H3 het programmeren van agogische activiteiten PDF

Title H3 het programmeren van agogische activiteiten
Course Werken met belanghebbenden 1
Institution Arteveldehogeschool
Pages 5
File Size 133.7 KB
File Type PDF
Total Downloads 65
Total Views 139

Summary

gegeven door Erika Van Damme, binnen de opleiding sociaal werk...


Description

Methodisch werken met belanghebbenden

H3: Het programmeren van agogische activiteiten 1. Inleiding  Werken in en met groepen in DNA SOW’er 〉 Breed gegeven 〉 Werkveld verassend uitgebreid, verwarrend en diffuus  Programmeren van agogische activiteiten: planmatige manier van aanpakken 〉 Meerwaarde in doordachte aanpak 〉 Leereffect door en van de groep centraal BV. Training zelfstandig wonen, interne bijscholingscursussen, lessen Nederlands… 〉 Doel: Relatief belanghebbende optimaliseren in verhouding tot de omgeving 〉 Wetenschappelijke denkkaders + expertise praktijk-> verschillende benaderingswijzen 〉 8 fasen bieden enige houvast 2. Programmeren van agogische activiteiten 2.1.Inleiding  Planning nodig bij het opzetten van een activiteit  Agogische activiteit= product en procesdoelen staan voorop waarbij bij de belanghebbende een welzijnsverhogend doel wordt beoogd door een leereffect of gedragsverandering 2.2.De 8 fasen van het programmeren Gebruik reëel voorbeeld uit de praktijk: buurtinfoavond Viadukaduk vzw (zie cursus) 2.2.1. Fase 1: oriëntering van programma-ideeën  Idee agogische activiteit heeft een concrete aanleiding nodig BV. Idee, vraag, signaal…  Afweging maken over de haalbaarheid, adhv: 〉 Wat houdt het idee in? 〉 Is het idee of de kwestie belangrijk? (kwalitatief en kwantitatief) 〉 Is het haalbaar? (tijd, middelen, doelgroep) 〉 Past het idee binnen de kernactiviteiten van de organisatie?  Afsluiten met formulering van eerste en idee en globale formulering idee, doelgroep en doel.  Overwegingen die men moet maken: 1) Omschrijving van het idee of signaal Antwoord op volgende vragen: 〉 Wie is de aanbrenger van het idee? 〉 Betreft het een subjectieve behoefte of objectieve nood? 〉 Wat is de aanleiding? 〉 Is het een vaag signaal, een duidelijke vraag of een concreet voorstel? 2) Afwegen belang 〉 Welk belang heeft de organisatie bij de realisatie van het idee? 〉 Welk belang heeft de doelgroep bij het realiseren van het idee? 〉 Hoe groot is de potentiële doelgroep die bij het probleem/ kwestie betrokken is? 〉 Hoe erg is het als we er niets mee doen? 3) Afwegen haalbaarheid 〉 Hoe groot is het potentieel doelpubliek? 〉 Zal het publiek zo’n aanbod op prijs stellen? 〉 Heeft de organisatie tijd, geld en personeel om het idee te realiseren?

Methodisch werken met belanghebbenden 4) Afwegen bevoegdheid 〉 Past het realiseren van het idee binnen de kernactiviteiten van de organisatie? 〉 Is de organisatie goed geplaats om op de kwestie in te spelen? Of zijn andere organisaties beter geplaatst?  Besluit: 〉 Uiteindelijke doelstelling: globale formulering 〉 Helder en eenvoudig 〉 Obv formulering groen of rood licht 2.2.2. Fase 2: Analyse van de beginsituatie  Energie in analyseren en onderzoeken verschillende aspecten van het idee  Concentreren op analyse beginsituatie  3 elementen: 1) Onderwerpanalyse 〉 Aanleiding dieper onderzoeken 〉 Stil bij de volgende vragen: Wat, oorzaken, gevolgen en oplossingen 〉 Reden: antwoord vinden op: Is de geplande agogische activiteit zinvol in deze situatie of zijn andere soorten interventies meer aangewezen? Op welke aspecten van het probleem kunnen wij ons met de agogische activiteit het best richten? 2) Doelgroepanalyse 〉 Onderzoeken diverse aspecten van de doelgroep 〉 Met welke doelgroep-elementen rekening houden 〉 Kenmerken die in kaart gebracht worden: - Objectieve kenmerken: geslacht, scholingsgraad, woonplaats… - Subjectieve kenmerken: behoeften en verwachtingen - Agogische draagkracht: mate tot in staat zijn voor een zinvolle deelname Betrekking op 3 inwerkende variabelen: motivatie, capaciteiten en leerervaringen - Doelgroepsegmenten: kleinere doelgroepen uit de globale doelgroep met enige gemeenschappelijkheid 3) Contextanalyse 〉 Onderzoek van: - Jij en het team - Organisatorisch beïnvloedende factoren: praktische factoren, structurele factoren, machtsfactoren en culturele factoren - Maatschappelijk beïnvloedende factoren: economische aspecten, beleidsprioriteiten…  Basisconcept samenstellen

Methodisch werken met belanghebbenden 2.2.3. Fase 3: Operationalisering  Basisconcept verder concretiseren en verfijnen  Door te concretiseren maken we het gewenste resultaat meetbaar en zullen we het proces aan evaluatiecriteria kunnen onderwerpen  = operationeel plan Programmadoelstellingen operationaliseren  = wat je wenst te bereiken 1) Doelbepaling 〉 3 niveaus van agogisch proces - Inhoudsniveau: vormingsinhoud - Gedragsniveau: gewenste gedrag - Transferniveau: toepasbaarheid 〉 Focus op gedragsniveau 〉 De Block en Heene hiërarchie van vormingsdoelen: -

2) Het S.M.A.R.T.principe 〉 Formuleren van het doel in 1 zin, voldaan aan de 5 voorwaarden - Specifiek: gewenste resultaten beschreven - Meetbaar: eindgedrag kan worden waargenomen - Acceptabel: zinvol, betekenis hebben - Realistisch: haalbaar/ realiseerbaar zijn - Timing: eindtermijn 2.2.4. Fase 4: programmaontwerp  Alle elementen uit de vorige fase geïntegreerd en geconcretiseerd in agogische activiteit  Op basis van aantal praktische en inhoudelijke keuzes te maken met prijs, aanbod, plaats, doelgroep en operationele doelstelling  -> programmarooster en takenlijst  Vastleggen van de werkvormen 〉 Per werkdoel werkvorm vastleggen + vastleggen wat we wensen te bereiken 〉 Werkdoelen onlosmakelijk verbonden met de eerder operationele doelstellingen  Groeperingsvorm bepalen 〉 Plenair werken 〉 In kleine groepen werken - Homogene groepen: kiezen op basis van welk aspect Obv draagkracht OF verwachtingen OF randvoorwaarden OF doelstellingen

Methodisch werken met belanghebbenden  Bepaal gedetailleerd de tijdsindeling/ tijdsverloop van elk onderdeel 〉 Tijd voor elke deelactiviteit 〉 Tijd zo correct mogelijk proberen inschatten 〉 Soepel omgaan met tijd en procesmatig karakter in achterhoofd houden 〉 Voldoende tijd overhouden om te evalueren  Keuze didactische hulpmiddelen 〉 Afhankelijk van gekozen werkvorm  Leg de begeleiding vast 〉 Wie gaat de deelactiviteiten begeleiden 〉 Beroep op externe deskundige 〉 Volgende overwegingen doorslaggevend: - Kennis van de inhoud - Pedagogische bekwaamheid in het begeleiden - In staat zijn om te vertrekken vanuit de achtergrond en ervaring deelnemers - Ruimte kunnen geven aan de deelnemers om zichzelf te zijn - Authentieke houding - Kennis over de organisatie en kernactiviteiten  Opstellen programmarooster 〉 Instrument dat de begeleider in 1 oogopslag een overzicht biedt  Maak een begroting 〉 Opstellen nauwkeurige begroting belangrijk in het beslissen al dan niet inleggen agogische activiteit 〉 Inschatten van mogelijke kosten en inkomsten 〉 Vaak agogische activiteit in aanmerking voor subsidiëring 〉 Voornaamste instrument om een bijdrage door te rekenen  Takenlijst opstellen 〉 Alle punten die uitgevoerd moeten worden 2.2.5. Fase 5 en 6: voorbereiding en uitvoering  Het uitvoeren van alle voorbereidende activiteiten die in de takenlijst staan  Belangrijk om planmatig te werk te gaan  Maken van een draaiboek of scenario waarin het verloop van de activiteit gedetailleerd beschreven staat  Verantwoordelijke aanduiden 2.2.6. Fase 7: de evaluatie  Nagaan of de doelstellingen bereikt zijn  Nagaan of de geschikte middelen aangewend zijn  Eigen agogisch handelen ook evalueren  Belangrijk om de kwaliteit van de agogische activiteit te meten  Belangrijk voor 3 partijen: 1) De deelnemer 2) De begeleider 3) De organisatie  Productevaluatie 〉 Doelen geformuleerd volgens S.M.A.R.T.-principe leidraad 〉 Nagaan of de doelen bereikt zijn en in welke mate

Methodisch werken met belanghebbenden 〉 Te maken met de effectiviteit: beoogde effect behaald?  Procesevaluatie 〉 Evaluatie van het communicatieproces, leerproces, groepsproces en didactisch proces 〉 Evaluatie van het thema, werkvorm, plaats… 〉 De manier waarop we te werk gegaan zijn 〉 Te maken met efficiëntie: Hebben we het goed aangepakt?  Evaluatievorm 〉 Open evaluatietechnieken: vrij om een antwoord te geven BV. Omschrijf in eigen woorden wat u het meest is bijgebleven van de activiteit? 〉 Gesloten evaluatietechnieken: een aantal keuzes waartussen je kan kiezen BV. Zet een kruisje. 2.2.7. Fase 8: de nazorg  Belangrijk voor de continuïteit van het project, verdere samenwerking en imago organisatie  Nazorg deelnemers  Nazorg organisatorisch 2.3.De slotbeschouwing  Programmeren met goed doordacht en procesmatig plan = meerwaarde  Voldoende flexibiliteit  In realiteit verloopt het meestal niet zo lineair  Soms dient men terug te gaan naar een voorgaande fase ...


Similar Free PDFs