Leesportfolio (meester mitraillette & En toen waren er nog maar...) PDF

Title Leesportfolio (meester mitraillette & En toen waren er nog maar...)
Course Nederlands
Institution ASO
Pages 11
File Size 283.3 KB
File Type PDF
Total Downloads 70
Total Views 139

Summary

Boekbesprekingen van de boeken:
- meester mitraillette
- En toen waren er nog maar......


Description

Inhoudstafel

1 Literatuuractua.......................................................................................3 2 Structureel – analytische opdracht: Meester Mitraillette................................4 3 Ervaringsvlog: En toen waren er nog maar…, Agatha Christie......................11 4 Bibliografie...........................................................................................11

1 Literatuuractua

2 Structureel – analytische opdracht: Meester Mitraillette Voor deze mondelinge opdracht heb ik samengewerkt met Nina Leeuwerck, Jona Masschelein en Flore Vandeweghe. Wij tonen aan hoe Jan Vantoortelboom aan

3

de hand van verschillende technieken erin slaagt om in deze roman een zekere spanning op te bouwen. Hieronder vind je onze schriftelijke neerslag. De structuur van het verhaal De roman ‘Meester Mitraillette’ begint aangrijpend. Het hoofdpersonage David Verbocht staat voor het vuurpeloton, klaar om gefusilleerd te worden. Als lezer vraag je je af waarom hij zich in deze situatie bevindt en of hij effectief zal sterven. Deze cliffhanger grijpt meteen de aandacht en maakt je benieuwd naar het vervolg. Na de cliffhanger uit het eerste hoofdstuk krijg je een voortdurende afwisseling tussen hoofdstukken die zich in het heden en in het verleden afspelen. Je wordt als lezer geboeid door spannende verhaallijnen die zich in beide tijdspannes afspelen. Door deze niet-chronologische structuur moet je telkens een paar hoofdstukken geduld uitoefenen om de ontknoping van die verhaallijnen te kennen. Deze retarderingen zorgen voor de nodige spanning. Het verhaal is ook anders opgebouwd dan verwacht. De titel is ‘Meester Mitraillette’ en zowel de korte inhoud als de cover verwijzen naar de oorlog. Het eerste hoofdstuk begint meteen op het slagveld. In de bijna tweehonderd bladzijden die daarop volgen, wordt er echter met geen woord meer gerept over de oorlog. Hierdoor is het voor de lezer niet duidelijk waar de auteur met het verhaal naartoe wil. Pas in de laatste dertig bladzijden gaat de auteur dieper in op de oorlog en kom je te weten waarnaar de titel ‘Meester Mitraillette’ verwijst. Deze structuur draagt bijgevolg ook wel bij tot spanning, want je blijft je als lezer de vraag stellen waar de titel vandaan komt. Het laatste hoofdstuk sluit volledig aan op het eerste. David staat nog altijd voor het vuurpeloton en denkt aan alle mensen die hem dierbaar geweest zijn.

De veteranen kijken toe. Achter hen de winterse zon. Ik buig mijn hoofd en sluit mijn ogen. Ik denk aan de rust en de schoonheid van de dieren die zich aan mij hebben getoond. Ik denk aan vader en moeder, aan ons gezin van vroeger. Aan Marcus. Godelieve. Myrtha. Aan Rattekop. [CITATION Van14 \p 271 \l 1043 ]

4

Deze cyclische structuur die in het begin wel voor spanning zorgde, stelt op het einde wat teleur. Je krijgt als lezer geen bijkomende informatie meer en je wacht als lezer opnieuw op het fatale schot dat ook hier niet komt. Tijdsaspect Tijd is in deze roman een belangrijk element dat voor spanning zorgt. Zoals reeds vermeld is er een voortdurende afwisseling tussen hoofdstukken over de ‘jonge’ en de ‘oude’ David. Vooral in de eerste hoofdstukken is deze voortdurende afwisseling frappant en dit zorgt voor literaire spanning. Net als je denkt antwoorden te krijgen over Davids verleden, springt het verhaal terug naar het heden. Een duidelijk voorbeeld hiervan is de dood van Davids broertje Rattekop. Als lezer ben je natuurlijk heel nieuwsgierig en wil je weten hoe en waarom Rattekop gestorven is. In de flashbacks kom je beetje bij beetje meer te weten over wat er zich heeft afgespeeld.

Misschien met lijk en al door de spleten in de traptreden naar beneden stuiken,

een

postume

schedelbreuk

en

hersenbloeding

in

mij

veroorzakend, zodanig dat er bloed uit mijn oren zou sijpelen. Door mijn haar. Net als bij Rattekop. [CITATION Van14 \p 29 \l 1043 ]

Dan springt het verhaal weer abrupt naar het heden en blijf je als lezer op je honger zitten. Dit is enerzijds zeer frustrerend voor de lezer, maar tegelijkertijd maakt dit het verhaal net spannend. Een ander voorbeeld is het hoofdstuk waarin David samen met Rattekop het bos in trekt. David wordt aangevallen door een gevaarlijke, losgeslagen hond en hij wordt gered door de mysterieuze Myrtha. Ze neemt Rattekop en David mee naar haar huis en vertelt dat ze een verrassing voor Rattekop heeft.

‘Kom nog maar eens terug,’ zei ze tegen hem. ‘Ik heb nog een verrassing voor je.’ Rattekop en ik waren blij met deze uitnodiging, zeiden tegen haar dat we dat zeker zouden doen. [CITATION Van14 \p 119 \l 1043 ]

5

Vier hoofdstukken lang moeten we geduld uitoefenen vooraleer we ontdekken welke verrassing Myrtha in petto heeft. Naarmate het verhaal vordert, nemen de flashbacks af en gaat het meer en meer over Davids leven als volwassene. Slechts af en toe vernemen we nog iets over de jonge David. Toch komen net op dat moment de twee tijdspannes plots samen in een climax. Dit hoogtepunt speelt zich af tussen de pagina’s 211 en 218. We ontdekken het geheim van de dood van Rattekop en we maken mee hoe Marcus op tragische wijze aan zijn einde komt. Als lezer hebben we lang naar deze momenten toegeleefd en plots krijgen we in een zevental pagina’s de volledige ontknoping. Na deze hoofdstukken valt de spanning wat weg. De auteur maakt vanaf dan ook veelvuldig gebruik van versnellingen. David komt in het leger terecht en de weken, maanden vliegen voorbij. ‘Twee weken later bevond ik mij aan het front, in het gezelschap van andere goddeloze mannen.’[CITATION Van14 \p 247 \l 1043 ] Een andere belangrijke techniek om spanning te creëren, is het tijdstip waarop het verhaal zich afspeelt. David gaat vaak wandelen en dit gebeurt meestal bij valavond of ’s nachts.

Een eind voor het midden van de dreef was ik er echter zeker van dat ik een schaduw voorbij het vensterlicht zag flitsen. Misschien een vleermuis. Of een nachtuil. Een benauwdheid bedrukte me opeens hier midden in de dreef. [CITATION Van14 \p 164 \l 1043 ] Ruimte Veel ruimtes die in deze roman aan bod komen, dragen bij tot spanning. Dit gebeurt al meteen in het eerste hoofdstuk waarin David vermoord wordt. Het veld waarin hij staat om gefusilleerd te worden, wordt nauwkeurig beschreven. Zijn gevoelens in combinatie met de details over deze ruimte, zorgen meteen voor een akelige sfeer. Je voelt dat de auteur de spanning opbouwt.

6

De grond is koud. Ik beleef een tijdloosheid die ik nooit eerder heb meegemaakt, voel hoe de ochtenddauw langzaam in de stof van mijn broek kruipt en lauw wordt. Aan het einde van deze ochtend ben ik zo koud als de aarde, als de rijp op de takken van de beuk. [CITATION Van14 \p 7 \l 1043 ] David maakt vaak wandelingen in Elverdinge. Dit doet hij meestal in verlaten straten, bossen of langs kleine paadjes. Die worden op hun beurt uitgebreid beschreven. Ook de weersomstandigheden spelen hierbij een belangrijke rol. Vaak wordt slecht weer zoals regen, donder en bliksem gecombineerd met verlaten locaties. Dit creëert een bepaalde sfeer. Je voelt dat er iets te gebeuren staat. ‘Het was donker. Het miezerde en we hadden allebei geen goesting in deze dialoog.’ [CITATION Van14 \p 129 \l 1043 ] Eén van de spannendste fragmenten uit het boek is wanneer boer Verschoppen op zoek gaat naar zijn zoon Marcus en bij David komt aankloppen. David hoort gebonk en wanneer hij naar beneden wil gaan, valt hij van de trap. Hij is even buiten westen. Wanneer hij weer bij bewustzijn is, merkt hij dat hij bloedend op een stoel zit en dat boer Verschoppen samen met drie gendarmes in de ruimte aanwezig is. De uitvoerige beschrijving van al deze elementen is eerder literaire spanning, maar de gebeurtenissen zijn avontuurlijke spanning.

De woorden bevatten meer lucht dan klank. Mijn lip was gezwollen en toen ik met mijn vinger langs mijn tandenrij gleed, merkte ik dat er een ontbrak. Een gendarme daalde voorzichtig de trap af. ‘Boven is hij niet.’ ‘Wat is er aan de hand?’ vroeg ik. De greep rond mijn schouders verstevigde. [CITATION Van14 \p 215 \l 1043 ] Het einde van het verhaal speelt zich af tijdens de oorlog. Oorlog creëert ruimtes die uiteraard ook voor de nodige spanning zorgt. Bom vier versplinterde de boom achter ons en onder een regen van houtschilfers, schors en bast strompelden we naar onze troep. Dat was het einde van veteraan Alois. Een stuk metaal had zich dwars door zijn onderbuik geboord. [CITATION Van14 \p 253 \l 1043 ] Schrijfstijl

7

Jan Vantoortelboom heeft een vlotte schrijfstijl. De grote lijnen van het verhaal zijn makkelijk te volgen en dit komt door het gebruik van eenvoudige woorden en gedetailleerde beschrijvingen. Door het gebruik van korte zinnen bouwt de auteur spanning op in de hoofdstukken zelf. Zo is er het moment waarop David beseft dat Marcus in de vijver is terechtgekomen en hij op zoek gaat naar hem. Door die korte zinnen en door oneindig in te gaan op details duurt het enorm lang voordat we de ontknoping kennen.

De laatste muur. Achter de kerk. Zigzaggen tussen de kruisen en grafzerken. Achter de kapel waarin lichamen lagen te verstoffen. Het was en verdomd hoge muur. Mijn vingers bloedden. Ik verloor mijn greep twee keer. Opnieuw. [CITATION Van14 \p 217 \l 1043 ] De spanning wordt ook opgebouwd door informatie achter te houden. Hierdoor creëert Jan Vantoortelboom veel open plekken in het verhaal. Dit is onder andere het geval bij de dood van Rattekop. ‘Toen zag ik het liggen. Het pistool naast zijn hand. Zijn vingers trokken samen, strekten krampachtig.’ [CITATION Van14 \p 213 \l 1043 ] De auteur spreekt zich niet uit of het over zelfmoord of een ongeval gaat. Als lezer denk je dat het antwoord nog volgt en blijf je geboeid verder lezen. Het levendig taalgebruik van de auteur maakt het lezen aangenaam. Zijn liefde voor de natuur komt heel vaak tot uiting. Door zijn gedetailleerde beschrijvingen en vergelijkingen krijg je een perfect beeld van de omgeving. Tegelijkertijd slaagt hij erin om hiermee spanning op te bouwen, want je voelt meteen dat er iets te gebeuren staat.

Er woei een harde wind door het bos. Het contrast tussen de bladloze, zwiepende takken van de boomkruinen en het struikgewas dat grotendeels groen bleef, was onwerkelijk. Alsof het bos omgekeerd stond en de kale takken van de bomen de wortels waren. [CITATION Van14 \p 137 \l 1043 ]

8

Vaak gebruikt Jan Vantoortelboom ook dieren om de gevoelens van de personages op te projecteren. Een heel mooi voorbeeld hiervan is wanneer David meneer pastoor ontmoet. Je voelt de spanning bij David, maar de auteur beschrijft die gevoelens aan de hand van de torenvalk.

Mijn ogen gleden naar de torenvalk die nu als een steen uit de lucht viel. Op een bizarre manier voelde ik haar hart bonzen achter haar borstbeen, het bloed door haar aderen racen, hoorde ik de ruisende wind in haar veren, zag de klauwen en bek in een dodelijk verbond klaar om toe te slaan. [CITATION Van14 \p 244 \l 1043 ] De auteur slaagt er met zijn beschrijvende stijl ook erg goed in om de karakters van zijn personages in de verf te zetten. Aan de koele, brute manier waarop hij boer Verschoppen beschrijft, voel je dat deze snode plannen heeft met David.

Haar vent is boer Verschoppen. Past op voor hem. Een echte jaloersen buk. Hij heeft eerst nog in ’t leger gediend. Tot officier geschopt zelfs, vroeger.[CITATION Van14 \p 51 \l 1043 ] Het kopje leek breekbaar in zijn greep. Zijn vinger paste niet door het oor. [CITATION Van14 \p 105 \l 1043 ]

Hetzelfde gevoel krijg je ook bij meneer pastoor. Hierdoor trekt ook dit personage je aandacht en wordt de spanning alsmaar groter.

‘We zullen u dus nooit in de kerk zien?’ vroeg hij. Ik schudde mijn hoofd. Toen viel er een stilte en in de nissen die zijn kleine ogen werden, zag ik het laatste restje licht schielijk wegvluchten. [CITATION Van14 \p 130 \l 1043 ]

Vertelstandpunt In deze roman is er een sprake van een belevende ik-verteller. Dit houdt in dat het hoofdpersonage David zelf alles beleeft. In het verhaal komt het woord ‘ik’ dan ook ontelbaar keer aan bod. 9

Ik werd bang. Ik liep achteruit, terug het water in, mijn ogen gericht op dat grauwe gezicht. Tot het zeewater me aan de lippen stond, maar ik toch verderging, om te verdrinken. Toen schoot ik wakker, in een grijzende duisternis, snakkend naar adem. Na enkele verdwaasde seconden hoorde ik de kat weer janken. [CITATION Van14 \p 30 \l 1043 ] Een belevende ik-verteller zorgt automatisch voor spanning, want als lezer ben je volledig afhankelijk van hem. Zo kan hij onderwerpen aansnijden en maar mondjesmaat informatie vrijgeven. Dit is onder andere het geval met de dood van Davids broertje, maar ook met zijn liefde voor Godelieve. Je merkt dat David gevoelens heeft voor Godelieve en tot het einde van het verhaal vraag je je af of de liefde tussen hen zal openbloeien.

Ze keek me aan, hield haar hoofd schuin. Toen zei ze dat ik er anders uitzag dan vroeger. Mijn hand lag nog steeds toegedekt onder de warme sprei van haar vingers. Ze boog voorover, kwam zo dicht dat ik de kloofjes in haar lippen zag, haar adem rook: munt met een zweem zoetigheid. [CITATION Van14 \p 231 \l 1043 ] Doordat het een belevende ik-verteller is, blijft het einde ook uit. Wordt David effectief gefusilleerd? Als lezer veronderstel je van wel, maar absolute zekerheid heb je niet. Het feit dat hij plots zwijgt, zegt misschien wel alles.

3 Ervaringsvlog: En toen waren er nog maar…, Agatha Christie Toen ik een boek uit de lijst moest kiezen, viel mijn oog plots op de misdaadauteur Agatha Christie. Ik ben fan van thrillers, maar ik moet toegeven 10

dat ik nog geen enkel boek van de ‘Queen of Crime’ gelezen had. Daarom besloot ik om voor mijn ervaringsvlog haar bestverkochte roman ‘En toen waren er nog maar…’ te lezen. Het bleek de perfecte keuze te zijn, want nog nooit eerder heb ik een boek zo snel verslonden als dit. Dit is de link naar mijn vlog:

4 Bibliografie Christie, A. (2014). En toen waren er nog maar... Amsterdam: Dutch Media Books. van Barneveld, M. (2012, oktober 12). En toen waren er nog maar... - Agatha Christie. Opgeroepen op februari 28, 2020, van hebban.nl: https://www.hebban.nl/recensie/mike-van-barneveld-over-en-toen-warener-nog-maar Vantoortelboom, J. (2014). Meester Mitraillette. Antwerpen: Atlas Contact.

11...


Similar Free PDFs