Deel 4 Inventaris(invulversie) PDF

Title Deel 4 Inventaris(invulversie)
Course accounting 2 acf
Institution Hogeschool PXL
Pages 51
File Size 1019.5 KB
File Type PDF
Total Downloads 41
Total Views 130

Summary

bhjhjbjkkj...


Description

PXL-Business Accountancy Fiscaliteit (1 ACF)

Accounting I : Deel 4 Inventarisverrichtingen

Lector(en) Mijnheer Broekx: [email protected] Mevrouw Luts: [email protected] Mevrouw Vanderhoydonck: [email protected] Mevrouw Vrancken: [email protected] Academiejaar 2019-2020

1

DEEL 4 Inventarisverrichtingen 1. Inleiding: Activiteiten 01/01 en 31/12?

1

2. Voorlopige proef- en saldibalans

2

3. Inventarisverrichtingen m.b.t. aankopen en verkopen 3.1 Ontvangen goederen of diensten waarvoor de onderneming nog geen factuur heeft ontvangen 3.2 Nog te ontvangen creditnota’s 3.3Verkochte goederen waarvoor nog geen factuur is opgemaakt 3.4 Nog op te maken creditnota’s 4 Inventarisverrichtingen i.v.m. voorraden 4.1 In handelsondernemingen 4.1.1 Voorraadwijziging 4.1.2 Waardevermindering 4.2 In productieondernemingen 5 Uitstel- en anticipatieposten 5.1 Algemeen 5.2 Uitstelposten 5.2.1 Over te dragen kosten 5.2.2 Over te dragen opbrengsten 5.3 Anticipatieposten 5.3.1 Toe te rekenen kosten 5.3.2 Verkregen opbrengsten 6 Inventarisverrichtingen in verband met vorderingen en schulden 6.1 Problematiek van de waardering in vreemde valuta 6.1.1 Ontstaan 6.1.2 Inning of betaling 6.1.3 Inventaris 6.2 Dubieuze vorderingen en waardeverminderingen 6.2.1 Dubieuze vorderingen 6.2.2 Afwikkeling van dubieuze debiteuren 6.3 Schulden 6.4 Btw 7 Inventarisverrichtingen m.b.t. vaste activa 7.1 Afschrijvingen 7.2 Waardeverminderingen 8 Voorbeelden van inventarisverrichtingen 9 Weerspiegeling in de jaarrekening 10 Vennootschapsbelasting 10.1 Bepaling van de fiscale winst 10.2 Boekhoudkundige verwerking 11 Proef- en saldibalans voor resultaatbepaling Nota: Voorzieningen voor risico’s en kosten

2 2

2

4 5 6 8 8 8 8 8 9 9 9 9 10 12 12 13 15 15 15 15 15 17 17 19 21 21 21 21 21 22 22 23 23 23 29 30

12 Resultaatbepaling en resultaatverwerking 13 Opmaken van de jaarrekening 14 Uitgewerkt voorbeeld

37 43 4

3

DEEL 4 Inventarisverrichtingen/Resultaatbepaling/ Opstellen van de jaarrekening 1. Inleiding Welke activiteiten worden uitgevoerd tijdens een boekjaar tussen 01/01 en 31/12? 1. Vertrekpunt is de beginbalans op 01/01. 2. Opening van het boekjaar op 01/01. 3. De verrichtingen van het boekjaar van 01/01 t.e.m. 31/12 worden ingeboekt. 4. Afsluiting van het boekjaar op 31/12:  opstellen van de voorlopige proef- en saldibalans → geef boekhoudkundige toestand weer  opstellen van de inventaris → geeft werkelijke toestand weer  de voorlopige proef- en saldibalans vergelijken met de inventaris → - aankopen en verkopen - anticipatiekosten - controle waardering vorderingen

1

 opstellen van de definitieve proef- en saldibalans  bepaling van het resultaat en resultaatverwerking  opstellen van de jaarrekening - balans - resultatenrekening toelichting - Sociale balans  de sluitpost. 2. Voorlopige proef- en saldibalans Zie handboek blz. 302 - Minstens een keer per jaar - proefbalans - saldibalans - controlemiddel

3. Inventarisverrichtingen verkopen

m.b.t.

aankopen

en

Zie handboek blz. 303 3.1

Ontvangen goederen of diensten waarvoor de onderneming nog geen factuur heeft ontvangen

Voorbeeld - 28/12/N0 : handelsgoederen gekocht voor € 10.000,00 exclusief 21 % btw, hiervoor werd nog geen factuur ontvangen. - 31/12/N0 : nog steeds geen factuur ontvangen. 2

- 05/01/N1 : AF/N1001 ontvangen € 10.000,00 + 21 % btw. Boekingen In welk boekjaar moet deze transactie opgenomen worden:  jaar van levering?  jaar van het document (factuur)?  fysische stroom van goederen Werkwijze: - Regularisatieboeking op 31/12 op basis van een pro forma document - Boeking van het definitieve document - Tegenboeking van het pro forma document - 28/12/N0 : geen document- geen boeking - 31/12/N0 : nog steeds geen document, dus pro forma

6040 0 4440 0

AK HG TOF

10000 10000

- 05/01/N1 : 6040 0 4995 9 4400 0

10000 2100 12100

3

: 4440 0 6040 0

10000 10000

3.2 Nog te ontvangen creditnota’s Voorbeeld - 28/12/N0 : handelsgoederen teruggestuurd naar de leverancier voor € 2.000,00, deze goederen zijn onderworpen aan 21 % btw maar er werd nog geen creditnota ontvangen. - 31/12/N0 : nog steeds geen creditnota ontvangen van de leverancier. - 05/01/N1 : ICN/N1002 ontvangen € 2.000,00 + 21 % btw. Boekingen  Werkwijze - Regularisatieboeking op 31/12 op basis van een pro forma document - Boeking van het definitieve document - Tegenboeking van het pro forma document - 28/12/N0 : - 31/12/N0 : 4

4041 0 6040 1

2000 2000

- 05/01/N1 : 2000

6040 1 4041 0

2000

:

3.3 Verkochte goederen waarvoor nog geen factuur is opgemaakt Voorbeeld - 28/12/N0 : handelsgoederen verkocht voor € 10.000,00, deze goederen zijn onderworpen aan 21 % btw, hiervoor werd nog geen factuur opgesteld. - 31/12/N0 : de verkochte goederen van 28/12/N0 zijn nog steeds niet gefactureerd. - 06/01/N1: VF/N1001 wordt opgesteld : € 10.000,00 + 21 % btw. Boekingen 5

 fysische stroom Werkwijze - Regularisatieboeking op 31/12 op basis van een pro forma document - Boeking van het definitieve document - Tegenboeking van het pro forma document - 28/12/N0 : geen document, geen boeking 40400 70000

10000 10000

- 31/12/N0 : nog geen document 4000 0 7000 0 4995 4

12100 10000 2100

- 06/01/N1 : 7000 0 4040 0

10000 10000

:

6

3.4 Nog op te maken creditnota’s Voorbeeld - 29/12/N0 : handelsgoederen terug ontvangen van een klant voor € 500,00 exclusief 21 % btw, er werd nog geen creditnota opgesteld. - 31/12/N0 : nog steeds geen creditnota opgesteld. - 04/01/N1 : UCN/N1002 opgesteld € 500,00 + 21 % btw. Boekingen  Werkwijze - Regularisatieboeking op 31/12 op basis van een pro forma document - Boeking van het definitieve document - Tegenboeking van het pro forma document - 29/12/N0 : - 31/12/N0 :

7000 1 4441 0

500 500

- 04/01/N1 : 7000 1 4996 4 4000

500 105 605

7

0

: 4441 0 7000 1

500 500

8

4. Inventarisbewerkingen i.v.m. voorraden 4.1 In handelsondernemingen 4.1.1 Voorraadwijzigingen - Wegboeking van de beginvoorraad X

6094 0 3400 0

X

- Boeking van de eindvoorraad 3400 0 6094 0

X X

4.1.2 Waardeverminderingen - Wanneer? Voorraden hg hebben lagere realisatiewaarde san aanschaffingswaarde

- Boeking 6310 0 3490 0

X X

9

4.2 In productieondernemingen Zie handboek blz. 312 → 315: niet kennen op 1 ACF

5. Uitstel- en anticipatieposten 5.1 Algemeen Op inventarisdatum (31/12) moeten we ervoor zorgen dat kosten en opbrengsten geboekt zijn in het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Bijvoorbeeld een kost die dit boekjaar is geboekt, maar geen betrekking heeft op dit boekjaar, boeken we over naar het volgend boekjaar. Om dit te realiseren werden in het MAR Overlopende rekeningen voorzien. Deze rekeningen worden gedebiteerd of gecrediteerd tegenover het debet of credit van kosten- of opbrengstenrekeningen. Deze boekingen worden uitstel- of anticipatieposten genoemd. Overlopende rekeningen worden geboekt op 31/12/N0 en terug afgeboekt op 01/01/N1. 5.2 Uitstelposten 5.2.1 Over te dragen kosten Kosten die dit boekjaar geboekt zijn, maar geen betrekking hebben op dit boekjaar, overdragen of uitstellen naar het volgende boekjaar. →

10

Voorbeeld 31/10/N0 : BU/116 : € 1.500,00 betaald voor de huur van een gebouw; de betaalde huur heeft betrekking op de periode 01/11/N0 tot en met 31/01/N1.

Boekingen - 31/10/N0: 61… 5500 0

1500 1500

- 31/12/N0: 500

4900 0 61…

500

Balans Activa Overlopende rekeningen

500

Resultatenrekening Bedrijfskosten Diensten & diverse goederen

1000

- 01/01/N1: 500

61… 4900

500 11

0

5.2.2 Over te dragen opbrengsten Opbrengsten die dit boekjaar geboekt zijn, maar geen betrekking hebben op dit boekjaar, overdragen of uitstellen naar het volgende boekjaar. →

Voorbeeld 03/12/N0 : BU/135 : € 1.200,00 ontvangen voor de verhuur van een magazijn; de huur heeft betrekking op de periode van 1 december N0 tot en met 28 februari N1. Boekingen - 03/12/N0: 5500 0 7431 0

1200 1200

- 31/12/N0: 7431 0 4930 0

800 800

12

Balans Passiva Overlopende rekeningen Resultatenrekening Bedrijfsopbrengsten Andere bedrijfsopbrengsten - 01/01/N1: 4930 0 7431 0

800 800

5.3 Anticipatieposten 5.3.1 Toe te rekenen kosten Kosten die pas volgend boekjaar zullen geboekt worden, maar die betrekking hebben op het af te sluiten boekjaar, toerekenen of anticiperen aan het af te sluiten boekjaar. → Let op!

Voorbeeld - 31/12/N0 : inventaris : op 01/03/N1 zullen we € 1.200,00 intresten betalen voor de periode 01/09/N0 tot en met 28/02/N1. - 01/03/N1 : BU/34 : betaling € 1.200,00 intresten. 13

Boekingen - 31/12/N0: 800

6500 0 4920 0

800

Balans Passiva Overlopende rekeningen Resultatenrekening Financiële kosten Recurrente financiële kosten Kosten van schulden

- 01/01/N1: 800

4920 0 6500 0

800

- 01/03/N1: 1200

6500 0 5500

1200

14

0

5.3.2 Verkregen opbrengsten Opbrengsten die pas volgend boekjaar geboekt worden, maar die betrekking hebben op het af te sluiten boekjaar, toewijzen of anticiperen aan het af te sluiten boekjaar. → Let op!

Voorbeeld 31/12/N0 : inventaris : op 01/04/N1 zullen we bruto € 300,00 intresten ontvangen op een termijnrekening voor de periode van 01/10/N0 tot en met 31/03/N1. 01/04/N1 : BU/41 : wij ontvangen netto € 210,00 intresten op onze bankrekening, na aftrek van 30 % roerende voorheffing.

Boekingen - 31/12/N0: 150

4910 0 7510 0

150

15

Balans Activa Overlopende rekeningen Resultatenrekening Financiële opbrengsten Recurrente financiële opbrengsten Opbrengsten uit vlottende activa - 01/01/N1: 7510 0 4910 0

150 150

- 01/04/N1: 5500 0 6700 0 7500 0

210 90 300

16

6. Inventarisverrichtingen in verband met vorderingen en schulden 6.1 Problematiek van de waardering in vreemde valuta 6.1.1 Ontstaan  vorderingen en schulden omrekenen naar euro 6.1.2 Inning of betaling  verschillen boeken als wisselresultaten - Nadelig koersverschil → 65400 - Voordelig koersverschil → 75400 6.1.3 Inventaris Op inventarisdatum (31/12) moeten vorderingen en schulden in vreemde valuta gewaardeerd worden tegen de koers van de munt op 31/12. Hierdoor kunnen er omrekeningsverschillen ontstaan doordat deze koers afwijkt van deze van de factuur. Deze omrekeningsverschillen zijn niet gerealiseerd en bijgevolg ook niet definitief. Ten gevolge van de principes van voorzichtigheid en realisatie worden negatieve omrekeningsverschillen gedebiteerd op de kostenrekening ‘65500 Resultaten uit omrekening van vreemde valuta’ en worden positieve omrekeningsverschillen niet geboekt als opbrengst, maar gecrediteerd op de overlopende rekening ‘49700 Positieve omrekeningsverschillen’. 1) Negatieve koersevolutie Voorbeeld: zie handboek blz. 325

17

a) 20N0: 4000 0 7000 0

631,80 631,80

b) 31/12/20N0: 6550 0 4000 0

1,40 1,40

c) 20N1: 5500 0 6540 0 4000 0

630,10 0,30 630,40

2) Positieve koersevolutie Voorbeeld : zie handboek blz. 328 a) 20N0: 4000 0 7000 0

631,80

18

b) 31/12/20N0: 4000 0 4970 0

1,10 1,10

c) 01/01/20N1: 4970 0 4000 0

1,10 1,10

d) 20N1: 5500 0 4000 0 7540 0

632,50 631,80 0,70

Samenvatting: - voorlopige wisselkoersverschillen: 65500 of 49700 - definitieve wisselkoersverschillen: 65400 of 75400 3) Positieve en negatieve koersevolutie per munt 19

Zie handboek blz. 330 → 333 6.2 Dubieuze vorderingen en waardeverminderingen 6.2.1 Dubieuze vorderingen Op de vervaldag van de VF heeft de klant niet betaald. Ook nadat we een aantal aanmaningsbrieven hebben geschreven betaalt de klant niet. Na de nodige informatie omtrent de klant te hebben verzameld zal ter gelegenheid van de inventaris de vordering worden afgezonderd. De normale HV wordt een dubieuze HV. Daarnaast zal men een zo getrouw mogelijke raming maken van het verlies dat men kan lijden op de vordering. Er zal daarom een waardevermindering aangelegd worden. Voorbeeld: zie handboek blz. 335 → specifiek voor klant Janssens. De vordering op klant Janssens van € 8.470,00 (€ 7.000 + € 1.470 btw) wordt dubieus. Het geschatte verlies bedraagt 60 %. 1) Ontstaan van de dubieuze handelsvordering 8470

4070 0 4000 0

8470

2) Het boeken van een waardevermindering  Waardevermindering = kost 63400 waardeverminderingen toevoeging  Welke rekening crediteren? 20

handelsvorderingen:

 Bedrag 7000*0,60= 4200 euro

 Journaalpost 6340 0 4090 0

4200 4200

 Balansvoorstelling Activa Vorderingen op < 1 jaar Handelsvorderingen

6.2.2 Afwikkeling van dubieuze debiteuren 1) Bewerkingen op de volgende inventarisdatum De afwikkeling van een dubieuze HV kan lang duren. Daarom moet op elke inventarisdatum de vordering opnieuw gewaardeerd worden. Men zal dan ofwel:  toevoegen aan de waardevermindering: 21

X

6340 0 4090 0

X

 terugnemen van de waardevermindering: 4090 0 6341 0

X X

Opmerking : indien de problemen met de klant volledig opgelost zijn, kan men de dubieuze HV terug overboeken naar de handelsvorderingen en de eerder geboekte waardevermindering terugnemen. 2) Definitieve afwikkeling Wij ontvangen een deel van de vordering als definitieve afrekening. Geval 1: BU/…: wij ontvangen € 1.210,00  Berekening - Oorspronkelijk vordering - Ontvangen bedrag - Niet ontvangen - Geschat verlies - Nog

-

7000

-

1470

-

1000

-

210

-

6000 4200

-

1260

-

1800

-

1260

22

regulariseren -

-

Geschat verlies: 4200 - Werkelijk verlies: -6000 Verschil: -1800 geschat verlies - werkelijk verlies verschil  Journaalpost 1210 4200 1800 1260

5500 0 4090 0 6420 0 4996 2 4070 0

8470

Geval 2 : BU/…: wij ontvangen € 5 082,00  Berekening? - Bankrekening - Vordering verdwijnt: rekeningen 40700 en 40900 afboeken. - De btw op het verloren bedrag mogen we terugvorderen. - Geschat verlies vergelijken met het werkelijk verlies. geschat verlies - werkelijk verlies verschil 23

Vordering Ontvangen bedrag Niet ontvangen Geschat verlies Nog regulariseren

7000 4200 2800 4200 1400

1470 882 588 588

 Journaalpost Geschat verlies: 4200 - Werkelijk verlies: -2800 Verschil +1400 5500 0 4090 0 4996 2 4070 0 7420 0

5082 4200 588

Bank waardevermindering

8470 1400

6.3 Schulden Zie handboek blz. 341 Investeringslening: - Overboeken van de lange termijn schuld naar de korte termijn schuld voor de schijven die vervallen (van 17 naar 42). - Toerekenen van de rentelast voor de periode die verlopen is tussen het ogenblik van de laatste rentebetaling en het einde van boekjaar. Personeelskosten: 24

- Boeken van de voorziening voor het vakantiegeld. Controle van de rekening 55000! - Heeft de rekening een creditsaldo, dan moet dit overgeboekt worden naar ‘43300 KI: Schulden in rekening-courant’. 6.4 Btw Zie handboek blz. 341 → 343 Alle wachtrekeningen moeten gesaldeerd worden = overboeken naar een balansrekening (41100 of 45100).

7. Inventarisverrichtingen m.b.t. vaste activa 7.1 Afschrijvingen Zie handboek blz. 343 en 344 7.2 Waardeverminderingen Zie handboek blz. 344

8. Voorbeelden van inventarisverrichtingen Zie handboek blz. 345 → 348: zelfstudie!

9. Weerspiegeling in de jaarrekening Zie handboek blz. 349 → 351

25

10. Vennootschapsbelastingen Zie blz. 352 en 353 10.1 Bepaling van de fiscale winst

 Begrip vennootschapsbelasting Belasting op resultaat die tot stand komt in boekjaar= winstbelasting Let op! Boekhoudkundige winst ≠ fiscale winst  Hoe wordt deze belasting voldaan? Tijdens het belastbaar jaar kan men voorafbetalingen van belastingen doen. Deze voorafbetalingen dienen te gebeuren voor 10/04, 10/07, 10/10 en 20/12. Het bedrag dat dient gestort te worden is telkens ongeveer ¼ van de geschatte belasting voor dat jaar. Na het belastbaar jaar vult men een belastingbrief in. De fiscus zal antwoorden met een aanslagbiljet. Indien men teveel VA heeft gedaan, dan heeft men een vordering op de fiscus. In het andere geval heeft men een schuld inclusief belastingvermeerdering (ten gevolge van te weinig VA). 10.2 Boekhoudkundige verwerking Vier mogelijke stappen : - voorafbetalingen - raming - aanslagbiljet - controle door fiscale administratie

26

10.2.1 Voorafbetalingen (20N0) Een VA wordt boekhoudkundig niet verwerkt als voorschot (vordering), maar als een belastingkost. Voorbeeld Op 10/04/20N0 wordt de belasting voor dat boekjaar geschat op € 200 000,00. 67000 55000

50000 50000

Dezelfde boeking voor 10/07, 10/10 en 20/12 indien de geschatte belasting voor boekjaar 20N0 op € 200 000,00 blijft. Opmerking: De reeds betaalde roerende voorheffing wordt ook beschouwd als een vooraf betaalde belasting. Vb. : BU/… : ontvangst van intresten uit belegde kapitalen : € 700,00 na afhouding van 30 % RV. 55000 67000 75100

700 300 1000

10.2.2 De raming van de belasting op inventarisdatum Op inventarisdatum maakt de onderneming een eigen berekening van de te betalen belasting van het afgelopen boekjaar. Want belastingen zijn kosten en kosten moeten geboekt worden in het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Deze berekening of raming is echter maar voorlopig want later ontvangt de onderneming een aanslagbiljet. 27

Drie gevallen: ● VA = RA VA = 200 000,00 RA = 200 000,00 → geen boeking ● VA < RA VA = 200 000,00 RA = 220 000,00 Gevolg: er zijn te weinig voorafbetalingen gedaan!

67020 45000

20000 20000

● VA > RA VA = 200 000,00 RA = 190 000,00 Gevolg: er zijn te veel voorafbetalingen gedaan!

41200 67010

10000 10000 28

Opmerking: De rekening ‘45000’ en ‘41200’ drukken maar een voorlopige toestand uit en zullen bij de boeking van het aanslagbiljet voor het volledige bedrag worden afgeboekt. 10.2.3 Het aanslagbiljet (20N1) De berekening van de belasting voor het boekjaar 20N0 door de fiscale administratie. Drie gevallen: ● AB = RA ▪ VA = 200 000,00 RA = 200 000,00 AB = 200 000,00 → geen boeking ▪ VA = 200 000,00 RA = 220 000,00 AB = 220 000,00 45000 45200

20000 20000

▪ VA = 200 000,00 RA = 190 000,00 AB = 190 000,00 41240 41200

10000 10000

29

● AB > RA ▪ VA = 200 000,00 RA = 200 000,00 AB = 210 000,00 67100 45200

10000 10000

▪ VA = 200 000,00 RA = 220 000,00 AB = 225 000,00 45000 67100 45200

20000 5000 25000

▪ VA = 200 000,00 RA = 190 000,00 AB = 195 000,00 4124 67100 41200

5000 5000 10000

AB = 205...


Similar Free PDFs