Individueel verslag - debat rond vermarkting PDF

Title Individueel verslag - debat rond vermarkting
Author Sarina Kohnen
Course Bestuur Beleid en Organisatie van het werkveld
Institution Hogeschool Gent
Pages 4
File Size 57.5 KB
File Type PDF
Total Downloads 55
Total Views 146

Summary

Verslag over het bijgewoond debat over vermarkting voor het vak BBO...


Description

Sarina Kohnen (2B211)

Individueel verslag: BBO - debat rond vermarkting Op maandag 2 december vond het debat ‘Sociaal werk op de markt: winst of verlies?’ plaats op de hogeschool Gent. In dit verslag bespreek ik de discussiethema’s die mij het meest bij zijn gebleven, linken die ik heb gelegd met het interview van de sleutelfiguur, bedenking en mijn persoonlijke mening omtrent vermarkting Het zijn vooral de schrijnende voorbeelden en cijfers die bij mij zijn blijven hangen na het debat. Te beginnen bij het eerste thema (efficiëntie en effectiviteit in de zorg) dat inzoomde op de persoonsvolgende financiering. Het wordt verkocht als meer autonomie en keuzevrijheid voor de cliënt. Dit klopt, maar niet voor mensen met cognitieve stoornissen. Voor hun is het namelijk een grote drempel om zelf beslissingen te maken over het eigen zorgproces. De regie in eigen handen nemen is voor hun een stap te ver en zij hebben wel nood aan extra ondersteuning. Daarnaast zit er ook een addertje onder het gras voor de mensen die wel de regie in eigen handen kunnen nemen. Zij krijgen dan wel meer vrijheid vanuit de visie van empowerment maar dit wordt belemmerd door het puntensysteem. Als puntje bij paaltje komt kiezen de organisaties zelf met welke cliënten zij in zee gaan. Want bepaalde mensen leveren hun meer resultaten op. De regie die men in eigen handen heeft wordt hier ingeperkt door het fenomeen van cherry-picking Een gevolg hiervan is dat bedden leeg staan terwijl er maar liefst 14000 wachtende zijn. Bedden die wachten op cliënten met bepaalde scores die financieel gezien voor de organisatie aantrekkelijker zijn. Dit creëert ellelange wachtlijsten met mensen die worden uitgesloten door dit systeem. Wachtlijsten die zouden moeten worden aangepakt door het beleid. Maar deze zeggen hier geen budget voor te kunnen vrijmaken. Er zullen alleen maar meer mensen op de wachtlijsten stranden, wachtende op hulp die uit geen enkele hoek komt. Bovendien kondigde het beleid dan ook nog aan dat de persoonsvolgende financiering zal uitgebreid worden naar jongeren en senioren. Als de persoonsvolgende financiering voor meerderjarigen al niet genoeg problemen met zich meebracht, zal de uitbreiding dat zeker wel doen. De meest opvallende uitspraak vond ik die van Lise omtrent de controle van woonzorgcentra. Daaruit bleek dat 14 van de 15 woonzorgcentra op de zwarte lijst, commerciële woonzorgcentra zijn. Efficiëntie daar draait alles rond bij de commerciële woonzorgcentra. De kwaliteit van de zorg lijdt onder de winst die men wil maken. En de mensen die ervoor betalen voelen zich in het zak gezet. Het wordt verkocht als een mooi luxeplaatje maar meer is minder waar. De bedrijven willen winst maken en dat is hun hoofddoel. Er wordt op alle mogelijke vlakken bespaard. En dit brengt de kwaliteit van de zorg erg in gevaar. 85% van de kosten zijn personeelskosten dus vanuit het marktgericht denken is dit het eerste aspect waarop bespaard wordt. Er is steeds minder personeel en de druk wordt hen veel te zwaar. Zo kan het personeel enkel nog de basiszorg verlenen maar tijd maken voor de cliënt

Sarina Kohnen (2B211) is uit den boze. Ook op eten wordt bespaard namelijk met de 3 euro maaltijden. Het eten is niet voedzaam en uit onderzoek blijkt dit gepaard te gaan met ondervoeding. Pampers worden pas ververst als deze voor 75% vervaardigd zijn. Koffie wordt tot op de centiliter afgemeten. Schrijnende omstandigheden die de ogen doen open gaan. Wie wil hier zijn ouders zorgeloos hun laatste dagen laten spenderen. Een ander voorbeeld van Lise dat bij mij is blijven hangen ging omtrent de tendering van G4S in Birmingham. Een van de grootste gevangenissen in Engeland werd via een privécontract uitgebaat door G4S. Dit bleek echter uit te lopen op een groot schandaal. Er werd een controle uitgevoerd en de gevangenis bleek in crisissituatie te verkeren. De cipiers werkte in angst en sloten zich op tijdens hun werkuren. Hierdoor konden de gevangen ongestraft hun gang gaan. Drugs, geweld en vloeken waren de dagelijkse activiteiten van de gevangenen. Daarnaast was de ruimte zeer onhygiënisch. Er liepen ratten rond, uitwerpselen en bloed op de muren. Gewoonweg een schrijnende situatie waardoor de staat zich geroepen voelde om de gevangenis terug in eigen handen te nemen. Ook de uitbesteding van de daklozenopvang in Antwerpen aan G4S bleek op een flop uit te draaien. Toch zien we vandaag de dag nog sociaal werk dat gerund wordt door de private profit sector, zoals G4S dat de nachtopvang in Hasselt uitbaat. Het tweede thema (Winst of voor de mensen) dat inzoomde op de tendering toestanden in Antwerpen, was dan ook iets dat ik herkende door het interview met onze sleutelfiguur. Ons interview met Geert Schuermans ging dan ook volledig over de vermarkting van het buurtwerk. Net zoals de panelleden was Geert Schuermans vrij negatief ingesteld op het vermarkten van buurtwerk. G4S heeft als hoofddoel winst maken en het sociale is daartoe het middel. Maar ‘goed’ sociaal werk of sociale impact spelen geen rol. Winst is nodig om te functioneren maar sociale impact en de mensenrechten horen het hoofddoel te zijn. Dit kan men niet bereiken met bedrijven die starten vanuit het marktprincipe. Daarnaast brengt tendering onzekerheid voor de organisatie en personeelsleden met zich mee. Een tendens die we ook zien voorkomen in het eerste thema waarbij organisaties afhankelijk zijn van hun subsidies door het puntensysteem. Maar voor de overheid is contracten aangaan met de markt een vergemakkelijking aangezien deze bedrijven geen kritische stem hebben zoals het sociaal werk. Toch moet kwaliteit van zorg voor de mensen gegarandeerd blijven en door in zee te gaan met de markt is dit niet het geval. Multinationals als G4S werken vanuit efficiëntie en wanneer de winst niet gehaald kan worden zal er geknipt worden in de dienstverlening. Dit zorgt uiteindelijk niet enkel voor onzekerheid bij de organisatie en het personeel zelf maar ook bij de cliënten die al jaren over de vloer komen. Dit zag Geert Schuermans ook gebeuren bij buurtwerking Dinamo. Voor de bezoekers was dit als een tweede thuis. Ze hadden sterke

Sarina Kohnen (2B211) vertrouwensbanden met het personeel. Voor hun zouden veranderingen binnen de organisatie hetzelfde betekenen als hun tweede thuis verliezen. Hoe we het ook draaien of keren de toekomstig ziet er op financieel vlak niet rooskleurig uit voor het sociaal werk. Yasmine haalde dan ook aan dat met de besparingen en de vooruitzichten, sociaal ondernemerschap een belangrijke factor wordt. Geert stond hier niet om te springen. Hij was wel voorstander van zich communicatief sociaal ondernemer te noemen aangezien dit meer deuren opent. Maar ziet in de praktijk veel risico’s. Het doel van sociaal werk blijft rechten opbouwen en dit kan gegarandeerd worden via de overheid. De markt daarentegen creëert cliënten. Volgens hem kan de markt als een omweg gebruikt worden als men altijd het doel van rechten opbouwen voor ogen blijft houden. Deze manier van werken vergt veel kennis en men moet goed weten waar men mee bezig is. Duidelijke taal die ik herkende bij Yasmine. Voor haar is het hoofddoel sociale impact. Sociaal ondernemerschap en innovatie moeten voortvloeien uit de mensenrechten. Winst is enkel nodig voor te functioneren. Hierbij hecht zij belang aan het onderwijzen van ondernemerschap in de opleiding sociaal werk. Hier heb ik echter mijn bedenkingen bij. Ik ben het ermee eens dat sociaal ondernemerschap van belang is. Hoe het ernaar uitziet zullen de besparingen als maar erger worden. Sociaal ondernemen kan voor sociaal werk een manier zijn om dit probleem op te vangen. Het beleid hoort de stem van het sociaal werk niet. Om niet bij de pakken te blijven zitten, zie ik sociaal ondernemerschap als aanpassen aan een beleid dat als maar meer gaat besparen op zorg en sociaal werk. Zowel Luc en Yasmine waren het erover eens dat ondernemen en management tools ogenomen moeten worden in de opleiding sociaal werk. En net daar heb ik mijn bedenkingen over. Er zou inderdaad een basiskennis van ondernemen opgenomen kunnen worden in het vak economie. Maar er kan niet verwacht worden dat elke sociaal werker afstudeert met de visie sociaal ondernemend aan de slag te gaan. Ondernemen vergt een bepaalde ‘feeling’ die niet iedereen kan worden aangeleerd. Voor studenten die deze feeling hebben of graag vanuit deze visie aan de slag willen gaan, moet er een mogelijkheid bestaan om ondernemen op te nemen in sociaal werk. Vandaar gaat mijn voorstel als volgt, een basiskennis ondernemen in het vak economie en een context sociaal ondernemerschap in het 3de jaar voor zij die dit willen kiezen. Ten slotte had ik ook mijn bedenkingen over de minimumvoorwaarden waaraan men zich in sociaal werk moet houden. Zowel bij het tweede thema als het eerste thema had ik deze bedenking. Bij tendering is er sprake van controle op de vermarkting en vooropgestelde minimumvoorwaarden. Alles verloopt volgens het boekje, maar toch blijkt in de realiteit dat het niet werkt. En de overheid merkt dat pas als het al fout gelopen is.

Sarina Kohnen (2B211) Ook bij commercialisering van de woonzorgcentra zijn er vooropgestelde minimumvoorwaarden. Bijvoorbeeld het verplicht minimumaantal werknemers tijdens de nachtdienst. Bij controle blijken de gecommercialiseerd woonzorgcentra volgens het boekje te werken. Maar in de praktijk is dit anders. Het minimumaantal betekent niet ‘genoeg’ werknemers om kwaliteitsvolle zorg aan te bieden. Vandaar dat ik bedenkingen heb bij de minimumvoorwaarden die de overheid opstelt. Moeten deze verhoogd worden om sneller wantoestanden aan de kaak te kunnen stellen. Ik stond zelf zeer negatief tegenover vermarkting. De analyse in groep heeft mijn mening hierover ook niet genuanceerd. Het debat daarentegen heeft me enkele positieve ideeën bijgebracht zoals het sociaal ondernemerschap en tendering door een combinatie van middenveld en markt. Ik stond open voor mogelijke positieve kanten van vermarkting maar steeds met een kritisch oog. En na het debat en de reeks werkcolleges heb ik niet het gevoel dat mijn mening verschoven is. Yasmine heeft me daarentegen wel beïnvloedt om het belang van sociaal ondernemen in te zien. Het kan geen kwaad om sociaal ondernemend te zijn zolang men de visie van het sociaal werk als hoofddoel blijft zien, namelijk mensenrecht. Het debat heeft mij vooral veel kennis en visie bijgebracht. Daar waar het voor mij nog moeilijk was om het abstract idee van vermarkting te kunnen ‘vastpakken’, heeft het debat mij helderheid gebracht. Ik stond open voor nieuwe kanten van vermarkting te leren kennen waaronder ook de eventueel positieve kant. Toch was deze kant voor mij persoonlijk niet gedreven genoeg aanwezig om mij van mening te doen veranderen. Daarentegen heeft het debat mij wel aan het denken gezet over de toekomst van sociaal werk....


Similar Free PDFs