Oedipus en het verhaal er rond PDF

Title Oedipus en het verhaal er rond
Course Klassieke mythologie
Institution Universiteit Gent
Pages 7
File Size 162.4 KB
File Type PDF
Total Downloads 60
Total Views 131

Summary

Samenvatting van les over Oedipus...


Description

Klassieke mythologie Oedi pus 1. Inleiding  Tragedie van Sophocles: Oedipus de koning (van Thebe)  Sfinx verslagen en oplossing voor raadsel gevonden (de mens): beloond met koningschap van Thebe  Vader gedood en met moeder getrouwd→komt aan het licht en leidt tot ondergang van Oedipus  Grote impact op moderne tijden en nog steeds relevant: thema’s waar we nog steeds niet klaar mee zijn  Limieten van menselijke kennis en het kunnen v/d mens: in hoeverre in staat om controle te hebben over ons eigen lot?  Thebe: pest breekt uit en heel veel slachtoffers  Oedipus moet dit oplossen: belooft aan onderdanen dat hij de redder zal zijn  Ontstaan op moment in geschiedenis waarin men op een scharnierpunt zit  5e en 4e eeuw v.C.: tragedie bloeit in Athene + overgang tss mythisch denken en tijd waarin mythe achter zich gelaten wordt  Mensbeeld ontstaan waarvan wij nu nog steeds de erfgenamen zijn  Mens niet noodzakelijk speelbal van goden: meer nadruk op mens zelf en maat van alle dingen die zijn eigen lot bepaald  Grens van menselijke mogelijkheid om zelf het heft in handen te nemen  Freud en psychoanalyse: Oedipuscomplex  In welke mate kunnen wij onszelf als mens kennen? In welke mate kunnen wij baas zijn van onze eigen geest?  Psychoanalyse als voortzetting v/h mythisch denken: Oedipusverhaal opnieuw vertellen op eigen manier dat een zoeken is naar het defini5ren v/d mens

2. Alain De Botton over de meritocratie

 Oedipus: zijn wij de meester van ons eigen lot?  Ted Talk: succes en falen, ‘infortunatus’ en de tragedie  Meritocratie: samenleving waarin je eigen ‘verdienste’ bepalend is voor de plaats die je inneemt in de sociale hi5rarchie  Niet mensen aan de macht die rijk geboren worden maar mensen die goede resultaten boeken zullen stijgen  Je krijgt wat je verdient  Nog niet zo van zelfsprekend: impliciet idee vaak aanwezig in politieke discours  mensen krijgen wat ze verdienen (cf. sociale zekerheid)  Goed: iedereen vertrekt met gelijke kansen  Slecht: wie faalt, wordt hard beoordeeld  Probleem: wie faalt, wordt daar vaak genadeloos op afgerekend (en is een ‘loser’ i.p.v. een ‘infortunatus’)  Fortuna: lot die wordt voorgesteld met rad dat lukraak kan stoppen →je kan dus ook pech hebben  Expliciet: geboren worden met slechte gezondheid  Impliciet: opgegroeid in arm gezin met minder gezond eetpatroon  Paul Verhaege: als je een goed leven wilt leiden, moet je eerst kiezen voor goede ouders want dat is allesbepalend (cf. Oedipus)

1

Datgene wat je kan, wie je zal zijn, is vaak bepaald voor je er zeggenschap over hebt  Limiet op controle die mens over zijn eigen leven kan verkrijgen  Nadelen meritocratie:  Envy(jaloezie):wij willen allemaal wat persoon x bereikt want we zijn gelijk  Statusangst: als iemand iets bereikt, gaan we ervan uit dat dat zijn eigen verdienste is  Vraag van Alain de Botton: klopt het wel dat we ons eigen leven bepalen? Kunnen we iemands verdienste wel ooit juist inschatten?  Antwoord: het meelevende denkkader dat de Griekse tragedie ons biedt is een belangrijke aanvulling op ons modern denkkader over vrijheid, verantwoordelijkheid, falen en succes  Held die typisch gesproken iets beter is dan de gemiddelde mens (Oedipus)  Held zal diegene zijn die bij uitstek niet het eigen overzicht had over zijn leven en niet wist waarmee we bezig zijn  mededogen: zelfs iemand van goede wil, kan falen omwille van omstandigheden die hij/zij niet in handen heeft  krachten vaak goden of lot genoemd  Daimoon: godheid in Grieks (cf. demon)  iemand kan persoonlijke daimoon hebben en dat zijn alle mogelijke krachten die je met je meedraagt en niet kan beheersen  Iets wat zich niet laat kennen, maar wat wel eist dat je het ernstig neemt  Bv. Oedipus: verleden dat hij niet kan zien  Aftasten via verhaal waar grenzen liggen en hoe we ermee om kunnen gaan 

3. Voorafgaand aan Sophocles  Oedipus al bekend voor Homerus maar in andere versie: 

“En ik zag Oedipus’ moeder, de beeldschone vrouw Epikaste, die zonder erg met haareigen zoon was getrouwd en zo ernstig kwaad had begaan. Nadat hij zijn vader gedood had, huwde hij haar. Gauw maakten de goden dat bekend aan de mensen. Door het noodlottig besluit van de goden in droefheid gedompeld, bleef hij in het lieflijke Thebe over de Cadme5rs regeren. Zij echter ging naar de woning van Hades, de doodspoortbewaker, toen zij een strop aan de zolder geknoopt had en, door leed overweldigd, zich had verhangen. Hem liet zij achter in alle ellende die de godinnen der Wraak van een moeder haar zoon kunnen brengen.” (Odyssee, 11, 271-280)

 Katabasis van Odysseus: schimmen van vroegere helden en vrouwen (moeder van Oedipus)  hier Epikaste en niet Jokaste  Verschillen met Sophocles: onderstreepte elementen  Oedipus ZELF gaat op zoek naar waarheid  Eens de waarheid aan het licht komt, steekt Oedipus zijn eigen ogen uit en gaat weg als banneling uit Thebe  Typische elementen uit folkloristische heldenverhaal  Kind dat te vondeling wordt gelegd, buiten zijn geboortestad opgroeit, een monster doodt, een prinses huwt en koning wordt (cf. Perseus: hoofd van Medusa en zeemonster)  Gebaseerd op initiatierite: jongeling = weggaan uit geboortedorp om naam te maken in een andere stad om dan als volwassene met wereldkennis terug te keren (cf. Itali5reis)

2



Pervertering: normale initiatierite loopt hier fout

 Oedipus: doodt de Sfinx en krijgt daarvoor een bruiden koninkrijk  In sommige versies: Oedipus doodt Sfinx op een normale manier, door te vechten  echt heldenverhaal (transformatie van verhaal?)

4. Als 5de eeuwse tragedie: Oedipus Tyrannus (439) van Sophocles

 Bepaalt vorm waarin Oedipus mythe het collectieve geheugen in zal gaan  Één v/d belangrijkste mythes voor moderniteit: "Oedipus is the only Greek hero of whom it could be said that he is as much post-classical as classical" (Edmunds p. 10)  Trilogie met Oedipus te Colonus en Antigone: 2 vervolgverhalen  Oedipus Rex/Tyrannus: Oedipus komt te weten dat hij moordenaar van eigen vader is en moeder gehuwd heeft‚Üíverbanning uit Thebe  Oedipus te Colonus: hoe Oedipus als zwerver in Athene terechtgekomen en uiteindelijk opgenomen wordt in heilig schrijn van Euminiden (wraakgodinnen)  Wraakfiguur van Oedipus heilig verklaard  Antigone: dochter van Oedipus die geboren is uit incest  Begeleid Oedipus in zijn ballingschap en gaat terug naar Thebe  Broers gevochten om troon: ene andere gedood en weigert broer te begraven  Antigone tegen wetten van stad in: begraaft broer wel

Sophocles' (tragische) inbreng? Benadrukt de onderling verbonden 3 thema's  1. Ironische omkering 

"The character of Oedipus in all his dimensions-social, religious, human-is the reverse of what he appears at the head of the city. The Corinthian stranger is in reality a native of Thebes; the decipherer of riddles, a riddle which he cannot decipher; the judge, a criminal; the clairvoyant, a blind man; the savior of the city, its damnation. Oedipus, he who for all is renowned (8), the first of men (33), noblest of men (46), the man of power, of intelligence, of honors, of wealth, finds himself the last, the most unhappy (1204-6, 1296 ff., 1396 ff.), and the worst of men (1365), a sinner (1398), a festering foulness (1396), object of horror to his equals (1306), hated by the gods (1345), reduced to beggary and exile (455, 518).” (Vernant p. 479)

Ironie: paradoxale aard van werkelijkheid zelf beschrijven Oedipus dubbelzinnig figuur op alle mogelijke manieren Ironie in dialogen: iemand denkt iets te weten, maar omgekeerde is waar  2. Zien vs. Blindheid  Oedipus heeft een goed inzicht door raadsel van Sfinx op te lossen >< weet de waarheid niet over zijn ouders en eindigt als blinde  Twistgesprek met blinde waarzegger Tiresias: “De waarheid heeft kracht, maar niet bij jou, want je bent blind van oren, geest en ogen. [...] Jij wordt slechts door duisternis gevoed, zodat je mij of iemand anders die het licht ziet nooit kan schaden.” (OT 370-375)  Oedipus en Tiresias zijn spiegelbeelden van elkaar maar staan dicht bij elkaar  Onderdanen vragen Oedipus om pest op te lossen: schoonbroer Creon naar orakel van Delphi gestuurd‚ÜíApollo zei dat pest straf is omdat ze nooit moord op vroegere koning Laos gestraft hebben en Tiresias kan hierbij helpen maar wil geen extra info geven   

3

Oedipus beschuldigt Tiresias van jaloezie etc. waardoor Tiresias in raadsels te kennen geeft dat Oedipus zelf het probleem is Dialoog tss Oedipus en Tiresias (Pasolini's Oedipus Rex) = bedoeld als opvoering Tragische ironie dat Oedipus zelf ziende blind is en uiteindelijk zoals Tiresias een 'blinde ziener' zal worden (Oedipus te Colonus) Goddelijke macht vs. menselijke (on)macht Oedipus als semi-goddelijke figuur voor de Thebanen  Hubris (hoogmoed) = denken dat je gelijke van goden bent  straf  Subtiel in Oedipus: zelfverzekerd en aanvaard welwillend Thebanen die hem semi-goddelijk noemen  voorbode van onheil Autoriteit van Oedipus vs. Tiresias  Oedipus meer kracht door oplossen van Sfinx raadsel dan ziener Tiresias Geloofwaardigheid van orakels (cf. OT Iocaste's kritiek op orakels 707, Koorzang 895 e.v.)  belangrijk deel van geloofssysteem = hier in twijfel getrokken Oedipus probeert eigen weg/waarheid te zoeken  sympathiek en krachtig personage Sophocles tussen 2 registers  Traditionele geloof in goddelijke machten vs. nieuwe mens die opkomt en gelooft dat hij zijn eigen lot in handen kan nemen 

   3. 

   

5. Mythische achtergrond Verhalen rond Thebaanse koningshuis

 Semele, Pentheus, Actaeon en Tiresias: (in)zicht kan fataal zijn, het is gevaarlijk voor een mens om het goddelijke te aanschouwen  Semele: prinses Thebaanse koningshuis en vraagt Zeus om zijn gedaante te zien (aangemoedigd door Hera)  kan het niet aan en wordt verpulverd door schijn  ze was zwanger en Zeus redt het kind = Dionysus  Pentheus: neef Dionysos die hem weigert te aanvaarden als god‚  bezield met ziekelijke nieuwsgierigheid naar Maenaden  levend verscheurd door moeder  Actaeon: prins uit Thebaanse familie die gaat jagen en per ongeluk Diana ziet  veranderd in hert en door eigen speurhonden verscheurd  Allegorie: verregaande nieuwsgierigheid komt je duur te staan  Tiresias: per ongeluk Athena zien baden  adunathon: iets wat niet kan/ondenkbaar is  gestraft met blindheid MR krijgt van Athena de zienersgave  Als enige kent hij heden, verleden en toekomst: weet dat te veel kennis een verscheurend iets kan zijn  Waarschuwt voor kennis  Zelfinzicht kan een gevaarlijk iets zijn

Blindheid van de mythe  Buxton, 1980: "Blindness and limits: Sophocles and the logic of myth"  Gave v/h (perfecte) zicht onderscheidt goden traditioneel van mensen  Theos (god in Grieks) verwant aan theastai (kijken)  de ziener  Goden moeten mensen kunnen zien: mensen bestaan maar als ze gezien worden

4

 Blindheid is typisch voor zangers en profeten (Homerus, Demodocus, Thamyris, Stesichorus etc.) = hun handicap compenseert hun gave en vice versa  Historische wortels: weinig werk uitgevoerd door blinde mensen  Blindheid als straf voor het overschrijden van menselijke grenzen  Cf. Tiresias, Phineus, Philippus, Erymanthus etc.  Blindheid metafoor voor de beperkingen van menselijke kennis en macht en herinnering aan kloof tss mens en god  "In a way, then, Sophokles is merely filling out the implications of the mythical structures which we examined earlier, structures which express the importance of the gulf between men and gods. [...] [But] at the same time as making his audience aware of human limits, Sophokles makes them aware also of what humans can achieve within and in spite of those limits. Just because the gods are remote, human character and human choices acquire greater significance." (Buxton p. 36)  Verblinding als herinnering dat mensen geen goden zijn  Sympathie voor mens dat ze proberen om hun eigen lot in handen te hebben o  Mensen moeten aanvaarden dat ze nooit een volledige kennis over de werkelijkheid zal hebben vs. goden

6. Historische achtergrond: menselijke en goddelijke kennis in de 5de E  Algemene achtergrond van de tragedie  Zich ontwikkelende democratie (dialoog, zelfbeschikking van het individu) en rechtspraak (Wat is verantwoordelijkheid, keuzevrijheid, schuld?)  Nieuw geloof in menselijke kennis (bijv. geschiedschrijving) en tegelijk opkomend scepticisme over de goden (macht van het orakel in vraag)  Filosofen zoals Protagoras (ca. 490-420 v.Chr.) 

"Van de goden weet ik niets: niet dat ze bestaan en evenmin dat ze niet bestaan" "De mens is maat van alle dingen. "

 ... en Xenophanes (ca. 560 - 478 v. C.):  'Homerus en Hesiodus hebben aan de goden alle dingen toegeschreven die schandelijk en onterend zijn voor de stervelingen: diefstal, overspel en leugen.'  Oedipus Tyrannus = nieuw ideaal van de zelfbewuste mens bevraagd die de wereld gelooft te kunnen begrijpen en beheersen vanuit zijn eigen verstand (gnom[), los van traditie en religieuze autoriteit. 

“Kom, zeg me, hoe kan jij een ware ziener zijn? Waarom heb jij, toen de verzen zingende hond (de sfinx) hier was, niet iets gezegd dat de burgers kon bevrijden? Haar raadsel kon inderdaad niet door de eerste de beste worden opgelost. Er was zienerskunst voor nodig, en jij werd te kijk gezet als iemand die geen kennis had van de goden of de vogels! Ik was het die kwam, Oedipus, die niets wist, en heb haar een halt toegeroepen. Ik behaalde de zege door puur verstand, niet door wat ik van vogels leerde.” (OT, 390-398)

 Oedipus als autodidact, ‘self-made man’, bepaler van zijn eigen lot en identiteit. 

“Ik wil mijn afkomst kennen, zelfs als die nederig is. [...] Ik beschouw mezelf als een kind van het fortuin (Tuch[) dat mij het goede heeft gebracht, en zal niet onteerd worden. Zij is mijn moeder, en de maanden, mijn verwanten, hebben mij in mijn grootheid en kleinheid bepaald.” (OT, 1076-1083)

7. Oedipus tussen zelfbeschikking en noodlot  Story  Koor in reactie op de onthulling van Oedipus’ identiteit

5





 Verwijzing naar een Daemon Op de vraag hoe hij zich heeft kunnen verblinden 



“Welke godheid (daimoon) heeft zich, met een sprong groter dan de grootste, op jouw ongelukkig lot geworpen?” (OT 1300-1303)

“Het was Apollo, Apollo, vrienden, die deze wrede, wrede rampen heeft teweeggebracht! En geen andere dan mijn eigen ellendige hand heeft me verblind.” (OT 1329-1332)

De concluderende opmerking van Creon 

“Wil niet alles kunnen beheersen! Want de kracht om dat te doen heeft je niet je hele leven vergezeld.” (OT 1522-1523)

 We sympathiseren met Oedipus (hij neemt zijn verantwoordelijkheid & eigen

lot in handen) MR toch blijft er nog wat mythisch denken over

8. De sfinx en haar raadsel

 Oedipus toont zich ook als held van de gnom[ in zijn overwinning op de sfinx  = puur verstandelijke overwinning.  Herleidt de gedaantes van het monsterlijke ('Wat loopt 's ochtends op 4, 's middags op 2 en 's avonds op 3 benen?') tot één simpel antwoord = de mens  Kan in verband gebracht worden met het 5e- eeuwse antropocentrisme: uitbannen van het bijgeloof in het monsterlijke/goddelijke door het terug te brengen naar projecties van het menselijke (// Xenophanes)  // De kritiek op zieners en orakels die in de Oedipus Tyrannus verwerkt zit.  Maar 'wraak' van de sfinx:  Oedipus' overwinning zal eigenlijk zijn ondergang betekenen.  Net zoals Oedipus in het monsterlijke en enigmatische de mens blootlegt, zal de afloop van het verhaal in de mens Oedipus het monsterlijke en enigmatische blootleggen  de zelfmoord van de sfinx echoot zich in de zelfverblinding van Oedipus.  In de tragedie zien we Oe-di-poes (< oida + pous: weet-voet, di-pous: twee-voet) in elk stadium beschreven in het raadsel: als kind, als volwassen man, en als blinde grijsaard):  "Oedipus is double. He constitutes by himself a riddle whose meaning he will guess only by discovering himself in every respect the opposite of what he believed himself and seemed to be." (Vernant p. 477)

9. Oedipus als prototype van de Westerse denker Cfr. Jean-Joseph Goux, Oedipe Philosophe  De Oedipus is een atypische held: in zijn verhaal wordt de normale initiatierite (afzondering, beproeving, doden van het vrouwelijke monster om afstand te nemen van de moeder, huwen van een prinses en eigen koninkrijk verwerven) omgekeerd: in plaats van het moeder-monster te doden, doodt hij de vader en neemt diens plaats op onwettige wijze in.

 Betekenis van de mythe voor de Westerse cultuurgeschiedenis  Oedipus wordt een prototype van de Westerse denker, die zich afzet tegen de traditie (gesymboliseerd door de vadermoord én door de 'verstandelijke' moord op de Sphinx) en als intellectuele 'bastaard' alleen op zijn eigen verstand voortgaat.  > Net zoals Oedipus' zoektocht is het Westerse denken een groots, maar inherent tragisch project  “The Oedipus story is not just one myth among others. It is a myth of passage – of historical passage. If Greek tragedy, considered in general, occupies the transitional position we have claimed for it, it is noteworthy that the tragedy of Oedipus specially occupies an exceptional position as the turning point, as the precipitant, within that transition. For the tragedy of Oedipus is precisely,

6

structurally if not explicitly, the tragedy of the deprojection of the gods.” (Goux p. 199)

Deprojectie van de goden = goden waren projecties van de mensen, deprojectie is wanneer men zich realiseert dat goden projecties zijn van hunzelf  // Descartes (geen enkele doorgegeven kennis aanvaarden, alleen nog voortgaan of eigen twijfelend verstand.  // Feuerbach: goden zijn projecties van menselijke wensbeelden (// raadsel sfinx > ‘de mens’ = ‘deprojectie van de goden’)  // Nietzsche: de ‘vadermoord’ van de mens op God: “De Zoon heeft de Vader gedood, heeft de Rede gebruikt tegen alle Mysteries, en na de plaats van de Vader te hebben ingenomen heeft hij zich meester gemaakt van de Materie (...


Similar Free PDFs