Dierkunde H6 - Porifera PDF

Title Dierkunde H6 - Porifera
Author Coco Dabroek
Course Algemene chemie
Institution Universiteit Antwerpen
Pages 3
File Size 209.5 KB
File Type PDF
Total Downloads 71
Total Views 158

Summary

Porifera...


Description

Hoofdstuk 6 Porifera (Sponzen) Inleiding en diagnose

Bouwplan Celtypes Het lichaam van een spons is opgebouwd uit cellen, die alleen aan de buitenkant geordend is tot epitheel. Deze aanlijning gebeurt door pinacocyten. Deze zijn polygonaal, contractiel en plaatvormig. Aan de binnenkant zitten op bepaalde gedeelte kleine bolvormige cellen met flagellen en cytoplasmatische kraag, dit zijn choanocyten. Buiten deze celtype bevat de epidermis nog porocyten, dit zijn doorboorde cellen waardoor de spongocoel in verbinding staat met de buitenwereld. De gelei achtige matrix of mesoglea, bevat de volgende cellen: amoebocyten, verteren het voedsel intracellulair. Archaeocyten, zijn omnipotente cellen en vormen dus geslachtscellen. Skleroblasten, scheiden spiculae af. Myocyten, zijn contractiele cellen, dikwijls rond het osculum. Organisatietypes - Ascon Radiaal symmetrisch, vaasvormig lichaam. Dunne lichaamswand die de lichaamsholte of spongocoel omsluit. Deze holte gaat open naar buiten toe via het osculum. Ook is deze holte afgelijnd door choanocyten die met hun flagellenslag een waterstroom veroorzaken.

-

Sycon Radiaal symmetrisch met centrale spongocoel die afgelijnd is met pinakocyten. De lichaamswand heeft ringvormige uitstulpingen waardoor inwendige radiale kanalen ontstaan.

Als deze vinger vormige uitsteeksels zijwaarts met elkaar vergroeien ontstaan incurrente kanalen. Het water volgt de volgende weg: Dermale ostia – incurrente kanalen – radiale kanalen – interne ostia – spongocoel – osculum.

-

Leucon De choanocyten laag van de radiale kanalen van deze spons invagineren, en er ontstaan veel kleine ronde of ovale kamers. De ruimte tussen deze kamers heet mesenchym. Er is een ingewikkeld en onregelmatig kanalensysteem. Water komt binnen via de dermale ostia.

Levenswijze De waterstroom die door de spons loopt, veroorzaakt door de flagellen van de choanocyten, sleurt voedselpartikels mee naar het collare van de choanocyten. Daar worden ze ingesloten in voedselvacuolen. Soms word voedsel rechtstreeks opgenomen door amoebocyten, gelegen langs de kanalen. Grote stukjes voedsel worden door het buiten epitheel ingesloten en door amoebocyten opgenomen en verteerd. Afbraak producten gaan via het osculum naar buiten. Een spons bevat geen gespeculeerd zenuwweefsel. Reacties op prikkel zijn dan ook zeer traag en bestaan meestal uit gedeeltelijke contracties en het sluiten van het osculum.

Voortplanting en ontwikkeling Seksuele voortplanting Meestal zijn sponzen hermafrodiet en produceren dus zowel eicellen als spermatozoa. Bevrachte eicel bevind zich in het mesenchym als een ovaalronde cel met een grote kern. Gameten ontstaan uit archaeocyten Afwijkende embryogenese, namelijk: - stomoblastula - amfiblastula - volgroeide amfiblastula zwemt weg Aseksuele voortplanting Door middel van knopvorming, soms blijvend verbonden met de ouder. Door het vormen en afstoten van amoebocyten-pakketjes.

Belangrijke recente groepen - Classis Calcarea: skelet opgebouwd uit kalk spiculae, allemaal marien. - Classis Hexactinellida: skelet opgebouwd uit kiezelzuur spiculae met zes punten: allemaal marien. - Classis Demospongiae: skelet opgebouwd uit kiezelzuur spiculae en of sponinge: allemaal van het leucon type....


Similar Free PDFs