Title | Lesvoorbereiding multimove |
---|---|
Course | Didactiek |
Institution | Vrije Universiteit Brussel |
Pages | 9 |
File Size | 368.9 KB |
File Type | |
Total Downloads | 88 |
Total Views | 139 |
Lesvoorbereiding moet oefeningen en spelvormen voor multimove (kinderen tussen 5 en 6 jaar)...
Les nummer: 2 Student: Margo Dejonckheere
van 2BALO
/ 2BARE
Stagebegeleider (VUB): Ariane Caplin / Philippe van Winden / Jan De Bouw / Kristof Huts Doelgroep: Kinderen van 5 tot 6 jaar
Datum: 13 / 05 / 16
Aantal lln: 15
Lesonderwerp: Multimove; springen, landen en trappen Beginsituatie:
Materiaal: 20 ballonnen, 20 koortjes, 3 springtouwen, tape, zoveel mogelijk kegels en tennisballen, 20 ballen, 6 banken, 3 plinten, 24 hoepels, 3 valmatten, 24 plastieken ‘bowlingkegels’, 3 kranteknipsel monsters, afbeeldingen van dieren
Doelstellingen : Lesdoelen: wat bereik ik in deze les? Bewegingsgebonden doelen: - Motorische ontwikkeling van de kinderen verbeteren. - vardigheden van springen, landen en trappen beter leren beheersen
Persoonsgebonden doelen:
- Leren omgaan met andere kinderen. Sosiaal…. -
1
TIMING
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
OEFENSTOF
ORGANISATIE
DIDACTISCH HANDELEN
THEMA: superhelden Opwarming 5 min.
1. Loskomen van de groep, kennismaking trappen.
Elk kind heeft een ballon met een koortje aan het been vastgebonden. Het is de bedoeling dat de kinderen elkaars ballon kapot trappen. De ballon bevat hun kracht. Elke superheld wil de beste zijn, dus ze moeten de anderen hun krachten uitschakelen.
Kern 1. Springen en landen
Er wordt een duidelijk start en stopsignaal afgesproken: 1 fluitsignaal = starten, 2 fluitsignalen = stoppen.
Bij de 2 fluitsignalen moeten de kinderen zo snel mogelijk op de zwarte lijn gaan staan, om hun kracht op te laden (zo heb ik overzicht en zijn ze rustig).
De kinderen gaan per 2 staan. Het is de bedoeling dat ze elkaars lengte gaan afmeten op de grond. 1 kind ligt op de grond, het ander kind plaatst een stuk tape aan het hoofdeinde. De kinderen proberen hierna over hun eigen lengte te springen. We gaan dit op verschillende manieren doen: Met twee voeten Met 1 voet springen
2
5 min.
1. Springen en landen met 2 voeten, springen en landen met 1 voet.
Er worden 3 kringen gevormd, met in het midden telkens 1 kind. Hij/zij heeft een springtouw vast en draait hiermee over de grond. Het is de bedoeling dat de kinderen die rond de persoon in het midden, over het touw springen, als deze langs hen passeert. Wie het touw raakt moet in het midden gaan staan. Een superheld moet snel kunnen reageren. Variatiemogelijkheden springen: Met twee voeten Met 1 voet
3
4
5
6
TIMING
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
OEFENSTOF
ORGANISATIE
DIDACTISCH HANDELEN
x 5 - 7 min.
1. Gewenning trappen, trappen op doel
De kinderen worden in 4 groepen verdeeld. (Ze moeten een treintje maken, deze wordt dan in 4 gesplitst) Op elk terrein staan er kegels met daarop een tennisbal. Het is de bedoeling dat de kinderen met een bal de tennisbal van de kegel trappen. Ze mogen vrij rondlopen op hun terrein. Wanneer de tennisballen van de kegels vallen, zet de lesgever ze er willekeurig terug op. De kinderen zijn hier de superhelden die aan de hand van hun “super mega bal” de monstertjes (tennisballen) verslaan, door met hun super mega bal tegen de monstertjes te trappen.
De kegels mogen niet te dicht bij elkaar staan.
De velden mo n voldoende ver elkaar liggen, zodat de kinderen zich n et vergissen van veld.
4. x
Kinderen aanmoedigen!
3.
Rondstappen rond de 4 groepen, voor een goed overzicht.
2.
1.
10 min.
2. Estafette; springen, landen en trappen.
De kinderen zijn verdeeld in 4 groepen. Het parcour: 1. In de hoepels springen, afwisselend op 2 voeten en op 1 voet. 2. De handen worden op de bank gezet en men springt met beide voeten samen links en rechts van de bank. 3. Men loopt op de bank tot
H vor
Dui lijk uitleggen wat er moet gebeuren.
our moet daan worden.
7
TIMING
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
OEFENSTOF
ORGANISATIE
DIDACTISCH HANDELEN
Slot 5 min.
1. Springen en landen
Beestige sprongen Kinderen springen verspreid op terrein volgens instructies van lesgever: als een konijn, kikker, aap, kangoeroe, kat, hond, tijger, paard, ...
Ruimte laten voor creativiteit, geen voorbeeld geven. De lesgever kan wel meedoen.
Variatie: 1 kind kijkt naar de muur. Ondertussen kiezen de andere kinderen een dier op een prentje die ze willen na doen. Het is de bedoeling dat het ene kind de sprongen van het gekozen dier raad. Superhelden moeten evengoed kunnen springen als dieren, zodat ze op alle plaatsen kunnen komen. 2 min.
2. belonen Diploma superheld uitreiken
8
TIMING
SPECIFIEKE DOELSTELLINGEN
OEFENSTOF
ORGANISATIE
DIDACTISCH HANDELEN
Als er gekwetsten zijn, waar en hoe kan ik ze inzetten? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………..
Zelfreflectie: verliep de les zoals ik het wou? Wat neem ik mee naar de volgende les? ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………..
9...