Title | Hoofdstuk 2 ISO Toleranties en passingen |
---|---|
Course | PLC Basis |
Institution | Odisee hogeschool |
Pages | 15 |
File Size | 1.4 MB |
File Type | |
Total Downloads | 108 |
Total Views | 137 |
Download Hoofdstuk 2 ISO Toleranties en passingen PDF
1
1 ISO – toleranties en passingen (H2) 1.1 Inleiding Geef de redenen waarom een maat van het werkstuk, op tekening aangeduid, nooit volledig juist afgewerkt kan worden: • Onnauwkeurigheid van de werktuigmachines • Onnauwkeurigheid van de meetgereedschappen • Onvolmaaktheid van de operator Conclusie: • Er zijn dus steeds afwijkingen tussen de werkelijke afmetingen van het stuk en de maat van de tekening
→ Omwille van bovenstaande reden zal er steeds een tolerantieveld voorzien worden. Deze bepaalt een toegelaten afwijking. In welke 2 groepen kunnen we werkstukmaten indelen? • In maten op vlakken die een passing vormen met een ander stuk • In maten op vlakken die geen passing vormen met een ander stuk → Functionele maten → Niet functionele maten Hoe worden functionele maten bepaald? • Deze worden bepaald door gebruikstechnische eisen van het eindproduct → Deze is van direct belang voor de goede werking hiervan → Functionele maten mogen niet van andere maten op de tekening worden afgeleid. Ze moeten elk met hun tolerantie worden aangeduid.
2 Wat kan men zeggen over niet-functionele maten? • Deze hebben geen enkele relatie met de werking van het eindproduct • Deze maataanduiding is enkel genoodzaakt om het product volledig te bepalen. → Bij voorkeur worden bij deze maten geen ISO toleranties ingeschreven → De maten worden getolereerd volgens ISO 2768-1 → In het kader van de tekening wordt naar deze norm verwezen
Wat kan men zeggen over theoretisch exacte maten? • Altijd in combinatie met een plaatszuiverheid • Staat geen tolerantie op • Maten worden voorzien van een rechthoekig kader:
→ Vb. toepassing plaatszuiverheid:
Wat kan men zeggen over hulpmaten? • Ze zijn niet noodzakelijk ( kunnen worden afgeleid uit andere maten) • Moeten tussen haakjes staan, anders zijn er 2 verschillende toleranties op een maat mogelijk
3 Wat kan men zeggen over referentievlakken? • Goed functioneren van een stuk is afhankelijk van een oordeelkundige montage • Referentievlakken voor de montage, meten en produceren zelfde • Worden later aangegeven met een letter • In 3D: 3 loodrecht op elkaar staande vlakken
1.2 ISO-systeem voor grensmaten (ISO286) 1.2.1 Aanduiding van toelaatbare grensmaten
Toelaatbare maataanduiding:
4
1.2.2 Terminologie
Bestaat uit: • Nominale maat N → Is de referentiemaat ten opzichte waarvan de toelaatbare afwijkingen aangeduid worden •
Werkelijke maat → Maat van het werkstuk na afwerking
•
Bovenste maatafwijking ES/es → Deze toegelaten afwijkingen t.o.v. de nominale mijn zijn opgeven door de ontwerper, deze kunnen zowel positief, negatief als 0 zijn
•
Onderste maatafwijking EI/is → Deze toegelaten afwijkingen t.o.v. de nominale mijn zijn opgeven door de ontwerper, deze kunnen zowel positief, negatief als 0 zijn
•
Onderste en Bovenste Tolerantiegrens OTG/BTG → Dit zijn de uiterste toelaatbare maten, waarbinnen de werkelijke maat gelegen moet zijn
•
Tolerantie T → Is het verschil tussen de bovenste- en onderste tolerantiegrens. → De waarde van de tolerantie is steeds positief en heeft nooit een waarde = 0
•
Werkelijke maatafwijking → Wordt bekomen door het verschil tussen de werkelijke maat en de nominale maat te nemen
5 1.2.3 Tolerantieveld
Grafische voorstelling: • Gearceerd of volledig zwart • Zone tussen de 2 lijnen is het tolerantieveld *Deze kunnen een verschillende ligging en grootte hebben*
1.3 Maten op vlakken die wel een passing vormen met een ander stuk ISO – Tolerantiestelsel (286) 1.3.1 Terminologie Nominale maat: • 2 stukken die een passing vormen, krijgen steeds dezelfde nominale maat Speling: • Dit is het verschil voor het koppelen, tussen de werkelijke maat en de maat van de boring en de werkelijke maat van de as, wanneer dit verschil positief is
6 Klemming: • Is de absolute waarde van het verschil, voor het koppelen, tussen de werkelijke maat van de boring en de werkelijke maat van de as, wanner het verschil negatief is
Losse passingen: • Hierbij is de speling verzekerd → indien de werkelijke maat van beide elementen binnen de grensmaten ligt Vaste passingen: • Hierbij is de klemming steeds verzekerd Overgangspassingen: • Dit zijn passingen die zowel tot een speling als klemming kunnen leiden
1.4 Opbouw van het ISO-Tolerantiesysteem Tolerantie wordt bepaald door? • Grootte → Kwaliteit • Ligging t.o.v. de nominale maat → Type van passing nodig (letters, hoofd en kleine)
7 1.4.1 Overzichtstabel Onderstaande tabel wordt door OPT gebruikt:
8 1.4.2 Trappen van de maten
Grootte van de tolerantie is afhankelijk van de nominale maat • Deze zijn ingedeeld in groepen → Deze vindt men terug in de linkerkolom 1.4.3 Grootte van het tolerantieveld De grootte van het tolerantieveld wordt gekozen in functie van de verwachte kwaliteit van het werkstuk • De norm ISO 286 voorzien 20 verschillende kwaliteiten : IT 01 tot IT18
1.5 Ligging van een tolerantieveld Waar wordt de ligging van het tolerantie veld door bepaald? • Deze wordt bepaald door het type passing en door de nominale maat → Voor iedere nominale maat kunnen 28 verschillende liggingen gekozen worden → Aangeduid door letters, kleine letters voor assen en grote letters voor boringen
9 Iedere ligging is bepaald door de zogenaamde basisgrensmaat • Dit is de minimale afwijking t.o.v. de nominale maat
Volgende grafieken tonen het verloop van de toename van de tolerantiegrootte in functie van de tolerantieklasse voor 6...