Hoorcollege 3 De herontdekking van het Romeinse recht in de middeleeuwen PDF

Title Hoorcollege 3 De herontdekking van het Romeinse recht in de middeleeuwen
Course Geschiedenis van Recht en rechtvaardigheid
Institution Universiteit Hasselt
Pages 16
File Size 280.7 KB
File Type PDF
Total Downloads 82
Total Views 120

Summary

Samenvatting...


Description

Hoorcollege 3: De herontdekking van het Romeinse recht in de middeleeuwen Vandaag: de middeleeuwen -

Frankische periode → de vroege middeleeuwen (500-1000) Hoge en late middeleeuwen (1000-1500)

De frankische periode (500-1000) -

476 → dit was de ondergang van het West-Romeinse Rijk

-

Het Germaanse Koninkrijk - Families / maagschappen → vormen stammen → dit vormt het volk ⇒ dit zijn de Franken - De koning (Merovingers - Karolingers) regeert in samenspraak met het volk (dit zijn de vrije mannen, strijders, rijke familie…) - Volksvergadering (Raad van voormannen) - Het bestuur is persoonlijk van aard en zijn geen abstracte instellingen → zij moeten de vrede bewaren, geen nieuw recht creëren maar ervoor zorgen dat de wetten die er zijn nageleefd worden - De koning is de leider van het volk in plaats van de heerser over het volk → hij legt dus geen nieuw gedrag op aan het volk + het bestuur is behoudsgezind

Expansie Frankisch Rijk: Hoe binden? Hoe besturen?

Nieuwe Structuren? -

Er zijn geen nieuwe structuren Geen ambtelijk apparaat met onpersoonlijke instellingen Behoud lokale bestuursentiteiten → gouw (pagus), mallus…

Wel -

Behoud van een persoonlijk bestuur Invoering van de feodaliteit / leenstelsel (= een koppeling van 2 zaken die al bestonden) Koppeling: beneficium en commendatio 8ste - 9de eeuw: koppeling door de Franken (karolingers) - Feodale contract (= een vrijwillig contract, voor beide partijen rechten en plichten, ze moeten wel de leenheer beschermen)

Beneficium = een beloning die men verkrijgt wanneer men dienstelijk is geweest ten aanzien van de koning (materieel element) Commendatio = onder de bescherming plaatsen van iemand die beter voorzien is, men belooft hem trouw, dienstverlening hierdoor wordt hij beschermt en krijgt men levensonderhoud

Feodaliteit / leenstelsel -

Feodale contract zorgt voor → Het ontstaan van rechten en plichten voor beide partijen → het materieel element: het feodum / leen (grond, rechten) → het is levenslang (tot het overlijden): het is niet erfelijk als een van beide sterft is het contract afgelopen → het is opzegbaar (bilateraal, ius resistendi) → Het is exclusief (je kan je gehoorzaamheid maar beloven aan 1 leenheer) → het is vrijwillig aangegaan

-

Capitularium van Meersen (847 - Karel de Kale: “En wij wensen ook dat iedere vrije man in ons koninkrijk een heer mag kiezen die hij wenst, ware het onszelf of één van onze getrouwen” ⇒ Geen idee of dit belangrijk is

-

De Feodale pyramide of Heerschildordnung (van boven naar beneden): - De koning → keizer - Kroonvazallen / leenmannen → Wereldlijk: hertogen en graven → Kerkelijk: prins-bisschoppen - Vazallen / achterleenmanen

-

Boeren (handelaars en ambachtslui)

-

Er is een verschil tussen vrijwillig en onderwerping Het is enkel bilateraal ontbindbaar

-

Karel De Grote → Capitularium 77 (802/803) geeft de redenen tot uniterale ontbinding: - Poging tot moord - Slaan met de stok - Poging tot aanranding of overspel - Persoonlijk bezit aantasten - Horige maken (aantasting vrijheid) - Onvoldoende bescherming

Frankische periode: recht -

Personaliteitsbeginsel Gallo-Romeinen Germanen De Gallo-Romeinen (6e eeuw) → Zij volgen het romeins recht De germanen (6e eeuw) → volgen hun eigen gewoonterecht

Franken: Lex Salica (507 - 798) -

De germanen van het Salische Franken 507 - 511 → de eerste versie ten tijde van Clovis 798 → lex salica emendata (Karel de Grote) - met name procesrecht, privaatrecht en strafrecht - het strafrecht → is privaatrechtelijk van aard en de basis ligt bij e schadevergoeding (wergeld of compositie)

Lex Salica: wergeld -

Als iemand een zogend varken steelt en zijn daad wordt bewezen… dan wordt de schuldige veroordeelt tot 120 denarii dt zijn 3 solidi Als iemand een vrije Frank of barbaar die onder de Salische wet leefde heeft gedood en zijn daad wordt bewezen, wordt hij veroordeeld tot 8000 denarii dat zijn 200 solidi

Frankische periode: rechtspraak -

Voor de volksverhuizing → had je de rechter in oude zin (de koning) volksveradering - sapientes ⇒ Het recht lag in de handen van de volksvergadering: de koning zit deze wel voor maar wordt bijgestaan door een sapientes (= meestal oude mannen die veel kennen van het gewoonterecht) De sapientes stellen een vonnis voor die door het volk goedgekeurd moet worden

Na de volksverhuizing → is het ontstaan van de territoriale organisatie - Villa - Centenarius - Pagus > mallus: rachinburgii > scabini (schepenen) ⇒ De rechter is de gauwgraaf op het niveau van de pagus, de eigenlijke uitspraak gebeurt nog door het volk De sapientes werden ter plekke uit het volk geplukt → Dit wordt veranderd → = rachinburgii → dit wordt vervangen door scabini die vastbenoemd worden -

⇒ Ze gaan dus van een volksrechtspraak naar een rechtspraak die door de koning wordt georganiseerd en bestuurd -

De procedure - Openbaar: volksrechtspraak - Accusatoir - Het gebeurt mondeling - De bewijsmiddelen komen van getuigen en zijn irrationeel - Geen beroep mogelijk (je kan wel naar de koninklijke rechtbank gaan om een klacht neer te leggen → de zaak gaat dan terug naar de lagere rechtbank

-

Circa 1000 - Zijn ze van een volksrechtspraak → naar een rechtspraak gegaan - Ze zijn geëvolueerd van een personaliteitsbeginsel → naar een territorialiteitsbeginsel - De rechtsstandensysteem: iudicium parium-beginsel - De rechtspraak zit in de complexe kluwen van - kerkelijke rechtbanken - Leenhoven

-

schepenbanken (vrijen) en laatbanken (horigen) Juridische versnippering ~ politieke versnippering → ontstaan van duizenden gewoonterechtsstelsels

De rol van het volk in de rechtspraak wordt verminderd Iudicium parium → enkel door je gelijken beoordeeld worden Juridische versnippering komt overeen met de politieke versnippering

Frankische periode: recht -

-

Het recht is onveranderlijk De rechtsbronnen → gewoonterecht, capitularia Capitularia - Bewaren, herstellen, verbeteren en unificeren - Consensus van het volk - Capitularia legibus addenda → bewaren, herstellen en verbeteren - Capitularia per se scribenda → worden nieuwe dingen gecreëerd Na 900 → daling in de wetgevende activiteit

De frankische periode -

-

Hoe bestuderen de juristen het recht? → In de frankische periode was er geen rechtswetenschap Het rechtenonderwijs is de manier waarop je jurist wordt, welke opleiding moet je doorlopen → de nadruk ligt bij het klooster → De focus ligt bij het voorbereiden van mensen op het priesterschap Het is statisch en repetitief → het is niet de bedoeling dat je op zoek gaat naar nieuwe dingen Het doel is dat je komt tot de ene volmaakte waarheid (die van de bijbel)

Frankische periode: feodaliteit -

9e, 10e, 11e eeuw - Hoogdagen

-

het idee blijft overeind, maar het binden wordt fragmentatie

Fragmentatie - Frankisch erfrecht (Verdrag van Verdun, 843) - Invasies van Noormannen, Hongaren en Saracenen (9e, 10e eeuw) - Sterkte van de keizer / koningsfiguur sterkte van de hoofdleenmannen - lenen (inclusief gezagsrechten) worden erfelijk - het ontstaan van de onafhankelijkheid ⇒ Het feodaal doel zal verdwijnen

Vandaag: middeleeuwen -

De frankische periode → de vroege middeleeuwen (500-1000) De hoge en late middeleeuwen (1000-1500) → de renaissance van de 12e eeuw (1075-1225)

Europa omstreeks 1000 -

-

Bestuurlijke centralisatie Economische heropleving → er kwamen nieuwe landbouwtechnieken, … dit zorgde voor een overschot aan voedsel, wat weer leidde tot handel en dit leidde dan weer tot intellectuele en culturele bezigheden 12e-eeuwse renaissance - Herontdekking van Romeins recht - Uitbouw van de Corpus Iuris Canonici (de kerk bouwt een eigen recht uit) ⇒ het ontstaan van de Europese rechtswetenschap - Ontstaan van universiteiten - Herontdekking van Aristoteles - Ontwikkeling van de scholastiek → De scholastiek verwijst naar 2 elementen - De kenleer - De methodologie

Scholastiek: kenleer -

Eind 11e eeuw → epistemologie of kenleer

-

Anselmus van Canterbury (+1109): Credo ut intelligam Petrus Abelardus (+1142): Intelligo ut credam → hij is eerst heel populair totdat hij verliefd wordt op een intellectuele vrouw Thomas van Aquino (+1274) credo aut intelligo

Kenleer = een wetenschap die zich bezighoudt met de vraag hoe kom ik tot de waarheid? Hoe kom ik tot kennis? → Er is maar 1 manier om tot de waarheid te komen, namelijk de bijbel Er is geen plaats voor de menselijke rede → het geeft een plaats aan de rede om ook zo tot de waarheid te komen (dit gebeurt in stapjes): - Anselmus: dit is een kleine rol voor de rede → de rede is een aanvullend instrument, om de waarheid beter te begrijpen, tegenwerkingen te ontkrachten en te verdedigen (credo in de eerste plaats en intelligam op de tweede plaats - Abelardus: start vanuit de rede, zelf in vraag stellen dan beseffen hoe mooi de schepping van god is Het geloof komt op de tweede plaats → zijn geschriften worden verboden en wordt veroordeeld - Aquino: zet de 2 naast elkaar → ik geloof of ik beredeneer, de rede is een evenwaardige manier om tot de waarheid te komen net als het geloof De rede en het geloof brengen ons tot de enige echte waarheid als er een andere waarheid ontstaat is er een redeneerfout gemaakt Binnen de scholastiek is er plaats voor de rede

Scholastiek: methodologie -

Het doel is de waarheid vinden door de tegenstrijdigheden op te lossen Middel: logica en dialectiek - Sic et non-methode - Petrus Abelardus: sic et non (1130) - Gratianus: concordia discordantium canonum (1140) - = verzameling inclusief scholastieke methode → eenheid - Canoniek recht: wetenschap! - Glossa ordinaria van Johannes Teutonicus (+1245)

De belangrijkste verzamelingen zijn → decretum gratiani of concordia discordantium canonum van gratianu - Het is een basistekst voor de studie van het canonieke recht aan de universiteit - Het wordt ook geglosseerd, namelijk de glossa ordinaria van Johannes Teutonicus -

Liber decretalium extra decretum vaganticum (1234) Liber sextus (1298) Constitutiones clementinae (1314) Extravagantes van Johannes XXII (1325) ⇒ dit zijn boeken met de pauselijke wetten en deze worden

allemaal samen uitgevaardigd in het corpus Iuris Canonici (1582) ( → dit is het wetboek met al het kerkelijke recht: dit geldt van 1917 en wordt herzien in 1982) -

Het vigerend recht Kerkelijke rechtbanken (officialaten) Ratione personae:( → dit zijn personen die voor de rechtbank konden komen) clerus Ratione materiae:( → dit zijn de dingen die worden geregeld in de kerkelijke rechtbank) - zonden - sacramenten - ….

Zonder sacramenten zijn zaken die voor een kerkelijk rechtbank werd geregeld Het veld waarop de kerk speelt is niet onaanzienlijk Het bestaat uit 2 grote delen (namelijk het romeins en het canoniek) maar het is meer dan de som van die twee delen, het is dus ook wat de juristen met het recht gedaan hebben (geïnterpreteerd) en wat ze vonden in het canonieke recht → de studie heeft steeds een opinio communis doctorem opgericht (ook onderdeel van ius commune) Het is meer dan het romeins en canonieke recht

Ius Commune -

-

= het geleerde recht zoals dat aan de universiteiten bestudeerd en ontwikkeld werd - romeins recht + opinio communis doctorem (= de gemeenschappelijke mening van verschillende mensen - Canoniek recht Dus: meer dan de som van twee samenstellende delen...


Similar Free PDFs