Hoofdstuk 2 en 3 Contractwerk oefenmateriaal PDF

Title Hoofdstuk 2 en 3 Contractwerk oefenmateriaal
Author Katharina Anthonis
Course Krachtig Leren Creëren: Krachtige leeromgeving
Institution Karel de Grote Hogeschool
Pages 17
File Size 1.5 MB
File Type PDF
Total Downloads 70
Total Views 125

Summary

contractwerk hoofdstuk 2 en 3 uitgewerkt in de klas
oefeningen en ander materiaal om mee aan de slag te gaan...


Description

CONTRACTWERK Hoofdstuk 2: Beroepsprofielen en domeinspecifieke leerresultaten (DLR’s) (cursus: blz. 38-45) Hoofdstuk 3: Ontwikkelingsdoelen en eindtermen (cursus: blz. 46-48)

Naam : Nina Cantryn

(1) Wat is contractwerk?

1

Contractwerk is een organisatievorm waarbij voor de (individuele) leerling/leerlingen een activiteitenpakket voor een bepaalde periode formeel (op papier) wordt vastgelegd. ‘Contractwerk is eigenlijk een combinatievorm van verschillende soorten differentiatie: -

differentiatie naar tempo:

alle kinderen werken volgens hun eigen tempo aan de contracttaken;

-

differentiatie naar interesse: ze kunnen keuze-opdrachten oplossen;

-

differentiatie naar niveau:

voor bepaalde leerlingen maak je opdrachten op maat en bied je opdrachten aan die aansluiten

bij het individuele ontwikkelingsniveau; -

differentiatie naar instructie: instructie bied je op maat van het kind aan en kinderen nemen hun eigen instructie in handen;

-

differentiatie naar zelfsturing: kinderen kunnen kun werk zelf plannen en bepalen met welke opdrachten ze beginnen.

Met contractwerk komt voor de leerkracht tijd vrij om te individualiseren. Je stuurt het onderwijsproces anders, eerder onrechtstreeks. Leerlingen nemen immers zelf verantwoordelijkheid om het leerproces te doorlopen. Doorheen contractwerk krijgen kinderen kansen om zelfstandig informatie op te zoeken en te verwerken, om opdrachten en activiteiten zelf te plannen. Ze leren omgaan met tijd en leren zelf problemen oplossen. Eerst interpreteren ze opdrachten, zoeken uit wat ermee bedoeld wordt en daarna zoeken ze zelf oplossingsstrategieën. Ze besluiten hulp te vragen als ze dat nodig achtten. Zo nemen ze als het ware hun instructie en sturing zelf in handen. Een contract kan en moet ook partner- en groepstaken bevatten. Vaardigheden zoals werk plannen, met elkaar samenwerken en overleggen, zichzelf organiseren en sturen worden aangesproken. Je draagt een deel van de verantwoordelijkheid over aan de leerlingen. Elke leerling krijgt ruimte om op eigen tempo en niveau en volgens zijn eigen nood aan begeleiding en sturing, het takenpakket op een succesvolle wijze af te werken. De keuze over de volgorde waarin de taken afgewerkt (moeten) worden en de zelfverantwoordelijkheid dragen bij tot de motivatie.’ 1 1 Heylen, L. (red.). Motiverend onderwijs 1. Differentiatie in de klas. Averbode: CEGO Publishers. 2

3

(2) Afspraken - Je mag voor dit contractwerk je cursus (blz. 38-48), internet en andere bronnen raadplegen.

- ‘Moetjes’ zijn verplicht, ‘magjes’ niet.

- Je mag kiezen met welke opdracht je begint. Let op: sommige opdrachten bouwen op elkaar verder.

- Na het maken van de opdracht vul je de contractbrief in.

- Indien er volgend icoontje naast de opdracht staat, betekent dit dat je de opdracht moet verbeteren met een verbetersleutel. Deze zal je terugvinden op canvas bij Module ‘Hoofdstuk 2’ en ‘Hoofdstuk 3’, vanaf 29 september.

- Volgend icoontje geeft aan dat je moet samenwerken. Je werkt maximum met vier studenten samen. → dit geldt dit jaar (2021-2022) NIET omwille van de corona-situatie, maar we geven jullie het juiste voorbeeld met oog op de klaspraktijk in de lagere school.

Handtekening voor akkoord:

4

(3) Contractbrief

1

Beroepsprofiel en opleidingsspecifieke leerresultaten (OLR’s)

MOET

X

2

Opleidingsspecifieke leerresultaten (OLR’s) in de praktijk

MOET

X

3

Welke ‘OLR’?

MOET

X

X

4

Eindtermen en ontwikkelingsdoelen

MOET

X

X

5

Eindtermen nog te weinig gekend?

MAG

X

Legende Hier kleur ik het vakje als mijn taak volledig af is.

Ik vond de taak leuk.

Omschrijving v/d opdracht

Ik vond de taak niet zo leuk.

‘Moetje’ of ‘magje’

Ik vond de taak saai.

Ik werk alleen aan deze taak.

Ik heb mijn werk goed gemaakt.

Ik werk samen met anderen. → vervalt dit jaar wegens corona

Ik heb mijn taak niet zo goed gemaakt.

Ik verbeter mijn taak zelf (met een correctiesleutel).

Dit vond de lector van mijn werk. → vervalt dit jaar wegens corona

De lector verbetert mijn taak en zet een handtekening. → vervalt dit jaar wegens corona

5

Opdracht 1: Beroepsprofiel en opleidingsspecifieke leerresultaten (OLR’s) (1) Beschrijf kort een leerkracht die indruk op je heeft gemaakt en je latere schoolloopbaan heeft beïnvloed. Mnr. Swerlow was mijn geschiedenisleerkracht in de laatste jaren van het middelbaar. Het was de eerste les waar we geen cursus kregen en alles zelf moesten noteren. Hij was heel geïnteresseerd in zijn vak en bracht het op een manier waardoor iedereen het interessant vond. Dit heeft mij heel goed voorbereid op de hogeschool en ben hem daar ook dankbaar voor! 

(2) Noteer minstens 10 taken die een goede leraar moet kunnen vervullen. Probeer de taken te ordenen volgens de opdeling:  microniveau = taken op niveau van de klas;  mesoniveau = taken op niveau van de school;  macroniveau = taken op niveau van de onderwijsgemeenschap. MICROniveau

-

Iedereen

MESOniveau

zich

goed voelt.

-

Alle

-

DLR’s behalen

-

Begeleiden

leerstof

gezien is.

-

Elk

kind

uitgedaagd blijft.

-

-

-

Kinderen

zoals sportdag.

de toekomst.

Oudercontact

-

Vergaderen andere

graag naar school

leerkrachten.

Oudercontact

0LR’s behalen

klaarmaken voor

-

-

bij

-

schoolactiviteiten

Dat de kinderen

komen.

MACROniveau

met

Vergaderen directie

-

Voor/naschoolse opvang

-

Hulp bij huiswerk

6

-

Administratie

-

(3) Probeer de verschillende taken samen te brengen en te classificeren. Ga op zoek naar een passende naam voor de verschillende ‘categorieën’. Categorie Welzijn

Taken v/d leerkracht -

OLR

Een sfeer creëren waar kinderen zich goed voelen. 1

-

(4) Neem de opleidingsspecifieke leerresultaten (OLR’s) van KdG door (cursus: blz. 41-45). Probeer de verschillende categorieën/taken, die je hierboven hebt opgelijst, te koppelen aan de OLR’s. Of met andere woorden: Welke categorie/taak hoort bij welke OLR? Vul dit aan in bovenstaand overzicht, in de derde kolom. (5) Welke opleidingsspecifieke leerresultaten (OLR’s) had je over het hoofd gezien?

Opdracht 2: Opleidingsspecifieke leerresultaten (OLR’s) in de praktijk Raadpleeg de OLR’s (cursus, blz. 41-45). Zoek bij elke OLR twee passende concrete voorbeelden uit de klaspraktijk. OLR’s OLR 1: De leraar als ontwerper van een krachtige leeromgeving

OLR 2: De leraar als Begeleider in een krachtige leeromgeving. OLR 3: De leraar als Opvoeder

PRAKTIJKVOORBEELDEN -

Tijdens de les over de herfst gebruikt de leerkracht vele attributen zoals bladeren, kastanjes enz..

-

Als leerkracht verbeter ik in het groen omdat rood voor demotivatie zorgt.

-

Na een contractwerk overloopt de leerkracht de resultaten en bespreekt het verloop.

-

Door het contractwerk werkt het kind zelfstandig

-

Door opdrachten met de hele klas te doen schept de leerkracht een verbondenheid. Een kind heeft talent voor wiskunde => extra taken voor dat kind.

-

OLR 4: De leraar als Inhoudelijk expert

-

Als leerkracht spreek ik AN Leerkracht vertelt gepassioneerd over WO1.

OLR 5: De leraar als Organisator

-

Een leerkracht heeft een onderwaterklas en de hele klas is in functie van de onderwaterwereld. Leerkracht schrijft samen met leerlingen de agenda.

OLR 6: De leraar als Creatieve en kritische onderzoeker OLR 7: De leraar als Partner in het leven OLR 8: De leraar als Cultuurparticipant OLR 9: De leraar als Zelfbewust persoon

Correctie:

-

Om de verschillende kleuren te ontdekken vertrekt de leerkracht vanuit allerlei experimenten.

-

Oudercontact

-

Gaat naar theater met de kinderen.

-

Als er een probleem thuis voorkomt bij het kind helpt de leerkracht neutraal.

Gebruik voor de correctie het overzicht van de OLR’s (cursus blz. 4145). In geval van twijfel, raadpleeg je een medestudent of stel je de vraag aan de lector tijdens de les van 30 september.

Opdracht 3: Welke ‘OLR’? Onderstreep (of markeer) in de onderstaande zinnen de gegevens die verwijzen naar de OLR’s. Noteer om welke OLR(‘s) het gaat. 1. Stagiaire Annie besteedt veel tijd aan haar lesvoorbereiding. Ze denkt zorgvuldig na over de concrete lesdoelen en gaat op zoek naar activerende werkvormen. OLR 1: leraar als ontwerper van krachtige leeromgeving 2. Juf Lies belt de voorzitter van het oudercomité op om een datum voor een vergadering af te spreken. Olr 7: leraar als partner in leren 3. Nadat hij een les wiskunde over inhoudsmaten gegeven heeft, denkt student Nils na over het verloop en het resultaat van de wiskundeles. Olr 6: leraar als creatieve en kritische onderzoeker 4. Meester Bart is erg enthousiast om dit jaar samen met zijn collega’s een leerlijn spelling uit te werken. Olr 7: leraar als partner in het leven 5. Studente Kim loopt in november stage in het zesde leerjaar. Tijdens de herfstvakantie brengt ze een bezoek aan Nieuwpoort om na te gaan welke educatieve mogelijkheden er zijn voor haar leerlingen. Olr 1: leraar als ontwerper van krachtige leeromgeving Olr 5: leraar als organisator 6. De leerlingen van juf Saloua mogen elke maandag in de kring vertellen over hun talentendoos. Olr 3: leraar als opvoeder 7. Tijdens het familiefeest laaien de gemoederen hoog op: juf Els gaat met haar tante in discussie over de taak van de leerkracht. Olr 7: leraar als partner in het leven of olr 9: leraar als zelfbewust persoon 8. Student Kevin legt contact met de organisatoren van de Roefeldag om de kinderen daarover te kunnen informeren. Olr 7: leraar als partner in leven 9. Meester Ken bestudeert de inhoud van het nieuwe leerplan ‘Nederlands’. Olr 4: leraar als inhoudelijk expert 10. De kinderen van het 5de leerjaar werken drie keer per week aan hun contractwerk. Zo wil juf Amélie het zelfstandig werken van de leerlingen stimuleren. olr 2: leraar als begeleider in krachtige leermogeving

9

Opdracht 4: Eindtermen en ontwikkelingsdoelen (1) Uit welke leergebieden komen volgende eindtermen? Geef ook het nummer van de eindterm. Voor deze opdracht maak je gebruik van een andere cursus op canvas: → ‘EBAKO/EBALO Leerplannen en digitale materialen bij methodes’ → Eens je in deze cursus bent, ga je naar ‘Modules’ in het menu links. → Onder de knop ‘Leerplannen, Ontwikkelingsdoelen en Eindtermen Basisonderwijs (Kleuter en Lager)’ klik je op ‘Eindtermen Lager onderwijs’ om naar de juiste website te gaan.

ET- nummer 4.3

Eindterm

Een brief schrijven aan een bekende om een persoonlijke boodschap of belevenis over te brengen.

Leergebied Nederlands (schrijven)

3.2

Mens & maatschappij (tijd) Een kalender kunnen gebruiken om speciale gebeurtenissen uit eigen leven in de tijd te situeren en om de tijd tussen deze gebeurtenissen correct te bepalen.

2.11

In reële situaties rekenen met geld en geldwaarden.

Wiskunde (meten)

1.12

Verschillende vormen van rollen uitvoeren.

LO (grootmotorische vaardigheden)

2.13

Een eenvoudige werktekening of handleiding stap voor stap kunnen uitvoeren.

Wetenschappen & techniek (techniek)

4.5

Een nieuwe dans ontwerpen met eenvoudige passen en figuren.

Muzische vorming (beweging)

(2a) Omschrijf de begrippen ‘ontwikkelingsdoelen’ en ‘eindtermen’. Ontwikkelingsdoelen =minimumdoelen op het vlak van kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes die de overheid wenselijk acht voor een leerlingenpopulatie en die de school bij haar leerlingen moet nastreven.Eindtermen = minimumdoelen die de overheid noodzakelijk en bereikbaar acht voor een bepaalde leerlingenpopulatie. Met minimumdoelen wordt bedoeld: een minimum aan kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes bestemd voor die leerlingenpopulatie.

(2b) Wat is het verschil tussen ontwikkelingsdoelen en eindtermen? Verschil 1: Eindtermen moet je (meestal) bereiken, ontwikkelingsdoelen moeten worden nagestreefd.Verschil 2: Ontwikkelingsdoelen worden gehanteerd in het kleuteronderwijs en in het buitengewoon basisonderwijs, eindtermen worden gehanteerd in het lager onderwijs.

(2c) In welke onderwijsvormen worden ontwikkelingsdoelen gehanteerd? In welke onderwijsvormen worden eindtermen gehanteerd? Kleuteronderwijs: ontwikkelingdoelen. Lager onderwijs: eindtermen Buitengewoon basisonderwijs: ontwikkelingdoelen (2d) Wat is het verschil tussen leergebiedgebonden en leergebiedoverschrijdende eindtermen? Leergebiedoverschrijdende eindtermenzijn minimumdoelen die nietspecifiek behoren tot één leergebied, maar onder meer door middel van meer leergebieden of onderwijsprojecten worden nagestreefd. Leergebiedgebonden eindtermenzijn minimumdoelen die welverbonden zijn aan specifieke leergebieden en die moeten worden bereikt. In het gewoon lager onderwijs spreekt men van de volgende leergebieden: lichamelijke opvoeding, muzische vorming, Nederlands, Frans, mens&maatschappij, wetenschap&techniek en wiskunde.

(2e) Geef een voorbeeld van een attitudinale eindterm (*) en geef hun specifieke rol aan. Bijvoorbeeld: De leerlingen kunnen bij het reflecteren op taalgebruik en taalsysteem interesse in en respect voor de persoon van de ander en voor de eigen en andermans cultuur tonen.(Eindtermen m.b.t. gevoelens uitdrukken, zelfvertrouwen tonen, conflicthantering, ...)De attitudinale eindtermen dienen in tegenstelling tot de minimumdoelen op vlak van kennis, inzicht en vaardigheden niet bereikt te worden, maar wel te worden nagestreefd.

(3) Akkoord of niet akkoord? “Ontwikkelingsdoelen en eindtermen dragen bij tot gelijke onderwijskansen.” Akkoord. Er wordt namelijk gegarandeerd dat elk kind, ongeacht waar het naar school gaat, de ontwikkelingsdoelen of eindtermen aangeboden krijgt.De Vlaamse overheid verwacht dat elk kind in elke school het onderwijs krijgt dat hem/haar voldoende in staat stelt in de maatschappij te kunnen functioneren. Onderwijs moet op zo’n manier georganiseerd worden opdat elk kind een minimum aan onderwijskwaliteit kan worden aangeboden.

Opdracht 5: Eindtermen nog te weinig gekend? (1) Lees het artikel ‘Eindtermen nog te weinig gekend’ in bijlage. (2) Leg beknopt uit waarom het belangrijk is om als leerkracht de eindtermen en ontwikkelingsdoelen te kennen.

Bijlage: Eindtermen nog te weinig gekend.2

2 Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. Departement Onderwijs (2008). Eindtermen nog te weinig gekend. Klasse voor leerkrachten, 184, blz. 8-13....


Similar Free PDFs