmiddelen A label veilig
Medications & mothers’ milk: classificatie
Geneesmiddelen tijdens lactatie Bij zuigeling
Hoeveelheid geneesmiddelen innemen baby moeilijk in te schatten moedermelk Doorlaatbaarheid darmlumen veel groter: AS kunnen opnemen van moeder Baby: pH hoger
Veilige geneesmiddelen: lokale NIET: inspuitingen, enz.
Stappen o o o
o
Absorptie: oraal: resorptie maag-darmstelsel: sommige niet geresorbeerd--> niet moedermelk Metabolisme stof na orale parenterale toediening--> moederplasma : Overgang moederplasma--> moedermelk: 3 membranen (capillaire, basale, wand alveol.) Overgang bep. moleculaire eig. (ionisatie, EWbinding, vetoplosbh.) Melksecr= extemporaneus Plasmaconc. moment borstv. Belangrijk Overgang spijsverteringskanaal zuigeling
Medicatie toedienen nadat baby moet drinken Kiezen geneesmiddelen korte halfwaardetijd
Metabolisme kind: Maag minder zuur Doorlaatbaarheid darmlumen groter Halfwaardetijd langer baby: geneesmiddel niet afgebroken: vb. 2 uur--> 6 uur (beperktere klaring) Nierfiltratie niet optimaal Baby niet in staat secreteren Zwakkere EWbinding albumine: bilirubine, overvl. vetzuren gemob.--> geelzucht Sommige geneesmiddelen geen first pass effect: vb. rechtstreeks ingespoten : geen eerste afbraak kiezen geneesmiddelen gemakkelijk binden albumine, hydrofiel Altijd kritisch omgaan info o
Kans nadelige effecten afh:
Hoeveelheid melk Duur toepassing Aard geneesmiddel Conditie kind
Praktische besluitvorming
Geneesmiddel geconcentreerder, actiever Variabele parameters: voorspelling gevolgen moeilijk Metabolisme gevoeliger Kiezen korte halfwaardetijd
Effecten aanmaak MM
Kwantiteit/kwaliteit Sommige medicatie invloed prolactine o Domperidon: stimulerend: verstoring hartritme o Oestrogenen, amfetaminen, diuretica (vochtafdrijvend): onderdrukkend o OESTR: verandert SS Sommige medicatie invloed oxytocine o Centraal werkende medicatie vb: atropine, alcohol, opiaten (remming) o Afgifte oxytocine dr stimulatie parasympaticus Info medicatie: nooit tijdens zwangerschap bijsluiter (zelfbescherming fabrikant)
Opzoeken geneesmiddelen Lactmed: Monuril: opzoeken index:
Stofnaam: fosfomycine Alles met R: voorschriftplichtig Geneesmiddelengroep (grijze kader, rechtsboven) : antibacteriële middelen (urinair)
FAGG: goede bron Monuril: veilig zwangerschap Inderal: propranolol: geneesmiddelengroep bètablokkers: kan leiden tot bradycardie, hypotensie, hypoglykemie bij baby, te veel verwikkelingen--> kiezen ander geneesmiddel -halfwaardetijd veel te lang -te veel nadelige gevolgen baby --> NIET
Zelf knoop doorhakken toedienen medicijn: korte halfwaardetijd, grote binding EW, Verpakking geneesmiddelen P.53, afkortingen p.56
Vervaldatum: 5 jaar na fabricatie Europese/ nationale goedkeuring--> registratie Prijs: terugbetaling o A: volledig terugbetaald (zware aandoeningen) o B: therapeutisch vlak (antibiot.)-gedeeltelijk o C: invloed symt= gedeeltelijk
Voorschrif Dia 21:
Toediening: 20 ml intraveneus Voorschrift: 2000 mg voorgeschreven (5 maal 400 mg) : kijken boekje: maximale dagdosis Altijd starten laagste dosis (3 keer 400 mg/dag): mensen geneigd meer in te nemen --> dus te hoge dosis8 (zie P.296)
Generische geneesmiddelen =goedkopere versie originele geneesmiddelen waarvan patent vervallen -nieuw werkzaam bestanddeel--> patent--> vervalt na 20 jaar: kopiëren toegelaten
Gelijk origineel: -actieve bestanddeel, dezelfde sterkte per eenheid
-dezelfde toedieningswijze -bio-equivalent--> therapeutisch equivalent -even strenge controle Verschillend origineel: -kleur -vorm -vulstof -eenheden/verpakking -goedkoper: terugb: 30%, nt terugbetaald: 16% -eenvoudigere registratieprocedure
--> geen verschil kwaliteit/werkzaamheid
Antibiotica Doeltreffendheid: ernstige bacteriële infecties --> Geen effect: infecties vanzelf genezen virale infecties Resistentie:
Overgebruik o Bacteriën weertand o Hoe meer, hoe sneller o België= 5de grootste gebruiker Verkeerde behandelingsduur, dosis o Hoe langer/ hoe hoger--> hoe hoger resistentie o Te kort: alleen zwakste bacteriën--> sterkere bacteriën vrij spel Te weinig gerichte antibiotica o Liever smalspectrumantibioticum: specifiek gericht
10 TIPS: -niet virussen -vraag geen antiobiotica -alleen als echt nodig -nauwgezet dosis, duur volgen -geen dosis overslaan, geregelde tijdstippen -behandeling tot einde -meld bijwerking arts -hygiënisch te werk -geen detergenten/antibacteriële zeep: ook veel goede bacteriën
(Teva, Sandoz) Zetpillen tegen hoest, domperidon niet leren
=originele specialiteit qua
Actief bestanddeel`
(III) Voorschrijfrecht vroedvrouwen, medisch rekenen Oefeningen! Belangrijk! Precies berekenen! Voorschrijfrecht sinds 14/01/2014 Medisch rekenen
Procenten Verhoudingstabel: 100 %--> 1% maal te berekenen Regel 3
Oefeningen: zie ppt 30 pct 600: 180 25 % 80: 20 12,5 % 80: 10 240 0,18 117
Sondevoeding 500 gram 5 % suiker 25 36,5 210 42 3,5= 255,5 --> 3650-255,5= 3345 gram Ibuprofen 196: NSAD : 3de trimester: kan bloedingen, andere aandoeningen veroorzaken --> vragen: altijd boekje gebruiken L=kg 1 % concentratie= 1 gram/ 100 ml Internationale eenheden altijd vermeld/ ml Zuurstof: druk cilinder * inhoud
3,5/450 100/700 * 500 --> staartdeling
Inspuitingen
Injectie= -toediening vloeibaar geneesmiddel organisme dmv steriele spuit, steriele holle naald -medisch voorschrift -parenterale toediening geneesmiddel Versch. plaatsen naargelang -medicatie -toestand patiënt: dik-mager -leeftijd -werking: traag: vet >< rechtstreeks: intraveneus
Billen: veel medicatie inspuiten Methoden o o o o
ID/IC SC: onder huid: bind- en vetweefsel IM IV
Infiltrerende injectie (anestheticum) Voordelen injectie -snelle resorptie, werking -indien pt niet per os kan/ wil -geneesm. Tte prikkelend mgslijmvlies -geen afbraak genee...