Psychologie-deel-1 - deel 1 PDF

Title Psychologie-deel-1 - deel 1
Course Psychologie
Institution Universiteit Gent
Pages 28
File Size 597.7 KB
File Type PDF
Total Downloads 81
Total Views 152

Summary

deel 1...


Description

Deel 1: Gedrag in gezondheid en welzijn H1: Beroemde patiënten in de kijker (p. 9-16) Termen Amygdala

Betekenis Amandelvormige neuronenstructuur die het emotioneel interpreteren en reageren op prikkels bepaalt.

Autismespectrumstoornis

Een stoornis waarbij men zich systematisch en zelfs obsessioneel toelegt op datgene waarin men goed is. Men is gericht op gedetailleerde waarneming en heeft een overgevoelige directe zintuiglijke waarneming.

Conversiesymptomen

Symptomen die optreden bij conversieneurose.

Conversieneurose

Angst voor het aanpassen van de levensstijl.

Dwangneurose of obsessive compulsive disorder

Aandoening waarbij personen de onweerstaanbare neiging hebben om voortdurend bepaalde zaken te doen (dwanghandelingen) of aan bepaalde zaken te denken (obsessies).

Frontaalkwab

Deel van de hersenen verantwoordelijk voor gedrag (karakter en ingesteldheid).

Frontaalsyndroom

Beschadiging aan de frontaalkwam van de hersenen leidde tot gedragsverandering (verandering in karakter en ingesteldheid), zonder dat cognitieve functies werden aangetast.

Geheugen

Vermogen om je dingen te herinneren.

Geheugendomeinen

1. Procedureel geheugen (motorisch leren): motorische cortex 2. Semantische geheugen (betekenissen, symbolen en taal: hippocampus 3. Episodisch geheugen (herinneringen van ervaren gebeurtenissen): hippocampus

Gevalstudie of case study

Het grondig bestuderen van interessante gevallen en dit linken aan de praktijk.

Hersenbeloningssysteem of brain reward system

Het circuit tussen de prefrontale structuren en het mesolimbisch systeem die mechanismen van motivatie, beloning en bevrediging reguleert.

Hersenstructuren

Structuren van de hersenen, elk verantwoordelijk voor hun eigen functies.

Hersenschors

Cortex

1

Hippocampus

Ovaalvormige structuur (binnenzijde temporaalkwab) belangrijk voor de werking van het geheugen.

Hysterie

Eén van de belangrijkste varianten in de groep van neurosen of zenuwziekten.

Idiografische methode

Het bestuderen van grotere groepen personen en dit liefst in experimentele of quasiexperimentele situaties waarbij men één of meerdere invloedvariabelen kan controleren. Nomothetische of veralgemenende methode

James-Lange theorie

Een emotie-theorie die zegt dat gedrag en psychologische responses direct beïnvloed worden door situaties en dat emotionele gevoelens geproduceerd worden door een feedback van de psychologische responses op het gedrag.

Kanskapitalisatie

Je doet veel mini-onderzoekjes of je deelt groepen kunstmatig op in subgroepjes of je werkt met zoveel variabelen dat er wel iets opvallend significant zal tussen zitten. Je rapporteert dan alleen dat wat je als significant hebt gevonden.

Limbisch systeem

Het deel van de hersenen dat beschouwd wordt als zetel van emoties, motivatie en aspecten van het geheugen. Het limbisch systeem behoort tot de lagere delen van de hersenen en ligt in een ring om de hersenstam heen.

Linker- en rechterhersenhelft

Verbonden door het corpus callosum.

Mesolimbisch systeem

Reguleert mechanismen van motivatie, beloning en bevrediging.

Neuro-imaging

Beeldvorming (foto’s van de hersenen).

Nomothetische methode

Zie idiografische methode.

Occipitale, frontale en temporale hersenkwabben

Kunnen aanduiden op tekening pagina 15.

Plasticiteit

Kenmerk van ons centraal zenuwstelsel om letsels te herstellen.

Reductionisme

Gedrag is herleidbaar tot het functioneren van de hersenen

Savant

Geleerde  Jim Peek werd een idiot savant = een geleerde idioot) genoemd.

2

H2: Gedrag onder de loep (p. 17-26) Termen Apperceptie

Betekenis Het proces waarbij de aandacht zodanig bewust wordt gestuurd of waarbij de aandacht automatisch wordt gericht dat de waarneming en ook de verwerking van de prikkels (de interpretatie) wordt vergemakkelijkt of vlotter verloopt.

ASMR (= Autonome sensorische meridiaan respons) of hersenorgasme of aandachtgestuurde euforie

Tintelend gevoel dat start aan de hoofdhuid en zich via de ruggengraat naar de onderste ledematen verspreidt. Het wordt uitgelokt door het gericht waarnemen van een gebeurtenis die sterk op je inwerkt en je een gelukzalig rustgevend gevoel bezorgd.

Biofeedback

Feedback over fysiologische processen. Het bekijken van beelden van de eigen hersenprocessen om zo het eigen gedrag nog beter te beheersen.

Covert en overt gedrag

Niet-observeerbaar en observeerbaar gedrag

Desensitisatie of habituatie

De aandacht zal door dit proces gemakkelijker terug afnemen wanneer het gaat om betekenisloze prikkels. Gewenning

Feromonen

Stoffen die zich zoals geurmoleculen via de lucht verspreiden en worden opgevangen in het vomeronasale orgaan bovenaan de neusholte.

Gedragsdomeinen

Onderdelen van het menselijk gedrag volgens het soort functioneren (vaak verbonden met onderdelen van het lichaam): 1. Perceptie (zintuigen voor het waarnemen) 2. Motoriek (ledematen voor het bewegen) 3. Cognitie en intelligentie (CZS voor het denken) 4. Affectief-emotionele domein (het gevoelsleven) 5. Geheugen (het leren en herinneren) 6. Motivationele domein (de drijfveren) 7. Sociale domein (het leven in groep en in interactie met anderen) 8. Persoonlijkheid

Grooming

Het vlooien van elkaars vacht.

Holisme

Visie dat elk geheel meer is dan de som van zijn delen, dat alles onlosmakelijk met elkaar verbonden is.

Observatie en interpretatie

Waarnemen en omzetten in gedachten. 3

Oriëntatiereactie

Hierbij wordt de aandacht reflexmatig opgewekt of gericht op bepaalde prikkels uit de omgeving. Dit gedrag wordt beschouwd als functioneel voor het levensbehoud aangezien het de aandacht richt op relevante prikkels en het de reactiesnelheid en perceptie op scherp stelt.

Perceptie

Waarnemen

Psychopathie

Aangeboren eigenschap waarbij de gewetensfunctie, die zich in baby- en peuterfase zou moeten ontwikkelen, achterblijft of geheel niet tot stand komt waardoor iemand antisociaal gedrag vertoont.

Saillantie

Overduidelijkheid of dominantie

Spiegelneuronen

Deze activeren dezelfde hersencellen alsof het geobserveerde gebeuren jezelf zou overkomen en laat je ook toe om gelijkaardige emoties te activeren en zelfs ook motorische aspecten te activeren.

Streelneuronen en -sensoren

Streelsensoren in de huid kunnen streelbewegingen herkennen die door de streelneuronen als prikkels worden geleid naar de hersenen. Daar worden dan de diepliggende emotiekernen geprikkeld.

Stress en distress

Psychische nood en uitputting door emotionele stress.

Synapsen

Uiteinde van een neuron (verbindingsplaats met ander neuron).

Synesthesie

Vermenging van de zintuigen (vb. het zien van kleuren bij het horen van bepaalde geluiden, het horen van geluiden bij het zien van bepaalde kleuren, het ruiken van spijzen bij het zien van een afbeelding hiervan).  multisensoriële of crossmodale synesthesie is het waarnemen van bepaalde prikkels die bij sommige personen leidt tot het oproepen van een gelijktijdige waarneming in een andere zintuigelijke modus, zoals geluiden die tegelijkertijd kleurpercepties oproepen.

4

H3: Een gekleurde bril (p. 27-32) Termen Behaviorisme

Betekenis Richting in de psychologie die zich uitsluitend bezighoudt met waarneembaar gedrag van mens en dier. Deze stroming pleitte om de mens te zien als een black box.

Black box

Aangezien er niet-objectiveerbare processen zijn in het menselijk organisme, beperken we ons best tot wat men wél kan objectiveren.

Client-centered benadering

Hierbij moet een psycholoog zich houden aan drie principes: 1. De cliënt onvoorwaardelijk respecteren 2. Zich inleven in de leefwereld van de cliënt 3. Open zijn over zichzelf

Counseling

Therapeutische activiteit gericht op het leren omgaan met beperkingen en hinder.

Destructieve en libidineuze driften of instincten

Agressieve en erotische driften.

Driften

Noden waaraan het lichaam moet voldoen en die tot uiting komen onder de vorm van een fysiek gevoeld onbehagen of behoefte.

Eclecticisme

De benadering en de praktijk van het selecteren van de beste onderdelen van verschillende doctrines, methoden of stijlen om ze in een nieuwe creatie toe te passen.

Empirische cyclus

Vanuit de werkelijkheid bouw je een theorie die je dan vervolgens toepast op deze werkelijkheid. Observatie heeft hierin een dubbele functie: 1. Komen tot veronderstellingen of diagnoses 2. Nagaan of je veronderstellingen kloppen met de werkelijkheid en of de gekozen behandeling effect heeft opgeleverd.  goed observeren is cruciaal!

Erogene zones

Plaats van het lichaam die bij prikkeling de geslachtsdrift opwekt.

Freudiaanse theorie

Lees p. 29-31

Gedragstherapie

Gedragstherapie is er op gericht om emotionele problemen op te lossen door te leren om anders te reageren.

5

Gestaltpsychologie

Eén van de stromingen in de psychologie die was gegroeid uit bevindingen uit de waarnemingspsychologie. Het weigert om menselijke gedragingen in afzonderlijke elementen te splitsen.

Gestalttherapie

Richt zich sterk op het experiëntiële (ervaring van de werkelijkheid) en de fenomenologie (hoe iemand overkomt en contact zoekt of vermijdt). Deze is later ontstaan.

Gestaltwetten

Wetten van toepassing in de Gestaltpsychologie. Eén van de meest gekende Gestaltwetten is dat het geheel meer is dan de som van de elementen: de constellatie bepaalt de perceptie en onze interpretatie.

Humanistische psychologie

Ontstaan in de VS in de golden sixties. Hier werd de nadruk gelegd op zelfontplooiing en de kracht van de menselijke motivatie om eigen problemen op te lossen. Therapie werd in de clientcentered counselingmethode van Carl Rogers vervangen door begeleiding.

Mindset-effect

Geestestoestand, geesteshouding. Realiteit wordt niet altijd geïnterpreteerd zoals ze in werkelijkheid is.

Onbewuste mechanismen

Vb. destructieve en libidineuze driften. ~Freud

Priming-effect

De kenmerken van de wereld die we waarnemen beïnvloedt in belangrijke mate onze beleving ervan.

Psychoanalyse en psychodynamische modellen

~Freud

Psychoseksuele ontwikkeling

Begint al van kinderlijke leeftijd.

Systeemvisie

Ontstond in het midden van de 20ste eeuw deels als reactie op de visie dat het leven een chaotisch evolutionair verloop zou hebben, gebaseerd op loutere toevalligheden. De systeemtheorie beschouwt organismen, het menselijk gedrag en menselijke samenlevingsvormen als geordende en dynamische systemen. Nadruk op de onderlinge afhankelijkheid van elementen binnen een systeem en ook tussen verschillende system. De theorie gaat op zoek naar terugkerende patronen en wetmatigheden. Schijnbare wanorde komt dan toch enigszins geordend tot stand.

Verstehende methode

Noodzakelijk om de eigen context van een 6

persoon in rekening te nemen voor het begrijpen van zijn functioneren, en dat men hiervoor het verhaal van deze persoon dient te beluisteren. Waarnemingspsychologie

Hier stelde men vast dat enerzijds de realiteit niet altijd wordt geïnterpreteerd zoals deze louter in werkelijkheid is (mindset-effect) en dat anderzijds de kenmerken van de wereld die we waarnemen toch in belangrijke mate onze beleving ervan beïnvloedt (priming-effect).

7

H4: Sluit je ogen: rust en aandacht (p. 33-40) Termen Aandachtregulatie

Betekenis Het beheersen van het proces dat het waarnemen van prikkels of informatie en de verwerking ervan reguleert.

Aandachtfocus

Je waakzaamheid of aandacht kan overgaan in een latente zwevende aandacht (floating attention) of in een geconcentreerde/verscherpte aandacht (focused attention).

Arousal of waakzaamheid of alertheid of basisaandacht

Lijkt nodig om signalen te detecteren en je aandacht eventueel te focussen.

Automatisatie

Bepaalde bewegingen zodanig vaak doen dat je hersenen ze gaan opslaan als geautomatiseerd gedrag, waarbij je niet meer bewust hoeft na te denken.

Black-out

Komt voor wanneer je zodanig gestresseerd bent dat je aandacht vernauwd is en dat je niet meer in staat bent om het geheel rustig te overzien. Vb. shock, black-out…

Bravouregedrag

Dapper, zelfverzekerd zijn, het ‘durven’

Circadiaans ritme

Slaap-waakcyclus

Coma

Bij een diepe coma (minstens 6 uur) is er geen reactie op (pijn)prikkels, geen motorische activiteit en is de normale slaap-waakcyclus afwezig of verstoord.

Diepe slaap

Fase van de slaap waarbij een complete ontspanning van de spieren (behalve deze die van belang zijn voor de vitale lichaamsfuncties en de oogspieren) plaatsvindt. Het vermijdt dat personen tijdens het dromen motorisch actief worden en hun droom ook motorisch in realiteit brengen.

Dual task interferentie

Wanneer personen met twee taken tegelijkertijd bezig zijn, dan interfereert het ene proces met het andere. Dit leidt tot tragere performantie en tot meer fouten.

Multitasking

Het snel laten verspringen van je aandacht tussen verschillende taken. Het lijkt alsof je er gelijktijdig mee bezig bent, doch je 8

frontaalkwab switcht in feite voortdurend tussen de verschillende zaken. Posttraumatische stressstoornis

Het is mogelijk dat je zodanig gestresseerd bent dat je aandacht vernauwd is en dat je niet meer in staat bent om het geheel rustig te overzien. Deze kortsluiting kan zich in ernstige vorm voordoen bij of na ernstige traumatische situaties die leiden tot shock of posttraumatische stressstoornis.

Reactietijd

Tijd tussen prikkeling en reactie.

REM-slaap

Fase van de slaap waarbij snelle oogbewegingen (Rapid Eye Movements) plaatsvinden en die een indicatie zijn dat men dan ook droomt.

Slaap

Natuurlijk terugkerende staat die gekenmerkt wordt door inhibitie van bewegingen, een diepe relaxatie van spiergroepen die geïnnerveerd worden door het willekeurig ZS, en een verminderd waarnemingsvermogen van zintuiglijke prikkels.

Slaapdeprivatie

Slaapdeprivatie is het beletten van een organisme (een mens of dier) om te kunnen slapen.

Slaap-waak-cyclus

Slaappatroon

Somnambulisme

Slaapwandelen

Subliminale perceptie

Bepaalde zintuigelijke waarnemingen gebeuren onder de waarnemingsdrempel voor bewuste waarneming, maar worden wel degelijk door de hersenen opgevangen.

Waarnemingsdrempel

Bepaalde zintuigelijke waarnemingen gebeuren onder de waarnemingsdrempel voor bewuste waarneming.

9

H5: Kijk in mijn ogen: suggestie (p. 41-44) Termen Anorexia nervosa

Betekenis Eetstoornis met een overheersend verlangen naar extra slankheid, die leidt tot verminderde voedselinname en/of zelfopgewekt braken en/of misbruik van laxeermiddelen, waardoor vermagering optreedt.

Autosuggestie

Zelfhypnose of zelfrelaxatie.

Body dismorphic disorder

Personen met deze aandoening hebben een vertekend lichaamsbeeld, waarbij ze zich inbeelden dat hun lichaam dikker is dan de werkelijkheid.

Cognitieve coherentie

Mensen kunnen een zodanige overtuiging hebben van iets, zelfs gebaseerd op valse veronderstellingen, dat ze uiteindelijk zich gaan gedragen naar die overtuiging, veronderstelling of vermeende werkelijkheid. Situatie waarin de samenhang tussen afzonderlijke dingen helemaal klopt.

Cognitieve dissonantie

Onaangename spanning door tegenstrijdigheid van gevoelens of gedachten.

Double blind onderzoek

Onderzoeksprotocol waarbij zowel de proefpersonen als de personen die de stoffen toedienen, niet weten welke doosjes de werkzame stoffen bevatten.

Hawthorne-effect

Term voor invloeden die kunnen optreden bij proefpersonen of personen die geobserveerd worden en onbewust hierdoor hun gedrag aanpassen.

Hypnose

Een kunstmatig gecreëerde staat van bewustzijn waarin men ontspannen is en geconcentreerd op een bepaald onderwerp.

Hypochondrie

Bepaalde mensen hebben de neiging om zich snel ziekten in te beelden, of zijn snel geneigd om te denken dat ze ziek zijn. Deze zogenaamde hypochondrische persoonlijkheidseigenschap is vaak moeilijk te onderscheiden van geveinsde ziekte om aandacht te krijgen (zie: ziektegewin).

10

Negatieve suggestie

Personen die zichzelf bepaalde zaken aanpraten. Vb. Een student kan zich zodanig zorgen maken om het al dan niet slagen op een examen dat dit in werkelijkheid uiteindelijk ook zo zal uitdraaien (wegens het constant gepieker, slecht slapen en hoge zenuwachtigheid).

Nocebo-effect

Negatieve autosuggestie kan werkzaam zijn: een patiënt is zodanig gericht op de mogelijke negatieve bijwerkingen dat deze inderdaad bij hem optreden van zodra er het minste teken is dat daarop kan wijzen. Je gelooft niet dat het pilletje werkzaam is.

Placebo-effect

De patiënt beeldt zich in of is ervan overtuigd dat het pilletje werkzame stoffen bevat.

Positieve suggestie

Deze vorm wordt aangewend door externen, bijvoorbeeld door een coach die voortdurend oppeppende boodschappen geeft en de topsporter laat focussen op positieve gedachten, succes en geloof in eigen kunnen.

Proprioceptie

Het ontvangen en verwerken van prikkels die in het eigen lichaam ontstaan.

Psychosomatische stoornissen en psychofysiologische klachten

Lichamelijke symptomen die niet direct kunnen verklaard worden op louter fysieke of biologische grond.

Self-fulfilling prophecy of Rosenthal-effect

Je gelooft zodanig sterk in iets dat het ook zal uitkomen. Dit is een verkeerd beeld.

Suggestie en hypnose

In hypnose gebracht worden door een hypnotiseur of hypnotherapeut.

Ziektegewin

Geveinsde ziekte om aandacht te krijgen.

11

H6: Open je ogen: waarneming (p. 45-50) Termen Aandachtregulatie

Betekenis Je moet je aandacht selectief kunnen zichten op bepaalde vormen. Via je aandacht richt je de waarneming.

Autismespectrumstoornis

Bij autisme blijft de waarneming vaak beperkt tot detailaspecten, waarbij de integratie in zinvolle gehelen gehinderd wordt.

Deafferentiatie

Het ophouden of sterk verminderen van zintuiglijke of sensibele prikkels, bv. bij doofheid, blindheid en laesies (=weefselbeschadiging) van afferente systemen in het centrale zenuwstelsel.

Depersonalisatie<...


Similar Free PDFs