Title | Hoofdstuk 1 cardiovasculaire fys deel 4 |
---|---|
Course | Menselijke fysiologie |
Institution | Universiteit Antwerpen |
Pages | 12 |
File Size | 945.6 KB |
File Type | |
Total Downloads | 7 |
Total Views | 149 |
H1 deel 4...
30-09-19
Mechanische events: Stap voor stap
Fase 3: Vroege ventriculaire systole = Isovolumische contractie 1ste hartgeluid = Sluiten AVkleppen Iso = Gelijk Volumisch = Volume Eind diastolisch volume Hoe komt het dat de contractie begint, maar het volume gelijk blijft?
Er is een fase waarbij alle kleppen gesloten zijn maar de ventrikkels toch gaan contracheren tot er weer voldoende druk is = Eind diastolisch volume = grootste # bloed die in ventrikkel komt -
Doordat de druk blijft stijgen totdat de kleppen opengaan waardoor bloed kan doorstromen en de druk terug gelijk is Druk wordt opgebouwd gerelaxeerd
Wat gebeurt er met de druk tijdens deze fase van de ventriculaire systole? Wat gebeurt er met de atria?
-
25
-
Mechanische events: Stap voor stap Fase 4: Late ventriculaire systole = Ventriculaire ejectie Bloed wordt uit het ventrikel gepompt
-
Hoe komt het dat tijdens deze fase van de contractie het volume wel veranderd? Wat gebeurt er met de druk tijdens deze fase van de ventriculaire systole?
Druk stijgt tot semilunaire kleppen openen en bloed naar buiten wordt gestuwd = 2e hartgeluid (lub dub) Druk daalt Atria gaat gerelaxeerd zijn
Wat gebeurt er met de atria?
26
Mechanische events: Stap voor stap Fase 5: Vroege ventriculaire diastole = Isovolumische relaxatie
Eind systolisch volume = beetje bloed na de systole dat erin zit = eind diast V- slag V
2de hartgeluid = Sluiten semilunaire kleppen Iso = Gelijk Volumisch = Volume
-
Atria zijn nog gerelaxeerd
Eind systolisch volume Wat gebeurt er met de atria?
27
1
Studieobjectieven Beschrijf de mechanische stappen tijdens de hartcyclus en verklaar deze aan de hand van elektrische geleiding doorheen het hart Interpreteer de hartcyclus op basis van een druk-volume curve. Beschrijf het basisprincipe van een ECG en correleer het ECG met de elektrische stromen in het hart Schets het Wiggers diagram en geef kort uitleg Beschrijf gedetailleerd de twee belangrijkste factoren die het slagvolume beïnvloeden Beschrijf de neuronale en hormonale beïnvloeding van het hartritme Beschrijf hoe slagvolume en hartritme samen de cardiale output bepalen en factoren die hierop inspelen
28
Druk-Volume curve LV tijdens de hartcyclus Een druk-volume curve van de linker ventrikel wordt voorgesteld als de relatie tussen de totale druk in de linker ventrikel versus het totale volume bloed in de linker ventrikel gedurende een hartcyclus.
Het druk-volume curve LV tijdens de hartcyclus (wiggersdiagram?) =/= toepasbaar op RV
Eind diastolisch volume (end diastolic volume) = volume bloed aanwezig in de ventrikel op het einde van de relaxatie fase Eind systolisch volume (end systolic volume) = volume bloed aanwezig in de ventrikel op het einde van een contractie
29
Eind systolisch volume = AA’ (wordt gevuld met bloed) start screencast 19:30!!!
Druk-Volume curve LV tijdens de hartcyclus
Left ventricular pressure (mm Hg)
120 KEY EDV = End-diastolic volume ESV = End-systolic volume 80
40 START A 0
30
65 100 Left ventricular volume (mL)
A 135
A: Net na de contractie bevat de ventrikel een minimum hoeveelheid aan bloed. Waarom bevat het ventrikel nog bloed? Welk onderdeel van de bloeddruk wordt hier weergegeven?
Druk-Volume curve LV tijdens de hartcyclus
Left ventricular pressure (mm Hg)
120 KEY EDV = End-diastoilc volume ESV = End-systolic volume 80
A A’: Bloed stroomt passief uit het atrium in de ventrikel Hoe komt het dat bloed passief stroomt?
40 START
0
A
A
65100 Left v icular entrme (m volu L)
135
Wat gebeurt er met de druk en waarom?
31
Druk-Volume curve LV tijdens de hartcyclus
Left ventricular pressure (mm Hg)
120 KEY EDV = End-diastoilc volume ESV = End-systolic volume 80
40 START A 0
65100 Left entrme v icular (m volu L)
A
B
EDV
135
A’ B: Eind-diastolisch volume is bereikt Hoe komt het dat het volume licht toeneemt? Hoe komt het dat de druk licht toeneemt?
32
Druk-Volume curve LV tijdens de hartcyclus
Left ventricular pressure (mm Hg)
120 KEY EDV = End-diastoilc volume ESV = End-systolic volume 80
C
40 START A 0
33
65 100 Left ventricular volume (mL)
A
B
EDV
B C: Volume in ventrikel neemt niet meer toe. Hoe komt het dat de druk plots enorm toeneemt zonder toename van volume?
135
Hoe wordt deze fase ook nog genoemd?
Druk-Volume curve LV tijdens de hartcyclus
120 D
Stroke volume
KEY EDV = End-diastoilc volume ESV = End-systolic volume
Left ventricular pressure (mm Hg)
ESV
80
C
C D: Eind-systolisch volume is bereikt
40 START A 0
A
65100 Left entrme v icular (m volu L)
B
EDV
Wat gebeurt er met het volume?
135
Wat gebeurt er met de druk? Hoe ontstaat de piek in de druk?
34
Druk-Volume curve LV tijdens de hartcyclus
Left ventricular pressure (mm Hg)
120 ESV
D
D A:
Stroke volume
KEY Het ventrikel EDV = End-diastoilc volume ESV = End-systolic volume
80
is in diastole
Hoe komt het dat de druk plots afneemnt zonder afname van volume?
C ONE CARDIAC CYCLE
Hoe wordt deze fase ook nog genoemd?
40 START B A 0
65 100 Left ventricular volume (mL)
EDV
A 135
35
Druk-Volume curve LV tijdens de hartcyclus Het slagvolume of stroke volume (SV) Volume bloed dat uit een ventrikel gepompt wordt tijdens een contractie Stroke volume = EDV – ESV Gemiddelde = 70 mL Het hartminuutvolume of cardiac output Volume bloed dat uit een ventrikel gepompt wordt in een gegeven tijdseenheid Cardiac output = hartritme x slagvolume Gemiddelde = 5L / min
36
Studieobjectieven Beschrijf de mechanische stappen tijdens de hartcyclus en verklaar deze aan de hand van elektrische geleiding doorheen het hart Interpreteer de hartcyclus op basis van een druk-volume curve. Beschrijf het basisprincipe van een ECG en correleer het ECG met de elektrische stromen in het hart Schets het Wiggers diagram en geef kort uitleg Beschrijf gedetailleerd de twee belangrijkste factoren die het slagvolume beïnvloeden Beschrijf de neuronale en hormonale beïnvloeding van het hartritme Beschrijf hoe slagvolume en hartritme samen de cardiale output bepalen en factoren die hierop inspelen
37
‘Augmented’ leads Einthoven’s leads I; II; III
38
Einthoven’s leads I; II; III
39
Precordial (chest) leads
‘Augmented’ leads
40
Precordial (chest) leads
41
CORRELATION BETW EEN AN ECG A ND ELECTRICAL EVENTS IN THE HEART The figure shows the correspondence between electrical events in the ECG and depolarizing (purple) and START repolarizing (peach) regions of the heart.
P wave : atrial de pola riza tion P
End R
P-Q or P-R segment: co n d u ctio n th ro u g h AV n o d e a n d AV bundle
T
P
QS
P
Atria c o n tra c t
T wave: ven tricu lar
ELECTRICAL EVENTS OF THE CARDIAC CYCLE
Re p o la riza tio n
re p o la riza tio n R
PT
QS PQ Q
S-T segment R
R wave
P
R QS
Ve n tric le s c o n tra c tR
P Q
S wave
P QS
42
wave
Studieobjectieven Beschrijf de mechanische stappen tijdens de hartcyclus en verklaar deze aan de hand van elektrische geleiding doorheen het hart Interpreteer de hartcyclus op basis van een druk-volume curve. Beschrijf het basisprincipe van een ECG en correleer het ECG met de elektrische stromen in het hart Schets het Wiggers diagram en geef kort uitleg Beschrijf gedetailleerd de twee belangrijkste factoren die het slagvolume beïnvloeden Beschrijf de neuronale en hormonale beïnvloeding van het hartritme Beschrijf hoe slagvolume en hartritme samen de cardiale output bepalen en factoren die hierop inspelen
43
THE WIGGERS DIAGRAM This diagram follows left heart and aortic pressures, left ventricular volume, and the ECG through one cardiac cycle. The boxed letters refer to Concepts Checks 28–30. Time (msec) 0
100 200 300 400 500 600 700 800 QRS
QRS complex
complex Electrocardiogram (ECG)
T
P
P
120
Dicrotic notch A
Pressure (mm Hg)
30
Hoe ontstaat deze passieve actie; maak een link met de ventriculaire systole?
B
90
o Left r 60 ventricular t pressure a
A
Left atrial
Kan je een link leggen tussen wat er gebeurt op C op D en S1 en S2?
D
pressure
0 Heart sounds
Waarom neem de de druk op A plots enorm toe in de aorta? Welke actie heeft ervoor gezorgd dat de druk in de aorta stijgt?
C S1
135
Wat gebeurt er op B met de druk in de aorta?
S2
E
Left ventricular volume (mL) 65F AtrialVentricularVentricular systolesystolediastole
Atrial systole
Atrial systole Isovolumic Ventricular ventricular systole contraction
Early ventricular diastole
Late
Hoe verklaar je de graduele drukafname in de aorta? HoeAtrial relateersystole je de drukafname in de aorta met volumetoename in de linker ventrikel?
ventricular diastole
44
Studieobjectieven Beschrijf de mechanische stappen tijdens de hartcyclus en verklaar deze aan de hand van elektrische geleiding doorheen het hart Interpreteer de hartcyclus op basis van een druk-volume curve. Beschrijf het basisprincipe van een ECG en correleer het ECG met de elektrische stromen in het hart Schets het Wiggers diagram en geef kort uitleg Beschrijf gedetailleerd de twee belangrijkste factoren die het slagvolume beïnvloeden Beschrijf de neuronale en hormonale beïnvloeding van het hartritme Beschrijf hoe slagvolume en hartritme samen de cardiale output bepalen en factoren die hierop inspelen
45
Bepaling van het slagvolume Slagvolume = Eind-diastolisch volume – Eind-systolisch volume Frank starling wet: EDV wordt bepaald door de veneuze terugvloed (venous return), die geholpen wordt door: Skeletspierpomp Mechanisme waarbij spiercontracties druk uitoefenen op de venen (vnl in de benen) om het bloed omhoog te duwen naar het hart (in combinatie met venbeuze kleppen). Ademhalingspomp Mechanisme waarbij tijdens het inademen de borstholte vergroot en de interne druk daalt. Hierdoor verlaagt de weerstand op de onderste holle ader (inferior vena cava), waardoor meer bloed uit de abdominale venen in de vena cava kan stromen. Sympatische innervatie van de venen Mechanisme waarbij contracties geïnduceerd worden in de venen om meer bloed naar het hart te doen stromen
46
Bepaling van het slagvolume
Slagvolume = Eind-diastolisch volume – Eind-systolisch volume ESV wordt bepaald door de contractiliteit Lengte-spanningsrelatie: Hoe langer de spiervezel en de sarcomeer (binnen optimale lengte) op het begin van de contractie; hoe groter de contractiekracht Cardiale Preload = De grootte van myocardiale stretch voor de contractie Onder gezonde fysiologische omstandigheden zal het hart ongeveer al het bloed dat toekomt weer uitpompen
47
Bepaling van het slagvolume Slagvolume = Eind-diastolisch volume – Eind-systolisch volume EDV Veneuze terugvloei ESV Contractiliteit Slagvolume = min of meer constant (onderhevig aan veranderingen tgv training) Bij een grotere veneuze terugvloed moet de contractiliteit van het hart aangepast worden; wordt neuraal en endocrien geregeld = inotrope stoffen (Positief inotroop (stimulerend) vs. negatief inotroop (inhiberend)) Hoe komt het dat een toename in veneuze return invloed heeft op het ESV?
48
Studieobjectieven Beschrijf de mechanische stappen tijdens de hartcyclus en verklaar deze aan de hand van elektrische geleiding doorheen het hart Interpreteer de hartcyclus op basis van een druk-volume curve. Beschrijf het basisprincipe van een ECG en correleer het ECG met de elektrische stromen in het hart Schets het Wiggers diagram en geef kort uitleg Beschrijf gedetailleerd de twee belangrijkste factoren die het slagvolume beïnvloeden Beschrijf de neuronale en hormonale beïnvloeding van het hartritme Beschrijf hoe slagvolume en hartritme samen de cardiale output bepalen en factoren die hierop inspelen
49
Beïnvloeding van het hartritme Hartritme wordt geïnitieerd door de auto-ritmische cellen in de SA knoop, maar wordt neuronaal en hormonaal geregeld door het autonome zenuwstelsel (= deel van de hersenen dat instaat voor homeostatische controle). Parasympatische innervatie: vertraagt het hartritme Sympatische innervatie: versnelt het hartritme Modulatie gebeurt door inwerking op de activiteit van de ionenkanalen
50
Initiatie van het hartritme ACTION POTENTIALS IN CARDIAC AUTORHYTHMIC CELLS Autorhythmic cells have unstable membrane potentials called pacemaker potentials. The pacemaker potential Ion movements during an gradually becomes less negative action and pacemaker until it reaches threshold,potential triggering an action potential.
State of various ion channels
Membrane potential (mV)
20
Ca2 channels close, K channels open
0 K out
Ca2 in 20 40 Threshold Ca2 in 60
Time
Some Ca2 channels open, If channels close If channels open
If channels
Net Na in Pacemaker Action potential potential
51
Lots of Ca2 channels open
open
Time
K channels close Time
Autonome controle op het hartritme
Parasympatische innervatie Parasympatische neurotransmitter acetylcholine (ACh)
Stimuleert muscarine acetylcholine receptoren op autoritmische cellen in SA knoop K+ efflux stijgt, Ca2+ influx daalt Cel hyperpolariseert Langere threshold-fase voor actiepotentiaal
52
Figure 14.19d (4 of 5)
Membrane potential (mV)
Parasympathetic stimulation hyperpolarizes the membrane potential of the autorhythmic cell and slows depolarization, slowing down the heart rate. Normal
Parasympathetic stimulation
20 0
60
Hyperpolarized
Slower depolarization
0.8
1.6
2.4
Time (sec)
53
Sympatische innervatie Sympatische neurotransmitter norepinephrine (= noradrenaline) en het hormoon epinephrine, samen zijn dit catecholamines Stimuleert β1-adrenerge receptoren op autoritmische cellen in SA knoop Verhoogt ionenstroom door If en Ca2+ kanalen Cel depolariseert sneller Kortere threshold voor actiepotentiaal
54
Figure 14.19e (5 of 5)
Membrane potential (mV)
Sympathetic stimulation and epinephrine depolarize the autorhythmic cell and speed up the pacemaker potential, increasing the heart rate.
20
Norma l
Sympathetic stimulation
0
60
More rapid depolarization 1.6 Time (sec)
Depolarize d 0.8
2.4
55
Sympatische innervatie Sympatische neurotransmitter norepinephrine (= noradrenaline) en het hormoon epinephrine, samen zijn dit catecholamines Stimuleert β1-adrenerge receptoren op autoritmische cellen in SA knoop Verhoogt ionenstroom door If en Ca2+ kanalen Cel depolariseert sneller Kortere threshold voor actiepotentiaal Kan ook hormonaal geregeld worden door epinephrine ( = adrenaline, geproduceerd in de bijnier)
56
This concept map demonstrates how the parasympathetic and sympathetic neurons alter heart rate through antagonistic control.
Cardiovascular control center in medulla oblongata
Parasympathetic neurons (ACh) KEY Muscarinic receptors of autorhythmic cells
Integrating center Efferent
Sympathetic neurons (NE) 1-receptors of autorhythmic cells
path Effector Tissue response K efflux; Ca2 influx
Hyperpolarizes cell and rate of depolarization
Heart rate
57
Na and Ca2 influx
Rate of depolarization
Heart rate
Studieobjectieven Beschrijf de mechanische stappen tijdens de hartcyclus en verklaar deze aan de hand van elektrische geleiding doorheen het hart Interpreteer de hartcyclus op basis van een druk-volume curve. Beschrijf het basisprincipe van een ECG en correleer het ECG met de elektrische stromen in het hart Schets het Wiggers diagram en geef kort uitleg Beschrijf gedetailleerd de twee belangrijkste factoren die het slagvolume beïnvloeden Beschrijf de neuronale en hormonale beïnvloeding van het hartritme Beschrijf hoe slagvolume en hartritme samen de cardiale output bepalen en factoren die hierop inspelen
58
STROKE VOLUME AND HEART RATE DETERMINE CARDIAC OUTPUT CARDIAC OUPTUT is a function of
Heart rate
Stroke volume determined by
determined by
Rate of depolarization in autorhythmic cells
Force of contraction in ventricular myocardium is influenced by
Decreases
Due to parasympathetic innervation
Increases
increases
Contractility
Sympathetic innervation and epinephrine increases
End-diastolic volume which varies with
Ve nous constriction
Venous return aided by
Skeletal muscle pump
59
Kennistest 1 Ba2 REVAKI 2019-2020
Cardiovasculaire fysiologie DEEL 1/2 + 2/2 Dra. Timia Van Soom
60
Respiratory pump...