Hoofdstuk 12 De buikspieren PDF

Title Hoofdstuk 12 De buikspieren
Author Alexia Braeckman
Course Functionele anatomie
Institution Universiteit Gent
Pages 7
File Size 389 KB
File Type PDF
Total Downloads 90
Total Views 155

Summary

Download Hoofdstuk 12 De buikspieren PDF


Description

Hoofdstuk 12 : De buikspieren 12.1 Inleiding - Fascia thoracolumbalis abdominale holte → in onderste deel vd romp - craniaal : afgescheiden door diafragma - caudaal : afgescheiden door perineum door het pelvis diafragma (perineum = vetrijk gebied tussen het pelvis diafragma + de huid tussen de dijen naar caudaal toe)

fascia thoracolumbalis -

-

bedekt de diepe rugspieren scheidt de diepe rugspieren (M. erector spinae) van de oppervlakkige rugspieren (M.trapezius + M. latissimus dorsi + M. rhomboideus + M. levator scapulae ) Ze bedekt het thorecale gebied van de processus spinosus → angulus costae craniaal : onder M. serratus posterior superior en de rhomboideus loopt verder in de fascia van de hals en fascia nuchae, die aan de diepe zijde van de M. trapezius en de M. splenius capitis op de schedel vast zit. Vooral goed ontwikkeld op lumbaal niveau

-

3 bladig:

-

1) oppervlakkige dorsale laag : a) vastgehecht op de processus spinosus van lumbale en sacrale wervels b) komt samen met de middelste toe in de laterale zijde vd M. erector spinae c) het meest ontwikkeld d) geeft oorsprong aan M. latissimus dorsi + M. serratus posterior inferior + M. gluteus maximus 2) de middelste laag : a) vastgehecht : mediaal op de processus costarii + naar caudaal toe op de crista iliaca + craniaal op de 12e rib b) komt samen met de oppervlakkige toe in de laterale zijde vd M. erector spinae c) komt samen met de diepste laag toe in de laterale zijde van de M. quadratus lumborum 3) de diepste laag : a) mediaal vastgehecht aan de ventrale zijde vd processus costarii van de lumbale wervel + caudaal aan de ligamentum iliolumbale en crista iliaca + craniaal op de ligamentum arcuatum laterale. b) komt samen met de middelste laag toe in de laterale zijde van

de M. quadratus lumborum

12.2 Ventrolaterale of schuine buikspieren

M. obliquus externus abdominis = de meest oppervlakkige en de grootste buikspier van de schuine buikspieren = voor het grootste deel van haar opp is ze pezig = dunne spier = spiervlees is gelegen op anterolaterale buikwand ★ OORSPRONG - Met 8 afzonderlijke koppen op de buitenzijde van de 5e - 12e rib afwisselend met de oorsprongskoppen van de M. serratus anterior (eerste 4) + de M. latissumus dorsi (laatste 4) ★ INSERTIE - ventrale ⅔ van labium externum van crista iliaca - tuberculum pubicum - kam tussen tuberculum pubicum en de symphysis pubica ★ VERLOOP - spiervezels afkomstig van 11e en 12e rib lopen recht naar beneden naar de voorste ⅔ van de crista iliaca (tussen deze vezels en de ventrocaudale rand van de M. latissimus dorsi ligt een driehoekige spleet met als basis de crista iliaca: HET TRIGONUM LUMBALE VAN PETIT) - De overige spiervezels: lopen van craniolateraal naar mediocaudaal

-

anulus inguinalis superficialis: vormt craniaal een opening (bevat bij de man het ligamentum teres uteri + bij de vrouw: N. ilioinguinalis) ★ WERKING - bij gefixeerd bekken: - unilaterale contractie geeft flexie + heterolaterale rotatie van de romp - bilaterale contractie geeft een caudale tractie op de ribben en flexie van de romp - bij gefixeerde thorax: - opheffen van bekken - helpen bij buikpers - vanuit stand : - retroversie (bekken naar achteren kantelen + rug vlak maken)

M. obliquus internus abdominis = de middelste platte spier van de ventrolaterale buikrand ★ OORSPRONG - de craniale vezels: vertrekken van een lang aponeurotisch blad dat versmelt met het middelste van de fascia thoracolumbalis (ter hoogte van de laatste lumbale en eerste sacrale wervels) - de middelste vezels: op ventrale zijde van de linea intermediale van de crista iliaca - de onderste vezels : laterale helft van het ligamentum inguinale ★ VERLOOP EN INSERTIE - hoofdrichting: van laterocaudaal naar mediocraniaal (tov van M.obliquus externus abdominus) 1) meest dorsale vezels: insereren op de meest caudale rand van rib 9-12 a) vormt 1 vd randen van de ruimte van Grynfelt 2) de middelste vezels: worden pezig wanneer ze tegen de rand van de M. rectus abdominis aankomen → ze gaan over in een brede aponeurose In het craniale deel van de buikwand (3 cm onder navel ) splitst deze insertiepees in een oppervlakkig en diep blad a) het opp blad: loopt over de ventrale zijde van de M. rectus abdominis b) het diepe blad : loopt dorsaal van de M. rectus abdominis naar de linea alba 3) de vezels die hun oorsprong hebben op de laterale helft van het ligamentum inguinale lopen naar caudaal, diep van de anulus inguinalis superficialis

★ WERKING - bij gefixeerde bekken: unilaterale contractie geeft flexie en homolaterale rotatie van de romp / bilaterale contractie geeft een caudale contractie op de ribben en flexie van de romp. - bij gefixeerde thorax: opheffen van het bekken, meehelpen bij buikpers - vanuit stand: retroversie op het bekken

★ INNERVATIE -

ventrale takken van de laatste zes thoracale spinale zenuwen en van de eerste lumbale spinale zenuwen

M. cremaster = bij de man vormt de M. cremaster een soort lus rond de testis = bij de vrouw bevat deze spier slechts enkele spiervezels, die om de ligamentum teres uteri gewonden liggen ★ OORSPRONG - falx inguinalis = caudale boord van de aponeurose van de M. obliquus internus en M. obliquus transversus abdominus. ★ INSERTIE - het tuberculum pubicum ★ WERKING - ze trekt de testis omhoog en speelt daarbij een rol in de thermoregulatie van de testes ★ INNERVATIE - Ramus genitalis (L1) van de N. genitofemoralis

M. transversus abdominis

= ligt het diepste van de schuine buikspieren. De spier bestaat uit parallelle, horizontaal verlopende spiervezels. ★ OORSPRONG - met afzonderlijke koppen op de binnenzijde van de vier caudale ribkraakbeenderen (10-6) - gaat samen met de costale oorsprongskoppen van het diafragma - middelste blad van de fascia thoracolumbalis - binnenrand van de crista iliaca - laterale helft van de ligamentum inguinale ★ VERLOOP EN INSERTIE - De spierbundels zijn horizontaal rond de buikholte gewonden - ze gaan over in een brede pees op een kleine afstand van de laterale rand van de M. rectus abdominis - de linea semilunaris van Spigel vormt de grens tussen het spiervlees en de pees ★ WERKING

-

de craniale vezels vernauwen de apertura thoracis inferior samen met de schuine buikspieren speelt deze spier een belangrijke rol bij het tot stand komen van de buikpers (stabilisatie van de lumbale wervelkolom) ★ INNERVATIE - ventrale takken van de zes caudale thoracale spinale zenuwen en van de eerste lumbale spinale zenuwen

12.5 ventrale of rechte buikspieren

M. rectus abdominus = we hebben er twee = ze zijn bandvormig = gespannen tussen thorax en het bekken aan weerszijde van de middellijn van de buik = meerpezig : intersectiones tendinea splitsen de spier in drie tot vijf segmenten

★ OORSPRONG - drie afz oorsprongskoppen aan de oppervlakkige zijde van het ribkraakbeen 5/6/7 ★ VERLOOP EN INSERTIE - spiervezels lopen verticaal naar caudaal om te insereren op de symphysis pubis en naar lateraal op het tuberculum pubicum - vezels convergeren een beetje naar caudaal toe ★ WERKING - bij gefixeerd bekken : flexie in wervelkolom - bij gefixeerde thorax : trekt bekken naar ventraal en craniaal - stand : retroversie bekken + helpt bij verhogen vd druk in buikholte ★ INNERVATIE - ventrale takken van de laatste zes thoracale spinale zenuwen en lumbale zenuwen

Fascia transversalis -

Aan de diepe zijde van de ventrolaterale buikspieren (MOIA ,MOEA, MTA) het is een membraan bestaande uit vetweefsel en bindweefsel ligt tussen M. transversus abdominus en het peritoneum (buikvlies)

Rectusschede, vagina musculi recti abdominis -

M. rectus abdominis ligt omgeven door zijn eigen fascia propria in de rectusschede die gevormd wordt door de aponeuroses van MOIA MOEA MTA op de middellijn komen de aponeuroses van beide zijden samen ⇒ vorming linea alba dankzij de rectusschede blijven de beide M rectus abdomini samen tegen de buikwand al ze door hun contractie de romp flecteren

-

verschillende bouw craniaal en ventraal

craniaal -

3 cm onder navel de aponeurose van de M. obliquus internus abdominis is hier gesplitst in een anterieur en posterieur blad ANTERIEUR BLAD: versterkt samen met het peesblad van MOEA het ventrale gedeelte van de rectusschede (vorming lamina anterior) POSTERIEUR BLAD: opgebouwd uit aponeurose van M. transversus abdominis (vorming lamina posterior) deze lamina rust op het fascia transversalis → die rust op het peritoneum = buikvlies weetje: lamina anterior vormt de oorsprongskop van de M. pectoralis major

caudaal -

lamina anterior is opgebouwd uit aponeuroses van 3 ventrolaterale buikspieren lamina posterior loopt hier niet verder door duidelijke overgang craniaal→ caudaal : linea arcuata van Douglas

Linea alba = versmelting van insertiepezen van de drie paar ventrolaterale buikspieren op de middenlijn van het abdomen = tussen beide m. rectus abdominis = vezels gespannen tussen processus xiphoideus en de symphysis pubis

M. pyramidalis = kleine driehoekige spier = ventraal van rectus abdominis = bij sommige mensen is het afwezig ★ ★ -

OORSPRONG os pubis tussen spymphysis pubis en tuberculum pubicum oppervlakkig van de insertiepees van de M. rectus abdominis VERLOOP EN INSERTIE spiervezels lopen schuin naar craniomediaal om te insereren op de linea alba als de spier goed ontwikkeld is gebeurt de insertie halverwege de symphysis pubis en de navel

★ WERKING - spant linea alba aan

12.4 Dorsale buikspieren

M. quadratus lumborum = platte spier aan de ventrale zijde van de diepe rugspieren = diep dorsaal aan de buikwand = gespannen tussen de twaalfde rib en de crista iliaca (bekken) ★ ★ ★ ★ -

OORSPRONG ligamentum iliolumbale en dorsale derde van de crista iliaca INSERTIE een ventraal blad van de spier insereert op de twaalfde rib dorsaal ervan ligt een blad dat op de processus costarii van L1-L4 insereert WERKING unilaterale contractie: homolaterale lateroflexie van de lumbale wervelzuil bilaterale contractie: stabiliseert het de lumbale wervelkolom zijwaartse hef van het bekken bij gefixeerde wervelzuil fixeert de twaalfde rib en zo een deel van het diafragma INNERVATIE Rami ventrales van T12-L3...


Similar Free PDFs