H3- Van unitaire naar federale staat PDF

Title H3- Van unitaire naar federale staat
Course Cultuurwetenschappen
Institution ASO
Pages 5
File Size 121.5 KB
File Type PDF
Total Downloads 61
Total Views 120

Summary

H3 Van unitaire naar federale staat...


Description

H3: VAN UNITAIRE NAAR FEDERALE STAAT 3.1 STAATKUNDIGE INDELINGEN 3.1.1 DE UNITAIRE STAAT OF EENHEIDSSTAAT Unitaire staat of eenheidsstaat → macht ligt bij een centrale overheid  Parlement waarvan de leden het hele land vertegenwoordigen Gecentraliseerde eenheidsstaten: centrale overheid houdt alle macht bij zich  Dictaturen Decentralisatie: staat heeft besloten bepaalde beslissingen te delegeren aan hiërarchisch lagere bestuursorganen of overheidsdiensten. → Staat houdt toezicht en bepaalt omvang bevoegdheden VB: Nederland: gemeenten en provincies nemen zelf beslissingen over bv openbare orde, verkeerscirculatieplannen, sport en welzijn VB: ook Frankrijk is een gedecentraliseerde eenheidsstaat 3.1.2 DE FEDERALE STAAT OF BONDSSTAAT VB: België, Duitsland, VS, Zwitserland → Deelstaten hebben uitgebreide bevoegdheden maar er is ook een gemeenschappelijke grondwet → Soevereiniteit wordt gedeeld tussen het geheel (het centrale, nationale of federale niveau) en de delen (de deelstaten) → Machtsevenwicht is grondwettelijk vastgelegd → Federale overheid is het bindend element tussen de versch delen In 1922: België = unitaire staat → federale staat door Sint-Michielsakkoord 3.1.3 DE CONFEDERATIE OF STATENBOND Confederatie = een verbinding tss onafhankelijke staten die hun autonomie en soevereiniteit behouden MAAR die via een verdrag overeenkomen om bepaalde aangelegenheden gemeenschappelijk te regelen. Elke partner:  Eigen grondwet  Samenwerking wordt geregeld door het verdrag Belangrijk:  Beslissing kan enkel bij unanimiteit genomen worden,iedereen akkoord  Elke deelnemende staat heeft altijd de mogelijkheid uit de confederatie te stappen VOORBEELDEN: → Confederatie (2003-2006) tussen Servië en Montenegro  Ontstaan uit Joegoslavië → GOS: Gemenebest van Onafhankelijke Staten  1991: Val communisme in Sovjet-Unie → val Sovjet-Unie  Onafhankelijkheid landen  Confederatie: als 1 vd landen wordt aangevallen gaat Rusland helpen → Als Vlaanderen en Wallonië apart zou zijn en Wallonië wordt aangevallen zal Vlaanderen nog steeds helpen.

3.2 STAATKUNDIGE HERVORMING Staatkundige indeling evolueren en worden hervormd VB: Nederland: ontstaan uit een confederatie (de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden) → unitaire staat Hoe komt dit?  Staatkundige indeling ten einde na een oorlog  Hervorming via een grondwetswijziging (België) → In België moet er tweederdemeerderheid nodig zijn om een grondwetswijziging aan te gaan.  Institutionele veranderingen: sinds 1970 een absolute meerderheid nodig binnen elke taalgroep 3.3 BELGIË 3.3.1 DE UNITAIRE STAAT BELGIË Ontstaan België: unitaire staat met onverdeeld grondgebied, 1 koning & 1 grondwetgevend parlement, het Nationaal Congres Voor onstaan nood aan: diep gedeelde, fundamentele identificatie en attitude onder de bevolking. 16de - 18de eeuw: Zuidelijke Nederlanden hadden eigen cultuur ontwikkeld en zich afgezet tegen calvinistische Noordelijke Nederlanden. → Bondgenootschap vd Vlamingen met de Franstaligen (vaak vrijdenkers), voortkomen uit katholieke cultuur → De bevolking voelde zich niet Vlaams of Waals maar katholiek  Bedoeling eenheid te versterken door gemeenschappelijke taal op te leggen 1830: vrijheid van talen maar alles was Frans  Toenmalige taal vd cultuur, de wetenschap & de kerkleiding 60% bevolking sprak geen Frans → Problemen  1840: eerste Vlaamse aanspreken  1820: Vlaamse Beweging = voorvechter vd vlaamse taal. Werd meer en meer een politieke beweging met eisen als de volledige vernederlandsing vh onderwijs en het openbare leven in Vlaanderen 2 voorbeelden van Vlaamse sociaal-culturele organisaties of verenigingen die het opnemen voor de Nederlandse taal, vernederd omdat Frans de dominante taal was.  Willemsfonds  Davidsfonds 1e Taalwet: strafrechtelijke zaken moeten in het nederlands of frans 2e Taalwet: alle bestuurszaken moeten in beide talen 3e Taalwet: middelbare scholen moeten in het nederlands (behalve exacte wetenschappen) → 1898: GELIJKHEIDSWET Nederlands komt op gelijke voet met het Frans te staan. + zie extra blad sv Na Tweede Wereldoorlog: grotere verschillen Vlamingen en Walen → politieke spanningen  België wordt hervormd: zes staatshervormingen  Tal van compromissen tss Nederlands- en Franstaligen en pogingen tot conflictbeheersing vd twee grote taalgroepen in België

3.3.2 DE STAATSHERVORMINGEN  Jaren 60 → Taalgrens en taalgebieden worden vastgelegd → Wallonië wilt: eigen economische politiek uitstippelen, Vlaandere wilt culturele autonomie  Eerste staatshervorming in 1970 → 3 cultuurgemeenschappen: de Nederlandse, de Franse & de Duitse → Elk eigen parlement, hoofdzakelijk voor onderwerpen die met taal & cultuur samenhingen  Tweede staatshervorming in 1980 → Cultuurgemeenschappen worden gemeenschappen  Bevoegdheden: persoonsgebonden aangelegenheden vb: gezondheidszorg, sociale bijstand  Gemeenschappen krijgen elk een parlement: Vlaamse Raad, Franse Gemeenschapsraad, Duitstalige Gemeenschapsraad + een regering = de executieve → Oprichtingen Vlaamse en Waalse gewest  Bevoegdheden: plaatsgebonden aangelegenheden vb: leefmilieu, ruimtelijke ordening, tewerkstelling  Hebben eigen parlement (Vlaamse Gewestraad en Waalse Gewestraad)  Hebben eigen regering = de executieve → Vlaanderen gemeenschap en gewest samengevoegd tot 1 Vlaamse deelstaat  1 Vlaamse Raad  1 Vlaamse Executieve  Derde staatshervorming in 1988 → Bevoegdheden gemeenschappen en gewesten worden uitgebreid met vb onderwijs → Brusselse Hoofdstedelijke Gewest wordt opgericht → Nog geen sprake van een federale staat  Vierde staatshervorming in 1993 → Federale staat → Eerste zin grondwet= België is een federale staat, samengesteld uit gemeenschappen en gewesten → Tweetalige provincie Brabant opgesplitst: Vlaams- en Waals-Brabant → Deelstaten krijgen nog meer bevoegdheden en meer eigen geld → Leden deelstaatparlement rechtstreeks verkozen → 1996: Vlaamse Raad wordt Vlaams Parlement  Vijfde staatshervorming of Lambermontakkoorden in 2001 → Evolutie gaat verder: landbouw, buitenlandse handel & ontwikkelingssamenwerkingen gaan naar gewesten = defederaliseren: federale bevoegdheden worden overgeplaatst naar gemeenschappen of gewesten

 Zesde staatshervorming in 2011 → Vlinderakkoord: vlinderdas Elio di Rupo (geestelijke vader) → Zeer lang onderhandeld → Grootste overdracht van bevoegdheden → Senaat hervormd: veel minder macht en niet rechtstreeks verkozen → Vanaf nu om 5 jaar federale, Vlaamse & Europese verkiezingen (daarvoor 4) → Splitsing kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde  Provincie Vlaams-Brabant is opgesplitst in Halle Vilvoorde en Leuven  Halle Vilvoorde: Nederlandstalig grondgebied  Brussel: 2-talig grondgebied  Samen 1 kieskring B-H-V  Mogen kiezen op ze stemmen op een Nederlandstalig of Franstalige politici  Nederlandstalige politici vindt dit oneerlijk (in strijd met grondwet)  2011: B-H-V wordt gesplist: H-V wordt bij kieskring Leuven gevoegd (enkel op Nederlandstalige politici stemmen)  Kieskring Brussel heeft nog steeds de keuze  Vooral Vlaams Nationalistische partijen zijn blij vb: Vlaams Belang - NVA 3.3.3 NAAR EEN NIEUWE STAATSHERVORMING? → Enkele politieke partijen ijveren naar een zevende staatshervorming  Proces dat vorige staatshervorming in gang heeft gezet doordrijven  Confederalisme → Confederalisme in Vlaanderen:  In Vlaanderen een andere betekenis dan de wetenschap  Beleid waar het zwaartepunt vd bevoegdheden bij de deelstaten ligt → Verklaringen door deze interpretatie:  NVA gebruikt confederalisme omdat het minder revolutionair klinkt dan de onafhankelijkheid  Ander partijen zoals cd&v en open vld gebruiken de invulling net wel omdat het revolutionair klinkt op die manier tonen ze aan dat ze ook over de Vlaamse thematiek sterke standpunten kunnen innemen → Sommige politieke partijen sturen mening de laatste tijd bij dit is de herfederaliseringsbocht → KADER PAGINA 51!!! Tabel: resultaat bevragen in 2011 & 2014, over Belgische federalisering volgens de parlementsleden. Conclusies:  Alle partijen zijn in 2014 minder gewonnen om zoveel mogelijk bevoegdheden over te dragen aan de deelstaen  In 2011 had geen enkele partij boven de 5, in 2014 wel. Er moeten dus meer bevoegdheden op federaal niveau zijn Herfederaliseringsbocht: steeds meer politieke partijen zijn gewonnen voor het idee om bepaalde bevoegdheden opnieuw toe te wijzen aan de federale staat. → Defederalisering = omgekeerde proces: meer bevoegdheden worden aan de deelstaten toegekend → OEFENINGEN PAGINA 51-52-53

→ Pagina 54: zie tabel! Conclusies: De meeste Vlamingen (38%) zijn tevreden met de situatie zoals het is. Voor wie het anders wil is de meerderheid (32,9%) voorstanders ve defederalisering. Er zijn meer walen die willen herfederaliseren (42,6%) dan federaliseren (25,8%). Meer walen dan vlamingen zijn gewonnen voor herfederalisering. 3.3.4 ONTMANTELING VAN DE BELGISCHE STAAT Belgische staat: voorbije decennia al veel bevoegdheden overgedragen aan de deelstaten. → Parallel: bevoegdheden van de nationale staat worden overgenomen. → Na WOII: veel Europese staten wilden dat bepaalde thema’s en problemen een supranationale aanpak krijgen dus over de landsgrenzen heen. → Uitbouw Europese Unie: meer nationale bevoegdheden werden overgedragen aan Europa. VB: regelgeving interne markt, gemeenschappelijke munt, energie, instandhouding biologische rijkdommen vd zee,...

EUROPESE UNIE: → Ontstaan: 1958 → Eerste lid: Duitslands, Frankrijk, Nederland, Italië, België en Groothertogdom Luxemburg → Nu: 28 landen, Turkije wilt maar mag niet: schenden vd mensenrechten → Voorzitter Europese commissie: J.C. Juncker + 28 commissarissen Europees parlement: 751 leden (laatste verkiezingen in mei 2014)  Voorzitter: Antonio Tajani  Wetten maken Europese Raad  President: Donald Tusk  Om de 3 maanden komen ze bijeen  Algemeen beleid en prioriteiten

Overhelling vd bevoegdheden naar Europa leidde tot de uithollingshypothese  Centrale overheid gaat verminderen als bevoegdheden wegvloeien naar sub- en supranationale overheden.  Zou leiden tot: Europa van de regio’s = een verenigd Europa dat bestaat uit regio’s ipv staten. Uithollingshypothese werd na de millenniumovergang steeds meer in vraag gesteld.  Combinatie federalisering en Europese integratie: zorgt ervoor dat de deelstaten het behoud vd lidstaat bestendigen. → Federale overheid = belangrijke poortwachter tussen binnenlandse en Europese niveau → Federale overheid: verder specialiseren op sociaal-economisch beleid → Deelstaten krijgen gemeenschappelijke belangen ten opzichte van Europa  Als 1 deelstaat iets wilt veranderen op Europees niveau: beroep doen op andere deelstaten en federaal niveau  ZIE PAGINA 55 (goed lezen)...


Similar Free PDFs