Deel 4 - Endocriene klieren PDF

Title Deel 4 - Endocriene klieren
Author Nastasia Popowycz
Course Gastro-intestinaal en endocrien stelsel
Institution Universiteit Antwerpen
Pages 11
File Size 797.5 KB
File Type PDF
Total Downloads 86
Total Views 128

Summary

Practicumnota's met structuren deel 4...


Description

DEEL 4: ENDOCRIENE KLIEREN PANCREAS (ALVLEESKLIER) Preparaat E20/26  pancreas

Endocrien deel van de pancreas (eilandjes van Langerhans) Deze celgroepen zijn gelegen te midden van het exocriene klierweefsel. Ze bestaan uit in strengen gerangschikte polygonale klierepitheelcellen waartussen wijde sinusoïdale capillairen voorkomen; geïsoleerde endocriene cellen kunnen ook tussen exocriene cellen gevonden worden. Om onderscheid te kunnen maken tussen verschillende celtypen zijn specifieke immunohistochemische kleuringen vereist. In principe kunnen we -cellen (glucagonproducerende cellen), -cellen (insulineproducerende cellen), -cellen (somatostatineproducerende cellen) en PP-cellen (pancreatisch polypeptide producerende cellen) op die manier van elkaar onderscheiden worden. Op overzichtskleuringen zijn deze verschillende celtypen niet te onderscheiden.

Eilandje van Langerhans

Exocrien gedeelte

Nauwe interactie tussen cellen en capillairen

BIJNIER Preparaat bijnier K1/35

De bijnieren zijn driehoekige orgaantjes die bovenop de nieren gelegen zijn. Elke klier is omgeven door een bindweefselkapsel waaruit bindweefseltrabekels vertrekken met daarin bloedvaten.

Duidelijk onderscheid tussen schors en merg:  Schors: onderverdelen in verschillende zones: o Zone 1: zona glomerulosa  deze laag bevindt zich net onder het bindweefselkapsel. De cellen die in deze zone gelegen zijn liggen in bochtige celstrengen, waardoor ze in kleine groepjes lijken te liggen. Tussen de celstrengen liggen sinusoïden. Kliercellen van deze zone zijn vrij klein en hebben een donkere kern. Hun cytoplasma bevat kleine vetdruppeltjes, waardoor in LMpreparaten het cytoplasma kleine vacuolen lijkt te bevatten. De cellen produceren mineralocorticoïden zoals aldosteron. o Zona fasciculata  Dit is de middelste cellaag. De cellen liggen in radiaal gerichte kolommen of platen, waartussen lineaire sinusoïden verlopen. Omdat deze cellen nog meer lipidedruppels bevatten dan de cellen van de zona glomerulosa lijkt hun cytoplasma nog grotere vacuolen te bevatten. Om deze reden worden deze cellen spongiocyten genoemd. Ze produceren glucocorticoïden zoals cortisol en cortisone.

o Zona reticularis  Deze laag ligt tegen de medulla aan. De cellen liggen ook hier in bochtige anastomoserende celstrengen met daartussen onregelmatig gerangschikte sinusoïden. Sommige cellen bevatten een geelbruine kleur (lipofuscin pigment)  cellen zijn aan het degenereren. Ze produceren glucocorticoïden en geslachtshormonen.

Zona glomerulosa

Zona fasciculata

Zona reticularis



Merg: de cellen van de medulla liggen in groepjes, waartussen ook sinusoïden en capillairen verlopen. De meeste kliercellen in de medulla zijn chroomaffiene cellen waarbij een onderscheid kan gemaakt worden tussen lichtere (adrenalineproducerende) en donkere (noradrenaline-producerende) kliercellen. Heel sporadisch kunnen ook sympathische ganglioncellen voorkomen. Dit zijn groepjes van 2 tot 3

donkere cellen met grote lichte kern. Producten van de bijnier worden naar de periferie vervoerd via grote venen die je kan zien liggen in het merg.

SCHILDKLIER Preparaat K2/17 - Schildklier

De schildklier is gelegen in het halsgebied, thv de larynx en bestaat uit 2 kwabben (lobi). Ze is omgeven door een kapsel van losmazig bindweefsel, dat bindweefselsepta vormt, zodat de schildklier verder wordt opgedeeld in verschillende kwabjes of lobuli.

Heel kenmerkend voor de schildklier zijn de follikels die omgeven zijn door interfolliculair losmazig bindweefsel waarin bloedvaten terug te vinden zijn.

Follikels zijn sferische structuren die gevuld zijn met een gelatineus secretieproduct, dat colloïd wordt genoemd. Dit colloïd is thyreoglobuline, een voorloper van het eigenlijke schilklierhormoon. Thryreoglobuline wordt afgescheiden door de epitheelcellen van de follikels, de follikelcellen, die hun secretieproduct in het lumen van de follikel (dus extracellulair) opslaan. Wanneer follikelcellen gestimuleerd worden kunnen ze het thyreoglobuline opnieuw opnemen en verwerken tot het eigenlijke schildklierhormoon dat in het interfolliculaire bindweefsel terechtkomt en door de bloedvaten wordt afgevoerd. De grootte van de follikels varieert sterk naargelang hun activiteit. Zo zijn inactieve follikels groot, bevatten ze veel colloïd en zijn hun follikelcellen van het plaveiseltype, terwijl actieve follikels kleiner zijn, minder colloïd bevatten en hun follikelcellen kubisch tot cilindrisch zijn.

capillair follikelcellen Bindweefsellaag (blauw)

follikel

Puntjes van sluitlijst

BIJSCHILDKLIER Preparaat K3/2  glandula parathyroidea.

Bijschildklieren zijn kleine afzonderlijke orgaantjes die gelegen zijn in het kapsel van de schildklier. De kliertjes zijn omgeven door een kapsel van losmazig bindweefsel, van waaruit trabekels het orgaantje binnendringen. Er is hier GEEN opdeling in aparte lobuli. Het parenchym van de bijschildlklier bestaat uit 2 type cellen: de hoofdcellen en de oxyfiele cellen. Deze endocriene kliercellen liggen in opeengepakte celstrengen in een netwerk van reticulumvezels. Hiertussen liggen talrijke verwijde capillairen die het secreet van de kliercellen afvoeren.  Hoofdcellen: o Vormen de meerderheid van de cellen in de bijschildklier o De cellen zijn rond en hebben een bleek/helder, lichtjes acidofiel cytoplasma o Ze produceren parathyroid hormoon  Oxyfiele cellen: o Liggen alleen of in kleine groepjes o Deze cellen zijn groter dan de hoofdcellen en hebben een fijn gekorreld, acidofiel cytoplasma en kleinere donkerdere kernen o Hun functie is nog niet gekend

Hoofdcellen

Oxyfiele cellen

HYPOFYSE K5/1  hypofyse

Adenohypofyse

Neurohypofyse

De hypofyse ligt aan de schedelbasis in de sella turcica. Door middel van een hypofysesteel is ze verbonden met de hypothalamus. Het geheel is omgeven door een bindweefselkapsel.

Omdat tijdens de ontwikkeling de hypofyse ontstaan is uit enerzijds zenuwweefsel en anderzijds ectoderm van de mondzak, kunnen we in de hypofyse respectievelijk een neurohypofyse en een adenohypofyse waarnemen. De doorsnede die we bekijken toont de pars distalis (adeno-), de pars intermedia (adeno-, rudimentair bij de mens) en de pars nervosa (neuro-). Ter hoogte van de pars intermedia liggen nog een aantal (pseudo)follikels die afgelijnd zijn met kubisch of plat epitheel en gevuld zijn met colloïd. Neurohypofyse: Deze bestaat uit het pars nervosa (pars posterior) van de hypofyseachterkwab en de eminentia mediana en infundibulum van de hypofysesteel.

Eminentia mediana

infundibulum

Pars nervosa

Histologisch onderscheiden we thv de neurohypofyse voornamelijk ongemyeliniseerde axonen, welke uitlopers zijn van neurosecretorische zenuwcellen waarvan de perikarya gelegen zijn in de hypothalamus. Tussen de axonen van de hypothalamische neuronen bevinden zich ook gespecialiseerde gliacellen, de pituïcyten, waarvan in histologische

coupes enkel de kernen waar te nemen zijn. Een klein beetje bindweefsel ondersteunt het geheel. Gefenestreerde capillairen die tussen de ongemyeliniseerde axonen aanwezig zijn vervoeren de gesecreteerde hormonen. Ongemyeliniseerde axonen

Kern van een pituïcyt Gefenestreerd capillair Adenohypofyse: De adenohypofyse bestaat voor het grootste deel uit de hypofysevoorkwab (pars distalis/pars anterior). Verder vinden we nog een deel tussen de voor- en achterkwab de, de pars intermedia, en het pars tuberalis dat rond het neurohypofyse-gedeelte van de hypofysesteel zit. Pars tuberalis

Pars intermedia Op basis van de kleureigenschappen met standaard histologische methoden kunnen in de adenohypofyse 2 soorten cellen worden onderscheiden: de chromofobe en chromofiele cellen. De chromofiele cellen kunnen dan nog onderverdeeld worden in acidofiele () en basofiele () cellen. De cellen liggen in celstrengen in een netwerk van reticulinevezels, welke continu zijn met het bindweefselkapsel dat de hypofyse omgeeft. Vervoer van geproduceerde hormonen naar de periferie gebeurt via de aanwezige sinusoïden. Chromofiele basofiel

Chromofiele acidofiel Chromofobe cel

Regionaal kunnen de verhoudingen van de cellen onderling sterk verschillen. Zo zullen in de pars distalis zowel chromofobe als chromofiele cellen worden aangetroffen, terwijl de pars tubelaris en de pars intermedia voornamelijk chromofobe cellen bevatten. In de pars intermedia kunnen we ook nog celgroepjes aantreffen met basofiele cellen.

K5/16 humane hypofyse

De zone in het midden  geen hypofysaire spleet, maar wel een gedeelte waar er dan restanten teruggevonden worden onder de vorm van follikels. Aflijnen door het epitheel. Het zijn pseudofollikels genoemd. Langs ene kant is de pars intermedia en nervosa terug te vinden, en langs de andere kant pars distalis.

Adenohypofyse vrij weinig basofiele cellen, de acidofiele cellen zijn wel goed zichtbaar.

K5/17 humane hypofyse

Opbouw volledig gelijk aan voorgaande. Kijken naar details: chromofiele en chromofobe cellen, ook onderscheid tussen acidofielen en basofielen is duidelijk.

Chromofiele basofiel Chromofobe cel Chromofiele acidofiel

PATHOLOGIE Multinodulaire schildklier goiter (KP 2/1)

In dit preparaatje zie je nog normaal schildklierweefsel dat niet weggedrukt is. De schilkliervergroting bestaat uit verschillende knobbels. Elke nodulus is opgebouwd uit verschillende asymmetrische vergrote schilklierfollikels met hierin colloïd. De follikelcellen vormen een eenlagig plaveisel tot kubisch epitheel. Afwisselende periode van vergroting van de follikels en involutie kunnen leiden tot ruptuur van follikels en bloedvaten, waardoor bloedingen en littekenvorming kan optreden. De noduli zijn duidelijk afgelijnd. Hier en daar vind je bindweefselzones terug, doch deze vormen geen intact kapsel. Het ontbreken van een bindweefselkapsel en de observatie dat het normale schildklierweefsel niet verdrukt is zorgt ervoor dat je de multinodulaire goiter kan onderscheiden van adenoma’s van de schildklier....


Similar Free PDFs