OG 5-slaap blok PDF

Title OG 5-slaap blok
Course Onderwijsgroepen
Institution Hogeschool PXL
Pages 9
File Size 191.1 KB
File Type PDF
Total Downloads 5
Total Views 126

Summary

OG...


Description

OG: 5 slaap

Leerdoelen

1 De student kan aanhalen wat goede slaap is. Bespreek aan de hand van variabiliteit, duur, kwaliteit Slapen is een periode van rust gekenmerkt door een typische lichaamshouding en de omkeerbaarheid van de situatie. Tijdens het slapen ontspant ons lichaam  daarom kan men niet rechtopstaand slapen. Tijdens het slapen gebeurt er niet niks. Slape, is niet hetzelfde als je ogen toedoen wegzinken in de slaap en smorgens verkwikt terug wakker worden. Slaap is geen rechte lijn maar eerder een golvend patroon dat zich herhaalt en af en toe een hiaat. Slaap bestaa uit verschillende fases samen cyclus vormen. variabiliteit Sluimeren: wanneer je inslaapt Lichte slaap: na enkele minuten Diepe slaap: volgt circa een half uur later. Ons lichaam heeft dit nodig voor fysiek herstel. Deze slaap wordt gekenmerkt met trage hersengolven. Wanneer men gewekt wordt in deze slaap ga ja langzaam op gang komen,even gedesoriënteerd zijn voor je bij zinnen bent. Vb bij sporten  diepe slaap langer duren. Ben je overdreven actief geweest  volgende nacht dieper slapen Remslaap/ paradoxale slaap: na ongeveer een uur van lichte en vervolgens diepe slaap – die vallen beide onder de non- remslaap- volgt de droom- slaap of remslaap. Deze slaap wordt gekenmerkt door snelle hersenactiviteit die dicht aansluit bij onze hersenactiviteit in waaktoestand. Onze hersenen gebruiken deze slaap om de voorbije dag te verwerken. In de remslaap ben je moeilijk te wekken maar wordt je toch wakker  meteen klaarwakker omdat hersenen al actief waren. De hersenactiviteit is snel en variabel en de spierspanning bijzonder laag behalve bij de oogspieren, de hartspier en het middenrif. Die werken snel en onregelmatig. Bewegen van de ogen tijdens remslaap= rapid eye movements hoe meer oogbewegingen tijdens remslaap meer emoties in droom ervaart (kinderen hoogst) Remslaap vertelt ook ietsover je emoties. Wie grote veranderingen beleeft  varnderingen patroon remslaap. Mensen met depresiie  meer remslaap en rapid eye movements. Mensen die denken aan zelfdoding  meer remslaap omdat de emotionelen en cognitieve processen niet vlot lopen.

OG: 5 slaap Toegenomen remslaap wijst op kans herval bij alchoholici en mensen met depressie. Gespannen mensen worden vaak wakker na de droomslaap.

Een cycli van sluimeren, lichte slaap, diepe slaap, droomslaap duurt circa 90min. Meeste overlopen 3 to 4 cycli op een nacht. Naarmate de ochtend nadert veranderen deze klemtonen. Eerste deel van de nacht overheerts diepe slaap  rust gebruiken om te recupereren. Hoe meer de ochtend nadert, hoe meer lichte slaap en droomslaap. Tussen de cycli en fases wordt je regelmatig wakker -  merken we niet omdat het slechts enkele seconden vb omdraaien. Elke dag is verschillend dus ook elke nacht ( ook bij gezonde mensen). Non remslaap

Slaapduur: Hoeveelheid slaap iemand nodig heeft  deels bepaald door leeftijd. Pasgeborene baby’s slapen circa 16 uur per dag. Dit vermindert met 10 à 12 uur in de kleutertijd. Een jongere behoefte 9 à10 uur slaap per dag. Een jongvolwassenen slaapt 6 tot 9 uur Hoe ouder je wordt hoe minder slaap je nodig hebt. Vb mogelijk iemand van 80 met 6 uur slaap toekomt. We leven in een prestatiemaatschappij: veel deadlines+ gedachte ik slaap wel als ik dood ben. We nemen niet de tijd voldoende te slapen. Wie elke dag een half uur te weinig slaapt  bouwt enorme schuld op die tijdens het weekend uitslapen zal dit niet compenseren. De gemiddelde adolescent heeft niet genoeg slaap met 8 uur. Compensatiemechanismen vb sterke koffie, douchen  zodat ze minder uren kunnen slapen dan dat ze eigelijk zouden moeten. Ook niet iedereen ondervind evenveel hinder door slaapgebrek omdat niet ieders hersenen even gevoelig zijn voor de impact van slaap. Je slaapduur ook bepaalt door je persoonlijkheid. Kortslapers  vaker angstigere mensen. Piekeraars, neuroten en mensen die kritsch zijn voor zichzelf  kortere nachten. Omdat die karakters moeilijker met stress omgaan. Balans Lichaam  balans te houden tussen waakdruk en slaapdruk. Tegen de ochtend  waakdruk en tegen de avond  slaapdruk. Je slaap wordt geregeld door je slaapbehoeften en je biologische klok. Doorheen de dag  slaapschuld opbouwen  die varieert hele dag sporten vermoeiender is dan hele dag tv kijken. Ben je vb

OG: 5 slaap maar paar uur wakker  niet voldoende slaapschuld opgebouwd. Slapen= individueel ( 11 uur slaap nodig hebben om fris te zijn is niet lui zijn). Naast slaapbehoeften is er ook een slaapritme dat geregld wordt door de biologische klok gelegen in de hypothalamus  grote rol bij hormoonhuishouding. Later op de dag gaat biologische klok zorgen productie van melatonine ( maakt je slaperig) aangemaakt in de pijnappelklier toenemen tot een peik in het miden van de nacht. Naarmate de ochtend komt productie cortisol stijgen ( hormoon dat je wakker maakt). Dit circadiaanse (biologische) ritme duurt circa 26 uur terwijl een dag maar 24 uur zijn  steeds kleien aanpassingen zijn. Biologische klok wordt daarbij beïnvloed door lichtt en donker ( vb meer slaap in winter dan in zomer).

kwaliteit Wie 8 uur heeft kunnen slapen  meestal tevreden. Maar het gaat niet alleen om hoelang je in je bed doorbrengt, maar vooral hoe goed je duren die je daar ligt besteed. De kwaliteit wordt niet alleen bepaald door de duur maar vooral door het hertstellend vermogen. Vb 11 uur geslapen hebben en nogsteeds niet fris zijn smorgens. Hoe snel je slaapt, hoe vaak je wakker wordt, hoe fris je smorgens bent kwaliteit van de slaap. Hoe goed je slaapt vooral bepaald door de kwaliteit van je slaaphygiëne.

2 De student kan het begrip ochtendhumeur toelichten Factoren die bijdragen aan een ochtendhumeur. Eerst je biologische klok: een paar uur voor die klok zegt dat je moet opstaan, begint je lichaam cortisol en andere hormonen aan te maken  invloed hebben op hoe wakker je je voelt en je stemming. Als je vroeger opstaat dan voor jou het optimale biologische moment  niet genoeg cortisol aangemaakt  voel je dat. Omdat je niet altijf kan opstaan wanneer je biologische klok er klaar voor is  wisselende stemmingen doorheen de dag. Je volet je niet iedere dag even vrolijk of verdrietig dit samen met een achterlopende biologische klok  zorgen voor een slechter ochtendhumeur. Ten derde ‘ slaapdronkenheid’. Vooral als je uit een diepe slaap ontwaakt  even duren voor brein optimaal functioneert varieert enkele minuten tot een halfuur. Sommige hebben dus meer tijd nodig om wakke te worden en die vooral ’s ochtends last hebben van humeurigheid.

3 de student kan de slaapproblemen bespreken ( insomnia, parasomnie, hypersomnie, ademahlingsstoornissen ( percentages niet kennen)

OG: 5 slaap Insomnia: te weinig slapen - Minimum 3 nachten per week slecht slapen gedurende min 3 weken met een -

weerslag op het functioneren overdag vb concentratieproblemen. Symptonen: moeilijk inslaap vallen, niet doorslapen, vroeg wakker worden Procentueel: insomnie vertegewoordigt 12-15 % van de slaapproblemen. 1012% van de bvolking en 25% van de bejaarden heeft last van insomnie als ziekte, 50% van de bevolking vertoond slapeloosheid als symptonen van een of andere onderliggende ziekte.

-

Als symptonen van een of andere onderliggende ziekte Gevolgen: mentale en fysieke gezondheidsproblemen

-

Behandeling: slaaphygiëne, cognitieve gedragstherapie en medicatie.

Hypersomnie: te veel slapen -

Toegenomen slaperigheid overdag en/of een verhoogde behoefte aan bedrust of slaap

-

Symptonen: slaperigheid overdag, gebrek aan energie, moeheid,spierpijn, spierzwakte, rustelossheid, darmklachten, hoofdpijn, dubbelzien,droge mond, concentratieproblemen, aandachtsstoornissen, geïriteerd zijn en stemmingswisselingen

-

-

Procentueel: circa 10 % van de jongere, 7-24% van de volwassenen. Hypersomnie ten gevolgen van slaapapneu komt minstens 4% van de volwassenen mannen en 2 procent vande volwassenen vrouwen. Gevolgen: verminderde alertheid en daardoor verminderde levenskwaliteit Behandeling: het aanpakken van onderliggend probleem, meer slapen in het geval van gedragsmatige hypersomnie

Ademahlingsstoornissen -

Problemen met de ademhaling tijdens het slapen Symptonen: slaperigheid, concentratieproblemen, prikkelbaarheid, hoofdpijn,

-

relatieproblemen,snurken Procentueel: 24% van de mannen en 9% van de vrouwen heeft slaapapneu, dit getal loopt op tot 30% van de 65 plussers, maar slechts 4 procent van de mannen en 2% van de vrouwen klaagt er ook over.

-

Behandeling: CPAP- toestel, opperaties, mondprothesen, neussprays, afvallen en ruglig vermijden.

-

Gevolgen: diabetes, problemen met het geheugen en het concentreren, (fatale) hartproblemen.

OG: 5 slaap

Parasomnie = problemen bij het slapen als gevolg van niet geheel ontwaken -

Vreemd, meestal ongewenst gedrag dat optreedt in de slaap Symptonen: zeer uiteenopend, afhankelijk van het specifieke gedrag

-

Procentueel: 10 % van de bevolking Behandeling: afhankelijk van het specifieke gedrag vooral je gezond verstand gebruiken en als het nodig is naar de dokter gaan, vaak verdwijnt het gedrag vanzelf weer.

-

Gevolgen: psychologisch en fysiek ongemak tot fysiek gevaarlijke situaties, bijvoorbeeld bij slaapwandelen.

4 De student kan het effect van slaap op immuniteit bespreken. Ziek rust. Ze hebben beide invloed op elkaar, wie ziek is moet rusten en wie voldoende rust, wordt minder snel ziek. Slaap speelt een regulerende rol in onze immuunfunctie. in diepe slaap -> witte bloedcellen geactiveerd -> aanmaak afweerstoffen, beschermt tegen bacteriën, virussen en allergieën. Als je snijdt in je diepe slaap, maak je niet genoeg afweerstoffen aan en word je makkelijker ziek. Slaapgebrek kan zelfs invloed hebben op de werking van een vaccin -> je maakt minder antilichamen aan als je moe bent. Het immuunsysteem beïnvloed ook het slaapproces. De cytokines die het afweersysteem maakt om je beschermen, zorgen er ook voor dat je meer diepe slaap krijgt. Dus meer slapen tijdens ziekte is net waar het lichaam voor zorgt.

5 De student kan de slaapevolutie van pasgeborenen tot ouderen bespreken. Rijping van menselijk slaap is een continu proces. Veel ontwikkeling inde eerste maanden van het leven. Hierna volgt er een fase van consolidatie tot 10-12 jaar. Begin tienertijd weer grote ontwikkelingen -> eindigen enkele jaren later -> fase

OG: 5 slaap van consolidatie. Geleidelijk aan komen er wel veranderingen die leiden tot karakteristieken van de slaap op hogere leeftijd Pasgeborenenen eerste levensjaar: p 85 tot PCA De beoordeling van slaap dient in het eerste halfjaar van het leven te gebeuren met kennis van de algemene ontwikkeling. Dat doe je het best door rekening te houden met de post-conceptional age in weken. Wanneer de ontwikkeling verder goed is, maakt de ontwikkeling qua slaap niet echt uit of het een prematuur is of à terme (uitgerekende datum) geboren. Slaapontwikkeling is enkel beschreven bij pasgeborenen bij wie PCA 34 weken is of meer. Eerste levensweken veel slapen circa 16u. verdeling REM en NREM is gelijk, bij dergelijke jonge kinderen maken we een verdeling tussen actieve en rustige slaap. REM slaap lijkt veel op die van latere leeftijd. ( oogbewegingen) prematuren à terme P 87 2 de en 3 de alinea Jonge kind: Dutjes overdag verdwijnen (3-4 jaar) -> inhoud slaap ’s nachts anders + diepe slaap verschuift naar eerste derde deel van de nacht. Diepe slaap aan het einde van de nacht is er meer dan bij oudere kinderen. Bij volwassenen is dit wel nog aanwezig. Nadruk op de REM slaap aan het einde van de nacht ook bij het jonge kind. Nadruk op de NREM slaap aan het begin van de nacht wordt geaccentueerd door de frequent voorkomende lange latentie tot de REM-slaap Slaapduur neemt geleidelijk aan af, 10-11 uur. Het kind is vooral een ochtendtype -> vaak vanzelf wakker zelfs op niet schooldagen. Neiging om overdag te slapen is laag Langzamerhand verschuiving van diepe slaap naar oppervlakkerige slaap, percentage diepe slaap blijft hoog. Totale slaapduur neemt af Tieners en adolescenten: Slaap en waken veranderen tussen 10-20 jaar zeer aanzienlijk. Verschuiving slaapfase van het kinderlijke patroon naar het volwassen patroon. Verandering in de slaap zijn frequent voorbode van de puberteit. 2 belangrijke factoren: naar achteren schuiven van de totale slaapperiode en het geleidelijk aan inkorten van de slaapduur. Slaapperiode schuift echter weer terug zodat er een sociaal acceptabel slaap-waakritme ontstaat. Slaapduur 10-11 uur -> 8,5-9 uur

OG: 5 slaap Veel hormonen  invloed op slaap Volwassenen: Valt in slaap in de NREM slaap, meestal een diepe slaap. Normale cycli 75-90min. Eerste deel van de nacht -> diepe slaap Laatste derde deel REM slaap -> af en toe korte periodes waak en voorkeur onstaan rem slaap >90% slaapefficiëntie. Geen dutjes Totale slaapduur gemidelde 7,5-8 uur slaap Ontwikkeling gaat zeer geleidelijk: totale slaaptijd, tijd tot inslapen, slaapefficiëntie, slaapstadia, REM latentie en duur van wakker zijn nadat slaap er al is geweest. Men uitzondering personen die wisselinde shiften doen Oudere leeftijd: Belangrijke veranderingen aanwezig -> grote variabiliteit door slaap op zich verandert + sterke afhankelijkheid van co morbiditeit Levensstijl is belangrijk -> zittend of actief leven, veel buiten zijn, gebruik medicatie, alcohol, drugs etc. & fysieke en mentale gezondheid op zich. Geleidelijke vermindering van diepe slaap + meer oppervlakkige slaap NREM-fasen veranderen meer dan REM slaap Slaap wordt gefragmenteerd Slaapduur is iets korter, met dutjes erbij is het niet veel korter Langere inslaapduur, minder slaap bij langere tijd in bed, vaker ’s nachts wakker worden, vroeger opstaan in de morgen en meer dutjes overdag. De slaapefficiëntie & slaapcontinuïteit vermindert + toename waakperiodes Grotere kans op ademhalingsstoornissen Kans op insufficiënte slaap is groter en is geassocieerd met een toename in morbiditeit Daling slaapefficiëntie onder 80% -> verdubbeling mortaliteitsrisico, vermindering levenskwaliteit + toename symptomen angst en depressie. Slaapgewoonte zijn stabiel, naast reguliere korte slaapjes in de middag, ook een verschuiving is van het slaapritme naar voor -> ochtendmens Slaapproblemen gerelateerd aan cognitieve problemen en vallen

OG: 5 slaap

6 De student kan uitleggen wat een goede slaaphygiëne is voor kinderen en volwassenen Kinderen: goeie nachtrust start overdag, bed is geen straf, regelmaat, niet te veel opwinding savonds, niet te veel licht, temperatuur 18°C, consequent zijn, eigen bed laten slapen, deur op een kier, p635 Volwassenen p290 ( melatonine belangrijke rol hierin) -

-

Alcohol en koffie moet worden beperkt en na 20u kan men in het algemeen minder drinken om nachtelijke toiletbezoek en onderbroken slaap te voorkomen. Cannabis staken

-

Geen computer of tv ’s avonds gebruiken -> licht computerscherm invloed op melatonine

-

Goed bed, verduisterende gordijnen en goede ventilatie -> algemene bijdrage slaaphygiëne

-

Sporten verhoogt melatoninespiegel Dutjes afraden -> slaapfase wordt verder naar achter geschoven

-

Bloodstelling aan voldoende helder licht overdag help met dag-nacht ritme. Wandelen is een oplossing en in de winter een lamp met fel licht om wakker te

-

worden Frequent gebruik van zonnebril overdag wordt in verband met het ontberen

-

van lichtinval via de ogen Elke nacht op een andere tijd naar bed gaan is nadelig voor een goed ritme

OG: 5 slaap

7 De student kan het effect van slaap toelichten op de geheugenprestatie van korte naar lange termijn Hersenen bepalen in grote maten hoe je slaapt. Slaap is ook heel erg belangrijk voor je hersenen zowel fysiologisch – elasticiteit van je hersenen waarvoor er veel verbindingen moeten zijn tussen neuronen – als vanuit psychologisch oogpunt: leren en onthouden. Slaap heeft een direct effect op je geheugenprestaties. Het bestendigt je geheugensporen en zorgt er zo voor dat herinneringen dieper in je hersenen worden vastgelegd. Hersengebieden die overdag tijdens het uitvoeren van een leertaak actief waren, bij de eerste gelegenheden om te slapen ook weer actief zijn -> belangrijke herinneringen tijdens de slaap gehercodeerd van het korte- naar het langtermijngeheugen. Slaap wordt gebruikt mo informatie van de dag te filteren en tijdens het slapen bepalen je hersenen wat je niet onthoudt. -> te weinig slaap kan ervoor zorgen dat je je weinig herinnert + slaap speelt een kritische rol bij verwerking van leerstof. Slaap speelt ook een rol bij het voorbereiden van de hersenen op het leren van nieuwe informatie. Powernap -> zorgt voor energie, maar niet voldoende om je hersenen de nodige tijd te geven om te recupereren. Daarvoor moet je alle verschillende fases kunnen doorlopen. Procedurale geheugen: belangrijk voor de manier waarop je bepaalde vaardigheden uitvoert of problemen oplost Declaratieve geheugen: geheugen voor gebeurtenissen en feiten, vooral gebaat bij non-remslaap....


Similar Free PDFs